Ontwerpbestemmingsplan Rijnenburg Voorzitter Tara Scally Tijd Zaal Soort Bijeenkomst: Werkvorm bijeenkomst 21.30-22.30 uur Perskamer Bespreken raadsvoorstel Regulier Geagendeerd door: Doel van de bijeenkomst Betrokken ambtenaren/ Presentatoren Meepraters Portefeuillehouder(s) Aanwezige griffiemedewerker(s) Programma Vervolg Opnieuw reguliere behandeling De raad hoort graag: de mening van de indieners van zienswijzen en andere betrokkenen Leentje Savelsberg, REO GEP Jos Elberse Gea Barth-Vosmeer, namens dhr.&mevr. Vosmeer-Verkleij E.L.M. van Oostrum ( afgemeld) Dirk van Nuland, Agra-Matic Wethouder: Jansen Hugo Zelders Indieners van zienswijzen aan het woord Vragen raadsleden De gemeenteraad debatteert over dit onderwerp tijdens de vergadering van de commissie: Stad & Ruimte van donderdagmiddag 5 februari 2014. De raad besluit in principe hier over tijdens de eerst volgende raadsvergadering. Onderwerp en doel van de bijeenkomst Een aantal belanghebbenden gaf tijdens de raadsinformatieavond van 18 november een reactie op het bestemmingsplan. Naar aanleiding van deze inbreng schreef de gemeente in januari een brief. In de komende bijeenkomst is ruimte voor reactie op deze brief. Bij deze bijeenkomst bent u van welkom als meeprater. Bijdragen J.W. Elberse, burger Onderwerpen: - omvang agrarisch bouwblok - hoogte masten - separaat bouwblok rustende boer - visie Nedereindseweg 1. Tot mijn spijt moet ik in constateren dat de algemene opmerking, zoals geplaatst in de RIA van 18 november 2014, zijnde meer ruimte bieden voor de circa duizend ondernemers in dit gebied niet is opgenomen in uw Vaststellingsrapport. Bestaande bouwvlakken zijn niet verruimd voor meer bedrijfsactiviteiten, dan wel woonactiviteiten (rustende boer/ruimer wonen/ateliers). 1
In de 'Woonvisie gem. Utrecht 2009-2019' (par. 4.7.2) pleit u voor groene en landelijke woonmilieus (zie ook werkdocument 'visie Nedereindseweg'). Hiervan is in het BP Rijnenburg niets terug te vinden. Het nieuwe vast te stellen bestemmingsplan werkt convergerend en laat bedrijven en bewoners geen ruimte mee te doen aan eigentijdse ontwikkelingen. Kaart Werkdocument 'Visie Nedereindseweg' (feb. 2011) 2. In het vigerend bestemmingsplan 'Rijnenburg' is voor sectie Z nr. 332/339 een agrarisch bouwvlak van 40 x 100 m, groot 4000 m² aangegeven. Het gebruik en de bestemming van dit vlak is de afgelopen veertig jaar niet gewijzigd. De huidige aanduiding is ten onrechte verkleind naar ca. 40x75m. Ik word hier onevenredig in mijn bedrijfsvoering belemmerd. Ik verzoek u onverkort dit 'agrarisch' bouwblok met een oppervlakte van 4000 m² (minimaal 40x100m) op de beeldkaart van het BP 'Rijnenburg' over te nemen. Kaart 'Argrarisch' bouwblok Vigerend BP (detail) Rijnenburg' Ik heb voornemens, gelet de langdurig uitgestelde ontwikkeling van de nieuwbouw van 7000 woningen, een deel van onze 'noodgedwongen' verkochte grond terug te kopen (onder druk van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten). Het gebruik van de achterliggende en onderliggende gronden is nog steeds in ons beheer. Dit rechtvaardigt het terugbrengen van het oorspronkelijke bouwvak (40x100m). Het feit dat het bestaande agrarische bouwvlak deels op projectontwikkelaarsgronden is gesitueerd doet niets af aan het agrarisch gebruik en mag geen aanleiding zijn tot het verkleinen van het aanwezige bouwvlak. Kaart minimale maat 'Argrarisch' bouwblok Vigerend BP (detail) Rijnenburg' 3. Op de huidige beeldkaart is een 'suggestieve' rooilijn naast de bestaande bedrijfswoning aangegeven. Deze rooilijn bestaat niet op de beeldkaart van het vigerend bestemmingsplan. Deze lijn is in strijd met het 'Agrarische bouwblok' en haar gebruiksmogelijkheden. Het bouwvak in het vigerend bestemmingsplan heeft een volledig doorgetrokken 'rechte' voorgevelrooilijn over de volledige perceel-breedte. Ik verzoek u deze rooilijn van de beeldkaart te verwijderen, zoals omschreven in uw antwoord op de reactie van reclamanten RIA, brief 12 december 2014. De 'suggestieve' rooilijn staat nog steeds op de laatste verbeelding ontwerp-bp 'Rijnenburg' aangegeven. Kaart 'Argrarisch' bouwblok ontwerp-bp (detail) Rijnenburg overnemen 4. In het gebied Rijnenburg staan op vele locaties masten met een hoogte van 12 meter. Gelet het feit dat er in dit gebied een groot aantal paardenbakken en enkele kleine windmolens aanwezig zijn, is de verruiming van de masthoogte te rechtvaardigen. Ik verzoek u de in par. 3.2.3 genoemde hoogte naar 12 m aan te passen. Dit past ook in het gemeentelijk beleid van duurzame energie-voorzieningen. De plaatsing van kleine huisgebonden windmolens met een max. hoogte van 12 m past in het Energieakkoord en het landelijk beleid Structuurvisie windparken. De gemeente heeft in Rijnenburg een energieneutrale of een duurzame energie-opwekkende wijk in de naaste toekomst voor ogen. De actualisering van dit bestemmingsplan vraagt daarom ook een aanpassing in de tijd. Ik verzoek u vriendelijk deze aanvullingen/zienswijze in het ontwerp-bestemmingsplan 'Rijnenburg' op te nemen,teneinde tot een doelmatige bedrijfsvoering, bewoning cq. planvorming te kunnen komen. 2
Ik voel mij ernstig in onze agrarische- en bedrijfsactiviteiten geschaad als u bovengenoemde zaken niet in het nieuwe vast te stellen bestemmingsplan 'Rijnenburg' opneemt en ik wens minimaal de oorspronkelijke situatie vanuit het vigerend bestemmingsplan terug. ////// Gea Barth-Vosmeer, namens de heer en mevr. G. Vosmeer-Verkleij Het gaat om een plattelandswoning op Meerndijk 63 3454 HP De Meern. Wij juichen het toe dat u voornemens bent de woning op Meerndijk 63 als plattelandswoning aan te merken! Notulen raadsvergadering: Wij willen graag nog wijzen op de volgende punten uit de notulen van de raadsvergadering van 18 november jl. (Bijlage 1). 1) in het verleden gebouwd als bedrijfswoning maar later afgesplitst en verkocht. De woning op Meerndijk 63 (voorheen Meerndijk 57) is sinds 21-08-1970 eigendom van dhr. G. Vosmeer. Al 38 jaar is de woning geen bedrijfswoning meer omdat alle banden tussen de familie Vosmeer en de firma Fokker zijn verbroken door het ontslag van dhr. Vosmeer bij de firma Fokker-Hol. 2) Op het perceel Meerndijk 61 is destijds een nieuwe bedrijfswoning gebouwd. Hier wordt de woning op perceel Meerndijk 65 bedoeld. Tekening bestemmingsplan Uit de tekeningen van het bestemmingsplan blijkt dat de kavel van Meerndijk 63 zal gaan vervallen in de kavel van Meerndijk 65. (Zie bijlage 2 & 3) Dit is ons inziens onjuist en dient aangepast te worden. De woning op Meerndijk 63 is al sinds 1970 in het bezit van dhr. G. Vosmeer en sinds 1977 bestaat er geen relatie meer tussen hem en de agrarische bestemming op Meerndijk 65. Zoals in de tekening van bestemmingsplan Veldhuizen is opgenomen, Sectie B nummer 889, dient de woning van dhr. Vosmeer ook in de tekening van bestemmingsplan Rijnenburg terug te komen. ///// Dirk van Nuland, Agra-Matic Middels dit schrijven geven wij onze schriftelijke reactie op de brief van de wethouder Jansen d.d. 7 januari jl. aan de gemeenteraad en de brief van 12 december jl aan onze opdrachtgever. In deze brieven wordt de reactie van de gemeente gegeven op de mondelinge zienswijzen zoals die kenbaar gemaakt zijn in de RIA op 18 november jl. Op de locatie Meerndijk 65 te De Meern exploiteert onze opdrachtgever, Fokker management en beheer NV, een melkrundveehouderij. De locatie staat kadastraal bekend als gemeente Veldhuizen, sectie B. nr. 626, 973, 890, 893, 894. De bedrijfswoning op de nr. 63 is de eerste bedrijfswoning bij het bedrijf, pas later is de tweede bedrijfswoning op nummer 65 opgericht. De opdrachtgever kan zelf niet aanwezig zijn bij de RIA van 27 januari 2015 vanwege verblijf in het buitenland. De opdrachtgever wil daarom middels deze brief zijn reactie schriftelijk aan de raad overleggen. Specifiek willen wij reageren op de inbreng van onze buurman op de Meerndijk 63. In de brief van de Wethouder Jansen van 12 december 2014 staat omschreven dat de huidige bewoners van de bedrijfswoning op de Meerndijk 63 hier graag een plattelandswoning van wil maken. De wethouder reageert dat dit mogelijk is op basis van de wet en dat deze woning bestemd zal worden als plattelandswoning. Wij danken de raad dat zij ons in de gelegenheid stelt om ook de andere kant van het verhaal te vertellen. Fokker Management en Beheer B.V. is het niet eens met het herbestemmen van de bedrijfswoning op huisnummer 63 tot plattelandswoning om de volgende redenen. 1. Binnen de planperiode van 10 jaar is er zicht op (her)ingebruikname van de bedrijfswoning. 2. Er ontbreekt een ruimtelijke onderbouwing bij de besluitvorming 3
Wij zullen beide stellingen nader onderbouwen. 1. Binnen de planperiode van 10 jaar is er zicht op (her)ingebruikname van de bedrijfswoning. Ten eerste is de bedrijfswoning op nr. 63 een onderdeel van het agrarische bedrijf op nr. 65. De woning ligt binnen het bouwvlak van nr. 65. Zie onderstaande uitsnede van het bouwvlak in het ontwerpbestemmingsplan. Figuur 1. Uitsnede verbeelding ontwerpbestemmingsplan in ruimtelijkeplannen.nl nr. 63 binnen het bouwvlak van nr. 65. = locatie bedrijfswoning Recent is er een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en milieu verleend, met uw kenmerk: HZ WABO-13-22794. In bijlage 1 is een situatieschets opgenomen van het eindbeeld. De bestaande verouderde bedrijfsgebouwen zullen worden vervangen door een nieuwe ligboxenstal en werktuigenberging. Het bedrijf gaat een grote sprong maken in de schaalgrote en biedt in het eindbeeld aan minimaal twee volledige arbeidskrachten werk. Op de woning van nr. 63 heeft Fokker Management en Beheer B.V. recht van eerste koop, zie bijlage 2. Gezien de leeftijd van de huidige bewoners op nr. 63, namelijk boven de 65, valt het te verwachten dat zij de woning ter verkoop willen aanbieden in de planperiode van 10 jaar. In dat geval wil onze klant graag de woning kopen als een bedrijfswoning en deze als zodanig gaan gebruiken. Indien de woning bestemd zou worden als plattelandswoning zullen ook derden deze woning mogen betrekken. Concluderend is er in tegenstelling tot hetgeen de wethouder stelt in de brief van 12 december jl. weldegelijk zicht op het beëindigen van de burgerbewoning van deze bedrijfswoning gezien de groei van het bedrijf, de leeftijd van 4
de huidige bewoners en het recht op eerste koop dat rust bij de eigenaren van het bijbehorende agrarische bedrijf op nr. 65. 2. Er ontbreekt een ruimtelijke onderbouwing bij de besluitvorming Het herbestemmen van een bedrijfswoning naar een plattelandswoning dient uitbreid ruimtelijk onderbouwd te worden. De toelichting in de brief van 12 december jl. volstaat naar onze mening niet. De wethouder stelt in deze brief dat een goed woon- en leefklimaat niet kan worden gegarandeerd. De huidige bewoners kiezen hier inderdaad voor maar voor toekomstige bewoners is dit niet zo vanzelfsprekend. In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel Wijzigingswet Plattelandswoning (nr. 33 078) zoals dat inwerking is getreden op 1 januari 2013, staat op pg 10. de bedoeling van de wetgever met betrekking tot het woon- en kleefklimaat van een plattelandswoning: Van belang is dat bij ruimtelijke besluitvorming onderbouwd dient te worden dat ter plaatse van de woning nu, maar ook in de toekomst, een goed woon- en leefklimaat geboden kan worden. [ ] In dat verband is het zeer denkbaar dat een gemeente het vanuit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening niet wenselijk acht om een toename van burgerbewoning toe te staan in een gebied dat bedoeld is voor intensieve veeteelt en mogelijk zelfs de verdere inventarisering daarvan [ ] Het is verstandig rekening te houden met niet alleen het karakter van het gebied, maar ook de redelijkerwijs te voorziene bedrijfsontwikkelingen van het bijbehorende bedrijf. Na deze wetswijziging geldt het planologische regime en niet langer het feitelijk gebruik voor de vraag of een gebouw bescherming geniet tegen negatieve milieueffecten. Het is onmiskenbaar de bedoeling van de wetgever dat bij een ruimtelijke besluitvorming het herbestemmen van een bedrijfswoning naar plattelandswoning ruimtelijke onderbouwd dient te worden. Het woon- en leefklimaat moet volgens de wetgever dusdanig zijn dat er ook voor toekomstige burgerbewoning een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden geboden. Recent is op 24 december 2014 een uitspraak gedaan door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Peel en Maas (nr. 201303444/1/R1). Hier was een regeling opgenomen voor het herbestemmen van ruim 300 bedrijfswoningen naar plattelandswoningen. Uit deze uitspraak blijkt dat de gemeenteraad uitgebreid moet onderzoeken wat het effect is van het herbestemmen van een bedrijfswoning naar een plattelandswoning. Een plattelandswoning is namelijk geen geurgevoelig object voor het bijbehorende agrarische bedrijf maar weldegelijk voor de omliggende agrarische bedrijven. Daarnaast spelen er ook andere factoren die van invloed zijn op het woon- en leefklimaat, denk aan geluidhinder en luchtkwaliteit. Wij wijzen u bijvoorbeeld ook op de uitbreidingsplannen van het agrarische bedrijf op nr. 61, die mogelijk beïnvloed kunnen worden door het herbestemmen van de bedrijfswoning op nr. 63. Verzoek Wij verzoeken de raad om het herbestemmen van de bedrijfswoning op nr. 63 naar plattelandswoning niet door te zetten. De reden hiervoor is dat er zicht is op het (her)ingebruik nemen van de bedrijfswoning. Zeker gezien de bedrijfsgroei, de leeftijd van de huidige bewoners en het recht op eerste koop. Ten tweede is deze ruimtelijke besluitvorming in tegenstelling tot de bedoeling van de wetgever en zoals op 24 december 2014 bevestigd door de Raad van State niet voorzien in een ruimtelijke onderbouwing. Ondermeer is niet onderzocht of een aanvaardbaar woon- en leefklimaat van toekomstige bewoners kan worden gegarandeerd. 5
Mocht u naar aanleiding van dit schrijven vragen hebben, dan zijn wij altijd bereid om deze aan u te verstrekken. Bijlage 1: bewijs recht van eerste koop bedrijfswoning nr.63 Bijlage 1: Situatieschets toekomstige situatie 6
Bijlage 2: Bewijs recht van eerste koop op bedrijfswoning nr. 63 7
8
Wij zullen bovenstaande aanstaande dinsdagavond mondeling toelichten. 9
///// E.L.M. van Oostrum Het bouwblok van Reijerscop 22 is niet goed ingetekend op de verbeelding. Een nieuwe loopstal valt er buiten, terwijl hiervoor een vrijstelling is verleend. ///// 10