OMGEVINGSVERGUNNING D *D *

Vergelijkbare documenten
Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

Omgevingsdienst Regio Nijmegen OMGEVINGSVERGUNNING. Aanvrager. Fokzeugenbedrijf Kannpschoer Datum besluit 30 juni 2016 Onderwerp

Pagina 1 van 51 Registratienummer: Z / D

Omgevingsdienst Regio Nijmegen

BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Milieu Omgevingsvergunning beperkte milieutoets

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

MAATWERKBESLUIT *D * D

Beschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 21 juni 2016 bij hen ingekomen aanvraag van M.H.A. Eilers te Sterksel, om

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

Omgevingsvergunning OV

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 27 september 2016 Gemeente Bronckhorst nr

Omgevingsdienst Regio Nijmegen OMGEVINGSVERGUNNING. Aanvrager Datum besluit Onderwerp

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr

Ontwerp besluit UV

VERZONDEN 0 8 SEP 2016

De intrekking heeft betrekking op 203 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg (B1).

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D

Omgevingsvergunning OV

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z

BESLUIT. Omgevingsdienst Regio Arnhiem OMGEVINGSVERGUWNING

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutrale wijziging) Datum: 25 maart 2015 Gemeente Oost Gelre OLO

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutrale wijziging) datum: 31 augustus 2016 Gemeente Bronckhorst nr. 2016W0138

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

M.E.R.-BEOORDELINGSBESLUIT

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D

in in ii mi ii mm ii ii

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN THOLEN

OMGEVINGSDIENST. FLEVOLAND & GOOiEN VECHTSTREEK. Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) Locatie: Fellinilaan 151 in Almere

Pagina 1 van 10 Registratienummer: Z / D

Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo.

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) in combinatie met een Melding Activiteitenbesluit (Wet milieubeheer)

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

OMGEVINGSVERGUNNING LAAN 110 TE NUNSPEET

VERZONDEN 2 4 AUG 2076

Besluit omgevingsvergunning. Zaaknummer: (geen OLO-nummer) Autohandel en Autodemontagebedrijf Helmerich B.V. Gerrit Bolkade BR Zaandam

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

* *

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN THOLEN

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep

ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING. datum: 11 mei 2017 Provincie Gelderland Zaaknummer: 2017WB0071

Besluit Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets. Gooische Bierbrouwerij B.V. Naarderstraat 8 Hilversum

Datum: 4 februari 2019 Cumapol Emmen B.V. Opnemen proefnemingsvoorschrift in de vigerende vergunning

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (bouwen) 27 maart 2017 Provincie Gelderland nr. 2016W0203

veranderen van milieu-inrichting Steenbergen, 31 januari 2014

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

Pagina 1 van 7 Registratienummer: Z / D

Besluit Omgevingsvergunning beperkte milieutoets

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum

OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) datum: 15 september 2017 Provincie Gelderland nr. 2017W0091

Besluit Milieuneutraal veranderen. Van Peperzeel B.V, James Wattlaan 6 Lelystad

Dit besluit is genomen op basis van de artikelen 2.1 en 2.2 en paragraaf 2.3 van de Wabo.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Deze wijziging is vereist voor het opslaan van waterstof en koolzuur in gasflessen.

Beschikking gedeeltelijke intrekking INDUSTRIEWEG 15 TE HARDERWIJK

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Aan het einde van het besluit staat op welke wijze u bezwaar kunt maken. Daar treft u ook de digitale ondertekening.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT

Besluit Milieuneutraal veranderen. Hoogweg Luttelgeest B.V., Nieuwlandseweg 9 Luttelgeest

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

*D * D OMGEVINGSVERGUNNING

pror.tinci renthe 1. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 1.1. Ondenrerp

Omgevingsvergunning UV/

O M G EVi N G S D i E N ST. Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets. Bio Spirits B.V. Markerkant in Almere. FLEVOLAND & GOOf EN VEcHrsygEEg

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU

Postbus KA Eindhoven T: I:

OMGEVINGSVERGUNNING LAAN 110 NUNSPEET

BESCHIKKING. Milieuneutrale omgevingsvergunning

Maatwerkvoorschriften

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

OMGEVINGSVERGUNNING. voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat. milieuneutraal veranderen van een inrichting

* *

Transcriptie:

D162475175 *D162475175* OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : VOF Coerwinkel Datum besluit : 25 november 2016 Onderwerp : Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets + vvgb Natuur Gemeente / locatie : Gemeente Berg en Dal/ Vossengraaf 3 en 5 te Millingen aan de Rijn OLO-nummer : 2305171 Zaaknummer : W.Z16.100475.03 Activiteit(en) : - het doen van handelingen, waarvoor een beperkte milieutoets geldt (art. 2.1, lid 1, sub i Wabo jo. art. 2.2a Bor) - het doen van handelingen met gevolgen voor natuur (Nbw art 47b) W.Z16.100475.03 Pagina 1 / 14

Besluit Omgevingsvergunning verlenen Onderwerp Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Berg en Dal (verder: het College) hebben op 18 april 2016 een aanvraag om een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (hierna OBM) ontvangen van melkrund- en pluimveebedrijf VOF Coerwinkel gelegen aan de Vossengraaf 3 en 5, 6566 JJ te Millingen aan de Rijn. De aanvraag gaat over het verlengen van het tanklokaal, overkappen van het strohok van de melkkoeien en omwisselen van overig rundvee naar vrouwelijk jongvee. In de beoogde situatie worden er meer dieren gehouden. De OBM betreft: het aanpassen van het huisvestingssysteem en het wijzigen van het aantal dieren. In bijlage 1 is een tabel opgenomen met de dierplaatsen en emissies. Omgevingsvergunning verlenen Wij besluiten aan melkrund- en pluimveebedrijf VOF Coerwinkel gelegen aan de Vossengraaf 3 en 5, 6566 JJ te Millingen aan de Rijn te verlenen: 1. een OBM op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder: Wabo) jo. artikel 2.2a, eerste lid onder e van het Besluit omgevingsrecht (Bor) voor de aangevraagde veranderingen. Aan dit besluit zijn, conform artikel 5.13a van het Bor, geen voorschriften opgenomen. 2. een vergunning op grond van artikel 47b, in samenhang met de artikelen 19d tot en met 19 g van de Nbw 1998, waarbij de aan de vvgb d.d. 22 juni 2016, nummer 2016-008523 verbonden voorschriften integraal onderdeel zijn van dit besluit. Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Berg en Dal, namens deze: Hoofd Omgevingsdienst Regio Nijmegen W.Z16.100475.03 Pagina 2 / 14

Wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit Tegen het ontwerpbesluit zijn geen adviezen en/of zienswijzen ingebracht. Ten opzichte van het ontwerpbesluit is het besluit niet gewijzigd. Inwerking treden besluit Dit besluit treedt in werking op de dag ná de dag, waarop de beroepstermijn is verstreken. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit een beroepschrift indienen. Alleen wanneer binnen deze termijn een verzoek om een voorlopige voorziening wordt gedaan, wordt de inwerkingtreding van het besluit opgeschort. Publicatie Dit besluit digitaal gepubliceerd door de Gemeente Berg en Dal via www.officielebekendmakingen.nl. De bekendmaking wordt ook in Het Gemeentenieuws gepubliceerd. Mogelijkheid van inzien Het besluit en de bijbehorende stukken liggen gedurende een termijn van zes weken ter inzage bij de Omgevingsdienst Regio Nijmegen, Tweede Walstraat 14, 6511 LV Nijmegen. Een afspraak kan worden gemaakt via wabo@odrn.nl of u kunt bellen naar telefoonnummer 024-751 77 00. De eerste dag van de ter inzage legging is 30 november 2016. Beroep en mogelijkheid van voorlopige voorziening Alleen belanghebbenden, die kunnen aantonen dat zij niet in de gelegenheid zijn geweest om een zienswijze in te dienen kunnen een beroepschrift indienen bij de rechtbank Gelderland, afdeling Bestuursrecht (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem). Het beroepschrift moet worden ingediend binnen zes weken vanaf de dag na de dag waarop het besluit ter inzage is gelegd. Wanneer een beroepschrift wordt ingediend kan tevens een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem). Alleen wanneer binnen deze termijn een verzoek om een voorlopige voorziening wordt gedaan, wordt de inwerkingtreding van het besluit opgeschort. Voor individuele burgers (niet voor advocaten en ook niet voor gemachtigden namens een bedrijf of een organisatie) bestaat de mogelijkheid digitaal beroep of een verzoek om een voorlopige voorziening in te dienen. Meer informatie kunt u vinden op www.rechtspraak.nl. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en bevat ten minste: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar of beroep is gericht, waaronder het zaaknummer en datum van het besluit; d. de gronden van het beroep. Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Gelderland, telefoonnummer (026) 359 20 00 of op www.rechtspraak.nl. W.Z16.100475.03 Pagina 3 / 14

Procedurele overwegingen Gegevens aanvrager Op 18 april 2016, hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder i van de Wabo ontvangen. Het betreft een Omgevingsvergunning Beperkte milieutoets (OBM) van melkrund- en pluimveebedrijf VOF Coerwinkel. De inrichting is gelegen aan de Vossengraaf 3 en 5, 6566 JJ te Millingen aan de Rijn. De aanvraag is geregistreerd onder nummer W.Z16.100475.03. Aanvraag De volgende documenten zijn onderdeel van de aanvraag: OLO aanvraagformulier met nummer 2305171, ontvangen op 18 april 2016; Bijlage melding Activiteitenbesluit en Aanvraag Omgevingsvergunning Beperkte milieutoets (OBM), d.d. april 2016 aangepast mei 2016, ontvangen op 9 mei 2016; Aanvraagformulier Aanvraag natuurbeschermingswetvergunning, zonder kenmerk, d.d. mei 2016, ontvangen op 9 mei 2016; Aerius-berekening RqgqhP9DdkEA (09 mei 2016), ontvangen op 9 mei 2016; Aerius-berekening RXU1YZ5ZWZuk (09 mei 2016), ontvangen op 9 mei 2016; Aerius-berekening RP26aMQzQLpV (09 mei 2016), ontvangen op 9 mei 2016; Plattegrondtekening WM.1a, kenmerk 151045, d.d. 12 april 2016, ontvangen op 18 april 2016; Plattegrondtekening WM.1b, kenmerk 100572, d.d. 24 september 2014, ontvangen op 18 april 2016. Procedure Deze beschikking wordt voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. Het ontwerpbesluit, de aanvraag en de daarbij behorende bijlagen zijn ter inzage gelegd. Van het ontwerp van de beschikking hebben wij de kennisgeving digitaal gepubliceerd op door de Gemeente Berg en Dal via www.officielebekendmakinaen.nl. en in het Groesbeeks weekblad. Vanaf 12 augustus 2016 heeft het ontwerp 6 weken ter inzage gelegen en is eenieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. Ontvankelijkheid In artikel 2.8 van de Wabo, paragraaf 4.2 van het Bor en in artikel 6.3 lid 1 van de Regeling omgevingsrecht is aangegeven welke informatie noodzakelijk is voor een ontvankelijke aanvraag voor een omgevingsvergunning. De aanvraag bevat de juiste gegevens en is volledig. Projectbeschrijving De aanvraag heeft betrekking op het wijzigen van de veehouderij melkrund- en pluimveebedrijf VOF Coerwinkel. Het betreft: Verlengen tanklokaal; Overkappen strohok melkkoeien; Omwisselen van overig rundvee in loods naar vrouwelijk jongvee; Toename pluimvee (5 legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen, (E 2.9.1). In bijlage 2 is een tabel opgenomen met de dierplaatsen en emissies. Vanwege het uitbreiden van het aantal stuks pluimvee wordt een OBM gevraagd voor de activiteiten genoemd in: artikel 2.2a, lid 1 onder e van het Bor, de activiteit, bedoeld in categorie 14, van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage, in de gevallen waarin ten minste 2.500 en ten hoogste 40.000 stuks pluimvee behorend tot de W.Z16.100475.03 Pagina 4 / 14

diercategorieën genoemd in kolom 2, onder 1, van categorie 14, worden gehouden, met dien verstande dat deze aanwijzing niet van toepassing is in de gevallen waarin artikel 7.18 van de Wet milieubeheer van toepassing is; artikel 2.2a, lid 4 onder a, sub 2 van het Bor: het oprichten of wijzigen van een dierenverblijf voor het houden van of het uitbreiden van het aantal van ten minste 3.000 stuks pluimvee, behorend tot de diercategorieën E1 tot en met E5, F1 tot en met F4, G1, G2 en J1 (Art. 2.2a lid 4, onder a, sub 2, Bor) IPPC Vanaf 1 januari 2013 is de Europese Richtlijn Industriële Emissies: IPPC-installaties (RIE) in de Nederlandse milieuwetgeving geïmplementeerd (richtlijn 2010/75/EU, PbEU L334). De RIE geeft milieueisen voor de installaties die genoemd staan in de bij de richtlijn horende bijlage I. Wanneer een installatie daar genoemd is, spreken we van een IPPC-installatie. Voor intensieve pluimveehouderijen vallen de volgende installaties onder de werking van de RIE: 40.000 plaatsen voor pluimvee; Binnen de inrichting wordt deze drempelwaarde niet overschreden. Uit artikel 2.2a lid 7 van het Bor volgt dat dit artikel niet van toepassing is indien de activiteit deel uitmaakt van een IPPC-installatie. De activiteit waarvoor vergunning wordt aangevraagd, leidt niet tot een overschrijding van de ondergrenswaarden van de RIE. De inrichting is niet aan te merken als een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort. Bevoegd gezag en regelgeving De activiteiten zijn genoemd in Bijlage I onderdeel C categorie 8.1, onder a van het Bor. Gelet op artikel 2.4 van de Wabo zijn Burgemeester en Wethouders van de gemeente Berg en Dal het bevoegde gezag. Voor de aangevraagde activiteiten geldt dat: op grond van artikel 5.13b, lid 1 van het Bor, de OBM geweigerd moet worden indien het bevoegde gezag beslist dat voor de inrichting een milieueffectrapport (m.e.r.) moet worden opgesteld; op grond van artikel 5.13b, lid 6 van het Bor dat de OBM geweigerd moet worden indien de activiteiten leiden tot overschrijding van de grenswaarden voor zwevende deeltjes (PM10) (fijnstof), bedoeld in bijlage 2, voorschrift 4.1 van de Wet milieubeheer, voor zover de verplichting tot het in acht nemen daarvan is vastgelegd bij of krachtens artikel 5.16 van die wet. Advies Gezien de ligging nabij de Duitse grens is de nabijgelegen gemeente Stadt Kleve op de hoogte gebracht van deze aanvraag en om advies gevraagd. Vergunde rechten In onderstaande tabel is voor deze locatie de vergunde/gemelde situatie weergegeven. Type vergunning / melding Datum / nummer Onderwerp Revisievergunning* 14 november 2011 / Z- OPR-2010-011 Samenvoegen van de inrichtingen aan de Vossengraaf 3 en 5 tot één inrichting en het Melding Activiteitenbesluit 24 september 2014 / Z14.024563 OBM 27 november 2014 / OV-2014-015 veranderen van de inrichting aanpassen van het huisvestingssysteem en wijzigen van het aantal dieren aanpassen van het huisvestingssysteem en wijzigen van het aantal dieren * Per 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit gewijzigd en valt de inrichting onder de W.Z16.100475.03 Pagina 5 / 14

werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. De vergunning van 14 november 2011 wordt aangemerkt als een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM). Natuurbeschermingswet 1998 De inrichting is gelegen op ruim 1 kilometer van het Natura2000 gebied Rijntakken (deelgebied Gelderse Poort). Voor de thans gevraagde wijzigingen is vooraf geen Nbwvergunning aangevraagd, zodat deze toestemming aanhaakt. De aanvraag is bij de provincie Gelderland ontvangen op bekend onder kenmerk 2016-008523. Gelet op artikel 47b in samenhang met de artikelen 19d tot en met 19g van de Nbw 1998 is door Gedeputeerde Staten van Gelderland d.d 22 juni 2016 een verklaring van geen bedenkingen afgegeven. Activiteitenbesluit milieubeheer Op de aangevraagde activiteiten is het Activiteitenbesluit van toepassing. Op grond van artikel 8.41a van de Wet milieubeheer moet een melding op grond van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit milieubeheer (Activiteitenbesluit) gelijktijdig met de aanvraag om een omgevingsvergunning worden ingediend, indien het project activiteiten bevat waarvoor een melding is vereist. Bij de onderhavige aanvraag is een melding op grond van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit ingediend. Met de in en bij deze aanvraag verstrekte gegevens wordt voldaan aan artikel 6.3 van de Regeling omgevingsrecht. W.Z16.100475.03 Pagina 6 / 14

OVERWEGINGEN OBM Inleiding Voor een aantal milieurelevante activiteiten waarvoor het Activiteitenbesluit algemene regels stelt, is eerst toestemming van het bevoegd gezag nodig voordat ze kunnen worden ondernomen. Deze "toestemming vooraf" wordt OBM genoemd. Het doel van de OBM is dat het bevoegd gezag na een beperkte milieutoetsing vooraf instemt met het van start gaan van een specifieke activiteit op een specifieke locatie. De OBM bestaat uit een instemming of een weigering. Aan een OBM worden geen voorschriften verbonden. Voor de aangevraagde activiteiten geldt dat: op grond van artikel 5.13b, lid 1 van het Bor, de OBM geweigerd moet worden indien het bevoegde gezag beslist dat voor de inrichting een milieueffectrapport (m.e.r.) moet worden opgesteld; op grond van artikel 5.13b, lid 6 van het Bor dat de OBM geweigerd moet worden indien de activiteiten leiden tot overschrijding van de grenswaarden voor zwevende deeltjes (PM10) (fijnstof), bedoeld in bijlage 2, voorschrift 4.1 van de Wet milieubeheer (Wm), voor zover de verplichting tot het in acht nemen daarvan is vastgelegd bij of krachtens artikel 5.16 van die wet. Een toetsing aan deze aspecten is navolgend uitgewerkt. TOETSING MER-BEOORDELING Ten aanzien van de aangevraagde activiteit is in artikel 5.13b, lid 1 Bor bepaald dat de OBM moet worden geweigerd indien het bevoegd gezag heeft beslist dat een milieueffectrapport moet worden opgesteld. Op grond van het Besluit milieueffectrapportage moet het bevoegd gezag voor alle activiteiten die beneden de m.e.r.-beoordelingsdrempel liggen, bepalen of de activiteit daadwerkelijk geen belangrijke nadelige aanzienlijke milieugevolgen heeft. Dit dient te gebeuren op grond van de criteria genoemd in bijlage III bij de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling (2011/92/EU en 2014/52/EU). De criteria van bijlage III van de richtlijn omvatten: de kenmerken van het project (onder andere omvang en cumulatie); de locatie van het project (de kenmerken van het plangebied in relatie met kwetsbaarheid omgeving); soort en kenmerken van het potentiële effect (mogelijke effecten van de activiteit, onder andere bereik, waarschijnlijkheid en omkeerbaarheid). Hieronder volgt onze afweging. De kenmerken van de activiteit De inrichting VOF Coerwinkel is gelegen aan de Vossengraaf 3-5, 6566 JJ te Millingen aan de Rijn op 310 meter van de bebouwde kom van Millingen aan de Rijn. De directe omgeving van het bedrijf wordt gekenmerkt door agrarische activiteiten. Aangrenzend is een begraafplaats gelegen. Dit is echter geen geur-of geluidgevoelig object. De meest nabijgelegen woning bevindt zich ten noorden van het bedrijf aan de Vossengraaf 1 te Millingen aan de Rijn op 50 meter afstand. De meest nabijgelegen aaneengesloten woonbebouwing bevindt zich ten noordwesten van de inrichting op 310 m afstand. De aanvraag heeft betrekking op het wijzigen van melkrund- en pluimveebedrijf VOF Coerwinkel. Bij de kenmerken van het project hebben wij de volgende criteria in ogenschouw genomen: de omvang en het ontwerp van het gehele project; de cumulatie met andere bestaande en/of goedgekeurde projecten; het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, met name land, bodem, water en biodiversiteit; de productie van afvalstoffen; W.Z16.100475.03 Pagina 7 / 14

verontreiniging en hinder; het risico van zware ongevallen en/of rampen die relevant zijn voor het project in kwestie, waaronder rampen die worden veroorzaakt door klimaatverandering, in overeenstemming met wetenschappelijke kennis; de risico's voor de menselijke gezondheid (bijvoorbeeld als gevolg van waterverontreiniging of luchtvervuiling). Afweging De aanvrager geeft aan dat het voornemen bestaat om 5 stuks pluimvee meer te gaan houden. De totale aantallen vergunde en aangevraagde dieren (met bijbehorende relevante emissie) zijn in bijlage 2 weergegeven. Het betreft een bestaande inrichting. De kenmerken van het project zijn zodanig dat voldoende aannemelijk is dat geen sprake zal zijn van belangrijke nadelige milieugevolgen. Hierbij gaan we met name in op het houden van dieren. Het houden van vee zorgt voor een uitstoot van geur naar de omgeving. De wijziging van de inrichting zorgt voor een afname in de uitstoot van ammoniak en fijnstof. De uitstoot van geur neemt iets toe. De kenmerken van het project leiden niet tot belangrijke nadelige milieugevolgen waarvoor een m.e.r. moet worden gevraagd. De locatie van het project Bij de plaats van het project wordt het volgende in overweging genomen: het bestaande en goedgekeurde landgebruik; de relatieve rijkdom aan en beschikbaarheid, kwaliteit en regeneratievermogen van natuurlijke hulpbronnen (met inbegrip van bodem, land, water en biodiversiteit) in het gebied en de ondergrond ervan; het opnamevermogen van het natuurlijk milieu, waarbij in het bijzonder aandacht voor aangewezen gebieden 1 wordt gevraagd. Afweging Het bedrijf ligt niet in de nabijheid van een zeer kwetsbaar gebied (Wav-gebied) zoals vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland (Wet ammoniak en veehouderij). Het dichtstbijzijnde Wav-gebied ligt op ruim 3 km afstand. De plaats van het project leidt niet tot belangrijke nadelige milieugevolgen om reden waarvan het opstellen van een m.e.r. noodzakelijk wordt geacht. De soorten en kenmerken van het potentiële effect Bij de kenmerken van het potentiële effect moet, ingevolge de Europese Richtlijn 97/11 in het bijzonder het volgende in overweging worden genomen: de aard van het effect; de orde van grootte en het ruimtelijk bereik van de effecten (bijvoorbeeld geografisch gebied en omvang van de bevolking die getroffen kan worden); het grensoverschrijdend karakter van het effect; de intensiteit en de complexiteit van het effect; de waarschijnlijkheid van het effect; de verwachte aanvang, de duur, de frequentie en de omkeerbaarheid van het effect; 1 i). wetlands, oeverformaties, riviermondingen; ii) kustgebieden en het maritieme milieu; iii). bergen bosgebieden; iv) natuurreservaten en -parken; v) gebieden die in de nationale wetgeving zijn aangeduid of door die wetgeving worden beschermd; Natura-2000 gebieden die door de lidstaten zijn aangewezen krachtens Richtlijn 92/43/EEG en Richtlijn 2009/147/EG; vi) gebieden waar de milieukwaliteitsnormen, in de wetgeving van de Unie vastgesteld en relevant voor het project, al dan niet worden nagekomen of worden beschouwd als niet-nagekomen; vii) gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid; viii) landschappen en plaatsen van historisch, cultureel of archeologisch belang. W.Z16.100475.03 Pagina 8 / 14

de cumulatie van effecten met de effecten van andere bestaande en/of goedgekeurde projecten; de mogelijkheid om de effecten doeltreffend te verminderen. Deze moeten in samenhang met de criteria uit de kenmerken en de locatie van het project in het bijzonder in overweging worden genomen. Afweging Mogelijke nadelige gevolgen voor het milieu ten gevolge van de voorgenomen activiteiten kunnen met name optreden ten aanzien van de milieuaspecten lucht en geur. Voor geur en lucht is onder De kenmerken van de activiteit - Verontreiniging en hinder bekeken of er nadelige gevolgen kunnen zijn door de voorgenomen uitbreiding. Dit is niet het geval. Ook voor wat de overige milieuaspecten betreft is voldoende aannemelijk dat er geen sprake is van belangrijke nadelige milieugevolgen. Gezien de afstand van de inrichting tot de dichtstbijzijnde grens met Duitsland en België zijn tevens geen grensoverschrijdende effecten te verwachten. De kenmerken van het potentiële effect leiden niet tot belangrijke nadelige milieugevolgen om reden waarvan het opstellen van een m.e.r. noodzakelijk wordt geacht. CONCLUSIE MER-BEOORDELING Wij concluderen dat gezien de kenmerken van de aangevraagde veranderingen binnen de inrichting, de plaats waar de activiteit wordt verricht en de kenmerken van de potentiële gevolgen van de activiteit, er geen sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Gezien de omvang van de aangevraagde activiteiten, in relatie tot de omgeving, beoordelen wij dat geen milieueffectrapport hoeft te worden opgesteld. LUCHTKWALITEIT De OBM is aangevraagd voor het wijzigen van het melkrund- en pluimveebedrijf VOF Coerwinkel gelegen aan de Vossengraaf 3 en 5, 6566 JJ te Millingen aan de Rijn. Het betreft het uitbreiden van het aantal stuks pluimvee met 5 stuks. Ten aanzien van die activiteit is in artikel 5.13b, lid 6 Bor bepaald dat de OBM moet worden geweigerd indien deze leidt tot overschrijding van de grenswaarden voor zwevende deeltjes (PM 10 ), bedoeld in bijlage 2, voorschrift 4.1 Wm. Deze verplichting tot weigering geldt alleen indien het in acht nemen van grenswaarden is vastgelegd bij of krachtens artikel 5.16 Wm. Titel 5.2 van de Wm vormt het toetsingskader voor de emissie van fijnstof vanuit dierenverblijven. Voor fijnstof zijn de volgende grenswaarden opgenomen: de jaargemiddelde concentratie van zwevende deeltjes is maximaal 40 μg/m 3 ; de daggemiddelde concentratie van 50 μg/m 3, mag maximaal 35 maal per kalenderjaar worden overschreden. Afweging Door de voorgenomen verandering is er sprake van een afname van de fijnstof emissie van de inrichting. Deze fijnstofemissie bedraagt 2.348.580,0 gram fijnstof per jaar. Beoordeeld is dat het project niet in betekenende mate bijdraagt (NIBM) aan de concentratie PM10 in de buitenlucht. De verandering van de inrichting draagt niet in betekenende mate bij aan de emissies. De inrichting is geen veehouderijbedrijf, waarvan bij de jaarlijkse monitoring van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) op basis van de rapportage bedoeld in artikel 5.14 Wm en de beoordeling bedoeld in artikel 5.20, eerste lid Wm, is gebleken dat deze een overschrijding veroorzaakt of dreigt te veroorzaken van een of meer van de grenswaarden voor zwevende deeltjes (PM10) (Lijst vergunningplichtige inrichtingen voor het houden van landbouwhuisdieren als bedoeld in bijlage 1, onderdeel B, onderdeel 3, van het Besluit omgevingsrecht, ministerie van Infrastructuur en Milieu, december 2012). W.Z16.100475.03 Pagina 9 / 14

De aangevraagde wijziging betekent een afname van de fijnstofemissie. Uit de beoordeling blijkt dat aan Titel 5.2 Wm wordt voldaan. De immissie van fijnstof na de uitbreiding van de inrichting valt binnen de normen voor luchtkwaliteit uit de Wm. CONCLUSIE FIJNSTOF BEOORDELING Wij concluderen dat de immissie van fijnstof na de veranderingen binnen de inrichting, voldoet aan de normen voor luchtkwaliteit uit de Wet milieubeheer. CONCLUSIE OBM Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op een OBM, zijn er ten aanzien van de aangevraagde activiteit geen redenen om de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets te weigeren. Op grond van artikel 5.13a van het Bor mogen aan de OBM geen voorschriften worden verbonden. Nadat deze vergunning is verleend, zijn op de activiteiten de algemene regels van het Activiteitenbesluit van toepassing. Natuurbeschermingswetvergunning De inrichting is gelegen op ruim 1 kilometer van het Natura2000 gebied Rijntakken (deelgebied Gelderse Poort). Voor de thans gevraagde wijzigingen is vooraf geen Nbwvergunning aangevraagd, zodat deze toestemming aanhaakt. De aanvraag is bij de provincie Gelderland bekend onder kenmerk 2016-008523. Op grond van artikel 47b, in samenhang met de artikelen 19d tot en met 19 g van de Nbw 1998 is een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) verstrekt en aan dit besluit zijn voorschriften verbonden, zoals in bijlage 1 opgenomen. Deze vvgb maakt integraal onderdeel uit van dit besluit. W.Z16.100475.03 Pagina 10 / 14

Bijlage 1 VVGB W.Z16.100475.03 Pagina 11 / 14

W.Z16.100475.03 Pagina 12 / 14

W.Z16.100475.03 Pagina 13 / 14

W.Z16.100475.03 Pagina 14 / 14