TOELICHTING BIJ DE HULPMIDDELENFICHES

Vergelijkbare documenten
HANDLEIDING: HULPMIDDELEN ADVISEREN EN AANVRAGEN MET HULPMIDDELENFICHES

Hulpmiddelenfiches. Gebruikerservaring BZIO

HANDLEIDING: HULPMIDDELEN ADVISEREN EN AANVRAGEN MET HULPMIDDELENFICHES

OPLEIDING MODULE D 2019

SIMULATIE DIAGNOSE- EN INDICATIESTELLING

VERTICALE CIRCULATIE DOELGROEPOMSCHRIJVINGEN KEUZEPROCESSEN TEGEMOETKOMINGEN VAPH

Nummer: INF/MDT/1409. Brussel, 8 september 2014

Hulpmiddelenfiches. Volgens refertelijst van 01/07/2011

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Personen met een handicap kunnen op het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) een beroep doen voor hulpmiddelen.

Wijzigingen Individuele Materiële Bijstand (IMB) 1/07/2019

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Wijzigingen regelgeving IMB - opleiding MDT s

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018;

Toetsenbord met laseraanwijzer als oplossing om de computer te bedienen

Huursysteem hulpmiddelen bij snel degeneratieve aandoeningen

1 Vul hieronder de gegevens in van de persoon waarvoor het medisch voorschrift wordt opgemaakt. dag maand jaar

Medisch voorschrift voor een mobiliteitshulpmiddel

VR DOC.1142/2BIS

VERBOUWEN OF BIJBOUWEN AAN DE WONING

HULPMIDDELENINFO VERSUS UNIVERSAL DESIGN

Medisch voorschrift voor een mobiliteitshulpmiddel

Dossier aanpassing arbeidsomgeving: arbeidspostaanpassing (APA) & arbeidsgereedschap en kledij (AG)

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

KOC, november Omschrijving Vlibank

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Artikel 1.

INFONOTA. Toelichting bij de verschillende onderdelen van het MDV (volgens het modulair systeem)

Over te maken door de rechthebbende aan de door hem gekozen verstrekker.

Simulatie D&I-project

Aanvraag van een machtiging als expert

Over te maken door de rechthebbende aan de door hem gekozen verstrekker.

Nummer: INF/MDT/1106. Brussel, 27 april Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren

Info ICF. International classification of functioning, disability and health Internationale classificatie van het menselijke functioneren

Provinciaal kantoor VAPH. Overdracht bevoegdheid mobiliteitshulpmiddelen VAPH - VSB

MOHM Terugbetaalde mobiliteit

Nummer: INF/MDT/1215

Hoofdstuk 2 GEHOORSTOORNISSEN. Inleiding. Gehoorstoornissen. Soorten gehoorverlies

Nummer: INF/MDT/1321. Brussel, 4 december 2013

Gebundeld verslag van de terugkoppelingsmomenten met de MDT s in het kader van de simulatie D&I (september 2012)

Nummer: INF/MDT/1507

MULTIDISCIPLINAIR FUNCTIONERINGSRAPPORT VOOR DE AANVRAAG VAN EEN MOBILITEITSHULPMIDDEL EN/OF AANPASSINGEN

HANDLEIDING FORMULIER AANVRAGEN BBC VOOR AUTOAANPASSINGEN (V2.0) april

Autoaanpassingen. Herwin je vrijheid.

Onderwerp: Afbakening groep volwassen zwaar lichamelijk gehandicapten in verband met een nieuwe AWBZ-aanspraak voor 24-uurszorg op afroep

Aanpassing refertelijst 2017

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Bijlage 19 (blad 1 recto)

Hulpmiddelen en aanpassingen

MODEM Communicatie en computercentrum voor personen met een handicap Bijscholingsaanbod Voorjaar 2014

Oplossingen om te communiceren voor doofblinden

OPLEIDING METHODE VOOR ADVIESVERLENING EN VLIBANK

1 het decreet: het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap;

Braille leesregel (0182) Papenmeier BRAILLEX Live 20. Bel voor persoonlijk advies direct(0182) James Wattstraat 13-b 2809 PA Gouda

1 Algemene opmerkingen

Trapmann Auto-aanpassingen. Herwin je mobiliteit. Autoaanpassingen. Herwin je vrijheid. zelf rijden. mee rijden. in groep. mee. rijden. veilig.

VR DOC.1499/4BIS

Mobiliteit in al haar facetten. Re-integratieteam & sporttherapeuten UZ Leuven

Internationale classificatie van het menselijk functioneren of ICF- CY 1

Braille leesregel (0182) Papenmeier BRAILLEX Live 20. Bel voor persoonlijk advies direct(0182) Meridiaan DA Gouda

Nieuwe evaluatieschaal voor de

ATTESTERINGSBUNDEL STUDENTEN MET EEN COÖRDINATIEONTWIKKELINGSSTOORNIS

METHODE VOOR PERSOONLIJKE ADVIESVERLENING KENNISCENTRUM HULPMIDDELEN

Activiteiten Dagelijks Leven. Andere VR DOC.0346/4BIS

VR DOC.1591/4

Hulpmiddelen en aanpassingen

In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 466 van 15 april 2016 gaf de minister cijfers ter zake hierover.

ATTESTERINGSBUNDEL STUDENTEN MET EEN MOTORISCHE FUNCTIEBEPERKING

ARBEIDSRECHTBANK TE IEPER VAN 10 SEPTEMBER 2013

ICF in het nieuwe kinesitherapeutisch dossier in overeenstemming met OKIDO

ATTESTERING VOOR STUDENTEN MET EEN MEERVOUDIGE FUNCTIEBEPERKING. Toelichting

Betreft: Hulpmiddelen voor studenten met behoefte aan extra ondersteuning in het hoger onderwijs.

Overzicht. Redelijke aanpassingen. GON als evenwicht tussen redelijke aanpassingen en draagkracht

ADDENDUM 2 bij HAND-OUTS I

Bijlage 4 Refertelijst bis (van toepassing vanaf 1 januari 2019) Lijst met tegemoetkomingen vermeld in artikel 7, 11,a

Een visie op ouderenzorg de transitie naar nieuwe modellen Transparant, toegankelijk, betaalbaar

2 ^/?. PQjOtf 3 OKT > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen. Zorginstituut Nederland

Omschrijving en indeling van hulpmiddelen

nr. 263 van TINE VAN DER VLOET datum: 19 januari 2018 aan JO VANDEURZEN VAPH - Aanpassingspremies woningen

Minimale kwaliteitseisen voor multidisciplinaire teams

ATTESTERINGSBUNDEL VOOR STUDENTEN MET EEN MOTORISCHE FUNCTIEBEPERKING. Toelichting

ATTESTERINGSBUNDEL STUDENTEN MET EEN AUDITIEVE FUNCTIEBEPERKING

ATTESTERINGSBUNDEL STUDENTEN MET EEN AUDITIEVE FUNCTIEBEPERKING

! Introduc)e Project. 5 maart 2015

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

UGP-folder. Rijgeschikt: u ook?

Internationale classificatie van het menselijk functioneren of ICF- CY 1

Webplatform. Informeren op maat 22/06/

Studiedag Vlor - vormen van ondersteuning- voorstelling SOL

Actualiteit Gezondheidszorg. Cochleaire implantaten

Cliq Classificatie audiologisch hulpmiddelen

Wijzigingen verordening leerlingenvervoer gemeente Nederweert 2014

Handleiding Mijn Loopbaan voor partners voor registratie van de begeleiding van personen met een arbeidsbeperking

ATTESTERINGSBUNDEL VOOR STUDENTEN MET EEN AUDITIEVE FUNCTIEBEPERKING. Toelichting

Nummer: INF/MDT/1213. Brussel, 8 augustus 2012

1. Laattijdig vervolledigen van een dossier omwille van overmacht

Hulpmiddelen bij visuele problemen

34. Mobiel signaleringssysteem: Babyfoonzender bij mobiel signaleringssysteem 7 46,09 *

IFV Uitvoeringsregeling Aangepast proeve-onderdeel

Transcriptie:

TOELICHTING BIJ DE HULPMIDDELENFICHES SIMULATIE DIAGNOSE- EN INDICATIESTELLING 2011-2012

1 Situering: waarom hulpmiddelenfiches? Hulpmiddelenfiches moeten bijdragen aan een transparanter en eenvoudiger hulpmiddelenbeleid. In de hulpmiddelenfiches worden de hulpmiddelen uit de refertelijst gedefinieerd. Tegelijk wordt aangegeven voor welke specifieke doelgroepen deze hulpmiddelen, normaal gezien, worden terugbetaald. Hulpmiddelenfiches kunnen beschouwd worden als type-indicaties voor hulpmiddelen. In een hulpmiddelenfiche worden voor het beschreven hulpmiddel de criteria van Art. 4. van het hulpmiddelenbesluit van 13 juli 2001 geïmplementeerd: het hulpmiddel is noodzakelijk voor het uitvoeren van een sociale activiteit, het hulpmiddel is werkzaam en doelmatig voor de aangegeven doelgroep en er mag van uitgegaan worden dat de gebruiksfrequentie van het hulpmiddel voldoende hoog zal zijn zodat het een verantwoorde aankoop is. 2 Voorbeeldfiche 104 Brailleleesregel met 40 cellen Domein: Probleemactiviteit: Communicatie Computer gebruiken Doelgroep: A. Blinden die een computer gebruiken of dat plannen die ervaren gebruikers zijn van het brailleschrift B. Blinden die een computer gebruiken of dat plannen die aantoonbaar voldoende gevorderd zijn in het aanleren van het brailleschrift C. Slechtzienden die een computer gebruiken of dat plannen die een medische prognose van een negatief evoluerende restvisus hebben die aantoonbaar voldoende gevorderd zijn in het aanleren van het brailleschrift Hulpmiddel of oplossing: ISO 9999: 22.39.03 Een 'brailleleesregel met 40 cellen' is een toestel dat informatie, afkomstig van het schermbeeld van de computer, weergeeft in braille door middel van 40 braillecellen, die elk op hun beurt bestaan uit 8 elektronisch aangestuurde braillepennetjes. De gebruiker leest de tekst per 40 tekens met de vingertoppen op de brailleleesregel. Inclusie: Exclusie: brailleleesregel met minder dan 40 braillecellen brailleleesregel met meer dan 40 braillecellen (andere fiche) Vereiste attesten of verslagen: Voor doelgroep B en C: een attest waarin de begeleider van het leerproces bevestigt dat het aanleertraject voor het brailleschrift zal leiden tot een vlot braillegebruik. Refertebedrag (01/07/2011) (euro): 6573,66 Toelichting bij de hulpmiddelenfiches (Simulatie D&I 2011-2012) 2 van 10

Refertetermijn: 7 Herstellingskosten (01/07/2011) (euro): Onderhoud (01/07/2011) (euro) Niet cumuleerbaar met: Aanvullende fiches: Toelichting: 768,78 179,38 per onderhoudsbeurt (maximaal 1 per jaar) Brailleleesregel met 80 cellen Schermuitleesprogramma's voor bureaucomputers en laptops Spraaksyntheseprogramma De brailleleesregel kan enkel functioneren als hij de nodige informatie binnenkrijgt. Deze input krijgt hij van het schermuitleesprogramma. Zonder schermuitleesprogramma kan een brailleleesregel niet functioneren. De brailleleesregel levert zijn bijdrage in het bruikbaar maken van de grafische gebruiksomgeving van de computer (Windows, Mac OS, Linux). Deze gebruiksomgeving is echter dermate complex dat in quasi alle gevallen geadviseerd wordt om de leesregel te combineren met een spraaksyntheseprogramma. Bovendien zijn spraak en braille perfect complementair aan mekaar. Veel 40-cellige brailleleesregels zijn vaak erg veelzijdig inzetbaar. Ze zijn zowel bruikbaar met vaste als draagbare computer. Sommige leesregels zijn bovendien compatibel met andere toestellen (GSM, PDA) en/of met diverse besturingssystemen (Windows, Mac OS, Linux, Symbian). 3 De verschillende vakken van een fiche 3.1 Nummer en titel Bovenaan in een hulpmiddelenfiches staat het nummer en de titel van de fiche. Het nummer is een volgnummer om gemakkelijk naar de fiche te kunnen verwijzen. De titel is de naam van de referterubriek waarvoor de fiche gemaakt is. Indien de naam van de referterubriek uit verschillende delen bestaat, dan worden in de naam van de fiche al deze delen achter elkaar gezet. Voorbeelden: 3.2 Domein Brailleleesregel met 40 cellen Anti-decubitusmatras: Statische matras Beeldschermloep tafelmodel zonder computeraansluiting Het domein geeft een algemene omschrijving van het functioneringsdomein waarin de activiteit die met het hulpmiddel zal uitgevoerd worden, geklasseerd wordt. Dit domein is hoofdzakelijk bedoeld om de fiches functioneel te groeperen. De gebruikte domeinen zijn: Wonen (ver)bouwen Activiteiten Dagelijks Leven Mobiliteit Communicatie 3.3 Probleemactiviteit De probleemactiviteit geeft een korte beschrijving van het participatieprobleem dat met het hulpmiddel uit de fiche kan opgelost worden. Toelichting bij de hulpmiddelenfiches (Simulatie D&I 2011-2012) 3 van 10

Voorbeelden: Computer gebruiken: muisfuncties bedienen Bereiden en gebruiken van maaltijden, huishouden: gootsteen gebruiken Fietsen: meerijden met de fiets Zich verplaatsen met de auto: plaats nemen in de auto Verplaatsingen in, toegang tot de woning: hoogteverschil overbruggen 3.4 Doelgroep In de rubriek doelgroep wordt gedefinieerd voor wie en onder welke omstandigheden het hulpmiddel normaal gezien terugbetaald wordt. Een doelgroep bestaat uit twee delen. Het eerste deel noemen we de algemene doelgroep. Deze verwijst naar de functiebeperkingen en/of participatieproblemen van de betrokkene. Het tweede deel is de specifieke doelgroep. Deze geeft bijkomende voorwaarden m.b.t. het manier waarop, of de situatie waarin, het hulpmiddel gebruikt wordt. In de algemene doelgroep wordt ook aangegeven of het hulpmiddel bedoeld is voor personen met een eerder beperkt functieverlies of het participatieprobleem of net voor personen met een ernstig functieverlies (Zie 6 Toetstabellen). In de specifieke doelgroep wordt verwezen naar de omgeving waarin de activiteit wordt uitgevoerd, naar de noodzakelijke aanwezigheid van derden, naar andere hulpmiddelen, naar de verwachte gebruiksfrequentie van de hulpmiddelen Per hulpmiddel/hulpmiddelenfiche kunnen er verschillende doelgroepen zijn. De verschillende doelgroepen worden aangeduid met een letter A, B, C Voorbeeld: A. Slechtzienden die de computer gebruiken of dat plannen die last hebben van te storend overzichtsverlies bij het lezen In bovenstaand voorbeeld is Slechtzienden de algemene doelgroep, en zijn die de computer gebruiken of dat plannen en die last hebben van te storend overzichtsverlies bij het lezen de bijkomende voorwaarden van de specifieke doelgroep. Andere voorbeelden: A. Personen met een matig of ernstig participatieprobleem m.b.t. zich stappend verplaatsen die zich met ondersteuning door derden, een loophulpmiddel, een orthese of prothese nog stappend kunnen verplaatsen waarbij de huidige toegang niet toegankelijk is omwille van een hoogteverschil B. Personen met een matig, ernstig of volledig functieverlies in één of beide onderste ledematen die zich vrijwel dagelijks zelfstandig met de auto verplaatsen die beschikken over een geldig CARA attest ivm de rijgeschiktheid of een geldig rijbewijs met één of meer van volgende vermeldingen: o 10.02 Automatische schakeling o 15.03 Automatische koppeling In de specifieke doelgroepen wordt in een aantal gevallen een indicatie gegeven van de verwachte gebruiksfrequentie van het hulpmiddel. Dit is in overeenstemming met Art 4. van het hulpmiddelenbesluit dat stelt dat bij het toekennen van bijstand rekening moet gehouden worden met de gebruiksfrequentie ervan. In de fiches wordt gebruiksfrequentie niet als een exact getal (aantal keren gebruik per week, aantal keren gebruik per dag ) gedefinieerd, maar wordt ze Toelichting bij de hulpmiddelenfiches (Simulatie D&I 2011-2012) 4 van 10

omschreven als vrijwel dagelijks of vrijwel wekelijks. Deze begrippen moeten geïnterpreteerd worden. Vb. onder de gebruiksfrequentie vrijwel dagelijks wordt verstaan dat het hulpmiddel over een langere periode bijna elke dag wordt gebruikt. Dus niet noodzakelijk 7 dagen op een week maar wel meer dan één keer per een week. Het kan zijn dat het hulpmiddel de ene week alle dagen wordt gebruikt, maar dat het de andere week slecht één of twee keer wordt gebruikt. Een voorbeeld uit de dagdagelijkse praktijk van een toestel dat vrijwel dagelijks gebruikt wordt, is de wasmachine in een gezin met kinderen. Er wordt niet elke dag gewassen, maar wel meerdere keren per week en sommige dagen wordt er meer dan één keer gewassen. Als het gezin met vakantie is, dan wordt de wasmachine een week lang niet gebruikt, maar de dag na de thuiskomst wordt de machine misschien vier keer na mekaar opgezet. Een friteuse kan gebruikt worden als voorbeeld van een toestel dat vrijwel wekelijks gebruikt wordt. In vele gezinnen worden niet elke week frieten gegeten, maar toch bijna, en soms wordt er in één week twee keer frieten gebakken. 3.5 Hulpmiddel of oplossing In het deel hulpmiddel of oplossing wordt beschreven welke producten (hulpmiddelen of aanpassingen) bedoeld worden met de omschrijving in de titel. De definitie maakt duidelijk of een bepaald product (hulpmiddel) al dan niet kan aangevraagd, terugbetaald of geleverd mag worden refererend naar een specifieke rubriek in de refertelijst. Om de grenzen van de definitie af te bakenen, wordt in sommige fiches gewerkt met inclusies en exclusies. Dit zijn opsommingen van productsoorten die expliciet wel resp. niet passen in de fiche. Bij exclusies wordt vermeld waarom die productsoorten niet tot de fiche behoren. Bij een aanvraag voor terugbetaling moet dan een ander hulpmiddel (hulpmiddel uit een andere fiche) gevraagd worden of moet het hulpmiddel aangevraagd worden als een hulpmiddel dat niet in de refertelijst staat (buiten fiches) 3.6 ISO9999 De ISO9999-classificatie is een internationale classificatie voor hulpmiddelen. In de ISO9999- classificatie wordt een hulpmiddel aangeduid met een code bestaande uit 3 groepen van 2 cijfers: de ISO-code. In de classificatie wordt ook een beschrijving gegeven van de hulpmiddelen. Voor sommige rubrieken uit de refertelijst is de ISO9999-classificatie niet fijn genoeg. Twee of meer fiches (referteklassen) hebben dan dezelfde ISO-code. Sommige hulmiddelen uit de refertelijst (vb. woningaanpassingen) hebben geen plaats in de ISO9999-classificatie. In de hulpmiddelenfiches is versie 2007 van de classificatie gebruikt. 3.7 Vereiste attesten of verslagen In de deel vereiste attesten of verslagen wordt aangegeven of er bij de aanvraag voor een terugbetaling extra gegevens moeten aangeleverd worden. Dit zijn extra gegevens die het VAPH nodig heeft om over de tenlasteneming te kunnen beslissen. Mogelijke vereiste attesten of verslagen zijn: Een testverslag: Bij twijfel over de bruikbaarheid van het hulpmiddel door de persoon met een handicap moet er getest worden. Er zijn hulpmiddelen (vb. computeraanpassingen voor personen met beperkingen in de bovenste ledematen) waarvan je op papier moeilijk kan weten of de persoon met het hulpmiddel efficiënt kan werken. Ook is het niet steeds duidelijk of de verschillende componenten van de oplossing (vb. aangepast toetsenbord, aangepaste muis en specifieke software) met elkaar samenwerken. Dergelijke aanpassingen moeten daarom minimaal geprobeerd worden vooraleer een aanvraag voor terugbetaling kan ingediend worden. Via een testverslag worden de resultaten van dit uitproberen/testen meegedeeld aan het VAPH. Een motivatieverslag: In sommige situaties (vb woningaanpassingen, persoonlijke verzorging, autoaanpassingen) worden verschillende hulpmiddelen tegelijk ingezet om één doel te bereiken. Voor de persoon met een handicap zelf en voor de tenlasteneming bij het VAPH is het nodig om na een advies te weten wat er afgesproken is en hoe de verschillende hulpmiddelen samen zullen ingezet worden. Het motivatieverslag moet de logische samenhang van de geadviseerde oplossing(en) aantonen. Toelichting bij de hulpmiddelenfiches (Simulatie D&I 2011-2012) 5 van 10

Een attest: Voor sommige activiteiten moet je aan wettelijke (medische) voorwaarden voldoen vooraleer je ze mag uitvoeren (vb. verplichte aanpassingen aan de auto om er mee te mogen rijden, voorwaarden voor het gebruik van een witte stok). Bij het onderzoek naar de tenlasteneming van zo n hulpmiddel kan het VAPH aan de hand van een attest weten welke voorwaarden er gesteld werden. Een attest kan ook gevraagd worden in situaties waarin het VAPH de hulpmiddelen alleen onder bepaalde omstandigheden wil terugbetalen (vb. bij een aanvraag voor braillehulpmiddelen voor een persoon met een handicap die nog braille aan het leren is). De test- en motivatieverslagen passen binnen de Minimale Kwaliteitseisen die sinds 01/01/2011 van toepassing zijn. 3.8 Refertebedrag (01/07/2011) (euro) Het refertebedrag is het bedrag van de tegemoetkoming die het VAPH kan verlenen voor het hulpmiddel of de aanpassingen. Dit bedrag is vermeld in de refertelijst en in de rubriek refertebedrag van de fiche. 3.9 Refertetermijn In de rubriek refertetermijn staat de refertetermijn uit de refertelijst. De toepassingen van de refertetermijn worden bepaald in art 13. van het hulpmiddelenbesluit van 13 juli 2001. 3.10 Herstellingskosten (01/07/2011) (euro) In de rubriek herstellingskosten is een bedrag of percentage vermeld indien voor het hulpmiddel in de refertelijst een bedrag of percentage voor herstellingskosten is opgenomen. 3.11 Onderhoud (01/07/2011) (euro) In de rubriek onderhoud is het bedrag per onderhoudsbeurt en het aantal onderhoudsbeurten per jaar vermeld indien voor het hulpmiddel in de refertelijst een bedrag en een aantal onderhoudsbeurten is opgenomen. 3.12 Niet cumuleerbaar met In de rubriek niet cumuleerbaar met wordt een opsomming gegeven van hulpmiddelen (titels van hulpmiddelenfiches) die in principe niet gelijktijdig met of voor het verstrijken van de refertetermijn samen kunnen aangevraagd worden met het in de fiche beschreven hulpmiddel. 3.13 Aanvullende fiches In de rubriek aanvullende fiches staat een opsomming van hulpmiddelen (titels van hulpmiddelenfiches) die beschouwd worden als een normale aanvulling bij het aangevraagde hulpmiddel. Hulpmiddelen en hun aanvullingen zullen vaak samen aangevraagd worden. 3.14 Toelichting In de rubriek toelichting wordt informatie gegeven over het gebruik van het hulpmiddel en worden tips gegeven waarmee rekening gehouden moet worden bij het advies over het hulpmiddel. 4 Gebruik hulpmiddelenfiches bij adviesverlening Hulpmiddelenfiches veranderen in principe niets aan de adviesverlening over hulpmiddelen. Het stappenplan uit methode voor adviesverlening van het KOC moet nog steeds gebruikt worden. De adviesverlening start vanuit de probleemanalyse waarin de adviseur eerst een globaal beeld van de situatie van de persoon met een handicap opstelt, daarna de probleem-activiteiten en de vereisten per probleem-activiteit inventariseert en tenslotte op zoek gaat naar een oplossing in de vorm van een soort of een type hulpmiddel. Hulpmiddelenfiches zijn een bijkomende leidraad tijdens de persoonlijke advisering. De fiches geven aan wat het VAPH wil/kan terugbetalen en onder welke voorwaarden. De fiches geven ook tips en Toelichting bij de hulpmiddelenfiches (Simulatie D&I 2011-2012) 6 van 10

richtlijnen m.b.t. tot het gebruik van de hulpmiddelen. Bij een advies kunnen de hulpmiddelenfiches gebruiken worden als naslagwerk, als hulpmiddeleninfo of als documentatie. 5 Gebruik hulpmiddelenfiche bij aanvraag voor terugbetaling Aangezien in de hulpmiddelenfiches de mogelijkheden van de persoon, de gewenste activiteit en de omgeving of situatie beschreven worden, kan een hulpmiddelenfiche een motivatieverslag vervangen. Bij een aanvraag voor terugbetaling van een hulpmiddel zijn er drie mogelijkheden: 1. Er bestaat een hulpmiddelenfiche voor het gevraagde hulpmiddel én de situatie van de persoon komt volledig overeen met de situatie beschreven in de fiche Het volstaat om bij de aanvraag naar de fiche te verwijzen. 2. Er bestaat een hulpmiddelenfiche voor het gevraagde hulpmiddel, maar de situatie van de persoon komt niet volledig overeen met de situatie beschreven in de fiche Er moet een aanvraag ingediend worden waarbij verwezen wordt naar de fiche en waarin aangegeven wordt waar er van de fiche afgeweken wordt. Er moet ook gemotiveerd worden waarom er afgeweken wordt. 3. Er bestaat geen hulpmiddelenfiche voor het aangevraagde hulpmiddel Er moet een volledig motivatieverslag opgesteld worden. De te volgen aanvraagprocedure en de nodige (extra) documenten om een geldige aanvraag in te dienen worden verder bepaald door factoren zoals: Eerste aanvraag of volgende aanvraag Hernieuwing van een hulpmiddel na het verstrijken van het refertetermijn Mogelijkheid tot rechtstreekse aanvraag door de persoon met een handicap De aanvraag gebeurt met een aangepast aanvraagformulier. Toelichting bij de hulpmiddelenfiches (Simulatie D&I 2011-2012) 7 van 10

Figuur 1: Voorbeeld aanvraagformulier Toelichting bij de hulpmiddelenfiches (Simulatie D&I 2011-2012) 8 van 10

6 Toetstabellen In de hulpmiddelenfiches worden de algemene doelgroepen omschreven i.f.v. de ernst van de functiebeperking of het participatieprobleem. De gebruikte ernstcategorieën zijn gebaseerd op de typeringen van de ICF-classificatie (International Classification of Functioning, Disability and Health). ICF gebruikt voor de kwantificatie van een probleem een schaal met 7 verdelingen/typeringen: xxx.0 GEEN probleem (geen, afwezig, 0-4 % verwaarloosbaar ) xxx.1 LICHT probleem (gering, laag ) 5-24 % xxx.2 MATIG probleem (tamelijk ) 25-49 % xxx.3 ERNSTIG probleem (aanzienlijk, hoog, sterk 50-95 % ) xxx.4 VOLLEDIG probleem (totaal ) 96-100 % xxx.8 niet gespecificeerd xxx.9 niet van toepassing Voor de hulpmiddelenfiches werden voor de verschillende functiebeperkingen/participatieproblemen (motorisch, sensorisch, spraak, cognitief) de begrippen uit de ICF-classificatie geoperationaliseerd. Deze interpretaties zijn samengebracht in zogenaamde toetstabellen. Bij het gebruik van hulpmiddelenfiches wordt aan de hand van de toetstabellen de ernst van de problemen voor een individuele persoon met een handicap ingeschat. In de hulpmiddelenfiches kan dan nagegaan worden of een bepaald hulpmiddel terugbetaald wordt en eventueel welke bijkomende voorwaarden er zijn. Voorbeeld toetstabel Toetstabel auditieve stoornis: Audiometrische referentiewaarden (gemiddeld tonaal verlies) Functionele omschrijving Interventieniveau (ICIDH) licht matig ernstig Minimaal functioneel/ afunctioneel 40 db of minder Tussen 41 en 70 db 20 db of minder: geen sociale weerslag 21-40 db: normale spreekstem wordt waargenomen, de zachte stem of een spreker die zich veraf bevindt wordt moeilijk Het merendeel van de vertrouwde geluiden wordt Eventueel versterking De spraak wordt waargenomen indien men de stem verheft. Men verstaat beter als men ziet spreken. Enkele vertrouwde geluiden worden nog Aanvulling Tussen 71 en 90 db De spraak met luide stem vlakbij het oor wordt Sterke geluiden worden Aanvulling en/of Vervanging 91 db of meer (doofheid of totaal gehoorverlies) Doofheid: geen enkele waarneming van de spraak. Enkel zeer sterke geluiden worden Totaal gehoorverlies: er wordt niets waargenomen Vervanging Toelichting bij de hulpmiddelenfiches (Simulatie D&I 2011-2012) 9 van 10

7 Referenties Hulpmiddelenbesluit van 13 juli 2001: BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 13 JULI 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiele bijstand voor de sociale integratie van personen met een handicap. http://www.vaph.be/vlafo/download/nl/3786541/bestand Nederlandse vertaling van de International Classification of Functioning, Disability and Health, compilatie; Nederlands WHO-FIC Collaborating Center. http://www.rivm.nl/who-fic/in/icfwebuitgave.pdf Toelichting bij de hulpmiddelenfiches (Simulatie D&I 2011-2012) 10 van 10