Met de voetjes aan elkaar gebonden

Vergelijkbare documenten
Herhalingsoefenigen FUNCTIES EERSTEGRAADSFUNCTIES

Examen VWO. Wiskunde B Profi

Voorbeeldtentamen Wiskunde B

wiskunde B pilot vwo 2017-II

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 21 juni uur

Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-II

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen

WISKUNDE 3 PERIODEN EUROPEES BACCALAUREAAT DATUM : 8 juni 2006 ( s morgens) DUUR VAN HET EXAMEN : 3 uur (180 minuten) TOEGESTANE HULPMIDDELEN :

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 19 december Aantal opgaven: 5

Eindexamen havo wiskunde B pilot I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

WISKUNDE 5 PERIODEN. DATUM : 4 juni Formuleboekje voor de Europese scholen Niet-programmeerbare, niet-grafische rekenmachine

PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur

10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

Eenparige rechtlijnige beweging

sin 1 sin cos sec tan.sin sin cos cos cos cos cos

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2005-I

Examen VWO. wiskunde B1,2

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Voorbeeldtentamen Wiskunde B

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B vwo 2016-I

wiskunde CSE GL en TL

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo I

3 Bijzondere functies

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

Zomercursus Wiskunde. Module 7 Poolcoördinaten (versie 22 augustus 2011)

0.25x. Het buitengebied - vanuit elk punt kun je twee raaklijnen tekenen - bevat twee oplossingen. De parabool zelf staat voor één oplossing.

leeftijd kwelder (in jaren)

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

Examen Rekenen en Wiskunde

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Naam:... Studentnummer:...

Tips en tricks nr. 50: teken een hoofd van een dier (monster).

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-II

wiskunde B pilot havo 2015-II

Docentenversie. Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief. snelheid (m/s)

1 Inleiding. Zomercursus Wiskunde. Poolcoördinaten (versie 27 juni 2008) Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

WISKUNDE 3 PERIODEN EUROPEES BACCALAUREAAT DATUM : 4 juni 2010 DUUR VAN HET EXAMEN : TOEGESTANE HULPMIDDELEN : OPMERKINGEN : Geen

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-II

Rekenen met variabelen het gebruik van de r-toets

6 Ongelijkheden. Verkennen. Uitleg. Theorie en voorbeelden. Los het probleem rond de huur van een kopieermachine op.

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B havo 2018-I

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

13.1 De tweede afgeleide [1]

BOEING 777 VERSUS F-16

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2004-II

Examen VWO. wiskunde B1

Eenparige rechtlijnige beweging

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

Hoe werk je met het projectenboek?

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Werk het Practicum Functies en de [GR] door tot aan Families van functies. Onthoud alvast de uitdrukking karakteristieken van een functie.

Lineaire verbanden. 4 HAVO wiskunde A getal en ruimte deel 1

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-II

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 7 Blok 6. Van...

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Eliminatie van parameters en substitutie met computeralgebra

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

wiskunde B vwo 2015-II

Opdracht 1 bladzijde 8

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

WISKUNDE 5 PERIODEN. DATUM : 8 juni 2009

Hoe groot is de kans?

Examen HAVO. wiskunde B1,2

1 Cartesische coördinaten

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2002-I

Let op: Indien van toepassing: schrijf berekeningen bij de opdrachten. Gebruik bij de tekeningen een passer en geodriehoek/hoekmeter.

44 De stelling van Pythagoras

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden

Transcriptie:

Met de voetjes aan elkaar gebonden Frauke en Freya zijn dikke vriendinnen en gaan elke zondag trouw naar de jeugdbeweging. Eén van de spelletjes van vandaag trekt onze aandacht. De vriendinnen worden aan de voeten vastgebonden met een elastiek van 10 meter, die kan worden uitgerekt tot een lengte van 30 m. Ze moeten trachten zover mogelijk te stappen. Ze bewegen zich elk in een verschillende richting zoals aangegeven in de figuur. Frauke loopt tegen 3 meter per seconde en Freya tegen 2 meter per seconde. In wat volgt gaan we op zoek naar de lengte van het elastiek in functie van de tijd, de posities van de meisjes, de hoek die het elastiek vormt als hij het lokaal raakt, 1. Simuleren Met het onderstaand groepswerk proberen we het probleem eerst te simuleren en op die manier antwoorden te schatten. Je vindt hieronder het domein waar Freya en Frauke spelen op schaal getekend. Elk vierkantje stelt 1m op 1m voor. 1

Neem twee potloden en een elastiek. Bind het elastiek tussen twee potloden zodanig dat hij op schaal 30 m lang is in uitgerekte positie. Tussen de twee potloden moeten er dus 30 vierkantjes zitten. De vier groepsleden hebben een taak: één leerling speelt de klok en telt de seconden (1, 2, 3, ), twee anderen nemen elk een potlood en laten het potlood bewegen op de figuur volgens de juiste snelheid en de laatste houdt een potlood op de hoek van het lokaal die rechts onder op de figuur is. Beantwoord nu de volgende vragen: 1. Bepaal het tijdsinterval van 1 seconde waarin het elastiek gespannen staat net voor hij uitgerekt wordt. 2. Plaats een potlood op de rechterhoek vooraan van het lokaal en bepaal wanneer het elastiek het lokaal raakt. 3. Houd het vierde potlood op de rechterhoek en bepaal wanneer het elastiek volledig uitgerekt is. Waar bevinden de meisjes zich nu? 2. Voorspellen en berekenen Wanneer raakt het elastiek het lokaal? Gebruik opnieuw de bovenstaande figuur. 1. Duid de richtingen waarin de meisjes zich begeven aan op het plan. Teken pijltjes met de bijbehorende namen. 2. De bovenstaande tekening doet ons aan een cartesiaans assenstelsel denken. Kies als oorsprong het vertrekpunt van de meisjes en duid de x- en y-as aan. Geef voor- en nadelen voor de keuze van de oorsprong. 3. De gegevens vertellen je dat Freya begint te lopen tegen een snelheid van 2 m/s en Frauke tegen 3 m/s. Bepaal hiermee de coördinaten van Freya en Frauke op de tijdstippen aangegeven in onderstaande tabel. Tijd (in seconden) Coördinaten Freya Coördinaten Frauke 1 2 4 t 4. a. Bereken wanneer het elastiek gespannen staat, net voor hij uitgerekt wordt. b. Geef de coördinaten van de meisjes op dit moment. 5. Je voorspelde reeds wanneer het elastiek het lokaal zal raken. Teken deze situatie op de vorige figuur. Met gelijkvormige driehoeken kan je nu het exacte tijdstip waarop het elastiek het lokaal raakt, berekenen. Doe het. 6. Bepaal het functievoorschrift l(t) voor de lengte van het elastiek in functie van de tijd tot het moment dat het elastiek het lokaal raakt. Stel nu dat Freya op het moment dat het elastiek het lokaal raakt, stopt en dat Frauke doorstapt. We willen dan weten wanneer het elastiek in deze situatie volledig uitgerekt is. 2

7. Schets in drie kleuren het elastiek en de posities van Freya en Frauke op de momenten t = 5 s, t = 5,83 s, t = 7 s op de onderstaande figuur. Vergeet niet dat Freya stopt met wandelen als het elastiek het lokaal raakt. 8. Vul de onderstaande tabel in waarbij je de lengte van het elastiek bepaalt. Tijd in seconden 5 5,83 7 t (t > 5,83) Lengte van het elastiek 9. a. Bepaal wanneer het elastiek maximaal uitgerekt is. (De maximale lengte is 30 m.) b. Waar is Frauke dan? In de volgende fase gaan we ervan uit dat zowel Freya als Frauke blijven verder wandelen als het elastiek het lokaal raakt en willen we opnieuw berekenen wanneer het elastiek volledig is uitgerekt. 3

10. Schets het elastiek en de posities van Freya en Frauke op de momenten t = 5,83 s, t = 7 s op de onderstaande figuur. 11. Vul de onderstaande tabel in waarbij je de lengte van het elastiek bepaalt. Tijd in seconden 5,83 7 t (t > 5,83) Lengte van het elastiek in meter 12. Om te bepalen wanneer het elastiek volledig uitgerekt is, moeten we een irrationale vergelijking oplossen. a. Stel deze vergelijking op. b. Los de vergelijking op gebruik makend van je grafische rekenmachine of van Derive. c. Bepaal de posities van Frauke en Freya op dat moment. 13. Geef nu een (meervoudig) functievoorschrift voor de lengte van het elastiek voor 0 < t < 8,06. 4

Hoeken Als het elastiek het lokaal raakt wordt een hoek gevormd die groter is dan 180, zoals je merkt in de onderstaande figuur: 14. De hoek a(t) kan geschreven worden als een som van drie hoeken. Schets ze op de figuur. 15. Stel het functievoorschrift op van de functie a(t) die de hoek uitdrukt in functie van de tijd. 16. Teken deze functie met je grafisch rekentoestel (of Derive) en bepaal de grootst mogelijke hoek die kan gevormd worden. (Kies eerst een goed venster!) 5