Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 12 mei 2009 Team Groen, grond en water Nummer 2009INT242312 Referentie R. Schuitemaker/G. Visscher Uw brief van 9 april 2009 Doorkiesnummer 030-2582062 Uw nummer Faxnummer 030-2582990 Bijlage E-mailadres Rob.Schuitemaker@provincie-utrecht.nl Onderwerp Beschikking schadebestrijding art. 68 Flora- en faunawet, vos met kunstlicht. Beslissing van Gedeputeerde Staten van Utrecht op de aanvraag d.d. 9 april 2009 van de Stichting Faunabeheereenheid Utrecht, De Klomp 5, 3900 AW Veenendaal, om ontheffing als bedoeld in artikel 68, lid 3 van de Flora- en faunawet (hierna de wet te noemen) van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 9 tot en met 18 en 72, vijfde lid van de wet. I. Besluit. Wij hebben besloten: 1. de gevraagde ontheffing te verlenen onder de voorschriften en beperkingen vermeld in bijlage 1. II. Omschrijving van de aanvraag. De aanvraag betreft het doden met behulp van geweer en kunstlicht van de beschermde diersoort Vos (Vulpes vulpes) ter voorkoming van belangrijke schade aan biologische- en freiland kippenbedrijven voor de periode van 1 mei 2009 tot 1 maart 2014. De gronden waarvoor de ontheffing is aangevraagd liggen in het werkgebied van de wildbeheereenheid De Schaffelaar in de gemeenten Leusden, Woudenberg, Renswoude en Utrechtse Heuvelrug. III. Procedure. De aanvraag is ontvangen op 2009. Ter voorbereiding van de beschikking is Afdeling 4.1.2. van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. Op grond van artikel 68, lid 1 van de wet hebben wij het Faunafonds gehoord. Ingevolge artikel 68, lid 6 van de wet is het besluit bekendgemaakt aan de aanvrager door toezending en direct daarop mededeling daarvan gedaan in een regionale krant. Het provinciehuis is per openbaar vervoer vanaf Utrecht CS te bereiken 1via GVU-lijn 11 (richting De Uithof). Heeft u klachten? Provinciale klachtencommissie, 030 2582449.
IV. Motivering. 1. Beleid. Beleid. In de Beleidsnota Flora- en faunawet provincie Utrecht vastgesteld op 19 mei 2008 is ons ontheffingenbeleid voor de periode van 2008-2013 met betrekking tot beschermde diersoorten neergelegd. Hierin is over de gevraagde diersoort vos opgenomen dat ontheffing kan worden verleend aan de Faunabeheereenheid voor afschot met behulp van kunstlicht. Faunabeheerplan Utrecht 2009-2014. Deze ontheffing wordt verleend op basis van het Faunabeheerplan 2009-2014, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten d.d. 3 maart 2009. Hiein staat vermeld dat ontheffing kan worden verleend voor het gebruik van kunstlicht, om belangrijke schade aan pluimvee te beperken op kippenbedrijven waarbij het (pluim)vee vrije uitloop heeft. 2. Overwegingen Faunabeheereenheid Utrecht heeft op 9 april 2009 een gemotiveerde aanvraag ingediend voor een ontheffing artikel 68 van de Flora- en faunawet voor het afschot van vossen met behulp van kunstlicht. De aanleiding hiervoor was een aantal meldingen van houders van (Freiland-)kippenbedrijven van belangrijke schade veroorzaakt door vossen in de omgeving van Woudenberg en Renswoude. In enkele gevallen betreft het predatie door vossen in de nachtelijke uren, maar er is ook predatie overdag. In een bedrijf te Woudenberg is op 2 november 2008 door de vos een aantal van 68 kippen overdag gepredeerd. In de directe omgeving van het bedrijf bevinden zich drie vossenburchten. In de genoemde situatie heeft de landelijke vrijstelling artikel 65 van de Flora- en faunawet voor het afschot van de vos onvoldoende effect. Door de aanwezigheid van diverse vossen in de directe omgeving van de bedrijven, hetgeen door de meldingen van schade wordt bevestigd, bestaat tevens het risico dat vossen de nachthokken binnendringen. Er zijn enkele gevallen bekend waarbij een vos belangrijke schade heeft aangericht doordat deze in een nachthok is terechtgekomen. Vorige jaren is tevens voor het betreffende gebied ontheffing verleend voor kunstlicht omdat sprake was van (dreiging) van belangrijke schade. In oktober 2004 is door een medewerker Flora- en faunawet van de provincie Utrecht onderzoek ingesteld bij 11 bedrijven, gelegen in het gebied waarop de aanvraag betrekking heeft en waarvan schadegegevens in de aanvraag vermeld stonden. Hier is rapport van opgemaakt. Vervolgens is een aantal gebieden geselecteerd in de omgeving van bedrijven waar op dat moment sprake was van dreiging van belangrijke schade en de bedrijfsleiders dit aannemelijk konden maken. Deze gegevens zijn gebundeld en in kaart gebracht. Op basis van aanvullende schadegegevens van de Faunabeheereenheid hebben wij een definitieve keuze gemaakt t.a.v. de begrenzing van gebieden waar sprake is van (dreiging van) belangrijke schade aan biologische kippenbedrijven en zgn. Freiland kippenbedrijven. In deze gebieden zal doden van vossen worden toegestaan met behulp van kunstlicht ter voorkoming van belangrijke schade aan pluimvee. Preventieve maatregelen. Bij vossenschade wordt het plaatsen van een deugdelijk raster aangemerkt als een preventieve maatregel om schade te voorkomen. De kosten van het plaatsen van een vossenwerend raster bij het in de ontheffing bedoelde type bedrijf zijn echter onevenredig hoog, zoals blijkt uit het advies van het Faunafonds. 2
De aanvraag afgewogen. In onderhavig geval biedt de landelijke vrijstelling, conform artikel 65, lid 1 onder a, van de Flora- en faunawet geen bevredigde oplossing om de schade te voorkomen. Preventieve maatregelen om schade te voorkomen zijn o.a.: - afschot op basis van de landelijke vrijstelling. In verband met het feit dat de vos voornamelijk nachtactief is blijkt dit niet voldoende effect te hebben. - plaatsen van een raster. De kosten hiervan blijken onevenredig hoog. Op basis hiervan concluderen wij dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat en er geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort door het verlenen van een ontheffing van het verbod op het doden met behulp van kunstlicht ter voorkoming van belangrijke schade aan pluimvee. V. Het advies van het Faunafonds Op 14 juli 2004 heeft het Faunafonds een generiek advies uitgebracht m.b.t. ontheffingverlening ter voorkoming van belangrijke schade aan (freiland)kippenbedrijven. Het bestuur van het Faunafonds stelt zich op het standpunt dat de pluimveehouder andere middelen (dan het plaatsen van rasters) geboden moeten worden om schade door vossen te voorkomen en te beperken. In het bijzonder is hierbij gedacht aan de mogelijkheid op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet ontheffing te kunnen krijgen om met gebruik van het geweer de predatiedruk van vossen in de omgeving van zijn bedrijf te verminderen. Voor een adequate schadebestrijding adviseert het Faunafonds de colleges van Gedeputeerde Staten van alle provincies om het gebruik van de ontheffing in de ruime omgeving (waarbij gedacht wordt aan enkele kilometers), rondom de bedrijven waar kippen volgens het Freilandsysteem gehouden worden, toe te staan. De in deze beschikking bedoelde vossenschadebestrijdingsgebieden vallen binnen dit criterium. VI. Bezwaar. Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten binnen zes weken na de datum van verzending. Hoofdstuk 6 (algemene bepalingen over bezwaar) en de afdelingen 7.1. en 7.2 (bijzondere bepalingen over bezwaar) van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing. Het adres is: Gedeputeerde Staten van Utrecht, t.a.v. de secretaris van de Awb-adviescommissie, postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Als bezwaar is gemaakt kan ook om een voorlopige voorziening worden gevraagd, als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de beslissing op het bezwaar kan worden gewacht. Het verzoek moet worden gedaan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Utrecht. Daarbij is een griffierecht verschuldigd. Titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. VII. Inwerkingtreding. Dit besluit treedt in werking op het moment van bekendmaking door uitreiking of verzending aan de aanvrager. Van het besluit wordt mededeling gedaan in een regionale krant en van besluiten op aanvraag van de Stichting Faunabeheereenheid Utrecht tevens in de Staatscourant. VIII. Overleg en informatie. Bij vragen of onduidelijkheden kunt u contact opnemen met de steller van de beschikking genoemd in het briefhoofd of met het serviceloket Groene Regelgeving, tijdens kantooruren bereikbaar onder nummer 030-2582382 of per e-mail: groeneregelgeving@provincie-utrecht.nl. Voor meer informatie verwijzen wij u naar www.provincie-utrecht.nl; E- Loket; E- vergunningen. 3
IX. Verzending. Dit besluit wordt verzonden aan de aanvrager van de ontheffing: De Stichting Faunabeheereenheid Utrecht, Postbus 870, 3900 AW Veenendaal. Een afschrift van dit besluit wordt toegezonden aan: a. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Directie Natuurbeheer, Flora- en faunawetgeving, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag; b. Groendesk Algemene Inspectiedienst ministerie van LNV, postbus 140, 3454 ZJ De Meern; c. Stichting De Faunabescherming, Amsteldijk Noord 135, 1183 TJ Amstelveen; d. Wildbeheereenheid De Schaffelaar, Bloemendaallaan 78, 3771 HW Barneveld; e. Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging, Postbus 1165, 3800 BD Amersfoort; f. Politie Regio Utrecht, politie milieudienst (PMD), postbus 549, 3800 BD Amersfoort; g. Politie Regio Utrecht, coördinator Bijzondere Wetten, postbus 8300, 3503 RH Utrecht; Gedeputeerde Staten voornoemd, namens hen, ir. A.M. van Oosterwijck, Teamleider Groen, Grond en Water. Bij dit besluit behoren onlosmakelijk de volgende bijlagen: 1. De ontheffingsvoorschriften en beperkingen. 2. Kaartje genaamd bijlage 6, vossenschadebestrijdingsgebieden I, II, III, IV en V. 4
BIJLAGE 1 Voorschriften en beperkingen verbonden aan het besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d., Afdeling Vergunningverlening, d.d. 12 mei 2009, nummer 2009INT242312. Naast de wettelijke voorschriften voortvloeiend uit de Flora- en faunawet verbinden wij aan deze ontheffing de volgende voorschriften en beperkingen: Schadesoort, ontheffingsduur, -periode(n) en tijdstip, locatie en preventieve maatregelen. 1. De ontheffing wordt verleend aan: de Stichting Faunabeheereenheid Utrecht, postbus 870, 3900 AW Veenendaal. 2. De ontheffing geldt voor het in bijlage 6 aangegeven gebied. 3. De ontheffing geldt uitsluitend voor het opsporen en doden met behulp van kunstlicht van de beschermde diersoort Vos (Vulpes vulpes), als uiterste middel ter bestrijding van (dreiging van) belangrijke schade. 4. De ontheffing geldt van 12 mei 2009 tot 1 maart 2014. 5. Van de ontheffing mag geen gebruik worden gemaakt op zondagen en erkende nationale feestdagen. Toegestane middelen. 6. De schadebestrijding mag uitsluitend plaats vinden met het middel geweer, nader gespecificeerd als: hagelgeweer en kogelgeweer en kunstlicht. Doorschrijven ontheffingen. 7. De ontheffinghouder mag het gebruik van de ontheffing schriftelijk toestaan aan individuele uitvoerders. Melding en rapporteren van acties. 8. Het melden en rapporteren moet plaatsvinden via de meld- en rapportagestructuur van 18 juli 2008 en zoals opgenomen in bijlage 6 van het Faunabeheerplan 2009-2014. 9. De uitvoerder van de actie meldt het voorgenomen gebruik van de ontheffing tenminste 24 uur van tevoren bij Gedeputeerde Staten in overeenstemming met de toelichting en het gevraagde op het procesformulier. De uitvoerder mag tegelijkertijd voorgenomen acties maximaal 4 weken vooruit melden. 10. De melding vindt bij voorkeur plaats per email: faunaschadebestrijding@provincie-utrecht.nl, of telefonisch: 030-2582769. 11. De uitvoerder van de actie dient tijdens de uitvoering hiervan het toegestuurde procesformulier bij zich te dragen evenals een schriftelijke, gedagtekende en ondertekende verklaring van de grondgebruiker, waarin deze toestemming verleent tot schadebestrijding op zijn grond, dit op eerste vordering van een daartoe bevoegde ambtenaar ter inzage te geven. 12. Binnen 48 uur na uitvoering van de actie of serie van acties, in het geval gemeld is voor een maximale periode van 4 weken, stuurt de uitvoerder het ingevulde procesformulier naar de ontheffinghouder. Het formulier dient volledig te zijn ingevuld en ondertekend door zowel de uitvoerder als de grondgebruiker, ook als de actie of serie van acties geen resultaat heeft gehad.
13. De ontheffinggebruiker dient voorafgaand en uiterlijk om 17.00 uur op de dag van toepassing daarvan melding te doen bij de plaatselijke politie. Overige voorschriften. 14. De uitvoerder mag zich in de uitvoering laten bijstaan door andere uitvoerders (in gezelschap). 15. De (doorgeschreven) ontheffing kan door Gedeputeerde Staten te allen tijde gemotiveerd worden ingetrokken, geschorst of gewijzigd.