Afdeling vergunningverlening

Transcriptie

1 Afdeling vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht Tel Fax Datum 20 juli 2009 Team Natuur en Landschap Nummer 2009INT Referentie R.Schuitemaker Uw brief van 17 december 2008 Doorkiesnummer Uw nummer Faxnummer Bijlage 1 adres rob.schuitemaker@provincie-utrecht.nl Onderwerp Beschikking schadebestrijding art. 68 Flora- en faunawet. Beslissing van gedeputeerde staten van Utrecht op de aanvraag d.d. 17 december 2008, van de Stichting Faunabeheereenheid Utrecht te Veenendaal, om ontheffing als bedoeld in artikel 68, lid 1 van de Flora- en faunawet (hierna de wet te noemen) van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 9 tot en met 18 en 72, vijfde lid van de wet. I. Besluit. Wij hebben besloten: 1. de gevraagde ontheffing te verlenen, voor de periode van 20 juli 2009 tot 1 maart 2014, onder de voorschriften en beperkingen vermeld in bijlage 1. II. Omschrijving van de aanvraag. U vraagt ontheffing aan in het belang van of ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen. Het betreft te verwachten belangrijke schade aan gewassen in de periode van 1 juli tot 15 augustus. De aanvraag heeft betrekking op het doden van de beschermde diersoort wilde eend (Anas plathyrhynchos). De gronden waarvoor de ontheffing is aangevraagd betreffen de percelen met gelegerd graan en aangrenzende percelen in het werkgebied van de Faunabeheereenheid Utrecht. Het betreft, gelet op ervaringen uit het verleden, te verwachten belangrijke schade. Het gaat om vraatschade veroorzaakt door eenden aan gelegerd graan. III. Procedure. De aanvragen zijn ontvangen op 18 december Ter voorbereiding van de beschikking is Afdeling van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. Op grond van artikel 68, lid 1 van de wet hebben wij het Faunafonds gehoord. Ingevolge artikel 68, lid 7 van de wet is het besluit bekendgemaakt aan de aanvrager door toezending en direct daarop mededeling daarvan gedaan in de Staatscourant en een regionale krant. Een afschrift van dit besluit is naar onze Minister gestuurd. Het provinciehuis is per openbaar vervoer vanaf Utrecht CS te bereiken 1via GVU-lijn 11 (richting De Uithof). Heeft u klachten? Provinciale klachtencommissie,

2 IV. Motivering. Beleid. In de periode van 15 augustus tot en met 31 januari zijn wilde eenden bejaagbaar. De wilde eend is geplaatst op de provinciale vrijstellingslijst voor grondgebruikers voor opzettelijk verontrusten op percelen waar schade dreigt of reeds voorkomt. Het is geen provinciale aandachtsoort. Preventieve maatregelen zijn in de meeste gevallen toereikend om de schade te voorkomen. In het voorjaar en de rijpingsfase van granen en maïs kunnen extra maatregelen noodzakelijk zijn. In verband met het feit dat in korte tijd belangrijke schade kan ontstaan, is snel optreden in genoemde situaties gewenst. Ontheffing op voorhand is mogelijk indien sprake is van (dreiging) van belangrijke schade (uit: Beleidsnota Flora- en faunawet provincie Utrecht, vastgesteld door Provinciale Staten op 19 mei 2008). In de provincie Utrecht doet zich verspreid over de provincie dreigende schade voor als gevolg van het massaal invallen van wilde eenden in rijpend graan. Om die reden worden jaarlijks vanaf 2002 voor een aantal wildbeheereenheden ontheffingen verleend voor het verjagen met ondersteunend afschot van wilde eenden in de periode van 1 juli t/m 15 augustus. Schade. In het Handboek Faunaschade van het Faunafonds staat vermeld dat wilde eenden met name in gelegerd graan belangrijke schade kunnen aanrichten. In artikel 9.1 van de beleidsregels schadevergoeding Faunafonds staat dat indien schade is aangericht door de provinciaal aangewezen soorten geen tegemoetkoming van schade wordt verleend. Zij gaat daarbij ervan uit dat door ontheffingverlening door de provincie, schade in de periode vóór 15 augustus, kan worden voorkomen. De laatste jaren zijn ontheffingen in de provincie Utrecht verleend en daardoor is geen belangrijke schade getaxeerd. Onder belangrijke schade wordt verstaan: schade van meer dan 250 per geval per bedrijf per jaar. De grens van belangrijke schade hanteren wij op basis van de grens die het Faunafonds stelt (Regeling vaststelling beleidsregels schadevergoeding Faunafonds). Preventieve middelen. Ten minste twee preventieve middelen, zoals genoemd in het Handboek Faunaschade van het Faunafonds moeten aantoonbaar zijn ingezet voordat gebruik gemaakt mag worden van deze ontheffing. Het gebruik van preventieve middelen als een knalapparaat of linten of vlaggen blijkt slechts gedurende een beperkte periode effect te hebben, doordat snel gewenning optreedt. De ontheffing afgewogen. Om de hiervoor genoemde redenen wordt deze ontheffing verleend. V. Het advies van het Faunafonds. Het Faunabeheerplan Utrecht is voor advies voorgelegd aan het Faunafonds. Het Faunafonds heeft positief gereageerd en adviseert Gedeputeerde Staten het Faunabeheerplan goed te keuren, omdat deze volgens haar een goede basis vormt om ontheffing te verlenen. VI. Bezwaar. Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij gedeputeerde staten binnen zes weken na de datum van verzending. Hoofdstuk 6 (algemene bepalingen over bezwaar) en de afdelingen 7.1. en 7.2 (bijzondere bepalingen over bezwaar) van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing. Het adres is: Gedeputeerde staten van Utrecht, t.a.v. de secretaris van de Awb-adviescommissie, postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Als bezwaar is gemaakt kan ook om een voorlopige voorziening worden gevraagd, als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de beslissing op het bezwaar kan worden gewacht. Het verzoek 2

3 moet worden gedaan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Utrecht. Daarbij is een griffierecht verschuldigd. Titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. VII. Inwerkingtreding. Dit besluit treedt in werking op het moment van bekendmaking door uitreiking of verzending aan de aanvrager. Van het besluit wordt mededeling gedaan in een regionale krant en van besluiten op aanvraag van de Stichting Faunabeheereenheid Utrecht tevens in de Staatscourant. VIII. Overleg en informatie. Bij vragen of onduidelijkheden kunt u contact opnemen met de steller van de beschikking genoemd in het briefhoofd of met het serviceloket Groene Regelgeving, tijdens kantooruren bereikbaar onder nummer of per groeneregelgeving@provincie-utrecht.nl. Voor meer informatie verwijzen wij u naar: E- loket, E- vergunningen. De handhaving van de voorschriften verbonden aan deze ontheffing worden door de toezichthouders en de buitengewone opsporingsambtenaren van de provincie Utrecht op naleving daarvan gecontroleerd. Deze ontheffing moet aan hen op hun verzoek kunnen worden getoond. IX. Verzending. Dit besluit wordt verzonden aan de aanvrager van de ontheffing: a. Stichting De Faunabeheereenheid Utrecht, postbus 870, 3900 AW Veenendaal; Een afschrift van dit besluit wordt toegezonden aan: b. Ministerie van LNV, Directie Natuurbeheer, Flora- en faunawetgeving, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag; c. Groendesk Algemene Inspectiedienst ministerie van LNV, postbus 140, 3454 ZJ De Meern; d. Stichting De Faunabescherming, Amsteldijk Noord 135, 1183 TJ Amstelveen; e. Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging, Postbus 1165, 3800 BD Amersfoort; f. Politie Regio Utrecht, Regionaal bureau Veldpolitie, postbus 549, 3800 AM Amersfoort; g. Politie Regio Utrecht, coördinator Bijzondere Wetten, postbus 8300, 3503 RH Utrecht; h. Vogelbescherming Nederland, postbus 925, 3700 AX Zeist; Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, ir. A.M. van Oosterwyck, teamleider Natuur en Landschap Afdeling Vergunningverlening Bij dit besluit behoren onlosmakelijk de volgende bijlagen: 1. De ontheffingsvoorschriften en beperkingen. 3

4 4

5 BIJLAGE 1 Voorschriften en beperkingen verbonden aan het besluit van gedeputeerde staten van Utrecht d.d. 20 juli 2009, Afdeling Vergunningverlening, nummer 2009INT Naast de wettelijke voorschriften voortvloeiend uit de Flora- en faunawet verbinden wij aan deze ontheffing de volgende voorschriften en beperkingen: Schadesoort, ontheffingsduur, -periode(n) en tijdstip, locatie en preventieve maatregelen. 1. ontheffing wordt verleend aan: de Faunabeheereenheid Utrecht, p.a. Postbus 870, 3900 AW Veenendaal (hierna de ontheffinghouder genoemd). 2. De ontheffing geldt voor: het doden van wilde eenden (Anas plathyrhynchos) als ondersteunende verjaagmethode, 3. De ontheffing geldt van 20 juli 2009 tot 1 maart 2014, voor de periode van 1 juli tot 15 augustus van een half uur voor zonsopkomst en één uur na zonsondergang. 4. Voor het doden van wilde eenden als ondersteunende verjaagmethode, geldt als schadebestrijdingsgebied alleen de schadegevoelige percelen met gelegerd graan en direct daaraan grenzende percelen. 5. Per verjaagactie, zijnde een afzonderlijke en bij herhaling in te zetten actie die tot doel heeft de betreffende soort te verjagen, mogen niet meer dan twee wilde eenden worden gedood. 6. Tot het doden van wilde eenden, mag slechts worden overgegaan nadat tenminste twee preventieve maatregelen, zoals genoemd in het Handboek Faunaschade van het Faunafonds, aantoonbaar zijn ingezet. 7. Van de ontheffing mag geen gebruik worden gemaakt op zondagen en erkende nationale feestdagen. Toegestane middelen. 8. De schadebestrijding mag uitsluitend plaats vinden met het middel geweer, nader gespecificeerd als: hagelgeweer en kogelgeweer (kaliber.22). 9. Het is niet toegestaan het middel geweer te gebruiken vanaf of vanuit een gemotoriseerd voer- of vaartuig. 10. Gebruik van levende, dode of kunstmatige lokvogels is verboden. Doorschrijven ontheffingen. 11. De ontheffinghouder mag het gebruik van de ontheffing schriftelijk toestaan aan individuele uitvoerders en wildbeheereenheden, waarvan het werkgebied geheel of gedeeltelijk ligt in de provincie Utrecht. 12. De wildbeheereenheid mag binnen haar werkgebied het gebruik van de ontheffing schriftelijk toestaan aan individuele uitvoerders, die tevens jachtaktehouder zijn.

6 13. Voor het verkrijgen van een doorgeschreven ontheffing moet een schriftelijk verzoek worden ingediend met een motivering gericht op het voorkomen van belangrijke (dreigende) schade dan wel populatiebeheer. Als deze ontheffing op basis van het Faunabeheerplan is verstrekt, kan voor de motivering naar dat plan worden verwezen. 14. De verzoeken en de op basis daarvan doorgeschreven ontheffingen zijn lopende de geldingsduur op verzoek van Gedeputeerde Staten in te zien 15. De doorgeschreven ontheffing is niet langer geldig dan maximaal één jaar na afgifte. 16. De wildbeheereenheid stuurt de Faunabeheereenheid elke eerste maandag van de maand een overzicht van de individuele uitvoerders waaraan de ontheffing is doorgeschreven. Het overzicht bevat een indeling per ontheffing met daaronder telkens vermeld: de afloopdatum, jachtaktenummer, naam, adres, woonplaats, telefoon en indien beschikbaar adres. 17. De Faunabeheereenheid stuurt analoog aan voorschrift 17 aan de desbetreffende wildbeheereenheden een overzicht van aan anderen dan de wildbeheereenheid doorgeschreven ontheffingen. Melding en rapporteren van acties. 18. Het melden en rapporteren moet plaatsvinden via de meld- en rapportagestructuur van 18 juli 2008 en zoals opgenomen in bijlage 6 van het Faunabeheerplan De uitvoerder van de actie meldt het voorgenomen gebruik van de ontheffing tenminste 24 uur van tevoren bij Gedeputeerde Staten in overeenstemming met de toelichting en het gevraagde op het procesformulier. De uitvoerder mag tegelijkertijd voorgenomen acties maximaal 4 weken vooruit melden. De melding vindt bij voorkeur plaats per faunaschadebestrijding@provincie-utrecht.nl Of per telefoon: De uitvoerder dient zich er, voor tot de actie wordt overgegaan, van te vergewissen dat de vereiste preventieve middelen daadwerkelijk zijn ingezet. 21. De uitvoerder van de actie dient tijdens de uitvoering hiervan het toegestuurde procesformulier bij zich te dragen evenals een schriftelijke, gedagtekende en ondertekende verklaring van de grondgebruiker, waarin deze toestemming verleent tot schadebestrijding op zijn grond, dit op eerste vordering van een daartoe bevoegde ambtenaar ter inzage te geven. 22. Binnen 48 uur na uitvoering van de actie of serie van acties, in het geval gemeld is voor een maximale periode van 4 weken, stuurt de uitvoerder het ingevulde procesformulier naar de ontheffinghouder. Het formulier dient volledig te zijn ingevuld en ondertekend door zowel de uitvoerder als de grondgebruiker, ook als de actie of serie van acties geen resultaat heeft gehad. Overige voorschriften. 23. De gedode wilde eenden dienen ter voorkoming van verspreiding van ziekten, zo spoedig mogelijk op een wettelijk toegestane en vereiste wijze worden geruimd. Het vervoer van de gedode dieren moet zodanig plaatsvinden dat deze niet vanaf openbare plaatsen rechtstreeks zichtbaar zijn. 24. Ringen die zich eventueel bevinden aan gedode vogels moeten door de uitvoerder direct naar het Vogeltrekstation, Postbus 40, 6666 ZG Heteren worden gezonden onder vermelding van plaats en datum van het afschot. 25. De uitvoerder mag zich in de uitvoering laten bijstaan door andere uitvoerders (in gezelschap).

7 26. De (doorgeschreven) ontheffing kan door Gedeputeerde Staten te allen tijde gemotiveerd worden ingetrokken, geschorst of gewijzigd. Indien het gebruik van de ontheffing plaatsvindt in of nabij een Natura 2000 gebied en dit gebruik de kwaliteit van de habitats kan verslechteren of een significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen, is een vergunning op basis van de Natuur-beschermingswet 1998 vereist. Ook voor handelingen die mogelijk schadelijke gevolgen hebben voor beschermde natuurmonumenten kan een vergunning vereist zijn. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Provincie Utrecht, of