1. Beschrijving plan en afbakening plangebied Karakteristieken van het plan... 6

Vergelijkbare documenten
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

onderzoek naar de noodzaak tot milieueffectrapportage (plan-mer screening)

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Provincieraadsbesluit

Stad Tielt Verzoek tot raadpleging

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Project-m.e.r.-screening

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

afbakening zeehavengebied Antwerpen

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Project-m.e.r.-screening

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

PLAN-MER-SCREENING. Onderzoek tot milieueffectrapportage voor RUP Victor De Witstraat Aanvraag beslissing dienst MER Gemeente Bornem.

Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan?

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking

Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR

Provincieraadsbesluit

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

naam: gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse datum: 17/07/2000 met bestemming:

adviezen n.a.v. planmer-screening

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel

RUP MOLENBEEK SPORT & RECREATIE

Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

Onderzoek naar de noodzaak tot milieueffectrapportage (Plan MER screening) juni 2009

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Stad Roeselare gedeeltelijke herziening BPA Kazand-West Verzoek tot raadpleging

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

Kaart 36: plangebied en omgeving grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 37: plangebied en omgeving infiltratiegevoelige gebieden Kaart 38:

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

RUP hoek Haringstraat-Vondelstraat Gedeeltelijke wijziging van RUP Landelijk gebied rond Bavikhove en Hulste. Maart 2014, definitieve vaststelling

23016_D_0157_H_011_00

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 december 2016

Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

Onderzoek naar de noodzaak tot milieueffectrapportage (Plan MER screening) juli 2009 aangepaste versie

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Gemeente WEVELGEM: RUP 3-1 Menenstraat-Noord

23016_D_0145_X_003_00

RUP Bavikhove Dorp West. Publieke raadpleging tem Informatievergadering

Workshop C Van advies naar waterparagraaf

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

Vastgoedinformatie IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED 1/6. Telefoon

Besluit van de Deputatie

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP WAR 04 Sint-Eloois-vijve Molenstraat

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof

23070_E_0141_V_000_00

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Het bodemdecreet, in voege sinds 1 juni 2008, voorziet niet dat er door de OVAM advies wordt verleend bij de opmaak van BPA s en/of MER-studies.

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

gemeentegrens grens RUP Antropogeen Nat zand Vochtig zand Droog zand Nat zandleem Vochtig zandleem Droge zandleem RUP Olieberg Bodemkaart Kaart x

Gemeentebestuur Tessenderlo Markt z/n 3980 Tessenderlo tel: fax: Website: SCHOOT

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 april 2015

BETREFT: plan MER screening

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

afbakening zeehavengebied Antwerpen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

RUP LOKAAL BEDRIJVENTERREIN RUMMEN

Betreft: Advies over de planmer-screening met betrekking tot wijziging RUP zonevreemd bedrijf Nieuwmoer te Kalmthout Aanvrager: gemeente Kalmthout

PRUP Regionaal bedrijventerrein Jagersborg te Maaseik - Herziening RUP's. Kaart 1 Situering

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG

Oostende - Middenkust

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck

Overzicht uitgebracht adviezen screening PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2

Provincieraadsbesluit

INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

meldings- en vergunningsplicht

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 september 2016

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Transcriptie:

onderzoek naar dee noodzaak tott milieueffectrapportage (plan-m( ER screening) RUP doornlaar-oost gemeentee bonheiden januari 2012 VERZOEK TOT RAADPLEGINGG

Inhoud 1. Beschrijving plan en afbakening plangebied... 3 2. Karakteristieken van het plan... 6 3. Voorgenomen wijzigingen ten opzichte van het geldend plan en de bestaande toestand... 8 4. Afbakening van het toepassingsgebied en de plan-mer-plicht... 9 5. Gevoeligheden van het plangebied en potentiële effecten... 11 6. Toetsing of een passende beoordeling relevant is... 17 7. Motivatie waarom er geen plan-mer wordt opgemaakt... 17 8. Verzoek tot raadpleging van de adviesinstanties... 17 Kaartenlijst kaart 1.3.1: situering plangebied... 4 kaart 2.3.1: voorstel van grafisch plan... 7 kaart 5.4.1: biologische waarderingskaart... 13 kaart 5.5.1: uittreksel landschapsatlas... 13 kaart 5.6.1: bodemkaart... 14 kaart 5.7.1: atlas van de waterlopen en overstroomde gebieden... 15 colofon project: RUP doornlaar-oost opdrachtgever: GEMEENTE BONHEIDEN opdrachtnemer: OMGEVING cvba uitbreidingstraat 390 2600 berchem-antwerpen t 03 448 22 72 f 03 440 13 93 2

1. Beschrijving plan en afbakening plangebied 1.1. Opbouw van dit dossier Dit plan-mer-screeningsdossier is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1 behelst de aanleiding en opzet van het RUP, de beschrijving van het plan en de situering van het plangebied. Het 2 de hoofdstuk geeft de karakteristieken van het plan weer. Hoofdstuk 3 schetst de voorgenomen wijzigingen ten opzichte van het geldend plan en de bestaande toestand, met de mogelijke alternatieven. In een 4 de hoofdstuk wordt het toepassingsgebied afgebakend. Hoofdstuk 5 beschrijft, analyseert op hoofdlijnen en beoordeelt de mogelijke effecten van het RUP op de relevante disciplines. Hoofdstuk 6 behandelt de toetsing van de relevantie van een passende beoordeling. Hoofdstuk 7 bundelt de informatie uit de vorige hoofdstukken en motiveert waarom het gemeentebestuur de opmaak van een planmilieueffectenrapport (plan-mer) voor dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan niet noodzakelijk acht. Het laatste hoofdstuk bevat het verzoek tot raadpleging van de adviesinstanties. 1.2. Aanleiding en opzet Voorliggende nota betreft het verzoek tot raadpleging voor het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Doornlaar-oost in de gemeente Bonheiden. De opmaak van dit RUP gebeurt in uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, dat definitief werd goedgekeurd door de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen op 24 mei 2006. De opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeente is impliciet aangekondigd in de bindende bepalingen nr. 18 en 19. Bindende bepaling nr. 18: De gemeente maakt een ruimtelijk uitvoeringsplan op voor de omvorming van het gebied voor milieubelastende industrie gelegen aan Gestelhoflei tot een hoogwaardig lokaal bedrijventerrein. Voor de opmaak van dit ruimtelijk uitvoeringsplan treedt zij in overleg met de gemeente Sint-Katelijne-Waver. Het ruimtelijk uitvoeringsplan voorziet tevens een beperkte uitbreiding van het lokaal bedrijventerrein in bosgebied. De gemeente zal het aansnijden van het bosgebied compenseren door gelijktijdig in een ruimtelijk uitvoeringsplan de niet ontwikkelde achterliggende percelen ten zuiden van Doornlaarstraat te herbestemmen tot een open ruimte functie. De gemeente herziet met een ruimtelijk uitvoeringsplan het bestaand BPA Doornlaar voor het resterend deel van de bedrijvenzone in functie van een kwalitatieve ontwikkeling en een verzorgde inpassing in de omgeving. Bindende bepaling nr. 19: De gemeente maakt een ruimtelijk uitvoeringsplan op voor de zonevreemde bedrijven in de gemeente. De oppervlakte van zonevreemde uitbreidingsmogelijkheden wordt eveneens gecompenseerd door de in de bindende bepaling 18 geplande omzetting van niet ontwikkelde percelen naar een open ruimte functie. Ruimtelijke uitvoeringsplannen vallen onder de toepassing van de plan-mer regelgeving. Met dit verzoek tot raadpleging wordt een onderzoek tot MER opgestart. 3

1.3. Situering kaart 1.3.1: situering plangebied Het plangebied van het voorstel tot ruimtelijk uitvoeringsplan Doornlaar-oost is gesitueerd aan de oostrand van de gemeente Bonheiden en ten noorden van de Vlaams-Braba antse gemeente Keerbergen. Het gebied heeft een oppervlakte van 2, 16 ha. figuur 1: afbakening plangebied Het plangebied beslaat slechts twee percelen gelegen achter de woningen inn Bakestraat en Doornlaarstraat, en is bereikbaar via een private wegg vanuit Doornlaarstraat. Dee private weg is met bomen omzoomd en loopt tussen beide percelen door van noord naar zuid. Het deel ten oosten van de weg omvat een bosfragment dat verder uitloopt naar Bakestraat. Het deel ten westen wordt gebruikt als akker. Het geheel sluit naar het zuidwesten aan op een halfopen landbouwlandschap met bosstroken. 1.4. Nulalternatief De ontwikkelingen die in het plangebied van het RUP mogelijk zijn, zonder dat d het RUP in werking treedt, betreffen de realisatie van eenn gebied voor kleine en e middelgrote ondernemingen zoals vastgesteld in het BPA Meiboomstraat, goedgekeurd bij MB van 1 oktober 1985. Het BPA bestemt een 71,98 ha groot gebied van Raambeek tot en met Donkerstraatt en voorziet volgende bestemmingen: vrijstaande bebouwing: langs Donkerstraat, Meiboomstraat, Doornlaarstraa t en Bakestraat zijn vrijstaande woningen opgenomen agrarische bestemming: de landbouwpercelen in het plangebied worden bevestigd kleine en middelgrote ondernemingen: twee gebieden langs Doornlaarstraatt zijn aangeduid voor bedrijvigheid, slechts een gedeelte is door bedrijvigheid in gebruik sportvelden: een zone tussen Doornlaarstraa at en Meiboomstraat is bestemd voor sportterreinen, deze zijn (nog) niet gerealiseerd 4

1 bosgebied: tussen het gebied voor sportvelden enn een strook langs Doornlaarstraat, is een bestaande bosstrook aangeduid. a van vrijstaande woningenn RUP R Doornlaar-oost figuur 2: BPA Meiboomstraat Het RUP Doornlaar-oost voorziet in een wijziging vann de huidige bestemming van v de meest zuidelijk gelegen percelen in het gebied voor kleine en middelgrote ondernemingen. 5

2. Karakteristieken van het plan 2.1. Aanleiding van het plan De gewenste ruimtelijk-economische structuur gaat uit van een positionering van Bonheiden als een gemeente in het buitengebied met een beperkte rol inzake bedrijvigheid. De gemeente erkent het verspreid voorkomen van lokale bedrijvigheid op haar grondgebied. Hoewel deze bedrijven een belangrijke economische rol spelen, wenst de gemeente deze bedrijvigheid omwille van de ruimtelijke context niet verder uit te breiden, maar wel landschappelijk te integreren in de omringende open ruimte. Een uitwerking van die gewenste structuur betreft de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde bedrijven dat een ruimtelijk-juridisch kader vormt om de zonevreemdheid van een aantal bedrijven op te heffen. Het plan biedt rechtszekerheid aan bedrijven die onder bepaalde voorwaarden kunnen blijven bestaan. Het creëert tegelijkertijd randvoorwaarden voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling zoals de integratie van het bedrijf in de open ruimte. Deze actie is opgenomen in bindende bepaling nr.19. Bonheiden is echter in het oorspronkelijk Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA) geselecteerd als gemeente met een hoofddorp type III. Door deze selectie kunnen geen uitbreidingen van bestaande bedrijven worden voorzien tenzij er wordt gecompenseerd. De gemeente heeft deze compensatie bindend opgenomen in haar structuurplan, onder andere bij het bestendigen van bestaande zonevreemde bedrijven. De gedeeltelijke herziening van het RSPA maakt een uitbreiding nu wel mogelijk, maar dit moet worden geoperationaliseerd door een herziening van het structuurplan Bonheiden. Dit is tot op heden nog niet gebeurd. Bindende bepaling nr. 19 wijst dan ook op een compensatie van de oppervlakte van de zonevreemde uitbreidingsmogelijkheden door de in de bindende bepaling nr. 18 geplande omzetting van niet ontwikkelde percelen naar een open ruimte functie. Het betreft een bestaande niet-ingevulde KMO-zone aan Doornlaarstraat. De omzetting waarvan sprake in bindende bepaling nr.18, heeft zowel een compensatie van de zonevreemde uitbreidingsmogelijkheden als een compensatie van de uitbreiding van het bedrijventerrein Gestelhoflei tot doel. In voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan wordt enkel voor de zonevreemde bedrijven een compensatie voorzien. 2.2. Doelstelling Het RUP Doornlaar-oost betreft een herbestemming van niet ontwikkelde bedrijfspercelen aan Doornlaarstraat. Volgens het gewestplan is dit gebied gelegen in een zone bestemd voor kleine en middelgrote ondernemingen. Het doel van de herbestemming is de oppervlakte aan bijkomende bedrijventerreinen in het RUP zonevreemde bedrijven te compenseren. Het RUP wil daarbij de bestaande toestand van de percelen bevestigen en de kwaliteit ervan versterken. Zo worden de bestaande open ruimte functies juridisch vastgelegd. Aanvullend zullen de bestemmingsvoorschriften specifieke aandacht schenken aan de landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten. 6

2.3. Voorstel van grafisch plan kaart 2.3.1: voorstel van grafisch plan Volgende nieuwe bestemmingszones, die de bestemmingen en voorschriften van het huidig BPA Meiboomstraat voor de desbetreffende percelen volledig vervangen, worden in het grafisch plan van het RUP gehanteerd: artikel 1 - agrarisch gebied artikel 2 - bosgebied Het grafisch plan betreft een bestendiging van de bestaande toestand. 2.4. Mogelijke alternatieven Buiten het nulalternatief zijn er geen andere alternatieven, aangezien het nemen van andere beleidsopties in deze ruimtelijke uitvoeringsplannen in strijd zou zijn met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zoals goedgekeurd door de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen op 24 mei 2006. 7

3. Voorgenomen wijzigingenn ten opzichte van v hett geldend plan en de bestaande toestandd 3.1. Voorgenomenn wijzigingen huidige toestand geldende plannen visie voorgenomen plan Het ruimtelijk uitvoeringsplan wijzigt de huidige bestemming van het plangebied. Op de 2 percelen waar zich momenteel kleine en middelgrotee ondernemingen zouden kunnen vestigen, is bij het in voege treden van voorliggend plan, geen bedrijvigheid meer toegelaten. De bestaande toestand wordt in het RUP bevestigd. De oostelijke zijde van de private weg krijgt de bestemming bosgebied, de westelijke zijde agrarisch gebied. De private wegg middenin kan blijven bestaan. 3.2. Ruimtebalans Voorliggend RUP heeft volgende ruimtebalans als gevolg: tabel 1: ruimtebalans tussen geldende plannen (BPA)) en voorgenomen plan (RUP) bestemmingscategoriee totaal BPA ( ha) totaal RUP (ha) totaal balans plannen (ha) 1 wonen 2 bedrijvigheid 2,162-2,16 3 recreatie 4 landbouw 5 bos 1,22 0,94 +1,22 +0,94 6 reservaat en natuur 7 overig groen 8 lijninfrastructuur 9 gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen 10 ontginning en waterwinning TOTALE OPPERVLAKTE PLANGEBIED 2,162 2,16 0 8

4. Afbakening van het toepassingsgebied en de plan-mer-plicht 4.1. Definitie van plan of programma Enkel plannen die voldoen aan volgende definitie vallen onder de bepalingen van het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.) en zijn bijgevolg onderworpen aan de plan-mer-plicht. De definitie van plan of programma bevat drie voorwaarden die tegelijkertijd moeten vervuld worden. Het betreft volgende voorwaarden: 1. decretale of bestuursrechtelijke bepalingen moeten voorschrijven dat een plan of programma wordt opgesteld en/of vastgesteld 2. het moet gaan om een plan of programma dat door een instantie op regionaal, provinciaal of lokaal niveau is opgesteld 3. het plan of programma moet via een wetgevingsprocedure door het parlement of de regering worden vastgesteld of door een instantie (regionaal, provinciaal of lokaal niveau) worden vastgesteld. De Vlaamse codex Ruimtelijke ordening schrijft de opmaak en de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor. Het RUP wordt opgemaakt op initiatief van de gemeente Bonheiden. Een gemeentelijk RUP wordt vastgesteld door de gemeenteraad en goedgekeurd door de deputatie. Het RUP Doornlaar-oost valt derhalve onder de definitie van plan of programma. 4.2. Toepassingsgebied Het betrokken plan of programma valt onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M. Het toepassingsgebied wordt in twee categorieën van plannen en programma s opgesplitst: plannen of programma s, of de wijziging ervan, die het kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project; plannen of programma s, of de wijziging ervan, waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling is vereist uit hoofde van artikel 36ter, 3, eerste lid van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. Het RUP vormt het kader op basis waarvan stedenbouwkundig vergunningen zullen worden toegekend, zodoende is ook aan deze voorwaarde voldaan. 4.3. Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer Sommige plannen en programma s zijn van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht. Zelfs zonder voorafgaande toetsing wordt vermoed dat deze plannen en programma s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Het betreft plannen en programma s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd: een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten of voor een project opgesomd in de bijlage bij Omzendbrief LNE 2011/1-22 juli 2011, en/of waarvoor een passende beoordeling is vereist uit hoofde van artikel 36ter 3 eerste lid van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu 9

niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, 2, 1 D.A.B.M.). Het ruimtelijk uitvoeringsplan heeft betrekking op de ruimtelijke ordening, maar vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Het regelt het gebruik van een gebied op lokaal niveau en het betreft een bestendiging van de bestaande toestand. Conclusie: het RUP valt niet van rechtswege onder de plan-mer-plicht. 4.4. Beoordeling of het plan aanzienlijke landsgrens- of gewestgrensoverschrijdende milieueffecten kan hebben Er worden geen effecten verwacht die de lands- of gewestgrens zullen overschrijden gezien het voorliggend plan een klein gebied (2,16 ha) op lokaal niveau betreft. Het is trouwens op grote afstand van de lands- of gewestgrens gelegen en het gaat om de bevestiging van de huidige toestand. 10

5. Gevoeligheden van het plangebied en potentiële effecten Dit hoofdstuk beschrijft, analyseert op hoofdlijn en beoordeelt, waar nodig op basis van de beschikbare informatie en studies, de mogelijke effecten van de nieuwe projecten en ontwikkelingen die het RUP Doornlaar-oost zal toelaten/verplichten ten opzichte van de huidige bestemming volgens het gewestplan. Volgende (MER)disciplines komen hierbij aan de orde: mens: ruimtelijk functionele aspecten mens: mobiliteit mens: hinder en risico s fauna en flora landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie bodem water lucht en klimaat geluid energie- en grondstoffenvoorraad stoffelijke goederen de samenhang tussen de genoemde factoren. Het accent ligt daarbij evident op deze disciplines waar mogelijk de meeste nadelige gevolgen van de nieuwe opties in het RUP ten opzichte van het gewestplan zich kunnen manifesteren (welke ook uitvoeriger worden besproken). 5.1. Discipline mens: ruimtelijk functionele aspecten Beschrijving en analyse Het plangebied is gelegen in het BPA nr. 19 Meiboomstraat, goedgekeurd bij MB van 1 oktober 1985 en is bestemd voor kleine en middelgrote ondernemingen. De belangrijkste huidige functie die in het plangebied voorkomt is open ruimte onder de vorm van kleinschalige landbouw, bos en natuur. In de bestaande toestand is het perceel ten westen van de private weg in gebruik als akker, het perceel ten oosten van de weg omvat een bosfragment. Het geheel sluit aan op een deels open landbouwlandschap met bosstroken. Beoordeling Ten gevolge van het RUP zullen geen bestaande functies verdwijnen en komen er geen nieuwe functies bij. Het RUP bestendigt de huidige functies. De mogelijkheid om kleine en middelgrote ondernemingen in het gebied te vestigen wordt definitief geschrapt. Doordat het plan grotendeels de huidige toestand bevestigt, wordt er geen bijkomende hinder, van bijvoorbeeld schaduw, licht, geluid of gevaarlijke inrichtingen, verwacht ten opzichte van bestaande functies. Doordat het plan veel aandacht vestigt op de landschapskenmerken, zal dit de belevingswaarde op een positieve manier beïnvloeden. 11

Het RUP Doornlaar-oost heeft geen grondige wijzigingen ten opzichte van het ruimtelijk functioneren tot gevolg. Het RUP heeft dus geen negatieve impact op de ruimtelijk functionele aspecten. 5.2. Discipline mens: mobiliteit Beschrijving en analyse Doorheen het plangebied loopt een enkele private weg die van noord naar zuid leidt en die in het landschap eindigt. Er zijn geen zwarte punten. Er bevinden zich geen openbare vervoerroutes in de omgeving van RUP. Beoordeling Eén van de belangrijkste bestemmingen binnen het huidig BPA Meiboomstraat, die gevolgen zou kunnen hebben voor de mobiliteit, betreft de zone voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze bestemming, die mobiliteit zou kunnen genereren, wordt verhinderd en de huidige open ruimte functies bos en landbouw worden bevestigd. Gezien er geen openbaar vervoerroutes doorheen of in de omgeving van het plangebied zijn gesitueerd, heeft het RUP hier ook geen invloed op. Het RUP zorgt voor neutrale tot positieve effecten op de mobiliteit binnen het plangebied en de omgeving van het RUP en veroorzaakt bijgevolg geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline mobiliteit. 5.3. Discipline mens: hinder en risico s Beschrijving en analyse Binnen het plangebied zijn momenteel geen lichtbronnen aanwezig. Er is geen melding van lichtpollutie in het plangebied. In het plangebied van dit RUP, noch in de ruimere omgeving ervan zijn SEVESO-inrichtingen aanwezig. Er is geen slagschaduw, stralingsimpact of explosiegevaar aanwezig in en in de ruime omgeving van het plangebied. Beoordeling In het plangebied is geen bijkomende verlichting mogelijk. Daarnaast heeft het RUP geen gevolgen waardoor de slagschaduw, stralingsimpact of het explosiegevaar toenemen. Het RUP garandeert dat er geen nieuwe Seveso-inrichtingen in het plangebied komen. Het RUP veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline mens: hinder en risico s. 12

5.4. Discipline fauna, flora en biodiversiteit kaart 5.4.1: biologische waarderingskaart Beschrijving en analyse Volgens de digitale Biologische Waarderingskaart (BWK) is het gebied ten oosten van de private weg biologisch waardevol. Het omvat volgende karteringseenheden: pmb: naaldhoutaanplant (niet grove den) met ondergroei van struiken en bomen pinn: zwarte den (pinus nigra). Een tweede zone langs de westelijke rand van het plangebied is eveneens aangeduid als biologisch waardevol. Het betreft karteringseenheid kbq, een bomenrij met dominantie van zomereik (quercus robur). Binnen het plangebied van het RUP Doornlaar-oost of de nabije omgeving ervan is geen VENgebied gelegen. Ten zuiden van Keerbergen, op ongeveer 1,5 km van het plangebied, is een gebied geselecteerd als Grote Eenheid Natuur De Broekelei-Zegbroek-Tremelo. Daarnaast is er binnen het plangebied of de omgeving ervan geen speciale beschermingszone gelegen. Op ongeveer 2,5 km ten zuidwesten van het plangebied is het habitatrichtlijngebied Bossen van het zuidoosten van de Zandleemstreek. Beoordeling De huidige planologische bestemming (gebied voor kleine en middelgrote ondernemingen) wordt aangepast aan de bestaande toestand. Het gebied ten oosten van de private weg krijgt de bestemming bosgebied, het gebied ten westen van de weg de bestemming agrarisch gebied. Zo wordt het behoud van de biologisch waardevolle elementen in het RUP verzekerd en blijven de typische kenmerken van het omringende landschap aanwezig. De bestaande biologische waarde krijgt een planologische vertaling en wordt hierdoor niet alleen beschermd, maar kan ook verder ontwikkelen en worden versterkt. Het RUP veroorzaakt dus geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline fauna, flora en biodiversiteit. 5.5. Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie kaart 5.5.1: uittreksel landschapsatlas Beschrijving en analyse Binnen het plangebied of in de onmiddellijke omgeving van het RUP Doornlaar-oost zijn geen (voorlopig) beschermde monumenten, landschappen of dorpsgezichten aanwezig of is geen geïnventariseerd bouwkundig erfgoed aanwezig. Het plangebied is gelegen in het traditioneel landschap Land van Keerbergen dat wordt gekenmerkt door sterk versnipperde en onregelmatige open ruimten van meestal kleine omvang. Het aantal gerichte vergezichten is er beperkt door bebouwing of vegetatie. Puntrelicten, lijnrelicten, ankerplaatsen en relictzones komen niet in het plangebied voor. Op ongeveer 400m ten zuidoosten van het plangebied situeert zich de relictzone Bos- en 13

valleigebied Bruine Beek, Krekelbeek, Zwartwaterbeek/Raambeek (R12006). Het traditionele gesloten landschap is enkel nog langs Raambeek te bemerken als gevolg van de massale verkavelingen. De kaarten van de Centrale Archeologische Inventaris (CAI) voor Vlaanderen geven geen gekende archeologische sites aan binnen het plangebied. Beoordeling Het RUP beschermt de landschappelijke waarde van het gebied en zijn omgeving. Aanvullend worden kansen geboden om de landschappelijke structuur te versterken. Het RUP neemt zowel op het grafisch plan als in de stedenbouwkundige voorschriften maatregelen ter vrijwaring van de landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten van het omgevende landschap. Door de behoorlijke afstand tussen het plangebied van voorliggend RUP en het bouwkundig erfgoed in de omgeving, en omwille van de beperkte wijzigingen in het RUP ten opzichte van de huidige toestand, valt er geen effect te verwachten. Het RUP zorgt nagenoeg uitsluitend voor positieve effecten en veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. 5.6. Discipline bodem kaart 5.6.1: bodemkaart Beschrijving en analyse In het plangebied van het RUP is de bodem in de huidige toestand voornamelijk onverhard. De enige verharde zone betreft de private weg die omzoomd is met bomen. De overige zones zijn onverhard en bestaan uit akkerland en bos. Het overgrote deel van het projectgebied betreft een matig droge, antropogene zandleembodem. De zuidwestelijke hoek wordt gekenmerkt door een matig natte zandleembodem. Het volledige plangebied is niet erosiegevoelig. Binnen het plangebied bevinden zich geen dossiers van bodemonderzoeken (OVAM). Op deze terreinen is geen verontreiniging van de bodem te verwachten vermits er geen historische risico-activiteiten aanwezig zijn geweest. Beoordeling Binnen het plangebied zijn geen reliëf- of topografische wijzigingen voorzien. Het RUP Doornlaar-oost laat geen bouwmogelijkheden toe. De herbestemming leidt niet tot een enkel risico op bodemverstoring. 14

De planologische herbestemmingen zorgen niet voor een wijziging in het bodemgebruik. De akkers en het bos blijven conform de huidige toestand. Binnen het planonderdeel zijn geen bestemmingen gepland die aanleiding kunnen geven tot bodemverontreiniging. Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. Het RUP veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline bodem. 5.7. Discipline water kaart 5.7.1: atlas van de waterlopen en overstroomde gebieden Beschrijving en analyse Er stromen geen waterlopen binnen het plangebied. Op circa 300 m ten zuiden van de site is Vrouwvliet gelegen, een waterloop van tweede categorie. Ter hoogte van het plangebied krijgt de waterloop de naam Raambeek. Het plangebied is noch in overstromingsgevoelig gebied, noch in van nature overstroombaar gebied, noch in recentelijk overstroomd gebied en noch in een risicozone voor overstromingen gelegen. Op ongeveer 85 m ten zuiden van het plangebied is een zone recent overstroomd ten gevolge van de aanwezigheid van Raambeek. Het volledige plangebied is infiltratiegevoelig en matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). In de huidige situatie zijn geen gebouwen en nagenoeg geen verhardingen aanwezig waardoor de infiltratie van hemelwater naar het grondwater niet wordt verhinderd. De stroming van het grondwater wordt niet verstoord of beïnvloed door ondergrondse constructies. De ecosysteemkwetsbaarheidskaarten geven aan dat het bebost perceel zeer kwetsbaar is voor verzuring en kwetsbaar voor eutrofiëring en ecotoopverlies. Zelfs een kleine ingreep in het grondwatersysteem kan vernietigend werken voor de plaatselijke ecotoop. Het plangebied is niet binnen de afbakening van een grondwaterwinning gelegen. Beoordeling De verhardingstoestand van een gebied bepaalt de afstroming en infiltratie van hemelwater. Het RUP heeft tot doel de bestaande situatie te bestendigen, met name als agrarisch gebied en als bosgebied. Daar waar het huidig geldend plan bedrijventerreinen toelaat, bestendigt voorliggend RUP de aanwezige open ruimte. In functie van de bestemming en in relatie tot de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied, zijn constructies en kleinschalige infrastructuur mogelijk. De effecten van het RUP op de waterhuishouding zijn echter gering gezien de niet problematische situatie. Dit RUP doet geen afbreuk aan de verplichtingen voortvloeiend uit de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. 15

De herbestemming van zone voor kleine en middelgrote ondernemingen naar agrarisch gebied en bosgebied, betekent een bevestiging van de bestaande situatie zodat er geen significante wijzigingen zullen optreden. Het RUP kent geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline water. 5.8. Discipline lucht en klimaat Omdat er geen enkele activiteit noch verkeer in dit gebied kan worden gegenereerd is deze discipline niet relevant voor dit RUP, zodat het geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline van lucht en klimaat veroorzaakt. 5.9. Discipline geluid Omdat er geen enkele activiteit noch verkeer in dit gebied kan worden gegenereerd is deze discipline niet relevant voor dit RUP, zodat het geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline geluid veroorzaakt. 5.10. Discipline energie- en grondstoffenvoorraden Deze discipline is niet relevant voor dit RUP zodat het geen betekenisvolle negatieve effecten voor de energie- en grondstoffenvoorraden veroorzaakt. 5.11. Discipline stoffelijke goederen Aan dit RUP is geen onteigeningsplan gekoppeld. Deze discipline is bijgevolg niet relevant voor dit RUP zodat het geen betekenisvolle negatieve effecten veroorzaakt. 5.12. De samenhang tussen de genoemde factoren en cumulatieve effecten van de verschillende deelplannen De samenhang tussen de genoemde disciplines is niet in die mate relevant dat ze een aparte beschrijving en beoordeling behoeft ten opzichte van de hoger genoemde effecten. De cumulatieve effecten van de genoemde disciplines zijn immers klein tot onbestaande. 16

6. Toetsing of een passende beoordeling relevant is Het plangebied is niet gelegen in een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) of Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON). Het plangebied bevindt zich niet in of in de omgeving van een habitatrichtlijngebied. Daar er dus op geen enkele wijze betekenisvolle effecten op een Speciale Beschermingszone van projecten in het RUP-plangebied kunnen zijn, is een passende beoordeling niet relevant. 7. Motivatie waarom er geen plan-mer wordt opgemaakt Vermits het RUP Doornlaar-oost: 1. geen kader vormt voor bijlage I of bijlage II projecten (overeenkomstig art. 4.23. 2.1 van DABM) of voor een project opgesomd in de bijlage bij Omzendbrief LNE 2011/1-22 juli 2011, en/of geen kader vormt voor projecten die een passende beoordeling behoeven (overeenkomstig art. 4.2.1 van DABM) 2. geen aanzienlijke effecten zal veroorzaken voor de verschillende (MER)disciplines, zoals in hoofdstuk 5 uitvoeriger werd besproken is de opmaak van een plan-mer bijgevolg niet noodzakelijk. 8. Verzoek tot raadpleging van de adviesinstanties Dit is een verzoek tot raadpleging van de verschillende, relevante adviesinstanties om uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek tot raadpleging het advies over te maken door betekening of tegen ontvangstbewijs van de initiatiefnemer. 17