Voorwoord. September 2014 M. Grutters Beleidsmedewerker MBO-SGBonaire



Vergelijkbare documenten
JOB-monitor 2010 Vragenlijst

JOB-monitor 2012 Vragenlijst

Instellingsrapportage 2016 Politieacademie. Vraagcores Politieacademie totaal. Informatie. Onderwijs(inhoud) Lessen / programma.

JOB-monitor 2014 SOMA College. Cluster- en vraagscores: uw instelling

JOB-monitor Instellingsrapportage

Instellingsrapportage 2018 SOMA College. Vraagscores SOMA College totaal. Informatie. Onderwijs(inhoud) Lessen / programma. Vakken.

8 Veiligheid en sfeer

JOB-monitor 2016 Vragenlijst

JOB-monitor 2018 Vragenlijst

JOB-monitor Studenttevredenheid in het mbo

De respons is met 74% (2377 leerlingen) goed te noemen. Landelijk gezien staan we daarmee op de vijfde plaats van 69 mbo-instellingen.

LAKS-monitor Landelijk vmbo/mavo. havo vwo Gemiddeld rapportcijfer 7,0 6,5 6,6, 7,0. Landelijk vmbogroen

JOB-MONITOR 2012 STUDENTTEVREDENHEID IN HET MBO

Datum 8 juli 2016 Betreft Antwoord op schriftelijke vragen van lid Jadnanansing (PvdA) over het bericht Mbo-student negatief over lessen

Juridische medewerker

De respons is met 72,1% (2345 leerlingen) goed te noemen. Landelijk gezien staan we daarmee op de elfde plaats van 68 mbo-instellingen.

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Handleiding Docenten/Begeleiders

voorwoord Beste lezer, De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) presenteert met trots het JOB-monitorrapport 2014!

Tevredenheidsonderzoek. Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk.

Handleiding Docenten

job-monitor 2014 Het grootste studententevredenheidsonderzoek van Nederland!

Rapportage Leerlingtevredenheid. Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven

Leerlingtevredenheidsonderzoek

In de JOB-monitor draait het om de mening van mbo-studenten over hun onderwijs. Tijdens het invullen van de vragenlijst, wat gemiddeld zo n 15

LEERLINGTEVREDENHEIDPEILING BASIS FORMULIER

Gespreksvragen domeinleider met studenten Schilders 2x BOL-1+2x BOL-2,

Bestuursrapportage Personeel Tevredenheidsonderzoek De Meent

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

2018 ResearchNed Nijmegen in opdracht van Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs. Alle rechten voorbehouden. Het is niet geoorloofd gegevens uit dit

Tevredenheidsonderzoek leerlingen. Produs Praktijkonderwijs

Rapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd

Deelnemersonderzoek CGO 2009

Handleiding Docenten/Begeleiders

Uitkomsten BPV Monitor 2016

BPV monitor Vragenlijst studenten

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek

BPV-monitor vragenlijst praktijkopleiders leerbedrijven [definitief]

Tevredenheidsonderzoek. Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk.

Gespreksvragen domeinleider met studenten Schilders BBL-2 1 e +2 e jaars,

Samenvatting rapportage tevredenheidsonderzoek leerlingen schooljaar 14-15

Oudertevredenheidsonderzoek mei 2013

Tevredenheid Abw-cliënten. Benchmark rapportage gemeente Maassluis. December 2003

Taal & Rekenen ThiemeMeulenhoff

Overall rapportage Vensters voor verantwoording Leerlingen

3e klas vmbo beroepsgericht (#2) 3e klas vmbo theoretische leerweg (#22) 4/5 havo (#50) 4/5/6 vwo (#62)

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Cliëntervaringsonderzoek Omega en Het Middelpunt 2016

Leerlingtevredenheidsonderzoek

KLACHTENROUTE VOOR STUDENTEN VAN ROC LEIDEN

Verslag tevredenheidsonderzoek onder leerlingen en ouders 2015

Werkbelevingsonderzoek 2013

Leerling tevredenheidspeiling Basisschool Sint Franciscus 2015

Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie. Inhoud. 1 Inleiding

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

Onderwijsgemeenschap Titus Brandsma, Hengelo, Oudervragenlijst maart 2015 hoofdlocatie Titus Brandsma

Onderwijsgemeenschap Titus Brandsma, Hengelo, Oudervragenlijst maart 2015 locatie Alfrink

Handel en marketing. Klanttevredenheidsonderzoek. Theorie

Spoorboekje ZWKOK 3.2 Emmen

Rapportage Leerlingtevredenheid. Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 67 ECABO- leerbedrijven

Uitkomsten BPV Monitor 2017

BPV-monitor vragenlijst praktijkopleiders leerbedrijven

Enquête Telefonische dienstverlening

Resultaten tevredenheidsonderzoeken cliënten en medewerkers

job-monitor 2014 Het grootste studententevredenheidsonderzoek van Nederland!

Samenvatting. Samenvatting. Waardering en betrokkenheid

Op het Nova College leer je een vak. Bijvoorbeeld verpleegkundige, monteur of kok. Dat kies je zelf, waarschijnlijk samen met je

Spoorboekje ZWKOK Emmen 3.2

In opdracht van De Nieuwste School

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Studeren met een functiebeperking

Enkele gegevens evens over jezelf en de school:

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie

RKBS Bocholtz Bocholtz. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, mei 2018

Samenvatting. Lyceum Ypenburg/ Den Haag. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) Lyceum Ypenburg

Uitgevoerd door Dimensus Klanttevredenheidsonderzoek /20

Dorpsschool Rozendaal 7 februari 2014

Gespreksvragen domeinleider met studenten Schilders BBL-3+BBL-1 2 studenten 1 student

Opleidingsinformatie ROC TOP cohort 2018

1. Portfolio van de leerling 1

Samenvatting. BS De Toermalijn/ Rotterdam. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS De Toermalijn

Sectorwerkstuk. Theoretische Leerweg. Klas 4 TL/M

Klanttevredenheidsonderzoek 1-op-1 Relaties Trajecten

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Vondelschool Bussum. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, april 2016

Studeren met een functiebeperking

tevredenheidsonderzoek

REGIONAAL OPLEIDINGENCENTRUM KOP VAN NOORD-HOLLAND

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

V e r k l a r i n g t e r m e n e n b e g r i p p e n

1. Portfolio van de leerling

Borgloschool, locatie Groenewold, Deventer, Leerlingen

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

Basisschool 't Maxend, Nistelrode, Ouders

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Verslag. tevredenheidsonderzoek op mei 2014

Onderzoek Passend Onderwijs

V e r k l a r i n g t e r m e n e n b e g r i p p e n

Transcriptie:

2

Voorwoord Voor de eerste keer hebben de studenten van MBO-SGBonaire de mogelijkheid gehad om de eigen instelling en opleiding kritisch te onder de loep te nemen. Alle aspecten die te maken hebben met het onderwijs worden in dit rapport belicht. Denk aan het roosterbeleid, stages, de lessen, veiligheid op school en wat met name belangrijk is: de inspraak van studenten in het schoolbeleid. Leren meedenken, beargumenteren, beslissen is een goede oefening voor actief burgerschap, daar de mbo-studenten de toekomst van Bonaire zijn. Tegelijkertijd zijn zij ook onze klanten die het onderwijs dagelijks meemaken en aan kunnen geven wat vanuit hun zienswijze goed en niet goed gaat, waar ze tevreden over zijn en waarover niet. Daarom is het meten van studenttevredenheid en studentenparticipatie zo belangrijk. De kwaliteit van het onderwijs kan alleen verbeteren als helder is waar de knel-/ pijnpunten zitten. Daar MBO-SGBonaire geen BRON nummer heeft, kan de school niet meedoen met de digitale tweejaarlijkse landelijke enquête die uitgevoerd wordt door JOB. JOB is de Nederlandse Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs die vanaf 2001 elke 2 jaar een studenttevredenheidsonderzoek uitvoert. De vragenlijst die zij gebruiken blijft nagenoeg gelijk, dit om te resultaten van de opeenvolgende jaren met elkaar te kunnen vergelijken. Toegevoegde vragen in verband met wijzigingen /onderwijsvernieuwingen worden summier gehouden. JOB heeft ons de enquête, die in 2012 in Nederland is uitgevoerd, ter beschikking gesteld. Deze enquête is in mei 2014 uitgezet onder de studenten van MBO-SGBonaire. Daar alles handmatig is uitgevoerd, zijn nu pas de resultaten beschikbaar en beschreven in dit rapport. Met de informatie die in dit rapport verzameld is, worden handvatten geboden aan de studentenraad en het management om (samen) te werken aan onderwijsverbetering. September 2014 M. Grutters Beleidsmedewerker MBO-SGBonaire 3

Inhoud Voorwoord... 3 1 INLEIDING... 6 1.1 Onderzoeksopzet... 6 1.2 Korte inhoud rapport... 7 2 WAT BEPAALT TEVREDENHEID?... 9 2.1 Profiel van een tevreden student... 9 2.2 Verwerking profiel tevreden student in ons onderzoek... 11 2.3 De tevreden student... 11 3 ONDERWIJS... 12 3.1 Lessen... 12 3.1 Onderwijstijd... 14 4 EXAMINERING... 15 5 BEGELEIDING... 17 5.1 Studiebegeleiding... 17 5.2 Keuze/studieloopbaanbegeleiding... 18 6 COMPETENTIES... 19 7 BPV/ WERKPLEK... 21 8 VEILIGHEID EN SFEER... 23 8.1 Veiligheid en sfeer... 23 8.2 Activiteiten buiten de les... 24 9 INFORMATIE EN ORGANISATIE... 25 9.1 Informatie... 25 9.2 Organisatie... 26 10 VOORZIENINGEN... 28 10.1 Studeren met een beperking... 28 10.2 Onderwijsfaciliteiten... 29 10.3 De kantine... 30 11 INSPRAAK... 31 12 ALGEMEEN OORDEEL... 33 13 AANBEVELINGEN... 35 13.1 Wat doen we goed volgens de studenten... 35 13.2 Wat kan beter volgens de studenten... 36 4

13.3 Waar moet MBO-SGBonaire aan werken?... 36 BIJLAGE A VRAGENLIJST... 39 STUDENTEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK MBO 2013-2014... 39 A Informatiedeel... 39 B Onderwijsdeel... 39 C Keuze / Loopbaanbegeleiding... 44 D Overige voorzieningen... 44 E Beperking... 44 F Organisatie... 45 G Inspraak... 45 H Sociale kant... 45 I Eindoordeel... 46 BIJLAGE B RESULTATENLIJST... 47 Aandachtspunten voor het volgende tevredenheidsonderzoek in 2016... 51 5

1 INLEIDING 1.1 Onderzoeksopzet De enquête is in mei 2014 uitgezet onder de studenten die op dat moment onderwijs volgden en niet op BPV waren. We hebben daarom niet alle studenten kunnen bereiken, met name de BBL-ers en de helft van de ouderejaars. Dit is een punt van aandacht voor de enquête in 2016. De studenten hebben de enquête anoniem ingevuld. De gegevens van de student over zijn opleiding, het niveau, het leerjaar en zijn leeftijd, zijn dus niet bekend en zijn daarom ook niet meegenomen in de beoordeling. Wij hebben ons niet gerealiseerd dat JOB deze gegevens uit BRON van DUO haalt. Ook een verbeterpunt voor de volgende ronde. De 143 studenten die hebben meegedaan, hebben tijdens het slb lesuur de vragenlijst ingevuld. Na verzameling van alle enquêtes hebben 2 administratie klassen de scores geturfd. Deze turflijsten zijn per vraag omgerekend in percentage, die vervolgens in de resultatenlijst, geordend naar aspect, zijn verzameld, zie bijlage B. De resultaten per vraag staan vermeld in de kolommen: Percentage positief Percentage neutraal Percentage negatief Bij het beoordelen van de resultaten worden alleen percentage positief en percentage negatief meegenomen. Per onderwijsaspect is de gemiddelde score berekend van de onderliggende vragen, zodat het algemene beeld dat studenten van dit aspect hebben duidelijk wordt. Vragen die niet binnen een aspect passen worden afzonderlijk beschreven. Aan de resultatenlijst zijn de JOB scores uit Nederland van diezelfde enquête (2012) toegevoegd. Dit om een vergelijking te kunnen maken in de scores en mee te nemen bij de beoordeling. In Nederland hebben 215.602 studenten de JOB enquête ingevuld. Bij het beoordelen van de resultaten wordt gekeken naar het percentage positief en het percentage negatief. Het percentage neutraal wordt hierin niet meegenomen, ook al is dit % soms een derde van het aantal studenten. In de JOB resultaten zien we dat de neutrale groep in de grote lijn gelijk is aan de onze. Daar dit de eerste enquête die wij hier afnemen, kunnen de resultaten niet vergeleken worden met voorgaande enquêtes en is hetgeen in dit rapport beschreven staat een eerste interpretatie. Wel worden de resultaten bij een aantal aspecten vergeleken met de Nederlandse scoren. Dit rapport zal niet alles omvattend zijn. Er blijft dus voldoende ruimte voor eigen interpretatie van de resultaten. 6

1.2 Korte inhoud rapport Hoofdstuk 2 bevat een analyse van de tevredenheid: wat bepaalt nu het meest of een student al dan niet tevreden is over zijn of haar onderwijs. Door welke aspecten wordt de tevredenheid over de opleiding en de school bepaald? Welke vijf aspecten bepalen voor 75% het verschil tussen tevreden en ontevreden studenten? Aansluitend volgt een serie resultatenhoofdstukken, waar ingegaan wordt op diverse aspecten van de tevredenheid van de mbo studenten. Het eerste resultatenhoofdstuk (hoofdstuk 3) geeft de tevredenheid over verschillende aspecten van het onderwijs aan. Er wordt gekeken naar de onderwijstijd, het onderwijsprogramma en de tevredenheid over de lessen. Hoofdstuk 4 behandelt de tevredenheid van studenten over de wijze waarop de examinering is vormgegeven. Hoofdstuk 5 gaat in op de oordelen over de begeleiding die de studenten op school krijgen: begeleiding bij de studie, maar ook bij het maken van keuzes tijdens de studie en voor de toekomst. Hoofdstuk 6 beschrijft vervolgens de mate waarin studenten waarderen wat ze tijdens hun opleiding leren. Leren ze bijvoorbeeld voldoende samenwerken? Is er voldoende aandacht voor de vakkennis die ze nodig hebben om later hun gewenst beroep mee uit te kunnen voeren? Hoofdstuk 7 gaat in op de waardering van de beroepspraktijkvorming: wat vinden bolstudenten van hun stage? Hoofdstuk 8 biedt ruimte aan de oordelen van studenten over veiligheid en sfeer. Voelen studenten zich veilig in hun schoolgebouw? Hoofdstuk 9 richt zich op informatie en organisatie: maken instellingen waar wat ze aan het begin van de opleiding beloven? En hoe gaan ze om met klachten van studenten? Hoofdstuk 10 beschrijft de oordelen over allerlei praktische voorzieningen binnen de school: zijn er voldoende computers, is de kantine in orde, maar ook: in hoeverre kun je ondanks een beperking toch goed studeren? 7

In hoofdstuk 11 wordt er gekeken naar diverse aspecten rondom de inspraakmogelijkheden van studenten. Hebben studenten wel inspraak op school? Waardeert de school het als studenten hun mening laten horen? Maar ook: in hoeverre willen studenten meedenken over het beleid op hun school? In hoofdstuk 12 komt de algemene tevredenheid van studenten aan bod over hun opleiding en de school. In plaats van rapportcijfers te krijgen, geven de studenten hier de cijfers. Met welk rapportcijfer waarderen zij hun opleiding? En welk cijfer krijgt de school? Tot slot staan in hoofdstuk 13 de aanbevelingen. Wat gaat goed, wat kan beter en waar moet de school een verbetertraject inzetten? Met welke prioritering? 8

2 WAT BEPAALT TEVREDENHEID? In dit hoofdstuk wordt een overkoepelende analyse gemaakt van de resultaten van het onderzoek. Wat zegt een rapportcijfer nu precies? Welke aspecten binnen een opleiding bepalen meer dan anderen de uiteindelijke tevredenheid? De analyse en ordening van de analyse gegevens zijn gebaseerd op de enquêteresultaten van JOB gedurende de afgelopen 12 jaar. 2.1 Profiel van een tevreden student In de JOB analyse is uitgezocht welke kenmerken en welke tevredenheidsaspecten samen het profiel van een tevreden student bepalen. Kenmerken die van invloed zijn op de tevredenheid: 1. Geslacht: vrouwelijke studenten zijn positiever dan mannelijke studenten 2. Leerjaar: eerstejaars zijn positiever dan ouderejaars. 3. Niveau: MBO 2 studenten zijn positiever dan niveau 3 en 4 Tevreden studenten oordelen vaker positief over de volgende aspecten: [De tevredenheidsaspecten staan op volgorde van belangrijkheid, beginnend bij het aspect dat het meeste invloed heeft op de algehele tevredenheid.] 1. Voldoende leren op school 2. Sfeer op school 3. Informatie klopt met de werkelijkheid 4. School hecht waarde aan de mening studenten 5. Begeleiding bij studie 6. Goed lesmateriaal 7. Tevredenheid in omgang met klachten 8. Goede docenten 9. In en om het schoolgebouw schoon 10. Leren voor uit te oefenen beroep 11. Organisatie activiteiten buiten lestijd 12. Opbouw opleiding al bekend voor de start opleiding 13. Veiligheidsgevoel in school 14. Teveel lesuitval 15. Tevredenheid kantine 16. Tevredenheid afwisseling werkvormen 17. Tevredenheid begeleiding vervolgkeuze 18. Goed beeld eigen studievoortgang 19. School doet voldoende om studenten veilig te laten voelen 20. Roosterwijzigingen op tijd 21. Tevredenheid aantal uren op school 22. Hulp bij keuzes tijdens studie 23. Leren te werken volgens afspraak 9

24. Leren te plannen en organiseren 25. Mogelijkheid rustig te studeren op school 26. School past regels consequent toe 27. Tevredenheid over hoeveelheid stage Ontevreden studenten oordelen vaker positief over de volgende aspecten: 1. Uitslag examens tijdig bekend 2. Studenten op dezelfde wijze beoordeeld 3. Veiligheidsgevoel op het schoolterrein 4. Aansluiting examens bij lesstof 5. Leren eigen werk te beoordelen 6. Leren samen te werken 7. Voldoende computers 8. Informatie over rechten en plichten 9. Voldoende mogelijkheid in eigen tempo te leren 10. Hulp bij leerproblemen 11. Duidelijkheid over mogelijkheid verder te studeren 12. Leren zelfstandig te werken [Ook deze aspecten staan in volgorde belangrijkheid en horen in de totaallijst qua belangrijkheid thuis na punt 20 Roosterwijzigingen op tijd.] Tevredenheidsaspecten die niet verschillend beoordeeld worden door tevreden en ontevreden studenten: gekochte boeken ook gebruikt Tijdstip toets tijdig bekend Inhoud toets tijdig bekend Begeleiding zelfstandig werken Leren problemen op te lossen Leren communiceren Mogelijkheid zelf vakken te kiezen Zelf actief meedenken over beleid op school Contact met docenten Bereikbaarheid medewerkers Deze opsommingen laten zien dat tevredenheid in de eerste plaats samenhangt met hele basale zaken in school: studenten moeten het gevoel hebben dat ze wat leren op school, in een goede sfeer, waarbij de school ze voorziet van eerlijke informatie, ze laat merken dat ze de inbreng van studenten waarderen en waar nodig passende begeleiding biedt aan studenten die hulp nodig hebben bij hun studie. Deze vijf kenmerken samen bepalen reeds 75 procent van de verschillen tussen zeer tevreden en zeer ontevreden studenten. 10

2.2 Verwerking profiel tevreden student in ons onderzoek Wat betreft de in 2.1 genoemde kenmerken kan in ons onderzoek alleen het kenmerk leerjaar meegenomen worden in de analyse. Noch het geslacht, noch niveau zijn bevraagd in de enquête. 47% van de enquêtes is ingevuld door eerstejaars. Dit is bijna de helft en kan daarmee de uitkomst van 28% zeer tevreden studenten beïnvloedt hebben. De tevredenheidsaspecten zijn in zijn geheel meegenomen bij de beoordeling en aanbeveling in prioriteit. Daar de vijf basale aspecten waarmee de tevredenheid samenhangt niet verschilt in beoordeling door Nederlandse of Bonairiaanse studenten, zijn deze aspecten uitgangspunt bij de prioritering verbeterpunten in het hoofdstuk Aanbevelingen. 2.3 De tevreden student Studenten willen merken dat ze wat leren op school. Ze hebben behoefte aan een goede sfeer in het schoolgebouw en willen van de school eerlijke informatie ontvangen, informatie die klopt met de werkelijkheid. Op school moet de inbreng van studenten gewaardeerd worden, zodat de studenten zich gehoord voelen. En tot slot is het belangrijk dat er studiebegeleiding is voor studenten die dat nodig hebben. In de onderstaande hoofdstukken worden deze basale aspecten met scores in paars weergegeven. 11

3 ONDERWIJS Hoe tevreden zijn studenten over de lessen die ze krijgen? Krijgen ze genoeg les? Waarderen ze hun docenten? Deze en andere vragen met betrekking tot de tevredenheid van studenten over het onderwijs, komen in dit hoofdstuk aan de orde. Er wordt gekeken of er verschillen zijn tussen studenten in de mate waarin ze hun tevredenheid uiten over deze onderwerpen. 3.1 Lessen Figuur 1 laat het totaaloordeel zien van studenten over de lessen die ze krijgen. In dat totaaloordeel zijn de volgende deelaspecten verwerkt: Afwisseling tussen zelfstandig werken en in groepen werken Uitval onderwijsactiviteiten Tijdig doorgeven van roosterwijzigingen Kwaliteit van docenten Contact met docenten Kwaliteit van het lesmateriaal Gebruik van aangeschafte boeken en lesmaterialen Onderwijs: lessen lessen/programma: clusterscore tevredenheid afwisseling werkvormen teveel lesuitval roosterwijzigingen op tijd goede docenten goed lesmateriaal gekochte/gehuurde boeken ook gebruikt contact met docenten Ontevreden Tevreden 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Figuur 1 Lessen: Oordeel en deelaspecten De helft van de studenten oordeelt positief over de lessen, een kwart oordeelt negatief. Kijkend naar de deelaspecten van het thema Lessen dan blijkt een deel positief beoordeeld te worden: studenten zijn tevreden over de afwisseling in werkvormen (61% tevreden), de kwaliteit van hun docenten (65%) en het contact met docenten (66%). 12

Ruimte voor verbetering geldt voor de volgende punten: het op tijd doorgeven van roosterwijzigingen wordt meer negatief (58%) dan positief (42%) beoordeeld. Minder uitgesproken positief zijn de studenten ook over de mate waarin het lesmateriaal dat gekocht moet worden, daadwerkelijk in het onderwijs wordt ingezet (30% positief en 44% negatief). De waardering van het lesmateriaal wordt door minder dan de helft positief beoordeeld (44%). De mate waarin onderwijsactiviteiten uitvallen (49% positief en 26% negatief)wordt iets milder beoordeeld, maar ze geven toch aan hier niet tevreden mee te zijn. 13

3.1 Onderwijstijd De studenten oordelen positiever over de hoeveelheid stage (60%) tijdens de opleiding, dan over het aantal uren op school (41%). Een op de 4 studenten is ontevreden over het aantal uren op school en 1 op de 6 studenten over de hoeveelheid stage. Uren op school % 32 klokuren of meer % 24-32 klokuren % 16-24 klokuren Uren op school % 8-16 klokuren % minder dan 8 klokuren 0% 5% 10% 15% 20% 25% tevredenheid hoeveelheid BPV in opleiding Ontevreden Tevreden tevredenheid uren op school 0% 10%20%30%40%50%60% Figuur 2 & 3 Onderwijstijd en hoeveelheid BPV tijdens opleiding 47% van de enquêtes is ingevuld door eerstejaars die bij het merendeel van de opleidingen niet op stage gaan. In de digitale enquête, zoals JOB die uitvoert, worden vraag 25 a en 25b bij het uitlezen van de gegevens gekoppeld, waardoor er een verband gelegd wordt tussen onderwijstijd en tevredenheid. Helaas ontbreekt dit in deze handmatige versie en is daarom nu niet te duiden. 14

4 EXAMINERING In dit hoofdstuk worden een aantal aspecten rondom examinering besproken, die ook door Inspectie getoetst worden. Het is belangrijk te weten of de studenten tijdig op de hoogte zijn gesteld over tijdstip, inhoud, criteria en de uitslag van de examens. Daarnaast is het interessant te weten of de lessen en de BPV goed voorbereiden op de examens. Als eerste wordt het totaaloordeel uitgelegd. Vervolgens komen de deelvragen aan bod. Het totaaloordeel over examinering (figuur 4) is opgebouwd uit vijf deelaspecten: Weet je op tijd wanneer er een examen is? Weet je op tijd waar het examen over gaat? Krijg je de uitslag van een examen op tijd te horen? Sluiten de examens aan bij wat je geleerd hebt? Vind je dat je medestudenten op dezelfde manier beoordeeld worden? Examinering examinering: clusterscore tijdstip examen tijdig bekend gemaakt inhoud examen tijdig bekend uitslag examen tijdig bekend Ontevreden Tevreden aansluiten examen bij lesstof studenten op dezelfde wijze beoordelen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Figuur 4 Examinering: totaaloordeel en deelaspecten De helft van de studenten (54%) is tevreden over de examinering met alle deelaspecten bij hun opleiding. 35% echter oordeelt negatief en dat is een derde van de studenten. Dit percentage wordt zwaar beïnvloed door het aspect tijdig bekendmaken van de uitslag en iets minder door tijdige aankondiging en inhoudelijk bekendmaken. 15

In de deelaspecten zien we het volgende beeld: Het merendeel van de studenten (64%) geeft aan op tijd op de hoogte te zijn wanneer er geëxamineerd wordt. Ook weet de meerderheid (62%) waar het examen over gaat en oordelen ze positief (60%) over de aansluiting van het examen bij het geleerde en gelijke beoordeling (51%). Ruimte voor verbetering is er zeker bij het tijdig bekend maken van de uitslag. Hier oordeelt slechts een derde positief en twee derde negatief. Bij de deelaspecten tijdig tijdstip examen en de inhoud bekendmaken zien we bij beide dat een derde van de studenten negatief oordeelt. 16

5 BEGELEIDING Begeleiding wordt opgesplitst in studiebegeleiding en loopbaanbegeleiding. 5.1 Studiebegeleiding Het totaaloordeel over studiebegeleiding omvat de volgende elementen: tevredenheid over studiebegeleiding; hulp bij leerproblemen; goed beeld van eigen studievoortgang; in eigen tempo kunnen studeren. Studiebegeleiding studiebegeleiding: clusterscore begeleiding bij studie hulp bij leerproblemen Ontevreden Tevreden goed beeld eigen studie voortgang voldoende mogelijkheid studeren in eigen tempo 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Figuur 5 Studiebegeleiding: totaaloordeel en deelaspecten Het totaal oordeel over studiebegeleiding is positief (59%) en dat geldt ook voor de onderliggende elementen. Slechts 14% oordeelt negatief over de studiebegeleiding. Ook op de afzonderlijke aspecten van studiebegeleiding oordelen de studenten met tevredenheid. Van alle deelaspecten geldt dat het percentage studenten dat positief oordeelt beduidend hoger ligt dan het percentage dat een negatief oordeel velt. 17

5.2 Keuze/studieloopbaanbegeleiding Het tweede inhoudelijke cluster met betrekking tot de begeleiding van mbo studenten betreft de begeleiding bij en het maken van keuzes tijdens de studie en voor vervolgstudie: Mogelijkheid om zelf vakken en onderwijsactiviteiten te kiezen; Hulp bij het maken van keuzes tijdens de studie; Duidelijkheid over de mogelijkheid om verder te studeren; Tevredenheid over de begeleiding bij beroepskeuze en/of keuze om verder te studeren. Keuze/loopbaanbegeleiding keuze/loopbaanbegeleiding: clusterscore mogelijkheid zelf vakken te kiezen hulp bij keuzes tijdens studie duidelijkheid over mogelijkheid verder te studeren Ontevreden Tevreden tevredenheid over begeleiding vervolgkeuze 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Figuur 6 Keuze/studieloopbaanbegeleiding: totaaloordeel en deelaspecten De begeleiding bij het maken van keuzes voor de (studie-)loopbaan komt er minder goed vanaf in de ogen van de studenten. Minder dan de helft van het aantal studenten oordeelt positief (40%) en bijna een derde negatief (30%). In de deelaspecten wordt de ruimte die studenten hebben om zelf vakken en onderwijsactiviteiten te kiezen het slechtst beoordeeld (40%negatief t.o. 31% positief). Over hulp bij keuzes tijdens de studie is de helft tevreden(51%). De tevredenheid over begeleiding bij de keuze voor vervolgopleiding of arbeidsmarkt ontloopt het aantal dat negatief oordeelt niet veel (36 versus 26%). 18

6 COMPETENTIES Centraal staat hier de vraag of de studenten vinden dat ze voldoende leren in hun opleiding. Aan de studenten zijn negen stellingen over de leeropbrengst voorgelegd en samen vormen deze het totaaloordeel. Over de volgende competenties zijn de studenten bevraagd: samenwerken problemen oplossen plannen en organiseren zelfstandig werken communiceren werken volgens afspraak zichzelf en hun werk beoordelen Daarnaast is gevraagd of ze vinden dat ze voldoende leren op school en voldoende vaardigheden leren beheersen voor de uitoefening van het beroep waarvoor ze worden opgeleid. Competenties competenties: clusterscore leren samen te werken leren problemen op te lossen leren te plannen en organiseren leren zelfstandig te werken leren te communiceren leren te werken volgens afspraak leren eigen werk te beoordelen Ontevreden Tevreden 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Figuur 7, Competenties en totaaloordeel 19

Leren op school voldoende vaardigheden aanleren Ontevreden Tevreden voldoende leren op school 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Figuur 8, Voldoende vaardigheden en voldoende leren op school In het totaaloordeel is te zien dat 66% van de studenten te spreken is over wat zij aan competenties leren en over het voldoende leren op school. Dit aspect heeft samen met het aspect BPV (hfst 7) de hoogste positieve totaalscore. In de deelaspecten scoort competenties aanleren goed. Het meest positief zijn de studenten over het leren zelfstandig te werken en leren communiceren (resp. 77% en 76%) Leren problemen oplossen heeft bij de competenties aanleren de laagste score van 59%. De ruime meerderheid is tevreden over de vaardigheden die ze voor hun beroep aanleren (66%) en vindt dat ze voldoende leren op school (54%). Van het aantal dat negatief oordeelt over voldoende leren op school (23%) is het interessant om na te gaan wat hun verwachtingen waren/zijn. 20

7 BPV/ WERKPLEK Bij de BPV/werkplek wordt gekeken naar de waardering van studenten voor de diverse aspecten van de beroepspraktijkvormend van hun onderwijs. Daar de BBl-ers niet hebben deelgenomen aan dit onderzoek, is het onderstaande alleen van toepassing op de BOL opleidingen. 85 (60%) van de ondervraagde studenten hebben stage gelopen of liepen op dat moment stage. Alleen deze groep studenten is bevraagd over hun ervaringen met BPV/werkplek. Het totaaloordeel is opgebouwd uit de volgende vragen: Ben je door school goed voorbereid op je stage/bpv? Had je moeite om een stage/bpv-plaats te vinden? Helpt de school je bij het vinden van een stage/bpv-plaats? Leer je voldoende op je stage/bpv-plaats? Kun je de theorie die je op school leert, toepassen op je stage/bpv-plaats? Ben je tevreden over de begeleiding door school tijdens je stage/bpv? Ben je tevreden over de begeleiding door het leerbedrijf waar je stage/bpv loopt? Vind je dat jouw BPV-docent en jouw leermeester in het leerbedrijf voldoende contact met elkaar hebben? Ben je tevreden over de manier van beoordeling van jouw stage? BPV BPV BOL: clusterscore voorbereiding op BPV moeite stageplek te vinden hulp school bij vinden van stageplek voldoende leren op stageplek theorie sluit aan bij de praktijk tevredenheid begeleiding op stage tevredenheid begeleiding door contact begeleider op school en tevredenheid beoordeling BPV Ontevreden Tevreden 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Figuur 9, BPV/werkplek, totaaloordeel en deelaspecten In het totaaloordeel zijn de studenten positief over de BPV/werkplek. Studenten zijn met name te spreken over de gang van zaken op hun BPV-plaats. Moeite met het vinden van een stage/bpv-plaats is het aspect dat de gemiddelde tevredenheid omlaag brengt (38% positief). 21

In de deelaspecten is te zien dat zeer positief wordt gedacht over de begeleiding van hun praktijkopleider/leermeester, voldoende leren op de stage en tevredenheid over de beoordeling. Ook de begeleiding vanuit school wordt gewaardeerd. Ze vinden dat er voldoende contact is tussen begeleider school en bedrijf en zijn ze tevreden over de aansluiting van het geleerde met de praktijk. Een derde deel van de studenten lijkt moeite te hebben bij het vinden van een passende BPV-plaats. Dit aspect scoort erg laag in vergelijking met de andere aspecten. Hulp vanuit school bij het vinden van een BPV-plaats wordt weliswaar 51% positief beoordeeld, maar zou gezien de moeite die een deel van de studenten ondervindt, meer aandacht moeten krijgen. Hetzelfde geldt voor voorbereiding op de BPV, hoewel positief beoordeeld (51%) toch beduidend lagere score dan de overige aspecten. 22

8 VEILIGHEID EN SFEER In hoofdstuk 2 hebben we gezien dat een goede sfeer een van de 5 basale kenmerken is bij het bepalen van de tevredenheid over opleiding en school. Een goede sfeer kan alleen ontstaan als men zich veilig voelt. Hoe ervaren de studenten nu de sfeer en veiligheid op de mbo? Daarnaast wordt er gekeken naar de waardering van studenten voor de buitenschoolse activiteiten die georganiseerd worden. 8.1 Veiligheid en sfeer Het totaaloordeel van het thema sfeer en veiligheid is opgebouwd uit de volgende onderwerpen: Is het in en om het schoolgebouw schoon? Voel je je veilig in de school? Voel je je veilig op het schoolterrein? Doet de school voldoende om je veilig te laten voelen? Ben je tevreden over de sfeer op school? Veiligheid en werksfeer veiligheid en werksfeer: clusterscore in en om het gebouw schoon veiligheidsgevoel in school veiligheidsgevoel op schoolterrein Ontevreden Tevreden school doet voldoende om studenten sfeer op school 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Figuur 10, Sfeer en veiligheid, totaaloordeel en deelaspecten De minderheid van de studenten is positief over de veiligheid en sfeer(46%). Een opvallende uitkomst is dat ondanks dat de studenten positief zijn over het veiligheidsgevoel in school en op het schoolterrein, ze vinden dat de school onvoldoende doet om studenten veilig te laten voelen. Bij de deelaspecten is te zien dat 41% van de studenten van mening is dat het in en om het gebouw niet schoon is, slechts 37% oordeelt positief hierover. Tevredenheid over de sfeer op school (47%) wordt door de minderheid positief beoordeeld en 30% is hier niet tevreden over. Het zou goed zijn na te gaan wat in hun belevingswereld een goede sfeer betekent. 23

Het veiligheidsgevoel wordt wel positief beoordeeld, maar de studenten geven aan dat ze vinden dat de school onvoldoende doet aan het veilig laten voelen. Hier is een vraagteken op zijn plaats, omdat het positieve veiligheidsgevoel er alleen kan zijn, omdat de school maatregelen voor het veilig voelen heeft genomen. 8.2 Activiteiten buiten de les organisatie activiteiten buiten lestijd Ontevreden Tevreden 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Figuur 11, Worden er activiteiten georganiseerd buiten de lestijden? Ruim de helft van de studenten geeft aan dat er (veel) te weinig buitenschoolse activiteiten worden georganiseerd op de mbo. Slechts een vijfde vindt dat er voldoende geregeld wordt voor de studenten buiten de reguliere lessen. Het verschil in de meningen tussen de verschillende opleidingen is niet gemeten. 24

9 INFORMATIE EN ORGANISATIE In het thema informatie is gekeken of er voor de start van de opleiding voldoende informatie over de opleiding is verstrekt. In het thema organisatie gaat het om informatie over rechten en plichten, consequent toepassen van de regels en omgaan met klachten. 9.1 Informatie Om te achterhalen hoe studenten denken over de informatie die ze van school krijgen, zijn twee vragen gesteld: Heb je voldoende informatie gehad over de opleiding voordat je begon? Wist je voordat je aan de opleiding begon hoe de opleiding is opgebouwd? Informatie informatie: clusterscore informatie klopt met de werkelijkheid Ontevreden Tevreden opbouw opleiding bekend voor de start van de opleiding 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Figuur 12, Informatie, totaaloordeel en deelaspecten In het totaaloordeel is positief geoordeeld over de vooraf verkregen informatie (55%). Een zesde deel (24 studenten) oordeelt negatief. In verband met juiste keuze opleiding en voortijdige uitval zou de mbo toe moeten werken naar minimaal 70% positieve beoordeling. Toch oordelen onze studenten beduidend positiever dan hun Nederlandse collega s (55% mbo t.o. 47% Nederland) en is de negatieve beoordeling minder zwaar ( 16% mbo t.o. 22% Nederland). In de deelaspecten zijn de studenten ruim tevreden over de informatie die ze vooraf over de opleiding hebben gekregen (62%). Minder positief is men over bekendheid met de opbouw van de opleiding, dus het programma, het examenplan, de BPV s: meer dan de helft ( neutrale en negatieve score) geeft aan van te voren geen goed beeld te hebben gekregen van hoe de opleiding is opgebouwd. 25

9.2 Organisatie Het thema organisatie is opgebouwd uit een drietal onderwerpen: Goede informatie over rechten en plichten Consequent toepassen van de regels door school Tevredenheid afhandeling klachten Organisatie organisatie: clusterscore informatie over rechten en plichten school past regels consequent toe Ontevreden Tevreden tevredenheid omgang school met klachten 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% Figuur 13, Organisatie, totaaloordeel en deelaspecten Klachtenprocedure 1 % heeft tot nu toe geen klacht gehad % weet niet waar hij/zij met de klachten terecht kan % weet waar hij/zij met de klachten terecht kan 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Figuur 14, bekendheid met klachtenprocedure 26

De meting laat zien dat een derde van de studenten (33%) tevreden is over de organisatie en een derde ronduit ontevreden (34%). In de deelaspecten is de afhandeling van de klachten het minst goed beoordeeld: slechts een kwart van de studenten is tevreden en ruim een derde vindt dat de school niet goed omgaat met de klachten. In dit oordeel is meegenomen dat 57% wel weet waar hij/zij met zijn klacht terecht kan, 27% dat niet weet en 19% nog nooit een klacht heeft gehad. Bij informatie over rechten en plichten en consequent toepassen van de regels staan de positieve en negatieve beoordeling dicht bij elkaar. Allen dus punten van aandacht. Over het thema organisatie oordelen de Nederlandse mbo studenten iets positiever (5% verschil) dan onze mbo studenten. 27

10 VOORZIENINGEN Ingegaan wordt op het aantal studenten op de mbo met een beperking, de meest voorkomende beperking en het wel of niet ondervinden van last van deze beperking. In het tweede deel geven de studenten aan wat zij van de geboden onderwijsfaciliteiten vinden en tot slot wordt gekeken naar de tevredenheid over de kantine. 10.1 Studeren met een beperking Honderdachttien studenten hebben aangegeven geen handicap of beperking te hebben (83%). Vijfentwintig studenten geven aan een beperking te hebben en hiervan zijn er 6 vastgesteld (24%) door de huisarts of andere indicatie instantie. Bij 19 studenten is het niet vastgesteld (76%). Vermoeidheid/energietekort en migraine/ernstige hoofdpijn zijn de meest voorkomende beperking *(3%). RSI (muisarm, sms/chat duimen) komt niet voor. Beperking / handicap * *de percentages zijn berekend met 143 als gemene deler. vermoeidheid, energietekort slechthorend / doof dyslexie of overige spraak- taalstoornissen autisme [bijv. klassiek, Asperger, PDD-NOS} problemen met bewegen/ ben rolstoel gebonden andere handicap / beperking 0.7 0.7 0.7 0.7 0.7 1.4 1.4 1.4 2.8 3.5 3.5 Figuur 15, beperkingen in volgorde van meest voorkomend naar minst Studie en handicap 1 rekening houden vanuit school met de handicap Ontevreden Tevreden 0% 10% 20% 30% 40% 50% Figuur 16, Houdt de school rekening met je handicap, functiebeperking of (chronische) ziekte? 28

Studie en handicap 2 last van in de opleiding wel last van Geen last van 0% 20% 40% 60% 80% Figuur 17, een opleiding volgen met een beperking of handicap Figuur 17 laat zien dat 29% van de studenten met een beperking of handicap hier geen last van heeft tijdens de studie. Een groot deel van de studenten met een beperking of handicap geeft aan wel degelijk tijdens hun studie last te hebben van het feit dat zij een handicap of beperking hebben: 28 % geeft aan dat ze er af en toe last van hebben, eveneens 28% zegt er soms last van te hebben en 12% heeft er vaak tot heel vaak last van. Op de vraag of school rekening houdt met hun handicap/beperking oordeelt 45% positief en iets meer dan een kwart negatief. Opvallend in vergelijking met Nederland is dat 77% van de beperkingen/handicaps in Nederland zijn vastgesteld door een indicatie-instantie of huisarts. Hierdoor heeft de school en de student zelf een beter beeld van de mogelijkheden. Bij officiële vaststelling is de school tevens verplicht de examens aanpassen aan de handicaps/beperking en hulpmiddelen toe te staan (zie Examenreglement art 7). 10.2 Onderwijsfaciliteiten Bij het totaaloordeel onderwijsfaciliteiten is gekeken naar de volgende aspecten: Tevredenheid over de begeleiding bij zelfstandig werken; Mogelijkheid om ergens rustig te studeren; Gebruik kunnen maken van een computer als dit nodig is; Bereikbaarheid van een medewerker op school wanneer deze nodig is. 29

Onderwijsfaciliteiten onderwijsfaciliteiten: clusterscore tevredenheid begeleiding zelfstandig werken mogelijkheid rustig te studeren op school voldoende computers Ontevreden Tevreden bereikbaarheid van medewerkers 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Figuur 18, Onderwijsfaciliteiten totaaloordeel en deelaspecten In het totaaloordeel is minder dan de helft van het aantal studenten tevreden over de onderwijsfaciliteiten. De mogelijkheid om ergens rustig te studeren op school drukt op het percentage positief en verhoogt het percentage negatief. Minder dan de helft van de studenten is tevreden over de bereikbaarheid van medewerkers, een kwart is ontevreden. Vergelijking met de JOB-score laat zien dat de Nederlandse mbo studenten zijn tevredener zijn over hun onderwijsfaciliteiten (54%). 10.3 De kantine Om de mening van de studenten over de kantine te peilen, is gevraagd: Ben je tevreden over de kantine op de mbo? Kantine Ontevreden Tevreden tevredenheid kantine 17% 61% Figuur 19, De mening van de studenten over de kantine mbo De ruime meerderheid van de studenten is ontevreden over de kantine van de mbo (61%). 30

11 INSPRAAK Hebben de studenten de mogelijkheid tot inspraak? Hecht de mbo waarde aan de mening van studenten en willen de studenten wel meedenken over het beleid van de mbo? Inspraak is aan de studenten voorgelegd met de volgende vragen: Heb je inspraak op school door middel van studentenraad/gesprekken met docenten/gesprekken met leidinggevende? Vindt de school jouw mening belangrijk? Zou je zelf actief mee willen denken over schoolzaken/ beleid van de school? De vragen zijn geen deelaspecten van inspraak maar logische vervolgvragen over het onderwerp. De vragen worden daarom apart beoordeeld. Inspraak 1 inspraak door studentenraad/gesprekken docenten/leiding Ontevreden Tevreden 0% 10% 20% 30% 40% Figuur 20, Heb je inspraak op school? Inspraak 2 school hecht waarde aan mening studenten Ontevreden Tevreden 0% 10% 20% 30% 40% 31

Figuur 21, Vindt school jouw mening belangrijk? Inspraak 3 zelf actief meedenken over beleid op school Ontevreden Tevreden 0% 10% 20% 30% 40% Figuur 22, Wil je actief meedenken over schoolzaken / schoolbeleid? Over de mogelijkheid tot inspraak wordt door de studenten negatief geoordeeld. Bij dit oordeel moet meegenomen worden, dat waarschijnlijk niet alle studenten op de hoogte zijn van het bestaan van de studentraad. 38% van de studenten denken dat de mbo geen waarde hecht aan hun mening. Toch geeft 37% aan, actief mee te willen denken over schoolzaken /beleid van de school. 32

12 ALGEMEEN OORDEEL Hoe oordelen de studenten over de opleiding en schoolkeuze? En welk rapportcijfer geven ze aan de opleiding die ze volgen en aan de school? De volgende vragen zijn aan hen voorgelegd: Als je weer een opleiding moest kiezen, zou je dan weer deze opleiding kiezen? Als je weer een school moest kiezen, zou je dan weer deze school kiezen? Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? Welk rapportcijfer geef je jouw school? Keuzes school en studie school en studie: clusterscore opnieuw kiezen voor opleiding Ontevreden Tevreden opnieuw kiezen voor instelling 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Figuur 23, Algemeen oordeel, keuze opleiding en keuze instelling Men is tevredener over de gemaakte opleidingskeuze (51%) dan over de gemaakte instellingskeuze (32%). Iets meer dan de helft kiest weer voor de huidige opleiding, slechts eenderde zou weer voor de mbo-sgbonaire kiezen. Ruim eenderde van de studenten geeft de voorkeur aan een andere school, terwijl slechts een vijfde deel een andere opleiding zou kiezen. De studenten spreken hun waardering uit voor de opleidingen met een rapportcijfer van 7.2 De school scoort ruim voldoende met een 6.2. Daar de mbo als school een voldoende rapportcijfer krijgt, geeft het percentage van 32% bij de vraag Als je weer een school moest kiezen, zou je dan weer deze school kiezen aan dat er andere factoren zijn die de student mee laten wegen in zijn oordeel over deze vraag. 33

Rapportcijfer instelling Opleiding Rapportcijfer 5.5 6.0 6.5 7.0 7.5 Uit JOB analyse: Het rapportcijfer instelling en opleiding wordt bepaald door de mate van tevredenheid over: de keuze van de school door de student en op veiligheid en sfeer binnen de school. het programma, de lessen en het gebruik maken van het gekocht lesmateriaal. Om een beeld te krijgen van het percentage zeer tevreden studenten versus ontevreden studenten is op basis van het rapportcijfer voor opleiding én instelling een indeling gemaakt in twee groepen: Wanneer het gemiddelde van het rapportcijfer een 7,5 of hoger is, wordt de student geclassificeerd als zeer tevreden. Wanneer het gemiddeld rapportcijfer niet boven de 5,5 uitkomt, dan wordt de student beschouwd als zeer ontevreden. Zeer tevreden = rapportcijfer > 7.5 Ontevreden = rapportcijfer < 5.5 1 Ontevreden Zeer tevreden 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Het onderzoek heeft uitgewezen dat 28% van onze studenten zeer tevreden is over de opleiding én de school. 18% van de studenten is zeer ontevreden. In vergelijking met het landelijk gemiddelde in Nederland hebben we hier minder tevreden studenten (28% mbo t.o. 34% Nederland), maar hebben we ook minder ontevreden studenten (18% mbo t.o. 20% Nederland). 34

13 AANBEVELINGEN Als we de beoordelingen van de vijf basale aspecten bekijken die voor 75% de tevredenheid van de student bepaalt, zien we dat de studenten tevreden zijn over: Voldoende leren op school (54%) Begeleiding bij de studie (60%) Informatie klopt met de werkelijkheid (62%) Er zijn meer studenten positief over de sfeer op school (47%) dan negatief. Daar echter de groep ontevreden studenten 30% is, is dit zeker een punt van aandacht. Het aspect school hecht waarde aan de mening van studenten heeft een hoger negatief percentage (38%) dan positief (31%) en daarmee heeft dit aspect hoge prioriteit van aanpak. 13.1 Wat doen we goed volgens de studenten De volgende aspecten hebben een positief percentage dat hoger ligt dan 50%. begeleiding tijdens de studie begeleiding zelfstandig werken gegeven informatie klopt met de werkelijkheid de studenten voelen zich veilig in school én op het schoolterrein. voorbereiding op de BPV hulp van school bij het vinden van een stageplek voldoende leren op de stageplek geleerde kunnen toepassen in de praktijk begeleiding zowel vanuit school als bij het leerbedrijf voldoende contact tussen de school en het leerbedrijf tevredenheid over de beoordeling BPV het aanleren van verschillende competenties vaardigheden aanleren voor uitoefening van het beroep voldoende leren op school hulp bij keuzes tijdens de studie hulp bij leerproblemen goed beeld van eigen studievoortgang voldoende mogelijkheden om in eigen tempo te studeren tijdstip van examen tijdig doorgeven de inhoud van het examen tijdig bekendmaken aansluiting lesstof bij examen beoordeling studenten op dezelfde wijze afwisseling van werkvormen tijdens de lessen goede docenten goed contact met de docenten tevredenheid hoeveelheid BPV in de opleiding 35

Redelijk positief(45%-50%) zijn de studenten over de opbouw van de opleiding is bekend voor de start. teveel lesuitval rekening houden met de handicap vanuit school sfeer op school 13.2 Wat kan beter volgens de studenten De volgende aspecten hebben een negatief percentage dat hoger ligt dan 30%. De aspecten staan in volgorde van ronduit ontevreden naar ontevreden (negatieve score van 66% tot 30%). uitslag van het examen tijdig bekend tevredenheid over de kantine op school roosterwijzigingen op tijd organisatie activiteiten buiten de les gekochte/gehuurde boeken ook gebruikt mogelijkheid rustig te studeren op school in en om het gebouw schoon mogelijkheid zelf vakken te kiezen school hecht waarde aan mening studenten tevredenheid omgang school met klachten inspraak door studentenraad/gesprekken docenten en leidinggevende moeite vinden stageplek informatie over rechten en plichten Het laagst scorende thema is organisatie (33% positief en 34% negatief), waarbij klachtenafhandeling het meest negatief scoort van de 3 deelaspecten. 13.3 Waar moet MBO-SGBonaire aan werken? De studenten hebben gesproken en de mbo kan met werken aan de onderstaande prioriteitenlijst aantonen dat ze waarde hecht aan de mening van de studenten. Want studenten die het gevoel hebben dat school hun mening belangrijk vindt, zijn vaker geïnteresseerd in het meedenken in schoolzaken en beleid (JOB analyse). Een goede start dus in een betere samenwerking, verstandhouding en wederzijds respect tussen de studenten en de school, waarmee de mbo tevens haar klantvriendelijkheid verhoogt. 36

De TO-DO list voor de mbo-sgbonaire in volgorde van prioriteit: 1. De student laten merken dat zijn mening telt: Maak het de student makkelijk om mee te praten zeker als het om deze TO-DO list gaat. Daarmee worden er twee zaken aangepakt: er wordt gewerkt aan het ombuigen van de ontevredenheid naar tevredenheid en de student ervaart dat er waarde wordt gehecht aan zijn mening. 2. De sfeer op school verbeteren: via studentenpanels bevragen in hun belevingswereld een goede sfeer betekent, wat er nu ontbreekt en welke actie de mbo hierop kan nemen in samenwerking met de studenten zelf. 3. Praktische zaken, te regelen met duidelijke afspraken: Tijdig bekend maken van de examenuitslag: Hiervoor staan tijdsafspraken, een proeve binnen 2 werkdagen, een theoretisch examen: binnen 5 werkdagen Roosterwijzigingen op tijd: de complexiteit van het rooster, het gebrek aan lesruimtes zijn punten die voorlopig nog niet veranderen, dit betekent dat er met de nodige zorg EN op tijd naar gekeken/gecontroleerd moet worden, zodat het rooster pas naar de studenten gaat als het ook echt in orde is. Lesmateriaal: Gebruik al het materiaal dat de student moet kopen of huren. En indien keuze in lesmateriaal: kies aantrekkelijke overzichtelijke boeken met eenvoudig taalgebruik. Uitval onderwijsactiviteiten: bij ziekte van de docent direct bekijken wat opschuifmogelijkheden zijn in rooster, zelfstandig laten werken aan opdrachten in vrijgekomen lesruimte. Andere onderwijsactiviteiten altijd door laten gaan, zij het in andere vorm indien niet anders kan. 4. Een betere kantine: toewerken naar de wensen van de studenten via de studentenraad. 5. Organisatie van activiteiten buiten de les: peilen wat de verwachtingen zijn en in samenspraak met de studenten/door de studenten activiteiten initiëren. 6. Organisatie: In organisatie (informatie over rechten en plichten, consequent regels toepassen en klachtenafhandeling) valt nog een wereld te winnen. Biedt alle informatie over rechten en plichten op papier aan, zodat de studieloopbaanbegeleider het met hun kan doornemen en bespreken. Zorg daarnaast dat de student weet waar alle informatie te vinden is. Denk aan onze website. Tijdens de bespreking komt dan ook klachtenafhandeling aan bod. Een andere handeling, waardoor veel winst valt te behalen, is directe terugkoppeling van het besprokene naar de student die met een klacht is gekomen. dit zorgt ervoor dat de student zich gehoord voelt, ongeacht de uitkomst. 37

7. Schoon in en om het schoolgebouw: Samen met de studentenraad dit punt oppakken om na te gaan wat ze niet schoon vinden en afhankelijk van de uitkomst bepalen wie (de mbo of de studentenraad0 daar actie opzet. Opvallende constatering is dat met de komst van de eerste jaars er veel meer afval op en rond het schoolterrein ligt! Dit is in ieder geval een punt van aanpak voor de studentenraad. 8. Moeite met het vinden van een BPV-plaats: In de overwegend zeer positieve beoordeling van de BPV springt dit aspect eruit met een negatieve beoordeling. Hulp vanuit school is hier op zijn plaats, zeker daar door de kleinschaligheid van Bonaire het aantal BPV-plaatsen beperkt is. 9. Loopbaanbegeleiding: LoopbaanOriëntatie en Begeleiding, LOB, is in het opleidingsjaar 2015-2016 een speerpunt. Er is al samenwerking aangevraagd met het Stimuleringsproject LOB van de MBO-raad om LOB goed neer te zetten in de mbo. De studenten oordelen ook negatief over de mogelijkheid om rustig te studeren op school. Echter afgelopen jaar heeft het computerlokaal ADM 1-2 elke middag vanaf 13.00 uur met toezicht ter beschikking gestaan voor studenten om rustig te kunnen studeren en daar is nauwelijks gebruik van gemaakt. In de ochtenduren is er inderdaad geen plek te vinden i.v.m. het lokalengebrek. Ook dat kunnen we nu niet oplossen, dat zal moeten wachten tot de nieuwbouw klaar is. Een tweede punt dat niet in de TO-DO lijst staat is studeren met beperkingen. Ruim de meerderheid van deze 25 studenten geeft aan een handicap/beperking te hebben die echter niet is vastgesteld door een huisarts of indicatie- instantie. Van deze groep geeft 71% aan dat ze er last van hebben tijdens de opleiding. De school kan niets voor deze studenten betekenen als er geen officiële verklaring is. Zaak om via de slb-ers en zorg coördinatoren deze studenten op te sporen en door te verwijzen voor een officiële verklaring van de beperking/handicap. Tot slot: Meer de helft van de studenten oordeelt positief over de informatie verkregen voor de start van de opleiding. In verband met juiste keuze opleiding en voortijdige uitval zou de mbo toe moeten werken naar minimaal 70% positieve beoordeling bij Informatie! Bronvermelding Rapporten JOB Monitor 2001-2012 38

BIJLAGE A VRAGENLIJST De vragenlijst is i.v.m. de lengte aangepast en in ander lettertype hier weergegeven. STUDENTEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK MBO 2013-2014 A Informatiedeel Kruis bij elke vraag het bolletje aan dat voor het antwoord staat dat jij wilt geven. 1. Op welke plaats vul je deze vragenlijst in? 0 Thuis 0 Op school: tijdens de les 0 Op school: zelfstandig 0 Andere plek 2. In welk leerjaar zit je? 0 1 0 2 0 3 0 4 indien BBL: 0 weet het niet Bij vraag 3 en 4 staan 4 bolletjes. Hier kies je uit: ja zeker voldoende - gedeeltelijk - helemaal niet 3. Klopt de informatie die je kreeg voordat je begon met de opleiding met wat je nu weet? ja zeker 0 0 0 0 helemaal niet 4. Wist je voor de start van je opleiding hoe de opleiding is opgebouwd? Hiermee bedoelen we dat je weet hoe elk leerjaar eruitziet: school/stage, examens, enz. ja zeker 0 0 0 0 helemaal niet B Onderwijsdeel Bij de volgende vragen staan 5 bolletjes. Hier kies je uit: Heel tevreden tevreden neutraal ontevreden heel ontevreden ja zeker - voldoende neutraal - gedeeltelijk - helemaal niet ruim op tijd op tijd - laat te laat - veel te laat Heel goed goed neutraal slecht heel slecht OF OF OF Thema Lessen en programma s 5. Ben je tevreden over de afwisseling tussen zelfstandig werken en in groepen werken? heel tevreden 0 0 0 0 0 heel ontevreden 39

6. Vind je dat er op school veel onderwijs activiteiten uitvallen? nee, heel weinig 0 0 0 0 0 ja, veel 7. Vind je dat de roosterwijzigingen op tijd worden doorgegeven? ruim op tijd 0 0 0 0 0 veel te laat 8. Vind je jouw docenten goed? ja zeker 0 0 0 0 0 helemaal niet 9. Vind je het lesmateriaal goed? ja zeker 0 0 0 0 0 helemaal niet 10. Worden boeken en lesmaterialen die je moet huren /kopen ook gebruikt? altijd 0 0 0 0 0 veel te weinig 11. Heb je goed contact met je docenten? heel goed 0 0 0 0 0 heel slecht Thema Examinering 12. Weet je op tijd wanneer er een examen is? ruim op tijd 0 0 0 0 0 veel te laat 13. Weet je op tijd waarover het examen gaat? ruim op tijd 0 0 0 0 0 veel te laat 14. Krijg je op tijd de uitslag van het examen te horen? ruim op tijd 0 0 0 0 0 veel te laat 15. Sluiten de examens aan bij wat je hebt geleerd? ja zeker 0 0 0 0 0 helemaal niet 16. Vind je dat je mede-studenten allen op dezelfde manier beoordeeld worden? ja zeker 0 0 0 0 0 helemaal niet Thema Studiebegeleiding 17. Hoe vind je de begeleiding bij je studie? [door je slb-er, docent, teamleider] heel goed 0 0 0 0 0 heel slecht 18. Word je goed geholpen als je problemen hebt bij het leren? ja zeker 0 0 0 0 0 helemaal niet 40

19. Heb je een goed beeld van je eigen studie voortgang? ja zeker 0 0 0 0 0 helemaal niet 20. Is er voldoende mogelijkheid om in je eigen tempo te studeren? ruim voldoende 0 0 0 0 0 veel te weinig Thema Onderwijsfaciliteiten 21. Ben je tevreden over de begeleiding tijdens het zelfstandig werken? heel tevreden 0 0 0 0 0 heel ontevreden 22. Kun je op school ergens rustig studeren? ja zeker 0 0 0 0 0 helemaal niet 23. Kun je gebruik maken van een computer als dat nodig is? ja zeker 0 0 0 0 0 helemaal niet 24. Als je een medewerker van school nodig hebt, kun je die dan bereiken? Medewerker = studentenadministratie, conciërge, ICT hulp. ja zeker 0 0 0 0 0 helemaal niet 0 n.v.t. [niet van toepassing] Thema Onderwijstijd 25. Aantal uren op school a. Hoeveel uur moet je gemiddeld per week op school zijn? We bedoelen hier klokuren [60 minuten], geen lesuren. Als je de hele dag op school zit, betekent dat je 8 klokuren op school bent 0 minder dan 8 klokuren 0 8 tot 16 klokuren 0 16 tot 24 klokuren 0 24 tot 32 klokuren 0 32 of meer klokuren b. Ben je tevreden over het aantal uren dat je gemiddeld op school aanwezig moet zijn? heel tevreden 0 0 0 0 0 heel ontevreden 26. Vind je dat je voldoende stage loopt / werkt tijdens je opleiding? heel tevreden 0 0 0 0 0 heel ontevreden 41