Foodsector in Nederland

Vergelijkbare documenten
Foodsector in Nederland

MKB-index april 2017

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

BNA Conjunctuurmeting

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX)

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

De stand van Mediation in Nederland

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Zoetermeer, 28 februari 2018

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Kengetallen ondernemerschap

Cliëntenaudit Bureau ABC

De oudere starter in Nederland Quick Service

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Bouwers en hun gemeente

1.1 Inleiding Octrooidata: een resultaatvorm van innovatie Doel van het onderzoek Werkwijze 6. 2 Octrooischets Noordwest-Holland 9

Exportontwikkeling van het industriële MKB

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Global Entrepreneurship Monitor 2002

Documentatie bestand Jongeren in Kwetsbare Positie 14/15

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Tevredenheidsonderzoek Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Tevredenheidsonderzoek Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Benchmark klanten Qredits

Stemming onder ondernemers in het MKB

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi

Tevredenheidsonderzoek BHP Groep Loopbaanadvisering

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002

Cliëntenaudit Stichting SEIN

Tevredenheidsonderzoek STE Languages

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Octrooien in Oost-Nederland

Tevredenheidsonderzoek Stichting ActiefTalent

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie

Gebruik van datasets programmaonderzoek in 2012

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk

Tevredenheidsonderzoek Lest Best

Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS)

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwe Koers BV

Tevredenheidsonderzoek 2015 / P&M arbeidsreintegratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Marian Ruisch Coaching en Re-integratie

Transcriptie:

Foodsector in Nederland Overzicht van octrooien, banen en vestigingen drs. J. Snoei drs. B. van der Linden Zoetermeer, maart 2012

Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with EIM. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM. EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

Inhoudsopgave Managementsamenvatting 5 1 Inleiding 9 2 Algemene kenmerken foodsector 13 2.1 Octrooien en octrooiaanvragende bedrijven 13 2.2 Werkgelegenheid 16 2.3 Vestigingen 19 3 Regionaal belang en deelsector aandeel 23 3.1 Octrooiaanvragende bedrijven 23 3.2 Werkgelegenheid 25 3.3 Vestigingen 27 4 Nationaal belang 31 4.1 Octrooiaanvragende bedrijven 31 4.2 Werkgelegenheid 33 4.3 Vestigingen 35 5 Topbedrijven 39 5.1 Octrooitoppers 39 5.2 Werkgelegenheidtoppers 40 6 Belangrijkste bevindingen 43 BIJLAGE I SBI-codes deelsectoren 45 BIJLAGE II Regionaal belang werkgelegenheid 49 BIJLAGE III Regionaal belang vestigingen 57 BIJLAGE IV Nationaal belang werkgelegenheid 65 BIJLAGE V Nationaal belang vestigingen 73 3

Managementsamenvatting Dit onderzoek brengt de beschikbare kennis in de Nederlandse foodsector in kaart aan de hand van aangevraagde octrooien en aantallen octrooiaanvragende bedrijven. Daarnaast brengt het onderzoek in kaart hoe banen en vestigingen in de foodsector over de verschillende Nederlandse regio's verspreid zijn. Op die manier wordt inzichtelijk gemaakt wat het regionaal en nationaal belang van de foodsector is en waar kennis beschikbaar is. Dit verhoogt de kans om in de toekomst op een effectieve manier aan de slag te gaan met het op de markt brengen van beschikbare kennis. In het onderzoek staan twee hoofdvragen centraal: 1 Waar zitten de octrooihouders in de foodsector? 2 In welke regio's bevinden zich de zwaartepunten van de foodsector in termen van banen en vestigingen? In dit rapport is specifiek aandacht besteed aan de agglomeratie Amsterdam. Octrooihouders Als de ontwikkeling van het aantal octrooiaanvragen per WGR-regio over de periode 2003-2007 in ogenschouw genomen wordt, valt op dat het totaal aantal octrooiaanvragen in de foodsector in 2007 (580) lager is dan in 2003 (624): een daling van 7%, die voornamelijk veroorzaakt wordt door een daling van het aantal octrooiaanvragen in de deelsector industrie. De positie van de agglomeratie Amsterdam is relatief goed als het gaat om het aantal octrooiaanvragen in 2003 en 2007. In die jaren is het aantal octrooiaanvragen bijna verdubbeld (van 22 naar 42). Die verdubbeling wordt, in tegenstelling tot de Nederlandse foodsector in totaal, juist veroorzaakt door een verdubbeling van het aantal octrooiaanvragen in de industrie in 2007 (van 15 naar 31). In de ranglijst van WGRregio's staat de agglomeratie Amsterdam achter Rijnmond, Haaglanden en Eem en Vallei op de vierde positie als het gaat om het totaal aantal octrooiaanvragen over 2003 en 2007 in de foodsector. Hiermee toont de regio zich kennisintensief. Met het aantal octrooiaanvragende bedrijven als criterium wordt de top van de WGR-regio's flink door elkaar gehusseld. Eem en Vallei kent gerekend over 2003 en 2007 gezamenlijk de meeste octrooiaanvragende bedrijven: 24. De Agglomeratie Amsterdam komt daar vlak achter met 23 octrooiaanvragende bedrijven in die jaren. Rijnmond completeert de top 3 met 15 octrooiaanvragende bedrijven. In 2007 (12) is het aantal octrooiaanvragende bedrijven in de agglomeratie Amsterdam nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2003 (11). Het belang van de foodsector in het aanbod van octrooien (octrooiaanvragende bedrijven) is vooral groot in de regio's Oosterschelde, Noord-Groningen en Eemsmond en Noord-Limburg. Vooral in de Oosterschelde-regio is het belang van de foodsector in het aanbod van octrooien erg groot: een derde van alle octrooiaanvragende bedrijven in deze regio is actief in de foodsector. In de agglomeratie Amsterdam ligt het aandeel op ongeveer 8%. Banen In 2010 zijn ruim 563.000 personen werkzaam in de foodsector. Ten opzichte van 2007 (ruim 569.000) en 2003 (ruim 608.000) is dat een daling van het aantal banen met ruim 7%. De daling over de jaren 2003-2010 wordt met name 5

veroorzaakt door een daling van het aantal banen in de deelsectoren land- en tuinbouw (met bijna 11%) en industrie (met bijna 10%). Het aantal banen in de groothandel is in dezelfde periode juist iets toegenomen (met ruim 5%). In 2010 telt de regio Haaglanden met ruim 40.000 de meeste werkzame personen in de foodsector in Nederland, gevolgd door de Agglomeratie Amsterdam (bijna 35.000 werkzame personen) en Noordoost-Brabant (ruim 33.000 werkzame personen). De deelsectoren industrie, flowers en groothandel zijn van groot belang binnen de agglomeratie Amsterdam. Over heel Nederland bezien is de foodsector verantwoordelijk voor bijna 7% van de banen. Het belang is landelijk in de loop van de jaren 2003 tot 2010 steeds verder afgenomen. Vooral voor de plattelandsregio's is de foodsector van groot belang: in West-Friesland, de Oosterschelde-regio, en Noord-Limburg is het belang van de foodsector groot. In de Oosterschelde-regio en in West-Friesland is het wel iets teruggelopen. Ook de andere WGR-regio's uit de top 10 maakten deze ontwikkeling door. Enige uitzondering is Noord-Groningen en Eemsmond, waar het belang van de foodsector in de periode 2007-2010 iets is toegenomen. In de agglomeratie Amsterdam is het regionaal werkgelegenheidsbelang van de foodsector slechts 4% in 2010. Op basis van het werkgelegenheidsaandeel van de WGR-regio's in het totaal van Nederland (nationaal belang) zijn in 2010 drie WGR-regio's als koploper in de foodsector aan te merken. Dat zijn achtereenvolgens Haaglanden met 7,1%, de agglomeratie Amsterdam met 6,2% en Noordoost-Brabant met 5,8%. Het aantal banen in de foodsector in de agglomeratie Amsterdam is dus relatief groot. De ontwikkeling van het aantal banen laat echter een dalend verloop zien: in 2003 waren er nog ruim 39.000 personen werkzaam in de foodsector in de agglomeratie Amsterdam en in 2007 waren dat er nog ruim 36.000. Vooral in de deelsectoren land- en tuinbouw, flowers en dienstverlening is het aantal banen teruggelopen in die periode. Vestigingen In 2010 maken bijna 110.000 vestigingen deel uit van de foodsector in Nederland. Ten opzichte van 2003 (ruim 120.000) is dat een daling van het aantal vestigingen met bijna 9%. Die ontwikkeling sluit aan bij de daling van het aantal werkzame personen in de foodsector in Nederland in diezelfde periodes. De daling wordt met name verklaard door een daling van het aantal vestigingen in de deelsectoren land- en tuinbouw (met ruim 11%) en flowers (bijna 9%). De deelsectoren dienstverlening en visserij laten in de periode 2003-2010 in procentuele zin een grote stijging zien, maar het aantal vestigingen in die deelsectoren neemt nog altijd maar een beperkt deel van het totaal in de foodsector in. In 2010 telt de regio Haaglanden met ruim 6.400 de meeste vestigingen in de foodsector in Nederland, gevolgd door Noordoost-Brabant en IJssel-Vecht (beide ruim 5.600 vestigingen). De agglomeratie Amsterdam valt met ruim 4.300 vestigingen in de foodsector net binnen de top tien. De ontwikkeling van het aantal vestigingen in de agglomeratie Amsterdam loopt daarbij niet synchroon aan de ontwikkeling in de totale foodsector in Nederland: een afname van het aantal vestigingen in de periode 2003-2007, maar daarentegen een toename in de periode 2007-2010. In heel Nederland is het aandeel van de vestigingen in de foodsector in 2010 teruggelopen tot 9,3% van het totaal aantal vestigingen. Evenals bij het regionaal belang van de banen komt het belang van de foodsector met name in de plattelandsregio's naar voren. In Noord-Groningen en Eemsmond is de sector in 2010 verantwoordelijk voor ruim een vijfde van alle vestigingen. Andere WGRregio's waar het regionaal belang van de foodvestigingen groot is, zijn: Kop van Noord-Holland, IJssel-Vecht, Noord-Limburg en Oost-Gelderland. Alle WGR- 6

regio's in de top 10 laten een neerwaartse ontwikkeling van het regionale belang zien in de periode 2003-2010. In de agglomeratie Amsterdam is de foodsector in 2010 verantwoordelijk voor slechts 3% van het totaal aantal vestigingen en ook het aandeel loopt terug. Op basis van het aantal vestigingen in het totaal van Nederland (nationaal belang) zijn er in 2010 drie koplopers: Haaglanden met 5,9%, Noordoost-Brabant met 5,2% en IJssel-Vecht met 5,1%. De agglomeratie Amsterdam is verantwoordelijk voor 4% van het aantal vestigingen in de foodsector en dit aandeel is iets gestegen ten opzichte van 2003 en 2007. 7

1 Inleiding Achtergrond Het stimuleren van innovatie is een belangrijk thema bij beleidsmakers. Een probleem dat hierbij vaak aan de orde komt, is het valoriseren van kennis: hoe kunnen innovaties op een succesvolle manier naar de markt gebracht worden? Veel kennis blijkt op de plank te blijven liggen, ideeën blijven onbenut en veel octrooien worden niet gebruikt. Er kunnen strategische redenen zijn die bedrijven doen besluiten om beschikbare kennis niet op de markt te brengen. Daarnaast kan het ook te maken hebben met een gebrek aan de juiste kennis, competenties en contacten. Het voorliggend onderzoek is gericht op het in kaart brengen van de beschikbare kennis aan de hand van aangevraagde octrooien en de economische clusters in de foodsector, zodat op een effectieve manier aan de slag kan worden gegaan met het op de markt brengen van beschikbare kennis. Onderzoeksvragen In het onderzoek staan twee hoofdvragen centraal: 1 Waar zitten de octrooihouders in de foodsector? 2 In welke regio's bevinden zich de zwaartepunten van de foodsector in termen van banen en vestigingen? Ten aanzien van de eerste vraag zal aan de volgende zaken aandacht besteed worden: aantal octrooien in de foodsector en per deelcluster naar regio; aandeel van de octrooien in de foodsector in het totaal aantal octrooien in de regio; aandeel van de octrooien in de foodsector in het totaal aantal octrooien in Nederland. Hierbij zal tevens de ontwikkeling die tussen 2003 en 2007 heeft plaatsgehad in beeld worden gebracht. Ten aanzien van de tweede vraag, zal aan de volgende zaken aandacht besteed worden: aantal banen in de foodsector en per deelcluster naar regio; aandeel van de banen in de foodsector in het totaal aantal banen in deze regio; aandeel van de banen in de foodsector in het totaal aantal banen in Nederland; aantal vestigingen in de foodsector en per deelcluster naar regio; aandeel van de vestigingen in de foodsector in het totaal aantal vestigingen in deze regio; aandeel van de vestigingen in de foodsector in het totaal aantal vestigingen in Nederland. Hierbij zal nader worden ingegaan op de ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden tussen de jaren 2003, 2007 en 2010. Naast de beantwoording van deze onderzoeksvragen zal in kaart gebracht worden welke bedrijven een belangrijke rol spelen in de foodsector. Hierbij worden zowel de octrooitoppers (bedrijven die veel octrooien aanvragen) als de werkgelegenheidstoppers (grote bedrijven in de foodsector) in beeld gebracht. 9

Onderzoeksverantwoording In dit onderzoek is specifiek ingegaan op de foodsector. Het onderzoek heeft betrekking op de Nederlandse foodsector bestaande uit de volgende zeven deelsectoren: land- en tuinbouw industrie groothandel dienstverlening research visserij flowers. Voor de exacte afbakening van iedere sector verwijzen wij u graag naar bijlage I. De definitie van de foodsector komt vrijwel overeen met definities uit eerdere onderzoeken van onder meer CBS en EIM 1. Voordeel van de gehanteerde systematiek is dat een landelijke vergelijking mogelijk is. Aan de hand van de meest recent beschikbare octrooidata 2 (van 2003 en 2007) is in kaart gebracht waar in de foodsector de kennis zich bevindt. Octrooidata van 2010 zijn op dit moment nog niet openbaar beschikbaar en konden dan ook niet worden meegenomen in het onderzoek. Aan de hand van LISA-gegevens is in kaart gebracht in welke regio's zich veel vestigingen en banen in de foodsector bevinden. Omdat hierbij de data voor 2010 al wel beschikbaar zijn, is ook dit jaar in de vergelijking over de verschillende jaren meegenomen. Bij het onderzoek is uitgegaan van de WGR 3 -indeling van gemeenten in Nederland (zie Figuur 1). Reden hiervan is dat op dit niveau veelal de regionale samenwerking vorm krijgt. De agglomeratie Amsterdam is één van de 42 WGR's in Nederland. 1 Zie o.a. Van der Poel, R., Seip, M. en J. Snoei, Octrooien in Nederland. Analyse van de innovatiekracht in regio's, sectoren en grootteklassen, EIM, Zoetermeer, 2010 2 Deze data is eerder door het EIM samengesteld voor het onderzoek Octrooien in Nederland, zie: Van der Poel, R., Seip, M. en J. Snoei, Octrooien in Nederland. Analyse van de innovatiekracht in regio's, sectoren en grootteklassen, EIM, Zoetermeer, 2010 3 WGR staat voor Wet Gemeenschappelijke Regelingen. Deze indeling van samenwerkingsgebieden is gebaseerd op de gelijknamige wet van 1 januari 1985. In totaal zijn er 42 WGR-gebieden. 10

Figuur 1 WGR-indeling 2011 Bron: EIM, 2011. Leeswijzer Dit rapport gaat eerst in op de algemene kenmerken van de foodsector in Nederland (hoofdstuk 2). Daarna komen achtereenvolgens het regionaal belang (hoofdstuk 3) en het nationaal belang (hoofdstuk 4) van de foodsector aan de orde. Aan de topbedrijven in termen van het aantal octrooiaanvragen en aantal werkzame personen wordt aandacht besteed in hoofdstuk 5. Het geheel heeft vijf bijlagen; de afbakening van de foodsector en de onderscheiden deelclusters op basis van de SBI-codes staan weergegeven in bijlage I. De bijlagen II tot en met V geven de regionale en nationale belangen van de banen en vestigingen op deelsector en sectorniveau weer voor alle WGR-regio's. 11

2 Algemene kenmerken foodsector Een indicator om het innovatief vermogen uit te drukken is het aantal octrooien dat wordt aangevraagd en het aantal bedrijven dat deze octrooien aanvraagt. Het aantal octrooiaanvragen zal daarbij uiteraard het aantal octrooiaanvragende bedrijven in een jaar overtreffen, aangezien een bedrijf veelal meerdere octrooien aanvraagt. In dit hoofdstuk zal eerst het aantal octrooiaanvragen in de foodsector voor de jaren 2003 en 2007 weergegeven worden verdeeld naar WGRregio. Daarbij is gekozen voor een weergave van de top tien WGR-regio's in termen van het aantal octrooiaanvragen in het bewuste jaar. Ook is een analyse gemaakt van de ontwikkeling van het aantal (en van de verdeling van) octrooiaanvragen. Dezelfde analyse is ook gemaakt voor het aantal octrooiaanvragende bedrijven verdeeld naar WGR-regio. 2.1 Octrooien en octrooiaanvragende bedrijven 2.1.1 Octrooiaanvragen Het criterium voor het samenstellen van de ranglijst van de WGR-regio's wat betreft het aantal octrooiaanvragen is de som van de octrooiaanvragen over 2003 en 2007. Rijnmond komt dan met bijna 600 octrooiaanvragen bovenaan terecht (zie Tabel 1). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de aanwezigheid van (de hoofdvestiging van) Unilever in deze WGR-regio. Unilever (en daarmee WGR Rijnmond) is daarmee verreweg de grootste speler binnen octrooiaanvragen in de foodsector 1 - zowel in 2003 als in 2007 als geaggregeerd over die jaren. De overige regio's volgen op respectabele afstand wat betreft het aantal octrooiaanvragen (indien Unilever buiten beschouwing gelaten wordt, valt de regio Rijnmond terug naar plaats 10). Achtereenvolgens Haaglanden, Eem en Vallei, Agglomeratie Amsterdam en Zuidwest-Drenthe completeren de top 5 van meeste octrooiaanvragen over 2003 en 2007. Een groot deel van de octrooiaanvragen in de regio Haaglanden is afkomstig van Nutricia (Zoetermeer). In de regio Eem en Vallei zijn de WUR en Plant Research International verantwoordelijk voor het merendeel van de octrooiaanvragen. Wat verder opvalt, is dat de top tien WGRregio's meer dan 80% van alle octrooiaanvragen in de foodsector voor haar rekening neemt. Kortom, in de andere 32 WGR-regio's worden in verhouding heel weinig octrooien aangevraagd. Als de ontwikkeling van het aantal octrooiaanvragen per WGR-regio over de periode 2003-2007 in ogenschouw genomen wordt, valt op dat het totaal aantal octrooiaanvragen in de foodsector in 2007 (580) lager is dan in 2003 (624): een daling van 7%. Deze daling wordt met name veroorzaakt door een daling van het aantal octrooiaanvragen in de deelsector industrie. Van de WGR-regio's die de top 10 van octrooiaanvragende regio's vormen, valt de daling met 6% iets lager uit. Enkele opvallende ontwikkelingen per individuele WGR-regio zijn: Zuidwest- Drenthe, waar het aantal octrooiaanvragen in 2007 verviervoudigd is ten opzichte van 2003, en Rivierenland, waar het aantal octrooiaanvragen in 2007 met een derde teruggelopen is ten opzichte van 2003. 1 Zoals de foodsector in het kader van dit onderzoek gedefinieerd is. 13

Agglomeratie Amsterdam In de agglomeratie Amsterdam is het aantal octrooiaanvragen in 2007 nagenoeg verdubbeld ten opzichte van 2003: van 22 in 2003 naar 42 octrooiaanvragen in 2007. Die verdubbeling wordt veroorzaakt door een verdubbeling van het aantal octrooiaanvragen in de industrie in 2007 (van 15 naar 31). De agglomeratie Amsterdam komt daarmee op de vierde plaats als het gaat om het aantal octrooiaanvragen over 2003 en 2007, en is na de regio Zuidwest-Drenthe de regio die in de periode 2003-2007 de beste voortgang in octrooiaanvragen geboekt heeft. Hiermee toont de regio zich kennisintensief. Tabel 1 Top 10 WGR-regio's op basis van totaal aantal octrooiaanvragen in de foodsector (2003 en 2007) WGR-regio 2003 2007 2003-2007 Totaal incl. Unilever Totaal excl. Unilever 1 Rijnmond 341 248-27% 589 19 2 Haaglanden 30 44 47% 74 74 3 Eem en Vallei 36 35-3% 71 71 4 Agglomeratie Amsterdam 22 42 91% 64 64 5 Zuidwest-Drenthe 11 45 309% 56 56 6 Utrecht 24 26 8% 50 50 7 Noordoost-Brabant 17 16-6% 33 33 8 Rivierenland 18 12-33% 30 30 9 Zuid-Holland-Noord 15 13-13% 28 28 10 Zuidoost-Brabant 9 11 22% 20 20 Totaal top 10 523 492-6% 1.015 445 Totaal Nederland 624 580-7% 1.204 634 Bron: EIM o.b.v. KvK/NL Octrooicentrum, 2011. 2.1.2 Octrooiaanvragende bedrijven Eén bedrijf kan jaarlijks zorgen voor een groot aantal octrooiaanvragen (bijvoorbeeld Unilever). Dat kan ervoor zorgen dat de verhoudingen tussen de WGRregio's (het relatief belang) scheef trekt. Een ander criterium als het gaat om het aanbod van kennis is daarom het aantal octrooiaanvragende bedrijven per WGRregio. Daarbij telt dus een organisatie als Unilever voor 1 (octrooiaanvragend bedrijf) in plaats van 589 (octrooiaanvragen) ten gunste van de regio Rijnmond. Met het aantal octrooiaanvragende bedrijven als criterium wordt de top 10 van de WGR-regio's flink door elkaar gehusseld. Eem en Vallei kent gerekend over 2003 en 2007 gezamenlijk de meeste octrooiaanvragende bedrijven: 24. De Agglomeratie Amsterdam en Rijnmond completeren de top 3. Als het gaat om octrooiaanvragende bedrijven neemt de top 10 slechts iets meer dan de helft van het totaal van alle 42 WGR-regio's voor haar rekening. De verdeling lijkt daarmee een stuk evenwichtiger dan in het geval van het aantal octrooiaanvragen (ruim 80% voor rekening van de top 10 WGR-regio's). Het totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector in Nederland loopt in 2007 iets terug ten opzichte van 2003 (een daling van 6%). Daarentegen is het aantal octrooiaanvragende bedrijven binnen de top 10 WGR-regio's met zo'n 20% gestegen ten 14

opzichte van 2003. Daar lijkt voor een belangrijk deel de regio Rijnmond verantwoordelijk voor te zijn, waar het aantal octrooiaanvragende bedrijven gestegen is van 3 in 2003 naar 12 in 2007. Het aantal octrooiaanvragende bedrijven in West-Brabant is daarentegen aanmerkelijk gedaald. Agglomeratie Amsterdam Op basis van het aantal octrooiaanvragende bedrijven in 2003 en 2007 samen scoort de agglomeratie Amsterdam als gezegd met 23 octrooiaanvragende bedrijven erg hoog. Meerdere bedrijven zorgen dus dat de regio binnen de foodsector als kennisintensief kan worden bestempeld. In 2007 (12) is het aantal octrooiaanvragende bedrijven in de agglomeratie Amsterdam licht toegenomen ten opzichte van 2003 (11). Tabel 2 Top 10 WGR-regio's op basis van totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector (2003 en 2007) WGR-regio 2003 2007 2003-2007 Totaal 1 Eem en Vallei 12 12 0% 24 2 Agglomeratie Amsterdam 11 12 9% 23 3 Rijnmond 3 12 300% 15 4 Haaglanden 8 6-25% 14 5 West-Brabant 9 4-56% 13 6 Noordoost-Brabant 6 7 17% 13 7 Zuidoost-Brabant 8 4-50% 12 8 Twente 5 6 20% 11 9 Zuid-Holland-Noord 5 6 20% 11 10 Stedendriehoek 4 4 0% 8 Totaal top 10 71 73 3% 144 Totaal Nederland 125 118-6% 243 Bron: EIM o.b.v. KvK/NL Octrooicentrum, 2011. Locatie octrooiaanvragende bedrijven Naast de indeling naar WGR-regio is aan de hand van de postcodes van de octrooiaanvragende bedrijven een kaart gemaakt, waarop te zien is waar de octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector gevestigd zijn (zie Figuur 2). Het met zwarte lijn omlijnde gebied is de agglomeratie Amsterdam. 15

Figuur 2 Aantal octrooiaanvragende bedrijven naar postcode Bron: EIM o.b.v. KvK/NL Octrooicentrum, 2011. 2.2 Werkgelegenheid Werkgelegenheid totaal en naar deelsector De potentiële vraag naar kennis is weer te geven in de werkgelegenheid (het totaal aantal banen) in de desbetreffende WGR-regio in de foodsector. In het vervolg zal eerst de werkgelegenheid in de foodsector voor de jaren 2003, 2007 en 2010 worden weergegeven verdeeld naar WGR-regio. Ook hier is gekozen voor een weergave van de top tien. Uitgangspunt voor de rangschikking zijn de werkgelegenheidscijfers in 2010. Ook wordt de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de foodsector over de periodes 2003-2007 en 2007-2010 geanalyseerd. 16

In 2010 zijn ruim 563.000 personen werkzaam in de foodsector. Ten opzichte van met name 2003 (ruim boven de 600.000 werkzame personen) is dat een forse daling van het aantal banen: met ruim 7% (zie Tabel 3). De daling over de jaren 2003 2010 wordt met name veroorzaakt door een daling van het aantal banen in de deelsectoren land- en tuinbouw (met bijna 11%), flowers (ruim 10%) en industrie (met bijna 10%). Alleen in de groothandel is het aantal banen in dezelfde periode toegenomen - met ruim 5%. Tabel 3 Ontwikkeling werkgelegenheid in de foodsector in Nederland naar deelsector, 2003-2007 - 2010 Deelsector 2003 2007 2010 2003-2010 Land- en tuinbouw 266.469 241.897 237.921-10.7% Industrie 151.566 140.403 137.074-9.6% Groothandel 104.812 108.880 110.561 5.2% Dienstverlening 7.936 7.597 7.386-6.9% Research 8.191 7.410 8.038-1.9% Visserij 3.606 3.327 3.371-6.5% Flowers 65.610 60.439 58.818-10.4% Totaal 608.190 569.952 563.169-7.4% De werkgelegenheid in de agglomeratie Amsterdam is in de periode 2003-2010 maar liefst met 11% afgenomen. Dat is vooral veroorzaakt door een daling van het aantal banen in de dienstverlening, land- en tuinbouw en flowers. Daartegenover staat weliswaar een flinke stijging van het aantal banen in de research en de visserij, maar deze deelsectoren zijn in absolute zin erg klein. Tabel 4 Ontwikkeling werkgelegenheid in de foodsector in de agglomeratie Amsterdam naar deelsector, 2003-2007 - 2010 Deelsector 2003 2007 2010 2003-2010 Land- en tuinbouw 7.815 6.636 6.587-15,7% Industrie 9.865 9.350 9.109-7,7% Groothandel 8.131 8.266 8.170 0,5% Dienstverlening 2.772 2.438 1.987-28,3% Research 182 143 262 44,0% Visserij 27 32 45 66,7% Flowers 10.422 9.397 8.730-16,2% Totaal 39.214 36.262 34.890-11,0% 17

Werkgelegenheid naar WGR In 2010 telt de regio Haaglanden met ruim 40.000 de meeste werkzame personen in de foodsector in Nederland, gevolgd door de Agglomeratie Amsterdam (bijna 35.000 banen) en Noordoost-Brabant (een kleine 33.000 banen). De WGRregio's uit de top tien nemen gezamenlijk bijna de helft van het aantal banen in de foodsector in Nederland voor hun rekening. Als gekeken wordt naar de ontwikkeling van het aantal banen valt op dat de WGR-regio's over het algemeen de ontwikkeling van heel Nederland volgen: een afname van het aantal banen in 2007 ten opzichte van 2003 en een verdere afname in 2010. Enkele regio's vormen daarop een uitzondering. Haaglanden laat na een daling van het aantal werkzame personen in 2007 een sterke stijging in 2010 zien. Eem en Vallei en Rijnmond zijn de enige WGR-regio's uit de top tien waar in beide periodes (2003-2007 en 2007-2010) het aantal banen in de foodsector gestegen is. Het aantal banen in de foodsector in de agglomeratie Amsterdam is in vergelijking met de andere WGR-regio's erg hoog, getuige de tweede plaats in de ranglijst. De ontwikkeling van het aantal banen laat echter een dalend verloop zien: in 2003 waren er nog ruim 39.000 personen werkzaam in de foodsector in de agglomeratie Amsterdam en in 2007 waren dat er nog ruim 36.000. Vooral in de deelsectoren land- en tuinbouw, flowers en dienstverlening is het aantal banen teruggelopen in die periode. Tabel 5 Aantal banen in de foodsector: top 10 WGR-regio's (2010) WGR-regio 2003 2007 2010 Aantal Aantal Aantal Aandeel 1 Haaglanden 40.894 37.892 40.005 7.1% 2 Agglomeratie Amsterdam 39.214 36.262 34.890 6.2% 3 Noordoost-Brabant 36.166 33.120 32.778 5.8% 4 West-Brabant 31.030 27.117 26.877 4.8% 5 Zuidoost-Brabant 28.676 26.377 25.160 4.5% 6 Rijnmond 22.936 24.550 24.550 4.4% 7 Twente 23.734 22.428 22.054 3.9% 8 Eem en Vallei 21.036 20.626 22.013 3.9% 9 IJssel-Vecht 21.950 20.946 21.073 3.7% 10 Noord-Limburg 23.533 20.380 20.522 3.6% Totaal top 10 289.169 269.698 269.922 6.9% Totaal Nederland 608.190 569.952 563.169 7.0% 18

2.3 Vestigingen Vestigingen totaal en naar deelsector Een andere indicator voor de potentiële vraag naar kennis is het aantal vestigingen in de desbetreffende WGR-regio in de foodsector. Ook in dit deel zal eerst het aantal vestigingen in de foodsector voor de jaren 2003, 2007 en 2010 weergegeven worden verdeeld naar WGR-regio (weergave van de top tien). Uitgangspunt voor de rangschikking zijn de vestigingscijfers in 2010. Ook wordt de ontwikkeling van het aantal vestigingen geanalyseerd over de periodes 2003-2007 en 2007-2010. In 2010 zijn er bijna 110.000 vestigingen in de foodsector in Nederland. Ten opzichte van 2007 (ruim 113.000) en 2003 (ruim 120.000) is dat een daling van het aantal vestigingen met bijna 9% (zie Tabel 6). Die ontwikkeling sluit aan bij de daling van het aantal werkzame personen in de foodsector in Nederland in diezelfde periodes. De daling wordt met name verklaard door een daling van het aantal vestigingen in de deelsector land- en tuinbouw (met ruim 11%) en flowers (met bijna 9%). Het aantal vestigingen in de deelsectoren dienstverlening en visserij is in de periode 2003 2010 in procentuele zin flink gestegen in Nederland (met bijna 20%), maar neemt in absolute aantallen nog altijd maar een beperkt deel van het totaal in de foodsector in. Tabel 6 Ontwikkeling vestigingen in de foodsector in Nederland naar deelsector, 2003-2007 - 2010 Deelsector 2003 2007 2010 2003-2010 Land- en tuinbouw 88.247 81.245 78.227-11,4% Industrie 6.088 6.008 5.863-3,7% Groothandel 13.437 14.066 13.809 2,8% Dienstverlening 183 210 216 18,0% Research 467 497 497 6,4% Visserij 835 823 998 19.5% Flowers 10.968 10.230 10.024-8,6% Totaal 120.225 113.079 109.634-8,8% De teruggang in aantal vestigingen is in de agglomeratie Amsterdam in de periode 2003-2010 minder groot dan in de Nederlandse foodsector in totaal: een daling van 3%. De daling wordt met name veroorzaakt door de teruggang in het aantal vestigingen in de land- en tuinbouw en industrie. Het aantal vestigingen in de groothandel en in de kleinere deelsectoren research en visserij is toegenomen in dezelfde periode. 19

Tabel 7 Ontwikkeling vestigingen in de foodsector in de agglomeratie Amsterdam naar deelsector, 2003-2007 - 2010 Deelsector 2003 2007 2010 2003-2010 Land- en tuinbouw 1.925 1.719 1.795-6,8% Industrie 540 492 486-10,0% Groothandel 1.162 1.206 1.227 5,6% Dienstverlening 13 12 10-23,1% Research 23 23 31 34,8% Visserij 14 14 28 100,0% Flowers 787 770 756-4,0% Totaal 4.465 4.236 4.333-3,0% Vestigingen naar WGR In 2010 telt de regio Haaglanden met bijna 6.500 de meeste vestigingen in de foodsector in Nederland, gevolgd door Noordoost-Brabant en IJssel-Vecht (beide ruim 5.600 vestigingen). De WGR-regio's uit de top tien vertegenwoordigen gezamenlijk bijna de helft van het aantal vestigingen in de foodsector in Nederland in 2010. Als gekeken wordt naar de ontwikkeling van het aantal vestigingen valt op dat de WGR-regio's over het algemeen de ontwikkeling van heel Nederland volgen: een afname van het aantal vestigingen in 2007 ten opzichte van 2003 en een verdere afname in 2010. Enkele regio's vormen daarop een uitzondering. De Agglomeratie Amsterdam krabbelt na een daling van het aantal vestigingen in de periode 2003-2007 in de periode 2007-2010 weer op en vooral de ontwikkeling in Haaglanden is opvallend te noemen: zowel in de periode 2003-2007 als in de periode 2007-2010 is het aantal vestigingen in deze WGR-regio gestegen. Dat wordt met name veroorzaakt door een sterke stijging van het aantal vestigingen in de deelsector land- en tuinbouw in 2010. In absolute zin is de agglomeratie Amsterdam in 2010 nummer zeven als het gaat om het aantal vestigingen. Na een lichte daling van het aantal vestigingen in de periode 2003-2007 is er weer een deel van dit vestigingenverlies ingehaald in de periode 2007-2010. Echter, in relatieve zin scoort de agglomeratie Amsterdam zeer laag: het aantal vestigingen in de foodsector in de regio ten opzichte van het totaal aantal vestigingen in de regio is erg laag (2,8%) zeker in vergelijking met andere WGR-regio's. 20

Tabel 8 Aantal vestigingen in de foodsector: top 10 WGR-regio's (2010) WGR-regio 2003 2007 2010 Aantal Aantal Aantal Aandeel 1 Haaglanden 5.576 5.767 6.422 8,7% 2 Noordoost-Brabant 6.926 6.489 5.670 19,3% 3 IJssel-Vecht 6.245 5.901 5.637 11,7% 4 Zuidoost-Brabant 6.094 5.779 5.632 8,5% 5 West-Brabant 6.216 5.819 5.442 13,6% 6 Twente 6.342 5.850 5.429 10,2% 7 Agglomeratie Amsterdam 4.465 4.236 4.333 2,8% 8 Oost-Gelderland 4.628 4.261 4.188 18,3% 9 Noord-Limburg 4.021 3.626 3.799 7,6% 10 Eem en Vallei 4.065 3.804 3.701 4,9% Totaal top 10 54.578 51.532 50.253 9,6% Totaal Nederland 120.225 113.079 109.634 9,3% 21

3 Regionaal belang en deelsector aandeel In dit hoofdstuk wordt het regionaal belang van de foodsector in beeld gebracht voor de WGR-regio's en de agglomeratie Amsterdam in het bijzonder. Regionaal belang is daarbij gedefinieerd als het aandeel octrooiaanvragende bedrijven, banen of vestigingen in de foodsector in het totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven, banen of vestigingen in de WGR-regio (in alle sectoren bij elkaar). Voor de bepaling van het regionaal belang is steeds als uitgangspunt de gegevens uit het meest recente beschikbare jaar genomen. Dat betekent in het geval van het aanbod van octrooien (octrooiaanvragende bedrijven) het jaar 2007 en in geval van de vraag naar octrooien (banen en vestigingen) het jaar 2010. 3.1 Octrooiaanvragende bedrijven Tabel 9 geeft de top 10 van het regionaal belang van de foodsector weer voor de verschillende WGR-regio's. Criterium voor het bepalen van de volgorde is het aandeel octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector ten opzichte van het totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven in de WGR-regio in 2007. Het belang van de foodsector in het aanbod van octrooien (octrooiaanvragende bedrijven) is vooral groot in de regio's Oosterschelde, Noord-Groningen en Eemsmond en Noord-Limburg. Vooral in de Oosterschelde-regio is het belang van de foodsector in het aanbod van octrooien erg groot: een derde van alle octrooiaanvragende bedrijven in deze regio is actief in de foodsector. Wat verder opvalt, is dat regio's die veel octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector herbergen, zoals Rijnmond en Haaglanden, in de top 10 van regionaal belang niet voorkomen. Dat betekent dus dat ondanks dat er in vergelijking met de rest van Nederland in deze regio's veel octrooiaanvragende bedrijven binnen de foodsector zijn, deze bedrijven slechts een klein deel van het totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven in die regio's uitmaakt. Agglomeratie Amsterdam Nog geen 1 op de 10 octrooiaanvragende bedrijven in de agglomeratie Amsterdam is actief binnen de foodsector. Het belang van de foodsector is dus beperkt. 23

Tabel 9 Top 10 regionaal belang octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector WGR-regio 2003 2007 1 Oosterschelde-regio 18,2% 33,3% 2 Noord-Groningen en Eemsmond 100,0% 20,0% 3 Noord-Limburg 18,2% 18,2% 4 Friesland-Noord 50,0% 16,7% 5 Zuidwest-Drenthe 14,3% 15,4% 6 Eem en Vallei 18,8% 14,6% 7 Zuid-Holland-Noord 12,5% 14,0% 8 Zuidwest-Friesland 0,0% 13,3% 9 Noord-Kennemerland 4,5% 12,5% 10 West-Friesland 37,5% 11,8% 18 Agglomeratie Amsterdam 8,4% 8,1% Bron: EIM o.b.v. KvK/NL Octrooicentrum, 2011. Uitsplitsing naar deelsector Een verdere opsplitsing van de Nederlandse foodsector naar de zeven deelsectoren leert dat de deelsectoren dienstverlening en visserij geen octrooiaanvragende bedrijven bevatten in 2007, terwijl de deelsector flowers binnen de Nederlandse foodsector slechts één octrooiaanvragend bedrijf kent. We beperken ons in Figuur 3 daarom tot de andere vier deelsectoren (land- en tuinbouw, industrie, groothandel en research). Het merendeel van de octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector is actief in de deelsector industrie: in de Nederlandse foodsector in zijn geheel is meer dan de helft van de octrooiaanvragende bedrijven afkomstig uit de industrie en binnen de agglomeratie Amsterdam is dat zelfs meer dan twee derde deel. In vergelijking met Nederland kent de agglomeratie Amsterdam geen octrooiaanvragende bedrijven in de deelsector research, in Nederland bevat de deelsector research bijna 20% van de octrooiaanvragende bedrijven binnen de foodsector. Figuur 3 Regionaal belang octrooiaanvragende bedrijven naar deelsector in 2007 Agglomeratie Amsterdam 10% 70% 20% Nederland 6% 53% 22% 18% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Land- en tuinbouw Industrie Groothandel Research Bron: EIM o.b.v. KvK/NL Octrooicentrum, 2011. 24

3.2 Werkgelegenheid In Tabel 10 is te zien wat het regionaal belang van de banen in de foodsector in het totaal aantal banen in de WGR-regio is. Over heel Nederland bezien is de foodsector verantwoordelijk voor 7% van de banen. Het belang is landelijk in de loop van de jaren 2003 tot 2010 wel steeds afgenomen. Met name voor de zogenaamde plattelandsregio's is de foodsector van groot belang in de WGR-regio. Vooral in West-Friesland en de Oosterschelde-regio is het belang van de foodsector groot. Wel is ook in deze regio's het belang van de foodsector over de tijd heen iets afgenomen. Ook de andere WGR-regio's uit de top 10 maakten deze ontwikkeling door. Enige uitzonderingen zijn Noord- Groningen en Eemsmond en Zeeuwsch-Vlaanderen waar het belang van de foodsector in de periode 2007 2010 iets is toegenomen. Agglomeratie Amsterdam In vergelijking met andere WGR-regio's is het belang van de foodsector in de agglomeratie Amsterdam erg klein: slechts 4% van het totaal aantal banen in deze regio bevindt zich in de foodsector. Dat is maar iets meer dan de helft van het gemiddelde belang van de foodsector in heel Nederland. Net als in Nederland als geheel en de meeste WGR-regio's uit de top tien loopt het belang van de foodsector over de jaren heen wat terug. Tabel 10 Regionaal belang werkgelegenheid in de foodsector in de totale werkgelegenheid, naar WGR-regio WGR-regio 2003 2007 2010 1 West-Friesland 20,3% 19,2% 18,6% 2 Oosterschelde-regio 17,7% 16,2% 15,5% 3 Noord-Limburg 18,0% 15,1% 14,9% 4 Kop van Noord-Holland 17,3% 14,8% 14,7% 5 Noord-Groningen en Eemsmond 15,4% 14,1% 14,5% 6 Zuidwest-Friesland 15,2% 14,1% 13,7% 7 Zeeuwsch-Vlaanderen 14,3% 12,3% 12,4% 8 Rivierenland 13,2% 12,6% 11,7% 9 Oost-Gelderland 12,6% 11,1% 10,8% 10 Friesland-Oost 11,8% 10,6% 10,6% Belang foodsector in Nederland 8,0% 7,2% 7,0% 35 Agglomeratie Amsterdam 4,8% 4,3% 4,0% In Tabel 11 staat het regionaal belang weergegeven van de banen in de foodsector in het totaal aantal banen in de WGR-regio, maar hierbij is de deelsector land- en tuinbouw buiten beschouwing gelaten. Hier is voor gekozen, omdat de land- en tuinbouw een aanzienlijk deel van de werkgelegenheid van de foodsector bepaalt. Dat kan tot gevolg hebben dat het regionaal belang scheef trekt in 25

het voordeel van de meer landelijke (perifere) WGR-regio's. Dat wordt op deze manier opgevangen. Weglating van de deelsector land- en tuinbouw zorgt er ten eerste natuurlijk voor dat het regionaal belang van de foodsector flink terugloopt. Daarnaast treden weliswaar enkele verschuivingen op in de top tien WGR-regio's, maar over het algemeen blijven de topregio's inclusief land- en tuinbouw (West-Friesland, Oosterschelde-regio, Kop van Noord-Holland en Noord-Limburg) ook bovenin zonder die deelsector. Het regionaal belang van de foodsector is (ook exclusief de land- en tuinbouw) in de agglomeratie Amsterdam klein: het overgrote deel van de banen in deze regio bevindt zich duidelijk in andere sectoren dan de foodsector. Tabel 11 Regionaal belang werkgelegenheid in de foodsector (excl. de deelsector land- en tuinbouw) in de totale werkgelegenheid, naar WGR WGR-regio 2003 2007 2010 1 West-Friesland 10,9% 11,4% 11,2% 2 Oosterschelde-regio 9,6% 9,0% 8,4% 3 Zuid-Holland-Noord 9,3% 8,1% 7,1% 4 Kop van Noord-Holland 7,6% 6,8% 6,7% 5 Noord-Limburg 7,5% 6,7% 6,7% 6 Zuid-Holland-Oost 7,3% 7,1% 6,7% 7 Noordwest-Veluwe 6,5% 6,1% 6,3% 8 Noordoost-Brabant 6,7% 5,9% 6,0% 9 Flevoland 6,5% 6,4% 5,9% 10 Rivierenland 6,7% 6,5% 5,8% 33 Agglomeratie Amsterdam 3,8% 3,5% 3,2% Uitsplitsing naar deelsector Een verdere opsplitsing van de foodsector (zie Figuur 4) naar deelsectoren laat zien dat in de agglomeratie Amsterdam de verdeling van de foodsectoren veel gelijkmatiger is dan in Nederland als geheel 1. In Nederland concentreert de werkgelegenheid in de foodsector zich met name in de land- en tuinbouw (42%), terwijl in de agglomeratie Amsterdam de werkgelegenheid in de foodsector gelijkmatiger verdeeld is over de deelsectoren land- en tuinbouw, industrie, groothandel en flowers. Met name in de deelsector flowers is het aantal banen in de agglomeratie Amsterdam relatief hoog. 1 De deelsectoren research en visserij bepalen 1% of minder van het totaal aantal banen in de foodsector (zowel in de agglomeratie Amsterdam als in heel Nederland) en zijn weggelaten in de figuur. 26

Figuur 4 Verdeling van werkgelegenheid in de foodsector in 2010, naar deelsector Agglomeratie Amsterdam 19% 26% 23% 6% 25% Nederland 42% 24% 20% 1% 10% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Land- en tuinbouw Industrie Groothandel Dienstverlening Flowers 3.3 Vestigingen Naast het regionaal belang in het aantal banen is tevens het regionaal belang van de vestigingen in de foodsector ten opzichte van het totaal aantal vestigingen in een WGR-regio berekend. In heel Nederland is het aandeel van de vestigingen in de foodsector in 2010 teruggelopen tot ruim 9% van het totaal aantal vestigingen. Evenals bij het regionaal belang van de banen komt het belang van de foodsector met name in de plattelandsregio's naar voren. In Noord-Groningen en Eemsmond is de sector in 2010 nog steeds verantwoordelijk voor ruim een vijfde van alle vestigingen. Andere WGR-regio's waar het regionaal belang van de foodvestigingen groot is zijn: Kop van Noord-Holland en IJssel-Vecht. Alle WGR-regio's in de top 10 laten een neerwaartse ontwikkeling van het regionaal belang zien in de periode 2003 2010. Agglomeratie Amsterdam In de agglomeratie Amsterdam is de foodsector in 2010 verantwoordelijk voor slechts 3% van het totaal aantal vestigingen. Hiermee scoort de regio ver onder het landelijk gemiddelde. Synchroon aan de ontwikkeling in heel Nederland is het belang van de foodsector over de jaren 2003-2010 afgenomen. 27

Tabel 12 Regionaal belang vestigingen in de foodsector in het totaal aantal vestigingen, naar WGR-regio WGR-regio 2003 2007 2010 1 Noord-Groningen en Eemsmond 28,8% 23,3% 22,2% 2 Kop van Noord-Holland 26,3% 20,8% 20,4% 3 IJssel-Vecht 28,4% 23,4% 20,0% 4 Noord-Limburg 26,7% 21,0% 19,7% 5 Oost-Gelderland 26,7% 21,2% 19,0% 6 Zeeuwsch-Vlaanderen 30,1% 22,7% 18,4% 7 Oosterschelde-regio 25,3% 19,9% 18,0% 8 Zuidwest-Friesland 24,8% 20,4% 17,6% 9 Friesland-Oost 22,6% 18,6% 15,6% 10 Zuid-Holland-Oost 21,3% 16,4% 15,0% Belang Foodsector in Nederland 13,3% 11,0% 9,3% 41 Agglomeratie Amsterdam 4,3% 3,8% 3,0% In Tabel 13 staat het regionaal belang weergegeven van de vestigingen in de foodsector in het totaal aantal vestigingen in de WGR-regio, maar is de deelsector land- en tuinbouw buiten beschouwing gelaten. Weglating van de deelsector land- en tuinbouw zorgt er ten eerste natuurlijk voor dat het regionaal belang van de foodsector flink terugloopt. Daarnaast treden weliswaar enkele verschuivingen op in de top tien WGR-regio's, maar over het algemeen blijven de topregio's inclusief land- en tuinbouw. Wel komt de regio West-Friesland hoog in de top tien. Deze regio heeft dus relatief veel vestigingen in andere deelsectoren dan de deelsector land- en tuinbouw. Het regionaal belang van de foodsector is (ook exclusief de land- en tuinbouw) in de agglomeratie Amsterdam klein: het overgrote deel van de vestigingen in deze regio bevindt zich duidelijk in andere sectoren dan de foodsector. Door het buiten beschouwing laten van de deelsector land- en tuinbouw verbetert de relatieve positie van de agglomeratie Amsterdam zich wel iets, wat dus impliceert dat er relatief weinig vestigingen in de land- en tuinbouw in deze regio zijn. 28

Tabel 13 Regionaal belang vestigingen in de foodsector (excl. de deelsector land- en tuinbouw) in het totaal aantal vestigingen, naar WGR-regio WGR-regio 2003 2007 2010 1 Kop van Noord-Holland 9,1% 7,3% 7,5% 2 Oosterschelde-regio 7,8% 6,4% 6,1% 3 West-Friesland 7,9% 6,6% 6,0% 4 Zuid-Holland-Oost 8,0% 6,2% 5,7% 5 Zuid-Holland-Noord 8,5% 6,6% 5,6% 6 Noord-Limburg 7,0% 6,0% 5,5% 7 Zeeuwsch-Vlaanderen 5,4% 4,1% 4,0% 8 Noord-Groningen en Eemsmond 4,1% 3,4% 3,4% 9 Flevoland 4,0% 3,8% 3,3% 10 West-Brabant 4,2% 3,7% 3,2% 35 Agglomeratie Amsterdam 2,4% 2,3% 1,8% Uitsplitsing naar deelsectoren Een uitsplitsing van de vestigingen naar deelsectoren laat zien dat bijna driekwart van de vestigingen in de foodsector in Nederland actief is in de deelsector land- en tuinbouw (zie Figuur 5). In de agglomeratie Amsterdam beslaat deze deelsector bijna de helft van het totaal aantal vestigingen in de foodsector. Meer dan in Nederland concentreren de vestigingen in de foodsector zich in de agglomeratie Amsterdam in de deelsectoren industrie, groothandel en flowers. Figuur 5 Verdeling van de vestigingen in de foodsector in 2010, naar deelsector Agglomeratie Amsterdam 41% 11% 28% 17% Nederland 71% 5% 13% 9% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Land- en tuinbouw Industrie Groothandel Flowers 29

4 Nationaal belang In dit deel volgt een analyse van het nationaal belang van elke WGR-regio. Het nationaal belang is gedefinieerd als het aandeel octrooiaanvragende bedrijven, banen of vestigingen van de WGR-regio in de foodsector ten opzichte van het totaal in Nederland. Daarbij de beschikbare gegevens uit het meest recente jaar als uitgangspunt genomen. Aan de aanbodzijde (octrooiaanvragende bedrijven) is dat 2007, aan de vraagzijde (werkgelegenheid en vestigingen) is dat 2010. 4.1 Octrooiaanvragende bedrijven In Tabel 14 staat de top 10 WGR-regio's op basis van het percentage octrooiaanvragende bedrijven in de betreffende regio in 2007. In totaal is de top 10 verantwoordelijk voor ruim 60% van alle octrooiaanvragende bedrijven in de Nederlandse foodsector in dat jaar. Opvallende stijger is met name de regio Rijnmond: in vier jaar tijd is het aandeel octrooiaanvragende bedrijven in die regio verviervoudigd. De Agglomeratie Amsterdam is ook een topper als het gaat om octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector, hoewel het nationaal belang van die regio in vier jaar tijd wel iets is teruggelopen. Tabel 14 Percentage octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector naar WGR-regio's in 2003 en 2007 WGR-regio 2003 2007 1 Eem en Vallei 9,6% 10,3% 2 Rijnmond 2,4% 10,3% 3 Agglomeratie Amsterdam 8,8% 8,5% 4 Noordoost-Brabant 4,8% 6,0% 5 Twente 4,0% 5,1% 6 Zuid-Holland-Noord 4,0% 5,1% 7 Haaglanden 6,4% 5,1% 8 Oosterschelde-regio 1,6% 5,1% 9 Stedendriehoek 3,2% 3,4% 10 Arnhem/Nijmegen 2,4% 3,4% Totaal top 10 van 2007 62,4% Bron: EIM o.b.v. KvK/NL Octrooicentrum, 2011. Het nationaal belang van elke WGR-regio als het gaat om octrooiaanvragende bedrijven is ook weergegeven in Figuur 6. Elke WGR-regio is op basis van het aantal octrooiaanvragende bedrijven in die regio in 2007 ingedeeld in één van de volgende categorieën: Meer dan 8% van het totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector; 31

Tussen 5% en 8% van het totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector; Tussen 2% en 5% van het totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector; Tussen 1% en 2% van het totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector; Tussen 0% en 1% van het totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector; Geen octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector. Drie WGR-regio's zijn als koploper aan te merken als het gaat om het aantal octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector in 2007: Eem en Vallei en Rijnmond met 10,3% van het totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven en Agglomeratie Amsterdam met 8,5%. Er zijn ook elf WGR-regio's waarin geen enkel octrooiaanvragend bedrijf in de foodsector te vinden is in 2007. Van deze elf regio's is bijna de helft gelegen in Noord-Nederland. 32

Figuur 6 Percentage octrooiaanvragende bedrijven in de foodsector (2007) Bron: EIM o.b.v. KvK/NL Octrooicentrum, 2011. 4.2 Werkgelegenheid In Tabel 15 staat het nationaal belang van de tien grootste WGR-regio's weergegeven. Op basis van het werkgelegenheidsaandeel van de WGR-regio's in het totaal van Nederland zijn in 2010 drie WGR-regio's als koploper aan te merken. Dat zijn dat achtereenvolgens Haaglanden met 7,1%, Agglomeratie Amsterdam met 6,2% en Noordoost-Brabant met 5,8%. Het werkgelegenheidsaandeel van deze toppers binnen de foodsector is over de jaren 2003-2010 heen nagenoeg gelijk gebleven. Er zijn acht WGR-regio's waarin zich minder dan 1% van het totaal aantal banen in de foodsector bevindt. Het gaat met name om regio's in Zuid-Limburg en Groningen. 33

Tabel 15 Nationaal belang banen in de foodsector in het totaal aantal banen in de foodsector in Nederland, naar WGR-regio WGR-regio 2003 2007 2010 1 Haaglanden 6,7% 6,6% 7,1% 2 Agglomeratie Amsterdam 6,4% 6,4% 6,2% 3 Noordoost-Brabant 5,9% 5,8% 5,8% 4 West-Brabant 5,1% 4,8% 4,8% 5 Eem en Vallei 3,5% 3,6% 3,9% 6 Zuidoost-Brabant 4,7% 4,6% 4,5% 7 Rijnmond 3,8% 4,3% 4,4% 8 Twente 3,9% 3,9% 3,9% 9 IJssel-Vecht 3,6% 3,7% 3,7% 10 Noord-Limburg 3,9% 3,6% 3,6% Totaal top 10 47,5% 47,3% 47,9% Het nationaal belang van elke WGR-regio als het gaat om werkgelegenheid is weergegeven in Figuur 7. Om de werkgelegenheid in kaart te brengen is elke WGR-regio op basis van het aantal banen in de foodsector in 2010 ingedeeld in één van de volgende categorieën: Meer dan 5% van het totaal aantal banen in de foodsector. Tussen 4% en 5% van het totaal aantal banen in de foodsector. Tussen 3% en 4% van het totaal aantal banen in de foodsector. Tussen 2% en 3% van het totaal aantal banen in de foodsector. Tussen 1% en 2% van het totaal aantal banen in de foodsector. Minder dan 1% van het totaal aantal banen in de foodsector. 34

Figuur 7 Percentage banen in de foodsector (2010) 4.3 Vestigingen In Tabel 16 staat het nationaal belang van de vestigingen van de tien grootste WGR-regio's weergegeven. Op basis van het aandeel vestigingen in het totaal van Nederland is in 2010 Haaglanden aan te merken als koploper: bijna 6% van het totaal aantal vestigingen in de Nederlandse foodsector bevindt zich in dat jaar in die regio. Ook IJssel-Vecht en verschillende WGR-regio's in Brabant hebben in verhouding een hoog aandeel vestigingen in de foodsector (ook alleen meer dan 5%). Er zijn zes WGR-regio's waarin zich minder dan 1% van het totaal aantal vestigingen in de foodsector bevindt. Het gaat hierbij om de regio's Maastricht en Mergelland, West-Kennemerland, Walcheren, Oostelijk Zuid- Limburg, Gooi en Vechtstreek en Westelijke Mijnstreek (zie verder Figuur 8). 35

Agglomeratie Amsterdam De agglomeratie Amsterdam is in 2010 verantwoordelijk voor 4% van het totaal aantal vestigingen in de Nederlandse foodsector en valt daarmee binnen de toptien WGR-regio's. In de periode 2003-2010 is het nationale belang van de regio licht gestegen. Tabel 16 Nationaal belang vestigingen in de foodsector in het totaal aantal vestigingen in de foodsector in Nederland, naar WGR-regio WGR-regio 2003 2007 2010 1 Haaglanden 4,6% 5,1% 5,9% 2 Noordoost-Brabant 5,8% 5,7% 5,2% 3 IJssel-Vecht 5,2% 5,2% 5,1% 4 Zuidoost-Brabant 5,1% 5,1% 5,1% 5 West-Brabant 5,2% 5,1% 5,0% 6 Twente 5,3% 5,2% 5,0% 7 Agglomeratie Amsterdam 3,7% 3,7% 4,0% 8 Oost-Gelderland 3,8% 3,8% 3,8% 9 Noord-Limburg 3,3% 3,2% 3,5% 10 Eem en Vallei 3,4% 3,4% 3,4% Totaal top 10 45,4% 45,6% 45,8% Het nationaal belang van elke WGR-regio als het gaat om het aantal vestigingen is ook weergegeven in Figuur 8. Elke WGR-regio is op basis van het aantal vestigingen in de foodsector in 2010 ingedeeld in één van de volgende categorieën: Meer dan 5% van het totaal aantal vestigingen in de foodsector. Tussen 4% en 5% van het totaal aantal vestigingen in de foodsector. Tussen 3% en 4% van het totaal aantal vestigingen in de foodsector. Tussen 2% en 3% van het totaal aantal vestigingen in de foodsector. Tussen 1% en 2% van het totaal aantal vestigingen in de foodsector. Minder dan 1% van het totaal aantal vestigingen in de foodsector. 36