Visie op 2020: onderwijslandschap, leven lang leren en de positie van de OU



Vergelijkbare documenten
1 Inleiding. Adviesaanvraag. Focus en reikwijdte van het advies

Flexibel en vraaggericht hoger onderwijs voor werkenden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tekorten op de ICT-arbeidsmarkt verklaard Door Has Bakker (beleidsadviseur ICT~Office)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Laat zien wat je waard bent!

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

Datum 09 september 2014 Betreft Aanbieding OESO-rapport Education at a Glance 2014 Onze referentie

S A M E N V A T T I N G

Leven Lang Ontwikkelen. Erwin Pierik/ Rini Romme april 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Contextschets Techniek

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Ad en arbeidsmarktprognoses: Hoe gaat het nu, en is er straks een andere insteek nodig?

DAS Lectorenbijeenkomst 13 november Annemarie Knottnerus Platform Bèta Techniek

Onderzoeksrapport: zorgelijke terugloop leerwerkplekken mbo

Onderwijsraad, Den Haag, juli De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 16 september 2009 Betreft Advies scenario's open bestel. Geachte heer De Vijlder,

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Flexibel en vraaggefinancierd deeltijd hoger onderwijs Notitie ten behoeve van de Commissie Deeltijd Hoger Onderwijs

Wat zijn e-skills? Wat is het probleem met e-skills?? Wat is het probleem voor Nederland? TaskForce e-skills Nederland

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Nieuw krachtenveld rond de Hogeschool Inleiding Werkconferentie Beroepsonderwijs in de Versnelling Haagse Hogeschool 23 februari 2006

HAN en duurzame energie

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

Opzet voor een plan van aanpak. Tweedegraads PLUS. doorscholing van tweedegraads bevoegde docenten

Discussienotitie: modern en flexibel hoger onderwijs

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Marjolijn Staal (Projectleider) Padualaan CH Utrecht. Postadres Postbus SB, Utrecht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aandacht voor jouw ambitie!

STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Leven Lang Ontwikkelen. Erwin Pierik/ Rini Romme mei 2017

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Verkenning opleidingen & raamwerk loopbaanprofessionals Euroguidance NL in samenwerking met OCW

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

Beleidsreactie Verkenning Onderwijsraad Middelbaar en hoger onderwijs voor volwassenen

2513 AA1XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 17 augustus 2012 Betreft Kamervragen lid Hamer (PvdA)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De ICT-Academy: Van werkzoekende tot ICT-specialist

Praktijksessie efficiënt opleiden en ontwikkelen voor volwassenen. Tijs Pijls 18 november 2014

Strategische agenda. Auteur Datum. Jan Bartling

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. FEZ/IR/2001/24182 van Rijn 13 juni 2001

Een leven lang ontwikkelen, 29 mei 2018

Via de wijk aan het werk

Waar gaat LLL over? Regio. Onderwijs continuïteit. Arbeidsmarkt macro economie. Overheid vitaliteit, fiscaal beleid

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

profiel Open Universiteit Voorzitter en leden raad van toezicht

Gepersonaliseerd onderwijs: is maatwerk in de beroepskolom mogelijk?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Coördinator Wetenschap en Techniek

Duurzaam leren, werken en innoveren

Personeelsvoorziening van de toekomst

Datum 17 december Ons kenmerk Pagina('s) 2 van 7

Instrumenten voor LLL. GoLeWe projectconferentie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

B&W besluit Publicatie

Uitdagingen ICT markt

Samenwerken! Noodzaak of Kans?

Discussienotitie HO-tour. Doorstroom beroepskolom en aansluiting arbeidsmarkt

M Vooral anders. De kwaliteit van het personeel van de toekomst. Frans Pleijster

Reflectiegesprek: toekomstbeelden

Een veranderende arbeidsmarkt, wat betekent dit voor het beroepsonderwijs? Stef Beek Ministerie van OCW 14 november 2014

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Talent en Loopbaan: samenwerking met onderwijs in Noordoost Brabant

West-Brabant werkt aan morgen. Uitvoeringsprogramma

Professional Engineering Programme TU Delft De stap terug naar de techniek

Samenvatting tussenrapportage SP+

Habilis Executive Search. Productie en Techniek

middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs

Algemene beschouwing

Meer kansen, meer banen. SW-bedrijven als banenmakelaar

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

Landelijke ontwikkeling professionalisering MBO. Myriam Lieskamp beleidsmedewerker CNV Onderwijs Master HRM

1. Leerwerkplekovereenkomst Master Educational Needs (Master EN) Seminarium voor Orthopedagogiek HU

Bijeenkomst Flexibilisering Hoger Onderwijs 17 januari 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Hierbij vindt u het antwoord op vragen van het lid Van den Hul (PvdA) over grote problemen bij ROC Top (ingezonden 27 juni 2018).

Ik schrijf deze brief mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Economische Zaken.

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

Op weg naar EUR-strategie online leren

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers

Ervaringsdossier Wethouders

De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016

FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN

in het mbo Werken aan uitstroom - instroom

De waarde(n) van weten

Vastgesteld november Visie op Leren

PARTICIPATIE: ÓÓK IN OOST-GRONINGEN!

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

VOLWASSENEN IN HET HOGER ONDERWIJS ER IS GEEN EINDPUNT MEER VAN LEREN

HOGER BEDRIJFSDIPLOMA

Uitdagingen ICT markt

Quickscan ICT 2012 samenvatting

Transcriptie:

Omgevingsanalyse Stand van zaken leven lang leren in Nederland in 2011 Het toenemend belang van leven lang leren (LLL) in Nederland wordt reeds langere tijd door overheid, politiek, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen onderkend en onderstreept (zie bijlage 1). Tegelijkertijd kan anno 2011 worden vastgesteld dat Nederland nog altijd slecht presteert op het gebied van LLL, ook in internationaal perspectief bezien. Die slechte performance kan in toenemende mate als zorgelijk worden getypeerd, wanneer bedacht wordt dat Nederland zich enerzijds ten doel heeft gesteld om tot de top 5 van de meest concurrerende economieën ter wereld te behoren, terwijl anderzijds sprake is van structurele en toenemende tekorten aan hoger opgeleiden. LLL is daarnaast ook van groot belang om veroudering van kennis te voorkomen en ook om werknemers up-to-date voor de arbeidsmarkt te houden. Inmiddels is duidelijk dat de door de overheid geformuleerde doelstelling, dat in 2020 50% van de beroepsbevolking uit hoger opgeleiden bestaat, met het huidige beleid en inspanningen niet wordt gehaald. Ook met alleen een extra inspanning in het initiële onderwijs zal Nederland er niet in slagen om voldoende hoger opgeleiden af te leveren. Dit, gecombineerd met ontwikkelingen binnen het initieel hoger onderwijs (o.a. toenemende druk op toepassen van selectie aan de poort), maakt een substantiële inzet van LLL onmisbaar. Het belang om meer werk te maken van LLL in Nederland is hiermee geschetst. Visie op 2020: onderwijslandschap, leven lang leren en de positie van de OU Het onderwijslandschap en leven lang leren De inrichting van het hoger onderwijs in 2020 ziet er anders uit. Onderwijs is in meerdere fasen van het leven noodzakelijk en gewoon. Onderwijs moet dus een duidelijke meerwaarde hebben, er worden hoge eisen gesteld aan inhoud, presentatie en organisatie. Onderwijs moet in deeltijd, naast een werkkring, zorgtaken en andere activiteiten, gevolgd kunnen worden en moet meerwaarde hebben ten opzichte van andere manieren van kennisverwerving, door zelfstudie door middel van vrij beschikbaar materiaal. Kortom leven lang leren heeft echt inhoud gekregen. Wanneer Nederland zich als kenniseconomie wil blijven profileren is het noodzakelijk dat naast het initiële onderwijs (studenten die net van school direct instromen in een universitaire, hbo- of mboopleiding), hoogwaardig deeltijdonderwijs op met name universitair en hbo-niveau de mogelijkheden voor gemotiveerde studenten biedt om alsnog een bachelorgraad te halen. Dit is ook noodzakelijk om de grote instroom in, en behoefte aan hoger onderwijs te kunnen faciliteren. Aansluiting bij en inbreng van relevante werkervaring in het studieprogramma is van belang voor motivatie en haalbaarheid. Samenwerking met partners uit het hoger onderwijs en uit de (beroeps)praktijk is daarbij strikt noodzakelijk. Dit type onderwijs kan en moet voor een belangrijk deel modulair worden aangeboden. Het mastersegment zal voor een belangrijk deel niet meer door de overheid bekostigd worden. Toch is het hebben van voldoende werknemers die zijn opgeleid in het graduatesegment een conditio sine qua non voor een kenniseconomie. Master- en PhD-programma s zullen dus ook op andere manieren dan in traditioneel dagonderwijs moeten worden aangeboden. Werknemers moeten worden gestimuleerd dit onderwijs naast hun reguliere arbeidstaken te volgen. Deeltijd, modulair en afstandsleren zijn daarbij sleutelwoorden naast, vanzelfsprekend, kwaliteit en meerwaarde voor de beroepsuitoefening. Reguliere universiteiten zullen zich ook steeds meer op de deeltijdmogelijkheden van het masteraanbod gaan richten. Differentiatie van profilering en samenwerking tussen universiteiten zijn onontkoombaar.

Daarnaast moet door de voortdurende ontwikkeling van kennis en de toenemende duur van deelname aan het arbeidsproces kennis bij de beroepsbevolking, vooral in het hogere segment met grote regelmaat worden onderhouden. Gerichte bijscholing op hbo en universitair niveau wordt normaal. HBO-instellingen en universiteiten zullen deze markt gaan bedienen. En tenslotte zal een hoger opgeleide beroepsbevolking zichzelf willen blijven ontwikkelen, ook na het werkzaam leven of in de eindfase daarvan en ook naast de interesses die uit het arbeidsproces voortkomen. Een kenniseconomie steunt immers op mensen die zich ook breder kunnen en willen oriënteren en ontwikkelen. Alleen dan kunnen inter- en multidisciplinaire benaderingen hun beslag krijgen. De positie van de OU (zie ook bijlage 2: SWOT-rapportage) De OU is bij uitstek de instelling die op deze veranderingen in het hoger onderwijs kan inspelen. De OU beschikt over goede bachelor- en masteropleidingen in deeltijd, in modulaire vorm en gericht op afstandsleren. De OU heeft daarbij, vanzelfsprekend, een organisatie die geheel is gericht op modulair en afstandsonderwijs, daar waar andere universiteiten en hogescholen zich daar geheel nog niet op hebben georiënteerd. Tenslotte heeft de OU in het onderzoek een expliciete en goede verbinding met de verschillende typen van onderwijsontwikkeling, die het mogelijk maken het onderwijs en het aanbod daarvan op hoog niveau te hebben en te houden. In 2020 is de OU dan ook de universiteit voor deeltijdopleidingen voor hen die zich in verschillende fasen van het leven verder willen ontwikkelen. In samenwerking met universiteiten en hogescholen worden hoogwaardige deeltijdopleidingen in de bachelorfase aangeboden waarbij het werk en de ervaring van de student in de opleiding worden geïntegreerd. Met andere universiteiten worden op deze manier ook masteropleidingen aangeboden. De OU biedt naast inhoudelijke expertise ook de expertise in de vorm van het onderwijsconcept, zowel vanuit onderwijskundig perspectief als in de ondersteunende/ organisatorische kant. Modules uit het bachelor- en masteronderwijs worden op een slimme manier aangeboden voor de voortdurende vernieuwing van kennis van professionals. Waar nodig, al dan niet in samenwerking met andere partijen, worden hoogwaardige specifieke en korte programma s aangeboden, gericht op de verdieping van expertise. Hergebruik van modules uit zich ook in het aanbod van losse modules, die onderdeel vormen van opleidingen en die zonder verdere verplichtingen als aanvulling van expertise of gewoon uit interesse worden gevolgd. Dit wordt expliciet gecertificeerd. Het onderzoek van de OU is kwalitatief goed en nauw verbonden met het onderwijs, zowel op metaniveau (i.c. het voortdurende onderzoek naar optimalisatie van leren, vooral met het oog op de wijze van onderwijs als aangeboden door de OU), als op inhoudelijk (disciplinair) niveau. Het onderzoek op metaniveau is daarbij uitstekend, de OU is daar een leidende partij. De OU neemt een bijzondere positie in bij opleidings- en professionaliseringstrajecten van leraren, gezien haar expertise en onderzoek op dit domein. Voor leraren is de OU het eerste oriëntatiepunt voor verdere opleiding en voortdurende professionalisering, zo mogelijk in samenwerking met andere universiteiten en hogescholen. De OU volgt de ontwikkelingen van (internationaal) onderwijsaanbod in verschillende vormen op de voet en maakt daarbij gebruik van de kansen die geboden worden.

BIJLAGE 1 Hieronder volgt een (overigens geenszins limitatief) overzicht van observaties ten aanzien van Leven lang leren in Nederland. In haar 2010 rapportage van de Kennis en Innovatie Agenda (KIA) zegt de KIA coalitie: Het moet normaal worden voor Nederlanders om zich continu bij te scholen. Aangrijpingspunten zijn hier de vraag, het aanbod en voldoende (financiële) mogelijkheden. Het afgelopen jaar zijn veel rapporten verschenen en een aantal goede stappen op het gebied van Leven Lang Leren gezet. Nu is het zaak om de cultuuromslag werkelijk door te voeren via de invoering van leerrechten, nog meer nadruk op scholing in de aanpak van werkloosheid, verdere benutting van onderwijs buiten de muren van onderwijsinstellingen (non-formeel) en Leven Lang Leren-ambassadeurs binnen bedrijven. KIAcoalitie, Kennis en Innovatie Agenda 2011 2020, Den Haag. Uit arbeidsmarktprognoses komt naar voren dat Europa het komende decennium geconfronteerd wordt met structurele groeiende tekorten aan hoger opgeleiden. Voor Europa stelt CEDEFOP: [..] Substantial change is in prospect with over 13 million additional jobs being created between 2006 and 2015 in EU-25+. This is despite the loss of well over two million jobs in the primary sector and almost half a million in manufacturing. Distribution, transport, hotels and catering together are projected to see employment grow by 3.5 million over the next decade, while non-marketed services are expected to increase by only slightly less. Business and miscellaneous services have the best prospects, with almost 9 million additional jobs being created between 2006 and 2015. The projected sectoral changes taking place will have significant implications for occupational skills needed in the future. These will be reinforced by changes in the way work is organised and jobs are performed within sectors. The main implications are continuing growth in demand for many highly and medium-skilled workers as well as some lower skilled occupations [..].(Bron: Cedefop, Future skill needs in Europe, Medium-term forecast' Synthesis report, The European Centre for the Development of Vocational Training 2009, 2008) Ook in Nederland laat de genoemde Europese trend zich voluit zien. De vraag naar hoger opgeleiden zal in de lopende vijftien jaar met 850.000 toenemen, van 2,3 miljoen in 2006 naar ruim 3,1 miljoen in 2020 (Patrick Leushuis, Leven lang leren. Volop kansen voor het hoger onderwijs. HO-Management, oktober 2009, pag.10). Ook het ROA voorspelt dat de werkgelegenheid in de komende jaren zal afnemen, maar dat op de middellange termijn bezien de vraag naar arbeid weer zal herstellen, waarbij een zeer belangrijk deel van de vraag zal bestaan uit de vervangingsvraag, waarbij het met name zal gaan om HBOopgeleiden (ROA, 2009, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2014, Maastricht). De hoge vervangingsvraag zal de arbeidsmarktinstroom van HBO ers ruimschoots overtreffen, waardoor er voor mensen die gekwalificeerd zijn op middelbaar niveau (MBO/HAVO/VWO) goede arbeidsmarktvooruitzichten zullen zijn. In verschillende edities van Education at a Glance heeft de OECD erop gewezen dat Nederland met name op het diplomagerichte hoger onderwijs voor volwassenen (het formele leven lang leren) ver achterblijft bij vergelijkbare industrielanden, en dat dit een belangrijk deel van het geringere aandeel hoger opgeleiden verklaart.

De Nederlandse overheid constateert zelf ten aanzien van het kennistekort in Nederland: Kennistekort Behalve het achterblijven bij de Lissabondoelen zijn er duidelijke signalen over een 'kennistekort aan hoger opgeleiden: - De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) schrijft in de publicatie 'Kennistekort in Nederland' (2006) dat vanaf 2007 het tekort aan hoger opgeleiden oploopt tot 75 duizend in 2010. - De RWI schrijft in hetzelfde rapport dat het Nederlandse aandeel hoger opgeleiden in internationaal verband gedaald is. We zakten van een vierde plaats op de OESO-ranglijst naar een negende plaats. Het aandeel hoger opgeleiden stijgt in Nederland minder snel dan in tweederde van de OESO-landen. Bovendien is op basis van trendanalyse in het Nederlandse onderwijs geen groei te verwachten en zal de Nederlandse positie verder verslechteren. - De Onderwijsraad schrijft in het advies 'De helft van Nederland hoger opgeleid' (2005) dat het tekort aan hoger opgeleiden in 2012 zal oplopen tot 100 duizend personen. Het kabinet wil dus dat meer mensen een hogere opleiding volgen. Daarvoor zal geïnvesteerd moeten worden in een leven lang leren in het hoger onderwijs. Doelstelling uit de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en Wetenschap is dat in 2011 10 duizend meer mensen tussen de 27 en de 40 deelnemen aan het (bekostigd) hoger beroepsonderwijs. Bron: Projectdirectie Leren & Werken (2008): Doorpakken met Leren & Werken, Plan van aanpak 2008 2011, Ministerie van OCW, Den Haag pag. 16. De OECD-denktank CERI verwacht een stijging van meer dan 40% HO-deelname in Nederland: [ook] de vergrijzing zal daar weinig aan veranderen. Massaliteit, technologie en rigiditeit maken noodzakelijk dat het HO-bestel fundamenteel op de schop gaat, want hele reservoirs aan talent blijven onontwikkeld, onaangeroerd. {..} Het hoger onderwijs zal hiertoe zelf meer moeten ondernemen: EVC-arrangementen voor jongeren en ouderen - ook voor werkenden - en nieuwe vormen van assessment die minder de voorafgaande 'schoolhistorie' en onderwijsloopbanen als hoogste argumenten kennen. In 2009 stelt het Ministerie van OCW: Belangrijkste opdracht voor de komende jaren is het realiseren van maatwerk trajecten voor werkenden ( ). Belangrijk is ook dat in de komende jaren het afstandsleren in het hbo een impuls krijgt In: Het Hoogste Goed. Strategische agenda voor het hoger onderwijs-, onderzoek- en wetenschapsbeleid. Den Haag, pag. 36. De Sociaal Economische Raad heeft in 2008 in zijn reactie op de Strategische Agenda voor het hoger onderwijs-, onderzoek- en wetenschapsbeleid van het Ministerie van OCW geconcludeerd, dat het aanbod van deeltijdopleidingen in het hoger onderwijs niet in staat zal zijn de arbeidsmarkttekorten effectief te bestrijden, noch een adequaat antwoord heeft op de veranderende professionaliseringsbehoefte (Sociaal Economische Raad (2008: Brief aan de Minister van OCW, 20 juni, Den Haag). Verder verwijst de RWI naar het Actieplan Leven Lang Leren, dat is opgesteld door een brede coalitie van publieke en private onderwijsorganisaties, sociale partners en gemeenten, waarin wordt gepleit voor het ontwikkelen van een volwaardige tweede leerweg voor werkenden en werkzoekenden, naast en na de eerste leerweg. Deze tweede leerweg dient aan andere voorwaarden te voldoen dan de eerste leerweg. Het gaat om maatwerk, benutten van praktijkervaring, honoreren van eerder verworven competenties, werkplekleren, inbrengen van praktijk en meer e-learning in combinatie met contactonderwijs en warme begeleiding (RWI (2008): Een open en flexibele infrastructuur voor leven lang leren. Den Haag).

Het Actieplan "Doorpakken met Leren & Werken. Plan van Aanpak 2008-2011" getuigt van de verantwoordelijkheid die de overheid zich op dit gebied toedicht. De stimulering van volwassenenonderwijs is een van de doelstellingen. http://project.lerenenwerken.nl/html/cmsdata/documenten/20071206_lerenenwerken_planvan aanpak2008-2011.pdf De verantwoordelijkheid van de overheid voor de stimulering van leren en werken volgt ook uit de beleidsreactie op de verkenning van de Onderwijsraad "Middelbaar en hoger onderwijs voor volwassenen. In deze reactie stellen de minister en de staatssecretaris dat ook de publieke, bekostigde onderwijsinstellingen hierin een rol moeten vervullen, naast de private instellingen. "Het kabinet deelt de stelling van de raad dat zowel de publieke als de private partijen een rol in een leven lang leren hebben en dat we beide deelsystemen zowel afzonderlijk als in hun wisselwerking moeten stimuleren. De publiek bekostigde instellingen moeten een rol vervullen naast die van de private instellingen. Daar zijn meerdere redenen voor. Belangrijkste argument is dat het private onderwijs niet de volle breedte van het opleidingenaanbod aanbiedt. Leven-Iang-Ieren-activiteiten van bekostigde instellingen zorgen daarnaast voor nauwere relaties tussen deze instellingen en bedrijven en organisaties in hun omgeving. Zij brengen de actuele beroepspraktijk sneller in de onderwijsinstelling. Een leven lang leren komt op die manier ten goede aan de kennisuitwisseling en het bevordert ook de aansluiting tussen het onderwijs (ook aan de reguliere studenten) en de arbeidsmarkt. Bovendien is het inefficiënt om de infrastructuur die de publiek bekostigde instellingen hebben opgebouwd, niet ook voor de doelgroep van volwassenen te gebruiken. De focus van de bekostigde instellingen ligt - ook bij de doelgroep volwassenen primair bij de kwalificerende opleidingen, dat wil zeggen bij de opleidingen die afgesloten worden met een formeel diploma van het middelbaar beroepsonderwijs of van het hoger onderwijs. Dit neemt niet weg dat ook via postinitieel contractonderwijs (privaat gefinancierd dus), de publiek bekostigde instellingen een bijdrage aan de scholing van volwassenen kunnen leveren." Bron: Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 30 012, nr. 19, p. 3