ACK 2016 nr 1 Leden vertellen Publicaties van leden over allerlei facetten van de modelvliegsport Onderwerpen Auteur Aansluiting bij ACK Romp van triplex en hengeldeel Tips gevraagd! Pieter Peereboom Wild vliegen bij Ruigoord Ik ben begonnen met modelzweven in 1980 nadat ik meerdere keren ben gaan kijken naar bij het modelvliegen bij het dorpje Ruigoord onder de rook van Amsterdam. Hier werd wild gevlogen met motorvliegtuigen, zwevers en helikopters. Er was geen sprake van een club en iedereen vloog op z n eigen houtje op een ruig terrein dicht bij het kunstenaarsdorp. Met de zendapparatuur van toen was het noodzakelijk dat niemand anders met het zelfde kanaalnummer vloog, anders werd je toestel onbestuurbaar. Het was niet overzichtelijk en je moest alle andere vliegers langs gaan om goede afspraken te maken met degene die met het zelfde kanaalnummer vloog als jijzelf. Door miscommunicatie gebeurde het geregeld dat er vliegtuigen neerstorten nadat een ander zijn zender met het zelfde kanaal had aangezet. Oprichting modelzweefclub V4 Onder deze omstandigheden is bij meerdere modelzwevers het idee geboren om een vereniging op te richten. De naam die hieraan gegeven werd was V4 (Vereniging Van Vrije Vliegers). De benodigde vergunningen werden verkregen, een clubreglement werd opgesteld en er werd een vliegterrein aangewezen door de burgemeester van Haarlemmerliede/Spaarnwoude. Het vliegveld was in het westelijk havengebied nabij de Amerikahaven en de afmetingen waren 700 bij 300 meter. Het was niet afgebakend en het terrein daar rond om heen was nog veel groter. Het landen
was dan ook bij alle windrichtingen een eenvoudige zaak. Alleen zweven was toegestaan al dan niet met elektrische aandrijving. Verbrandingsmotoren waren niet toegestaan vanwege de opslag van benzine in het havengebied. Er mochten geen keten, bouwwerken, afzettingen of andere zaken geplaatst worden. We hebben vele jaren met plezier gebruik gemaakt van deze vlieglocatie. Het terrein was lang daarvoor bestemd als uitbreidingsgebied voor de haven van Amsterdam. Het is later dan ook hiervoor gebruikt. Gestopt met modelvliegen Omstreeks 1999 ben ik gestopt met modelvliegen. V4 had inmiddels een ander vliegveld in het westelijk havengebied. Dit was kleiner en tussen schone bedrijvigheid. Momenteel heeft V4 een vliegterrein In Hillegom. Een 7-tal zwevers (al dan niet afgebouwd, op tekening of incompleet), de zender, ontvangers, servo s, hout, tekeningen, krimpfolie, enzovoorts heeft een kleine 10 jaar op zolder gelegen. Ik heb toen alles van de hand gedaan omdat ik het idee had dat ik niet meer zou gaan modelvliegen. Mijn Cirrus is terecht gekomen bij een lid van V4 en deze zwever vliegt nu in 2016 nog steeds! Bij ACK aangemeld De Elektro Junior Maar ja; het bloed kruipt waar het niet kan gaan. Toen de tijd voor (pre)pensioen voor mij in zicht kwam ben ik weer rond gaan neuzen op internet en ik heb enkele modelvliegvelden bezocht. Ik had ook nog contact met leden van V4. Uiteindelijk heb ik het modelzweven en het bouwen van zwevers weer opgepakt. Ik heb mij in 2015 aangesloten bij ACK. De eerste zwever die ik toen heb aangeschaft was de Graupner Elektro Junior. Deze had ik 2 e hands gekocht via Marktplaats. De Junior is een RTF-model met een ABS romp en volledig ingedekte vleugels van balsa. De vleugels zijn met 2 breekbouten aan de romp bevestigd en zijn voorzien van een stalen pen, de spanwijdte is 210 cm. De vleugels en het hoogte- en richtingsroer waren al door Graupner bekleed met oranje krimpfolie. Deze kist had nog niet gevlogen en ik kon deze kopen met 2 servo s en een borstelmotor. Ik heb de motor vervangen
door een borstelloze uitvoering en deze voorzien van een nieuwe spinner en prop. Het uitmikken van het zwaartepunt was best lastig omdat de zwever in het verleden ontworpen was voor aandrijving met nicad-cellen en een borstelmotor. Zoals bekend zijn deze veel zwaarder dan de huidige aandrijving. De originele tekening zat er bij en het is gelukt om met een zware accu het zwaartepunt op de juiste plek te krijgen. Mijn kennis over de elektrische aandrijving en alles wat daar bij komt heb ik opnieuw moeten opbouwen. De ontwikkelingen hebben niet stilgestaan in de afgelopen jaren. Hoe bereken je bijvoorbeeld welke motor met welke prop je voor een bepaald model moet hebben. Ook dat een lipo-cel een ander voltage heeft en anders geladen en ontladen wordt dan een nicad-cel was voor mij onbekend terrein. Ik heb veel hulp gehad van meerdere leden van ACK en V4. Vliegen bij ACK Het weer leren vliegen viel mij eigenlijk niet tegen, ondanks het feit dat ik 16 jaar niet had gevlogen. Er werd een zender van ACK ter beschikking gesteld die door middel van een kabeltje met mijn zender werd gekoppeld. Zo kan de instructeur de bediening van het vliegtuig aan de leerling overgeven en ingrijpen als dit nodig is zonder dat de zender zelf overgegeven moet worden. Een enorm voordeel is dat het niet uitmaakt dat er verschil zit in de mode van de 2 zenders. Ik vlieg mode 2 terwijl de meeste leden van ACK mode 1 vliegen. Mijn richtinggevoel (links er rechts ziet er anders uit of je naar je toe vliegt of van je af) was ik niet kwijt geraakt. Het juist reageren op de bewegingen van het vliegtuig had ik meer moeite mee en ik had geen ervaring met het vliegen met elektrische aandrijving. Evert, mijn instructeur, moest in het begin wel eens ingrijpen maar na een aantal weken ging het beter. Alhoewel, de Junior heeft wel eens in een boom gehangen en is ook wel eens gedeeltelijk in de sloot geland. Uiteindelijk heb ik mijn brevet gehaald, zij het met een ander vliegtuig. Dit was noodzakelijk omdat de Junior gecrasht was.
Crash Tijdens een zomeravondzweefwedstrijd viel de Junior tijdens het stijgen over een vleugel weg en raakte in een soort spin. Ik zag niet goed wat er gebeurde en ik vergat de motor uit te zetten. De breekbout van de linker vleugel brak af. Wat er dan gebeurt is duidelijk; de glijhoek wordt ineens wel erg groot. De romp was doormidden gebroken en de rechter vleugel was voorbij de bus van de vleugelpen doormidden gebroken. De vleugel die los was geraakt door het breken van de bevestigingsbout was naar beneden gedwarreld en onbeschadigd. Reparatie Elektro Junior De vleugels Ik had al direct het idee opgevat om de Junior te repareren. De vleugels konden hersteld worden en het hoogte- en richtingsroer waren nog bruikbaar. Er moest wel een nieuwe romp gemaakt worden. Ik was niet blij met de manier waarop de vleugels met 2 breekbouten aan de originele romp waren bevestigd en daarom zitten de vleugels nu aan de zijkant van de romp. Daar zijn wel 2 vleugelpennen voor nodig in plaats van een. Daarom moest de linker vleugel ook open gemaakt worden. Een mooie gelegenheid om de bus van de vleugelpen wat sterker uit te voeren. Op de foto zie je blokjes met de gaten waar de breekbouten doorheen hadden gezeten. Daar naast heb ik in de beide wortelribben een hardhouten balkje gelijmd waar schroefhaken in vastgedraaid kunnen worden. Op deze manier kunnen de vleugels met 2 stukjes binnenband van een fiets bij elkaar gehouden worden. Op de foto zie je verder 2 rechte stukken verenstaal in de vleugelbussen. Deze zijn
er los ingestoken om de bussen goed uit te richten voordat ze vastgelijmd worden. De romp De nieuwe romp is gemaakt van 1 mm triplex en een half hengeldeel van een vaste vishengel. Op Marktplaats kun je voor weinig een 2 e hands hengel kopen waarvan je al gauw zo n 5 halve hengeldelen kunt gebruiken. Ik hoorde van een van de andere leden dat je ook op de Zwarte Markt in Beverwijk voor een leuk bedrag vaste hengels kunt kopen. Om het hoogteroer voldoende stevig op de staartboom te lijmen heb ik een verstevigingsplaatje van triplex gebruikt In de staartboom heb ik een gleuf gemaakt overeenkomstig de uitsparing van het plaatje triplex en vervolgens de vaste delen van het stabilo en het richtingsroer vastgelijmd. Het stabilo komt evenwijdig met de straatboom en met de middellijn van de romp. De instelhoek voor de vleugels (1 graad) heb ik opgemeten vanaf de originele tekening. Op de romp de middellijn getekend en vervolgens de plaats van de vleugels met de juiste instelhoek.
Het uitrichten van de romp Om de staartboom goed recht aan de romp te lijmen heb ik op de bouwplaat een rechte lijn getrokken. Zo komt de staartboom precies in het verlengde van de romp. Dan is de volgende stap om de staartboom evenwijdig aan de bouwplaat te fixeren dmv opvulhoutjes, evenals de triplex romp. Een nauwkeurig werkje waarbij wordt nagemeten met de schuifmaat. Het stabilo komt evenwijdig aan de lengteas van het vliegtuig en de vleugel staat 1 graad achterover overeenkomstig de opgemeten invalshoek.
Nog enkele details Op deze foto s is te zien hoe de neus van de Junior is afgewerkt. Aan de binnenzijde is deze versterkt met fijne glasmat en epoxy. Aan de binnenzijde van de romp zijn in de lengterichting vuren latjes aangebracht tussen de spanten. Hierin zijn metalen beugeltjes gelijmd die gebruikt kunnen worden om met klitteband de accu vast te zetten. Het uitlijnen van de vleugelpennen en de inbouw van apparatuur Voor het uitlijnen van de vleugelpennen, die vast in de romp bevestigd worden, heb ik gebruik gemaakt van zelfgemaakte verstelbare steunen (een mooi hulpmiddel wat ik heb afgekeken van Ab).
De vleugelpennen worden in de romp geborgd met een beetje secondenlijm en vervolgens ingekapseld met stukjes triplex en epoxy. Hiervoor kun je 5-minuten epoxy gebruiken (lijm) maar ook langzame epoxy die 24 uur nodig heeft om uit te harden. Langzame epoxy moet dan wel verdikt en versterkt worden met microballoons en glasslijpsel. Om grofweg de plaats te bepalen waar de apparatuur wordt ingebouwd wordt deze los in de romp gelegd en vervolgens wordt de romp aan het zwaartepunt opgehangen. Zo kun je door het verschuiven van de apparatuur voorkomen dat er later te veel lood gebruikt moet worden om het zwaartepunt op de juiste plek te krijgen. Het eindresultaat Specificaties Elektro Junior 2: spanweidte 215 cm gewicht 1130 gr besturing via hoogte- en richtingroer aandrijving NTM 28-36 1000-KV prop 10 x 6 (trekt 18 Amp) Accu Lipo 3S 1800 mah
De Junior 2 is inmiddels ingevlogen. Hij klimt snel en heeft een mooie glijhoek. Ik ben tevreden met het resultaat. Tips gevraagd! Ik ben het niet vaak tegengekomen dat 1 mm triplex wordt gebruikt voor het maken van rompen voor zwevers. Ik heb mij laten inspireren door de Algebra 100 die ik vroeger heb gebouwd en waarbij de hele romp was gemaakt van 1 mm triplex. Een staartboom van carbon pijp kom je wel vaker tegen. Ik vraag uitdrukkelijk de andere leden om tips. Ik heb best wat bouwervaring maar als ik om mij heen kijk kom ik verrassende bouwmethoden tegen die ik niet eerder kende en waar ik mijn petje voor af neem. Schroom ook niet om mij te berichten over dingen die ik beter anders had kunnen doen. Ik wil graag van anderen leren. Ik hoop ik dat deze publicatie anderen inspireert om de omschreven bouwmethode met triplex en hengeldelen toe te passen. En misschien kun je ook een stukje voor de club te schrijven. Ik vond het in ieder geval leuk om te doen. Pieter Peereboom