De rechter in het sociaal domein Sandra van Heukelom-Verhage en Esther Schaake 8 november 2016
Programma 14:00-14:15 Voorstelronde 14:15-15:00 Bespreken uitspraken CRvB 15:00-15:15 Vragen 15:15-15:30 Pauze 15:30-16:30 Actualiteiten Jeugdwet 16:30 Afsluiting
Verdeling in drie categorieën aan de hand van de uitspraken van de CRvB categorie 1: categorie 2: categorie 3: maatwerkvoorziening: indiceren in uren aan de hand van normtijden die afwijken van het CIZ Protocol maatwerkvoorziening: resultaatgericht indiceren algemene voorziening
Uitspraak CRvB Utrecht (categorie 1) Maatwerkvoorziening aan de hand van normtijden in afwijking van het CIZ protocol Ambtshalve: huishoudelijke verzorging valt onder de Wmo 2015 Systeem van ondersteuning in standaardmodules (basismodule en aanvullende modules) is maatwerkvoorziening Vindplaats: CRvB 18 mei 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1402 en ECLI:NL:CRVB:2016:1403
Uitspraak CRvB Utrecht (categorie 1) maar: "De beroepsgrond dat de basismodule van 78 uur per jaar niet berust op objectief onderzoek naar de tijd die nodig is voor ondersteuning bij het schoonmaken slaagt. Uit de stukken blijkt genoegzaam dat het college deze norm heeft vastgesteld uitgaande van het financiële kader dat de gemeente Utrecht hiervoor wil inzetten en niet op grond van objectief onderzoek naar noodzakelijke handelingen en de frequentie waarmee zij moeten worden verricht die resulteren in een voor een huishouden verantwoord resultaat."
Uitspraak CRvB Utrecht (categorie 1) Repareren beleid: Onderzoek normering huishoudelijke hulp gemeente Utrecht (uitgevoerd door KPMG, Plexus en bureau HHM)
Uitspraak CRvB Rotterdam (categorie 2) Maatwerkvoorziening: resultaatgericht indiceren Toekenning is gericht op de volgende resultaten: een schoon en leefbaar huis, het beschikken over schone en draagbare kleding en het vergroten van de zelfredzaamheid. Vindplaats: CRvB 18 mei 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1491 Let op: de uitspraak heeft betrekking op de Wmo 2007 maar kan van belang zijn onder de Wmo 2015 omdat verschillende gemeenten in het kader van de Wmo 2015 resultaatgericht indiceren.
Uitspraak CRvB Rotterdam (categorie 2) Centrale Raad van Beroep oordeelt dat: "de rechtbank met juistheid heeft geoordeeld dat de door de gemeente gehanteerde wijze van toekenning van huishoudelijke verzorging in resultaatsgebieden een duidelijke maatstaf mist. De beleidsregels noch het toekenningsbesluit verschaffen inzicht in de vraag op welke concrete wijze invulling wordt gegeven aan het bereiken van de resultaten van een schoon en leefbaar huis.."
Uitspraak CRvB Rotterdam (categorie 2) Als een zorgaanbieder met de cliënt afstemt op welke wijze compensatie plaatsvindt dan is dat slechts in overeenstemming met de Wmo 2007 als "die afstemming geschiedt ter uitvoering van een door het college genomen beschikking over de concrete hoeveelheid zorg die aan de persoon moet worden geboden."
Uitspraak CRvB Rotterdam (categorie 2) CRvB: Eerst concreet besluit college ter uitvoering daarvan afspraken zorgaanbieder Praktische werkwijze: 1. melding 2. onderzoek 3. schriftelijk document met verslag globaal geïndiceerde resultaatsgebieden. Aankondiging: ondersteuningsplan 4. na ontvangst ondersteuningsplan: beoordeling college van het ondersteuningsplan, beschikking college Let op: privacy wetgeving, iwmo-standaard is hierop niet ingericht
Wat staat er wel in de uitspraak en wat niet? Wel De beleidsregels noch het toekenningsbesluit verschaffen inzicht in de vraag op welke concrete wijze invulling wordt gegeven aan het bereiken van de resultaten van een schoon en leefbaar huis het kunnen beschikken over schone en draagbare kleding en hoe met de te behalen resultaten een als compensatie te kwalificeren resultaat van de huishoudelijke verzorging kan worden verkregen CRvB 18 mei 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1491 Niet Ook uit de toelichting bij artikel 11 van de Verordening volgt dat een burger op basis van de beschikking die hij ontvangt de informatie verkrijgt die nodig is om zijn rechtspositie te bepalen en te begrijpen en dat hiervoor nodig is dat de beschikking de cliënt goed en volledig informeert. Dat kan naar het oordeel van de rechtbank alleen als de wijze waarop het resultaat dient te worden bereikt wordt geconcretiseerd op een wijze die op basis van objectieve criteria kan worden getoetst. Rb. Gelderland, 25 mei 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:2793 Rb. Gelderland 7 juni 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:3030 Rb. Gelderland 23 juni 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:3591
Wat staat er wel in de uitspraak en wat niet? Wel De beleidsregels noch het toekenningsbesluit verschaffen inzicht in de vraag op welke concrete wijze invulling wordt gegeven aan het bereiken van de resultaten van een schoon en leefbaar huis het kunnen beschikken over schone en draagbare kleding en hoe met de te behalen resultaten een als compensatie te kwalificeren resultaat van de huishoudelijke verzorging kan worden verkregen CRvB 18 mei 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1491 Niet Uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 18 mei 2015 (ECLI:NL:CRVB:2016:1402) volgt dat concreet moet zijn welke activiteiten moeten worden verricht om het resultaat te bereiken, hoeveel tijd daarvoor nodig is en met welke frequentie deze activiteiten moeten worden verricht Rb. Gelderland, 25 mei 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:2793 Rb. Gelderland 7 juni 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:3030 Rb. Gelderland 23 juni 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:3591
Wat staat er wel in de uitspraak en wat niet? Wel De beleidsregels noch het toekenningsbesluit verschaffen inzicht in de vraag op welke concrete wijze invulling wordt gegeven aan het bereiken van de resultaten van een schoon en leefbaar huis het kunnen beschikken over schone en draagbare kleding en hoe met de te behalen resultaten een als compensatie te kwalificeren resultaat van de huishoudelijke verzorging kan worden verkregen CRvB 18 mei 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1491 Niet De rechtbank overweegt vervolgens dat uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 18 mei 2016 (ECLI:NL:CRVB:2016:1402) volgt dat wat betreft het aandachtsgebied schoon en leefbaar huis er inzicht dient te bestaan welk niveau van schoon voor een huishouden verantwoord is, welke concrete activiteiten daarvoor verricht moeten worden, hoeveel tijd daarvoor nodig is en met welke frequentie deze activiteiten verricht moeten worden om te kunnen spreken van een schoon en leefbaar huis (rechtsoverweging 5.7.2). Rb. Zeeland-West-Brabant, 25 juli 2016 (ECLI:NL:RBZWB:2016:4727).
Wat staat er wel in de uitspraak en wat niet? Wel Als een zorgaanbieder met de cliënt afstemt op welke wijze compensatie plaatsvindt dan is dat slechts in overeenstemming met de Wmo 2007 als "die afstemming geschiedt ter uitvoering van een door het college genomen beschikking over de concrete hoeveelheid zorg die aan de persoon moet worden geboden." CRvB 18 mei 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1491 Niet Daarbij komt dat de zorgaanbieder zelf zonder tussenkomst van het college kan beslissen de hoeveelheid hulp uit te breiden of te verminderen. Nu de zorgaanbieder een vast bedrag ontvangt per cliënt kan hij er belang bij hebben om de benodigde zorg zo laag mogelijk in te schatten. De rechtbank wil hiermee niet zeggen dat de zorgaanbieder dat in het geval van eiseres heeft gedaan, maar het is aan het college om zelfstandig en inzichtelijk te beoordelen of voldoende ondersteuning wordt geboden. Rb. Zeeland-West-Brabant, 25 juli 2016 (ECLI:NL:RBZWB:2016:4727).
Uitspraak CRvB Aa en Hunze (categorie 3) Vindplaats: CRvB 18 mei 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1404. Algemene voorziening 'schoonmaken huis' "De Raad leidt hieruit af dat een gemeente ervoor kan kiezen om huishoudelijke verzorging aan te bieden in de vorm van een algemene voorziening en dat deze voorziening in dat geval als basisvoorziening voorliggend kan zijn op een eventueel in aanvulling daarop te verstrekken maatwerkvoorziening indien deze noodzakelijk is voor de zelfredzaamheid van de betrokken cliënt" schoonmaakbedrijf contracteert met de cliënt
Uitspraak CRvB Aa en Hunze (categorie 3) Eigen bijdrage mogelijkheid, hoogte, eventuele korting in verordening delegatie aan college niet toegestaan niet inkomensafhankelijk onderzoek: is algemene voorziening financieel haalbaar?
Uitspraak CRvB Aa en Hunze (categorie 3) Beleidswijziging algemene voorziening (eventueel in combinatie met maatwerkvoorziening) mogelijk - gemeente dient zelf contract te sluiten met aanbieder - eigen bijdrage mogelijk (mits in de verordening en niet inkomensafhankelijk) - hoogte eigen bijdrage en eventuele korting in verordening - onderzoek of de cliënt de algemene voorziening kan betalen
Uitspraak CRvB Aa en Hunze (categorie 3) Vraag: hoe financiële haalbaarheid invullen? optie: aansluiting zoeken bij normen Nibud verwijzen naar bijzondere bijstand mogelijk? nog onduidelijk Let op: beoordeling waarbij acht wordt geslagen op specifieke kenmerken van de aanvrager en van een voorziening die naar haar aard is afgestemd op de kenmerken van de individuele aanvrager = maatwerk, geen algemene voorziening Rb. 23 december 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:8103 (Wmo 2007)
Uitspraak CRvB Aa en Hunze (categorie 3) Werkwijze algemene voorziening Melding bij college College onderzoekt: de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie (artikel 2.3.2 Wmo 2015) Schriftelijke weergave uitkomsten onderzoek (artikel 2.3.2 Wmo 2015). Algemene voorziening passende bijdrage en financieel toegankelijk? geen aanvraag voor een maatwerkvoorziening. Niet eens? aanvraag maatwerkvoorziening rechtsbescherming Mandaat aan zorgaanbieder (artikel 2.6.3 Wmo 2015)
Uitspraak CRvB Aa en Hunze (categorie 3) Algemeen gebruikelijke voorziening: waarschijnlijk geen optie rechtbanken: legt te groot beslag op financiële middelen van cliënten Zie bijvoorbeeld: Rb. Gelderland 17 december 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:7853 Alternatief: maatwerkvoorziening: toegespitst op de persoon, eigen bijdrage (inkomensafhankelijk), geen onderzoek financiële haalbaarheid, uren gebaseerd op het CIZ Protocol of onafhankelijk en objectief onderzoek of resultaatgericht indiceren
Jeugdwet Mandaat aan gecertificeerde instellingen? Rb. Gelderland Ook hier geldt dat de rechtbank mandaat aan de GI niet mogelijk acht, aangezien de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet. Hiertoe wordt overwogen dat in artikel 2.11 Jeugdwet aan het college wel de mogelijkheid wordt gegeven om de uitvoering van deze wet door derden te laten verrichten, maar hiervan wordt uitgezonderd de vaststelling van de rechten en plichten van de jeugdige of zijn ouders. Door het nemen van een verleningsbesluit worden rechten van ouders en jeugdige vastgesteld, namelijk de aanspraak op een voorziening op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder. Rb. Gelderland 16 februari 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:1016
Jeugdwet Artikel 2.11 eerste lid Jeugdwet (na de Veegwet 2015 VWS): Het college kan de uitvoering van deze wet, behoudens de vaststelling van de rechten en plichten van de jeugdige of zijn ouders, door derden laten verrichten. De formulering van het eerste lid blijkt onduidelijkheid op te leveren inzake de vraag welke bevoegdheden het college wel en niet zou mogen mandateren. In de parlementaire behandeling is echter diverse malen aangegeven dat het college de mogelijkheid heeft om jeugdhulpaanbieders te mandateren om namens het college te besluiten welke jeugdhulp jeugdigen of ouders nodig hebben. De voorgestelde wijziging leidt ertoe dat geen onduidelijkheid kan bestaan over de mogelijkheid van het college van een gemeente om de vaststelling van rechten en plichten te mandateren. Kamerstukken II 2014/15, 34191, nr. 3, p. 6.
Jeugdwet Aanbesteding Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem De Aanbesteder heeft voor het realiseren van de integrale Opdracht onderstaande meerjarige plafondbudgetten (er vindt geen jaarlijkse indexering plaats) vastgesteld per gemeente. (...) Derhalve neemt Opdrachtnemer dus altijd een inhoudelijk en financieel risico door zich contractueel te verbinden aan het bereiken van de maatschappelijke doelen en effecten als beschreven in paragraaf 1.2.7. Wat betreft het financiële risico zij opgemerkt dat overschrijdingen en onderschrijdingen voor rekening komen van Opdrachtnemer. Opdrachtnemer is aansprakelijk voor alle schade die door Opdrachtgever wordt geleden als gevolg van een tekortkoming van Opdrachtnemer of een door Opdrachtnemer ingeschakelde Onderaannemer bij de uitvoering van de Overeenkomst. Opdrachtnemer zal gedurende de looptijd van de Overeenkomst geen Wachtlijsten hanteren.
Jeugdwet "De voorzieningenrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat de risicoverdeling in deze aanbesteding disproportioneel is, nu opdrachtnemers alle passende zorg aan jeugdigen in de gemeenten moeten bieden, geen wachtlijsten mogen laten ontstaan en alle financiële risico s dragen, terwijl ten minste vraagtekens kunnen worden geplaatst bij het realiteitsgehalte van de plafondbudgetten en niet is voorzien in een concrete ontsnappingsmogelijkheid." Rb. Den Haag 5 oktober 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:11869 (Let op: hoger beroep!)
Sandra van Heukelom-Verhage s.vanheukelom@pelsrijcken.nl / +31 70 515 3164 Esther Schaake ee.schaake@pelsrijcken.nl / +31 70 515 3238 Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn New Babylon Bezuidenhoutseweg 57 2594 AC Den Haag Tel +31 70 515 30 00 Fax +31 70 515 31 00 E-mail info@pelsrijcken.nl