PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2004 (22.09) (OR. en) 12294/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE

Vergelijkbare documenten
b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart);

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 februari 2013 (20.02) (OR en) 5826/13. Interinstitutioneel dossier: 2012/0284 (NLE) TRANS 30

PUBLIC. Brussel, 19 november 2007 (22.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0098 (COD) LIMITE

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

14491/18 ons/gra/hh 1 TREE.2.B LIMITE NL

17217/2/10 REV 2 bar/lep/mv 1 DG I 1A

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 maart 2010 (17.03) (OR. en) 6792/10. Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 september 2005 (07.09) (OR. en) 11522/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0020 (COD) LIMITE

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

PUBLIC 9703/1/10 REV 1

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A

8977/15 gar/yen/hw 1 DG E 2B

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 juni 2003 (17.06) (OR. fr) 10445/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2003 (03.09) (OR. en) 12057/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS)

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht.

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684.

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 december 2001 (19.12) (OR. fr) 15468/01 Interinstitutioneel dossier 2000/0177 (CNS) LIMITE PI 73

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 maart 2005 (14.03) (OR. en) 6989/05 Interinstitutioneel dossier: 2004/0242 (CNS) LIMITE SPG 9 WTO 55

14469/16 nuf/gra/mt 1 DG E 2A

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

9901/17 dau/dau/fb 1 DG D 2A

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

10374/15 ADD 1 mou/dau/hh 1 DG G 3 B

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221

10044/17 mak/adw/sl 1 DG G 2B

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (05.12) (OR. en) 13611/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0142 (COD) LIMITE

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

8537/15 dau/pw/sm 1 DG G 3 A

15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A

PUBLIC. Brussel, 2 februari 2010 (03.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5931/10 LIMITE JUR 56 INST 25 COUR 12

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

16435/14 jel/gra/hh 1 DG G 2B

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

14708/16 eer/pau/sl 1 DGD 1B

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 april 2004 (06.04) (OR. en) 8083/04. Interinstitutioneel dossier: 2003/0193 (CNS) 2003/0194 (CNS) LIMITE

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (03.12) (OR. en) 15670/07 Interinstitutioneel dossier: 2004/0209 (COD)

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 november 2008 (20.11) (OR. fr) 15306/08 LIMITE JUSTCIV 236 CO SOM 167

15730/14 ver/ons/hw 1 DG D 2C

5627/19 ons/gra/cg 1 LIFE.1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 mei 2014 (27.05) (OR. en) 10139/14 Interinstitutioneel dossier: 2012/0011 (COD)

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 april 2005 (18.04) (OR. en) 8017/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0008 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 17 oktober 2006 (25.10) (OR. en) 13773/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0162 (C S) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) 6094/1/09 REV 1 LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 21

1. De Commissie heeft haar voorstel op 10 september 2007 bij de Raad en het Europees Parlement ingediend.

1. Op 1 december 2016 nam de Commissie een pakket "btw op e-handel" aan, bestaande uit wijzigingen van:

9271/17 rts/pau/sv 1 DG G 3A

10432/19 pro/gra/sp 1 TREE.2.A

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

Het Europees Parlement is verzocht advies over het voorstel uit te brengen.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juni 2011 (14.06) (OR. en) 10641/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0380 (COD) SOC 437 CODEC 895

10425/19 pro/gra/ev 1 TREE.2.A

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

Hierbij gaat voor de delegaties het voortgangsverslag van het voorzitterschap inzake bovengenoemd onderwerp.

14949/14 adw/zr/dp 1 DG G 2B

9324/17 nes/jel/ev 1 DG E 2B

NOTA "A"-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers

2. Het Europees Parlement heeft op 12 juni 2001 advies over het voorstel uitgebracht. 2

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) 14533/08. Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S)

- De ontwerp-verklaringen voor de notulen van de Raadszitting tijdens welke de verordening wordt aangenomen (bijlage II).

8338/1/15 REV 1 ass/pw/sm 1 CAB SG

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

13234/1/14 REV 1 ver/jel/mt 1 DGE 2 A

7051/16 pro/ons/as 1 DGB 1 A

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A

6182/1/17 REV 1 ADD 1 eer/gra/cg 1 DRI

PUBLIC. Brussel, 10 december 2002 (12.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 15171/02 LIMITE ELARG 405 CAB 22

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383. NOTA het secretariaat-generaal

Voor de delegaties gaat in bijlage dezes de tekst van de ontwerp-richtlijn na de besprekingen in de groep van 20 september 2004.

13538/14 cle/rts/sv 1 DG D 2B

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

7597/18 nuf/gra/fb 1 DRI

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt. van de Commissie juridische zaken en interne markt

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

MOTIVERING VAN DE RAAD

5130/3/15 REV 3 ADD 1 sm 1 DPG

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 maart 2013 (05.03) (OR. en) 6607/1/13 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2012/0011 (COD)

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 mei 2006 (15.05) (OR. en) 9133/06 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2005/0153 (CNS) LIMITE

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

Transcriptie:

Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 september 2004 (22.09) (OR. en) 12294/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE PUBLIC TRANS 282 CODEC 989 VERSLAG van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers nr. vorig doc.: 12217/04 TRANS 280 CODEC 981 nr. Comv.: 15820/03 TRANS 360 CODEC 1773 Betreft: LANDTRANSPORT Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs (herschikking) Inhoud van het voorstel 1. Met dit voorstel, dat in december 2003 door de Commissie is ingediend, wordt beoogd om via harmonisatie van de nationale wetgevingen betreffende het rijbewijs: a) het vrije verkeer van de burgers van de Gemeenschap te verbeteren door de onderlinge erkenning van alle rijbewijzen te waarborgen. Momenteel bestaan er meer dan 110 verschillende modellen, en uiteenlopende nationale voorschriften met betrekking tot essentiële kenmerken als geldigheidsduur en verplichte medische controles. Daarom is het niet altijd makkelijk om onderlinge erkenning te waarborgen, met name wanneer burgers hun verblijfplaats van de ene naar de andere lidstaat overbrengen. 12294/04 dau/ier/ld 1

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken. Op sommige van de huidige modellen van rijbewijzen staan foto's en persoonsgegevens van vele jaren geleden, of zelfs geen foto. Andere rijbewijzen bevatten geen voorzieningen tegen vervalsing. Daardoor wordt het moeilijk de authenticiteit en de geldigheid van het rijbewijs na te gaan. Voorts slagen veel bestuurders wier rijbewijs is ingetrokken er op onwettige wijze in een ander rijbewijs te krijgen in een andere lidstaat; het is voor een lidstaat namelijk moeilijk om na te gaan of een onderdaan van een andere lidstaat voorheen al een rijbewijs heeft gehad, en of dat rijbewijs is opgeschort of nietig verklaard. Voorts krijgen veel houders van een rijbewijs een extra rijbewijs na aangifte van "verlies" of "diefstal". c) de verkeersveiligheid te verhogen. Door maatregelen om "rijbewijstoerisme" en fraude uit te schakelen, en door minimumnormen inzake verplichte medische controles voor beroepschauffeurs vast te stellen, zal de verkeersveiligheid worden verhoogd. Besprekingen in de Groep 2. Met de bespreking van dit voorstel door de Raadsinstanties 1, die tijdens het Ierse voorzitterschap is begonnen, zijn over het algemeen zeer goede vorderingen gemaakt. De Groep wordt echter reeds van in het begin van de bespreking geconfronteerd met een belangrijke kwestie, namelijk het "toepassingsgebied": moeten alleen de nieuwe rijbewijzen conform deze richtlijn worden uitgereikt (het model in de vorm van een "plastic kaart" met een administratieve geldigheidsduur van tien jaar) - zoals het Commissievoorstel dat wil -, of moeten deze bepalingen zowel voor de nieuwe als voor de bestaande rijbewijzen gelden - zoals een aantal delegaties vraagt? Het is duidelijk dat deze kwestie uiterst belangrijk is en grondig moet worden voorbereid, zodat de ministers met kennis van zaken een besluit kunnen nemen. Het Coreper wordt verzocht deze aangelegenheid te bespreken aan de hand van de met deze respectieve standpunten corresponderende opties, die hierna worden uiteengezet; de politieke leiddraden die dat debat zal opleveren, zullen het voorzitterschap zeker helpen om voor de komende zitting van de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie (TTE) op 7 oktober 2004 een compromistekst over dit specifieke aspect op te stellen. 1 Het Parlement heeft nog geen advies uitgebracht over dit voorstel. 12294/04 dau/ier/ld 2

Opties met betrekking tot het toepassingsgebied van de richtlijn 3. De onderstaande opties 1 moeten in aanmerking worden genomen: a) Vanaf een bepaalde datum 2 kunnen alleen nog rijbewijzen worden uitgereikt in de vorm van een plastic kaart (met een geldigheidsduur van 10 jaar); de bestaande rijbewijzen (uitgereikt vóór die datum) moeten binnen een ruimer tijdsbestek 3 worden vervangen door de plastic kaart. De hierboven beschreven optie is degene die momenteel in de ontwerp-richtlijn wordt gevolgd. AT, DE, DK, EL, FI, FR en PL zijn tegen. b) de verplichting om een rijbewijs in de vorm van een plastic kaart uit te reiken (met een geldigheidsduur van 10 jaar) geldt alleen voor nieuwe rijbewijzen (uitgereikt na de toepassingsdatum van deze richtlijn). De Commissie heeft deze optie in haar oorspronkelijke voorstel voorgesteld. De Commissie blijft bij haar voorstel (zijnde optie b)), maar is ook gewonnen voor optie a). 1 2 3 De optie om een "blijvende geldigheid" van "oude" rijbewijzen toe te staan op het grondgebied van de lidstaat waar ze zijn uitgereikt werd bestudeerd; er blijven echter twijfels bestaan over de rechtsgeldigheid van een dergelijke regeling, vooral gezien recente arresten van het Hof van Justitie, waarin wordt gesteld dat de eerbiediging van het beginsel van "onderlinge erkenning" (= vrij verkeer van personen) voor alle andere overwegingen gaat. D.w.z. na ten hoogste 4 (omzetting in nationale wetgeving) + 2 (uitvoeringsperiode) = 6 jaar na de inwerkingtreding. D.w.z. 10 jaar na de datum van inwerkingtreding. 12294/04 dau/ier/ld 3

4. Argumenten Tijdens de besprekingen op Groepsniveau werden met betrekking tot de opties onder de punten 3a) en 3b) door de delegaties de volgende argumenten ingeroepen. a) Argumenten voor een "Vernieuwing" van alle rijbewijzen en de invoering van een geharmoniseerde geldigheidsduur van 10 jaar voor alle rijbewijzen; - Betere onderlinge erkenning De huidige problemen rond de onderlinge erkenning van oude modellen geven jaarlijks aanleiding tot duizenden klachten van EU-burgers bij de Commissie. - Bescherming tegen vervalsing Het nieuwe model in de vorm van een plastic kaart en de geldigheidsduur van 10 jaar zullen het gebruik van recente voorzieningen tegen namaak mogelijk maken (sommige van de rijbewijzen die momenteel in omloop zijn, bevatten geen enkele voorziening tegen vervalsing). Voorts zullen de lidstaten de mogelijkheid hebben een microchip aan te brengen die aanvullende, niet op het rijbewijs betrekking hebbende gegevens kan bevatten. - Betere identificatie van de houder van het rijbewijs en van de categorieën waarvoor hij een geldig rijbewijs bezit De nieuwe plastic kaart zal in alle lidstaten worden gebruikt en zal alle bestaande papieren en plastic modellen vervangen. Samen met de tienjaarlijkse administratieve verlenging, die garandeert dat het rijbewijs een recente foto en correcte en geactualiseerde persoonsgegevens bevat, zal dit de bevoegde instanties in staat stellen de authenticiteit en de geldigheid van het rijbewijs alsook de identiteit van de houder met veel grotere zekerheid vast te stellen. Voorts zullen alle wijzigingen met betrekking tot de categorieën, die bij deze ontwerp-richtlijn worden ingevoerd en de houder van een bestaand rijbewijs aanbelangen, op het nieuwe model in de vorm van een plastic kaart worden weergegeven. 12294/04 dau/ier/ld 4

- Verkeersveiligheid en nationale voorschriften Tot dusver hebben lidstaten die reeds werken met een tienjarige administratieve geldigheid voor rijbewijzen, niet de mogelijkheid hun nationale voorschriften (bv. leeftijdsgebonden verplichte medische controles voor beroepschauffeurs, strafpunten) op te leggen aan op hun grondgebied wonende onderdanen van andere lidstaten. Deze situatie is discriminerend en leidt, in het geval van niet-uitvoering van regelmatige medische controles, tot verminderde verkeersveiligheid. De nieuwe geharmoniseerde geldigheidsduur zal ervoor zorgen dat voor alle inwoners van een lidstaat dezelfde nationale voorschriften en verlengingsprocedures gelden, inclusief de voorschriften inzake verplichte medische controles vanaf een bepaalde leeftijd voor beroepschauffeurs. b) Argumenten tegen de verlenging van alle rijbewijzen en de invoering van een geharmoniseerde geldigheidsduur van 10 jaar voor alle rijbewijzen; - administratieve lasten en kosten Het vervangen van alle bestaande rijbewijzen en de verplichte tienjaarlijkse verlenging zal zowel voor de nationale administraties als voor de burgers kosten meebrengen, en de administraties in de lidstaten die tot nu toe nog geen rijbewijzen verlengen een aanzienlijke werklast bezorgen. Dit argument weegt zwaar door, met name in de lidstaten waar rijbewijzen alleen dienen om aan te tonen dat de houder gemachtigd is bepaalde categorieën van voertuigen te besturen; (daar is naast het rijbewijs ook een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort vereist met het oog op identificatie). In samenhang met de argumenten onder a) en b), zij erop gewezen dat de huidige tekst geenszins afbreuk doet aan het "recht om te rijden" van de burgers. Voorts bevat de huidige tekst van de ontwerp-richtlijn, wat de rijbewijzen van de categorieën A en B betreft, geen nieuwe verplichtingen in de vorm van praktische, theoretisch of medische tests. 12294/04 dau/ier/ld 5