Omgevingsvergunning gemaal Laag Helbergen

Vergelijkbare documenten
Omgevingsvergunning gemaal Voorsterklei

Holthuizerweg 1 te Brummen

Dijkovergang Cortenoeverseweg 105

Omgevingsvergunning slibdepot RWZI

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Aannemingsmaatschappij De Vries en Van de Wiel De heer N. Samson Postbus BG AMSTERDAM. Brummen : 10 september 2015 Verzonden

ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Duinkampen 23 te Paterswolde

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo

Aannemingsmaatschappij De Vries en Van de Wiel De heer N. Samson Postbus BG AMSTERDAM. Brummen : 10 september 2015 Verzonden

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Brummen : 19 mei 2015 Verzonden : 19 mei 2015

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert

N.v.t. Nee (art. 5) Natuur. Riet en Ruigte. Stadsweide Roermond. Maaien. Waterstaat Stroomvoerend rivierbed. Nee (art. 9) N.v.t. Natuur. Nee (art.

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing definitief

AMER GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13

Thematische herziening archeologie

WATERSCHAP VELUWE De heer J.J. van den Boomgaard Postbus AC APELDOORN. Geachte heer Van den Boomgaard,

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke Onderbouwing voor de herbouw van een schuur ten behoeve van bouwbedrijf Been, Kommisjewei 28 te Opeinde. Bestaande situatie

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Blad 2. Beoordeling verzoek

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Zorghotel Schipholweg. Haarlem

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Ruimtelijke onderbouwing

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk Datum V2014/ november 2015

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

Gemeente Lingewaard. Ruimtelijke onderbouwing Realisatie berging en overkapping bij Fitness Centre Huissen

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Ruimtelijke onderbouwing

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

Ruimtelijke onderbouwing

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Bogor projectontwikkeling

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LET OP! Dit is nog geen omgevingsvergunning. Hiermee kunt u nog niet starten met de werkzaamheden.

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

TOEGANGSPOORT BAARSCHOT 6, ESCH

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VOOR BOUW VAN EEN WONING AAN DE MASTER DE JONGWEI 37, DE TIKE.

Ruimtelijke onderbouwing

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen.

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

bijlagen bij de Toelichting

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam

Laagraven Investment BV, de heer W. Toet Datum 17 mei Projectnummer Luchtkwaliteit Laagraven te Nieuwegein

Nijmegen Kanaalhavens - 2 (Lichtmasten CTN)

Ruimtelijke onderbouwing

Toelichting. Leeuwarden Buitengebied - Omzetten intensieve naar reguliere veehouderij Brédyk 185 Wirdum

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 12 februari v3 M. Blankvoort

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Gemeente Bergen op Zoom

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

Toelichting * * Inleiding. Bestemmingsplan en ruimtelijk beleid

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

Nr. Element Werkzaamheden Bestemmingsplan Bestemming Beoordeling

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende.

Waterschap Veluwe, Postbus 4142, 7320 AC Apeldoorn.

Ruimtelijke onderbouwing

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing

Ontwerp omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Enkweg (kad. Voorst K 337) in Voorst

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

Bedrijventerrein Belfeld Reparatie 2010

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Transcriptie:

Ruimtelijke onderbouwing Omgevingsvergunning gemaal Laag Helbergen Gemeente Brummen Datum: 29 oktober 2014 Projectnummer: 90763.04

INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging van het besluitgebied 4 1.3 Geldend bestemmingsplan 5 1.4 Opzet van de ruimtelijke onderbouwing 8 2 Het project 9 2.1 Algemeen 9 2.2 Het gemaal 10 3 Haalbaarheid van het plan 12 3.1 Algemeen 12 3.2 Beleid 12 3.3 Milieu- en omgevingsaspecten 12 4 Afweging en conclusie 18 Bijlage: kaart besluitgebied 19

1 Inleiding 1.1 Aanleiding In de gemeente Brummen ligt één van de 39 maatregelen die aangewezen is in de planologische kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (hierna PKB). Als maatregel is in de PKB gekozen voor het verleggen van de dijk Cortenoever (samen met het verleggen van de dijk in Voorsterklei). In beide gebieden wordt een nieuwe primaire waterkering landinwaarts aangelegd zodat ruimte aan het rivierbed wordt toegevoegd voor de verwerking van hoogwaterafvoeren. In verband met de realisatie van de rivierverruimende maatregelen is op 30 mei 2013 het bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever vastgesteld. Dit bestemmingsplan maakt de dijkverlegging en de daarmee samenhangende maatregelen en onderdelen planologisch mogelijk. Dijkverlegging Voorsterklei Dijkverlegging Cortenoever Eén van de onderdelen van het project betreft de bouw van een gemaal in het noorden van Cortenoever. Dit gemaal is noodzakelijk om het water, dat bij een hoogwatergolf op de IJssel in Cortenoever is opgevangen, na de hoogwatergolf versneld af te kunnen voeren, zodat het gebied snel weer droog is en agrarisch gebruikt kan worden. Het gebruik van de gronden voor een gemaal en de daarbijbehorende voorzieningen zijn passend binnen de ter plaatse geldende bestemmingen. De bouwhoogte van het gemaal en de bij het gemaal behorende krooshekreiniger is echter hoger dan ter plaatse is toegestaan. Omdat in het bestemmingsplan voor deze hoogten geen binnenplanse afwijkingsmogelijkheid is opgenomen moet voor dit onderdeel van het gemaal een uitgebreide procedure worden gevolgd op grond van artikel 2.12 eerste lid onder a sub 3 van de Wabo. Hierbij wordt als voorwaarde ge- SAB 3

steld dat de betreffende activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Onderhavige ruimtelijke onderbouwing toont aan dat de planontwikkeling hieraan voldoet. Een aantal onderdelen van het gemaal is in strijd met een aantal bepalingen waarvan binnenplans kan worden afgeweken. Om te voorkomen dat na het verlenen van deze uitgebreide omgevingsvergunning opnieuw een vergunning moet worden aangevraagd voor de binnenplanse afwijkingen, geldt deze ruimtelijke onderbouwing tevens voor de onderdelen van het gemaal waarvoor een binnenplanse afwijking noodzakelijk is. 1.2 Ligging van het besluitgebied Het besluitgebied ligt in het buitengebied van Brummen in Cortenoever en omvat de gronden van het geplande gemaal en de directe omgeving. In de navolgende figuur is de globale ligging van het gebied weergegeven. Voor een exacte begrenzing van het besluitgebied wordt verwezen naar de kaart in de bijlage. Globale ligging besluitgebied SAB 4

1.3 Geldend bestemmingsplan De vigerende juridisch-planologische situatie van het besluitgebied is vastgelegd in het bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever zoals vastgesteld op 30 mei 2013. In de navolgende figuur is de verbeelding weergegeven ter plaatse van het besluitgebied. Vigerende planologische situatie besluitgebied Ter plaatse gelden de volgende bestemmingen: Bedrijf (met de aanduiding nutsvoorziening ); Water; Agrarisch Rivierverruiming; Agrarisch - Uiterwaarden. de volgende dubbelbestemmingen: Waterstaat - Kade; Waterstaat - Waterstaatkundige functie; Waarde - Archeologie Laag; Waarde - EHS; SAB 5

en de volgende aanduiding: specifieke vorm van waterstaat uitlaat; Gebruik In de navolgende afbeelding is het nieuwe gemaal op de verbeelding geprojecteerd (voor een beschrijving van het gemaal wordt verwezen naar hoofdstuk 2). Het gebouw van het gemaal valt in de bestemming Bedrijf. Het krooshek met de krooshekreiniger valt in de bestemming Water en deels in de bestemming Agrarisch - Rivierverruiming. De uitwatering valt deels in de bestemming Water en deels in de bestemming Agrarisch - Uiterwaarden. Een deel van de buitenruimte valt tenslotte in de bestemming Agrarisch - Rivierverruiming. De genoemde bestemmingen laten water en waterhuishoudkundige voorzieningen en de daarbijbehorende bebouwing toe. Het gemaal en de daarbij behorende voorzieningen kunnen beschouwd worden als een dergelijke voorziening en zijn daarmee wat betreft gebruik passend binnen het bestemmingsplan. Het gemaal valt in zijn geheel binnen de dubbelbestemming Waterstaat Kade. Op grond van artikel 21.2.1 geldt dat op de gronden met deze bestemming uitsluitend bouwwerken ten dienste van deze bestemming mogen worden gebouwd. Gebouwen ten behoeve van het gemaal vallen hier echter niet onder. Hier kan op grond van artikel 21.3 middels een binnenplanse omgevingsvergunning echter van worden afgeweken. Om te voorkomen dat na het verlenen van deze uitgebreide omgevingsvergunning opnieuw voor deze afwijking een vergunning moet worden aangevraagd geldt deze omgevingsvergunning tevens voor dit onderdeel van het bestemmingsplan. Vigerende planologische situatie besluitgebied met projectie situatietekening gemaal SAB 6

Bouwen Wat betreft het bouwen is het bouwplan op een aantal onderdelen in strijd met de ter plaatse geldende bestemmingen, de strijdigheden worden hieronder nader toegelicht: De hoogte van de krooshekreiniger bedraagt 5,02 m en is daardoor in strijd met: 1. de maximale bouwhoogte van 4,0 meter in de bestemming Bedrijf ; 2. de maximale bouwhoogte van 4,0 meter in de dubbelbestemming Waterstaat Kade ; 3. de maximale bouwhoogte van 4,0 meter + N.A.P. in de bestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie (de hoogte ter plaatse bedraagt al 5,45 meter + N.A.P.). De hoogte van het gebouw van het gemaal bedraagt 4,50 m en is daardoor in strijd met: 4. de maximale bouwhoogte van 4,0 meter in de bestemming Bedrijf ; 5. de maximale bouwhoogte van 4,0 meter in de dubbelbestemming Waterstaat Kade ; 6. de maximale bouwhoogte van 4,0 meter + N.A.P. in de bestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie (de hoogte ter plaatse bedraagt al 5,45 meter + N.A.P.). Daarnaast bedraagt de oppervlakte van het gebouwde deel van het gemaal 1 in totaal 363 m 2 waardoor deze in strijd is met: 7. het maximale toegestane oppervlak van 25 m 2 in de bestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie 2. Voor de onderdelen 2 en 5 geldt dat op grond van artikel 21.3 van het vigerende bestemmingsplan (binnenplans) kan worden afgeweken van deze hoogtebepaling. Voor de onderdelen 3 en 6 geldt een afwijkingsmogelijkheid op grond van artikel 22.3.2 van dit bestemmingsplan. Voor onderdeel 7 geldt op grond van artikel 22.3.1 de mogelijkheid om af te wijken. Om te voorkomen dat na het verlenen van deze uitgebreide omgevingsvergunning opnieuw voor deze afwijkingen een vergunning moet worden aangevraagd geldt deze omgevingsvergunning tevens voor de strijdigheden zoals genoemd in onderdeel 2, 3, 5, 6 en 7. In de navolgende hoofdstukken wordt aangetoond dat het afwijken van het bestemmingsplan ten aanzien van de hiervoor genoemde bepalingen niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. 1 Gebaseerd op de plattegrond bouwkuip in tekening DO gemaal Laag Helbergen (CO) d.d. 12 juli 2013 met tekeningnummer 4918-TEK-147 2 Het oppervlak van het gemaal zoals nu voorgesteld past binnen de bestemming Bedrijf en is ook als zodanig beoogd. De beperking van het oppervlak tot 25 m2 die geldt vanuit de bestemming Waterstaat Waterstaatkundige functie heeft dan ook geen inhoudelijke grondslag. Bij het opstellen van de regels is per abuis echter verzuimd voor het gemaal een uitzondering te maken. SAB 7

1.4 Opzet van de ruimtelijke onderbouwing Deze ruimtelijke onderbouwing bestaat uit vier hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 het project omschreven. In hoofdstuk 3 wordt de haalbaarheid van het initiatief aangetoond voor wat betreft de effecten op de relevante milieu- en omgevingsaspecten. Deze ruimtelijke onderbouwing wordt afgesloten met een slotconclusie in hoofdstuk 4. SAB 8

2 Het project 2.1 Algemeen De bouw van het gemaal hangt samen met de uitvoering van het project Ruimte voor de Rivier projecten dijkverleggingen bij Cortenoever en Voorsterklei. Door de grote bochten daar heeft de IJssel bij hoogwater moeite om al het water af te voeren - met overstromingen als mogelijk gevolg. De IJsseldijk wordt daarom op twee plaatsen in westelijke richting verlegd - bij Voorsterklei en bij Cortenoever zodat de IJssel bij hoogwater meer ruimte heeft. Daarnaast worden delen van het gebied vergraven en worden watergangen aangelegd, deze maatregelen dragen bij aan een betere doorstroming van het water en de taakstelling zoals opgenomen in de Planologische kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier. Hierbij worden de bestaande kwaliteiten van de gebieden zo veel mogelijk verder versterkt door diverse landschappelijke en ecologische maatregelen. Naast bovenstaande maatregelen is voor de dijkverleggingen als nevendoelstelling opgenomen dat het landbouwkundig gebruik van de gebieden Cortenoever en Voorsterklei zoveel mogelijk gehandhaafd moet kunnen blijven. De PKB ging er vanuit dat de nieuwe buitendijkse gebieden van Cortenoever en Voorsterklei jaarlijks overstromen. Continuïteit én ontwikkeling van het landbouwkundig gebruik vereist echter dat het gebied niet vaker dan gemiddeld eens in de 25 jaar overstroomt. Daarom wordt in het ontwerp uitgegaan van een overstromingsfrequentie van gemiddeld eens in de 25 jaar of minder. Voor meer algemene informatie over het Ruimte voor de Rivier project dijkverleggingen bij Cortenoever en Voorsterklei wordt verwezen naar het vigerende bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever. Nieuwe situatie in Cortenoever met gemaal in het noorden SAB 9

Door de dijkverlegging, maaiveldvergravingen en het inrichten van natuurvriendelijke oevers wordt het huidige systeem van A-watergangen in Cortenoever op een aantal plaatsen aangepast. De nieuwe watergangen komen samen in de noordpunt van het gebied en worden via een nieuwe verbinding aangesloten op de Oekense Beek in de Tichelbeeksewaard. Onder normale vrij-lozende condities is het gemaal niet nodig en wordt water via de spuikoker geloosd. Pas wanneer het IJsselpeil hoger is dan het streefpeil in het nieuwe buitendijkse gebied, slaat het gemaal aan. De capaciteit van het gemaal dient afgestemd te zijn op de maatgevende afvoer van het gebied met een overcapaciteit ten behoeve van de afvoer van kwelwater. Dit komt neer op een capaciteit van ca. 40 m 3 /min. De bouw van het nieuwe gemaal is opgenomen in het vigerende bestemmingsplan. Het gemaal wordt geïntegreerd in de in de bestaande banddijk en is noodzakelijk om het water na een hoogwatergolf versneld af te kunnen voeren, zodat het gebied snel weer haar agrarische functie kan vervullen. In de voorgaande afbeelding is de ligging van het gemaal in de toekomstige situatie te zien. 2.2 Het gemaal Navolgende afbeeldingen geven de nieuwe situatie van het gemaal weer. Het gemaal bestaat van links naar rechts uit een krooshek en kokers die het water naar de pompinstallatie in het gebouw voeren, het gebouw zelf met installaties en de uitwatering. Ten noorden van het gemaal zijn de buitenruimten voorzien. Situatietekening gemaal SAB 10

Ten westen van het gebouwde deel van het gemaal (links op bovenstaande en de navolgende afbeeldingen) bevindt zich het krooshek. Het krooshek wordt ingezet om beschadiging van de turbines van het gemaal door zwerfvuil, gras, algen, wier en bladeren, te voorkomen. De krooshekreiniger wordt gebruikt om de afval in het krooshek te verwijderen. De krooshekreiniger is op de navolgende afbeelding weergegeven. Doorsnede gemaal met de krooshekreiniger en gebouw SAB 11

3 Haalbaarheid van het plan 3.1 Algemeen In artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), is bepaald dat een omgevingsvergunning in strijd met het bestemmingsplan door het college alleen kan worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Om dit aan te tonen wordt in paragraaf 3.2 kort ingegaan op de beleidsmatige context van het initiatief. Vervolgens worden in paragraaf 3.3 de effecten van de strijdige onderdelen op de verschillende milieu- en omgevingsaspecten beoordeeld, om zodoende aan te kunnen tonen dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. 3.2 Beleid De realisatie van het gemaal hangt samen met de uitvoering van het Ruimte voor de Rivier project dijkverleggingen bij Cortenoever en Voorsterklei. Voor dit project is het bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever vastgesteld. In dit bestemmingsplan is een uitvoerige beschrijving en onderbouwing van het beleid met betrekking tot de dijkverleggingen te vinden waaruit blijkt dat het project past binnen het rijks-, provinciaal-, regionaal- en gemeentelijk beleid. 3.3 Milieu- en omgevingsaspecten 3.3.1 Bodem Algemeen Bij functiewijzigingen die leiden tot een verandering van de bestaande bestemming zal moeten worden aangetoond dat de kwaliteit van de bodem de realisatie van de gewenste functie ook toestaat. Afweging Uit het vigerende bestemmingsplan blijkt dat er ten aanzien van het aspect bodem geen verontreinigingen aanwezig zijn. Dit aspect vormt dan ook geen belemmering voor het verlenen van de omgevingsvergunning. Conclusie Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van onderhavig initiatief. 3.3.2 Wet geluidhinder Algemeen De Wet geluidhinder (Wgh) is het toetsingskader wanneer nieuwe (spoor)wegen worden aangelegd of bestaande (spoor)wegen worden aangepast of wanneer geluidgevoelige functies nabij (spoor)wegen mogelijk worden gemaakt SAB 12

Afweging De omgevingsvergunning voorziet niet in de aanleg van (spoor)wegen of de realisatie geluidgevoelige objecten. Een toetsing aan de Wet geluidhinder is dan ook niet nodig. Conclusie De wet geluidhinder vormt geen belemmering voor de de uitvoerbaarheid van onderhavig initiatief. 3.3.3 Bedrijven en milieuzonering Algemeen Indien door middel van een project nieuwe, gevoelige functies of milieuhinderveroorzakende functies mogelijk worden gemaakt, moet worden aangetoond dat een goed leefmilieu binnen en buiten het besluitgebied mogelijk is. Afweging De aanleg van het gemaal en de daarbijbehorende voorzieningen zijn reeds onderbouwd in het kader van het vigerende bestemmingsplan. De bouw- en functiebepalingen waarvan met deze omgevingsvergunning wordt afgeweken leiden niet tot een ander of een groter gemaal dan oorspronkelijk was beoogd. De omgevingsvergunning heeft dan ook geen gevolgen op het woonen leefklimaat in en rond het besluitgebied en een nadere toetsing is dan ook niet nodig. Conclusie Het aspect bedrijven en milieuzonering vormt geen belemmering voor de de uitvoerbaarheid van onderhavig initiatief. 3.3.4 Luchtkwaliteit Algemeen De Wet luchtkwaliteit (verankerd in de Wet Milieubeheer hoofdstuk 5, titel 5.2) is een implementatie van diverse Europese richtlijnen omtrent luchtkwaliteit waarin onder andere grenswaarden voor vervuilende stoffen in de buitenlucht zijn vastgesteld ter bescherming van mens en milieu. In Nederland zijn stikstofdioxide (NO2) en zwevende deeltjes als PM10 (fijn stof) de maatgevende stoffen waar de concentratieniveaus het dichtst bij de grenswaarden liggen. Overschrijdingen van de grenswaarden komen, uitzonderlijke situaties daargelaten, bij andere stoffen niet voor. Afweging Uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening moet worden afgewogen of het afwijken van de bepalingen in het bestemmingsplan voor wat betreft de luchtkwaliteit aanvaardbaar zijn. De omgevingsvergunning voorziet in de bouw van een nieuw gemaal waarvan de aanleg reeds onderbouwd is in het kader van het vigerende bestemmingsplan. De bepalingen waarvan met deze omgevingsvergunning wordt afgeweken leiden niet tot een ander of een groter gemaal dan oorspronkelijk was beoogd. Conclusie Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van onderhavig initiatief. SAB 13

3.3.5 Externe veiligheid Algemeen De wetgeving rond externe veiligheid richt zich op het beschermen van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten (artikel 1 van het BEVI). Kwetsbaar zijn onder meer woningen, onderwijsen gezondheidsinstellingen, bejaardentehuizen en kinderopvang- en dagverblijven. Beperkt kwetsbaar zijn onder meer kleine kantoren, winkels, horeca en parkeerterreinen. Er wordt bij externe veiligheid onderscheid gemaakt in plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het plaatsgebonden risico betreft de kans dat een denkbeeldig persoon, die zich een jaar lang permanent op de betreffende plek bevindt (de plek waarvoor het risico is uitgerekend), dodelijk verongelukt door een ongeval. Deze kans mag niet groter zijn dan eens in de miljoen jaar. Elke ruimtelijke ontwikkeling wordt getoetst aan het plaatsgebonden risico van 10-6 als grenswaarde. Het groepsrisico geeft de kans aan dat in één keer een groep mensen die zich in de omgeving van een risicosituatie bevindt, dodelijk door een ongeval wordt getroffen. Groepsrisico legt een relatie tussen de kans op een ramp en het aantal mogelijke slachtoffers. Bij groepsrisico is het dan ook niet een contour die bepalend is, maar het aantal mensen dat zich gedurende een bepaalde periode binnen de effectafstand van een risicovolle activiteit ophoudt. Welke kans nog acceptabel geacht wordt, is afhankelijk van de omvang van de ramp. Een ongeval met 100 doden leidt tot meer ontwrichting, leed en emoties, dan een ongeval met 10 dodelijke slachtoffers. Aan de kans op een ramp met 100 doden wordt dan ook een grens gesteld, die een factor honderd lager ligt dan voor een ramp met 10 doden. In het Bevi (stb. 250, 2004) wordt verder een verantwoordingsplicht (door de overheid) voor het groepsrisico rond inrichtingen wettelijk geregeld (art. 13). De verantwoording houdt in dat wordt aangegeven of risico s acceptabel zijn en welke maatregelen worden genomen om de risico s te verkleinen. Afweging Het afwijken van de bepalingen heeft geen invloed zijn op het plaatsgebonden- of groepsrisico. Ook wordt niet voorzien in de realisatie van voorzieningen die als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar kunnen worden aangemerkt. De omgevingsvergunning heeft dan ook geen gevolgen voor het plaatsgebonden- of groepsrisico en een nadere verantwoording van het groepsrisico kan derhalve achterwege blijven. Conclusie Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van onderhavig initiatief. 3.3.6 Ecologie Algemeen Bij ruimtelijke ingrepen moet rekening worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming kan volgen uit de aanwijzing van een gebied in het kader van bijvoorbeeld de Natura 2000 en de Ecologische hoofdstructuur (EHS). Wat betreft soortenbescherming is de Flora- en faunawet van toepassing. Hier wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. SAB 14

In het kader van het project voor de dijkverlegging zijn verschillende flora- en faunaonderzoeken en een Passende Beoordeling verricht. Tevens zijn de gevolgen van het totale project op de Ecologische hoofdstructuur (thans Gelders Natuurnetwerk) onderzocht. Hierbij zijn de effecten van het verleggen van de watergangen en de bouw van het nieuwe gemaal op flora en fauna, de natuurgebieden en de EHS (thans GNN) nadrukkelijk meegewogen. In het kader van deze omgevingsvergunning is specifiek gekeken naar de natuurwaarden in en om het besluitgebied. Natura 2000-gebied Ten noorden van het besluitgebied ligt het Natura 2000-gebied Rijntakken (deelgebied uiterwaarden IJssel). De buitengrens van het gebied ligt op de buitenteen (onderkant van het talud) van de bestaande bandijk en valt daarmee buiten het besluitgebied. De afwijkingen waar deze omgevingsvergunning voor wordt verleend bestaan uit het mogelijk maken van een hogere hoogte van de krooshekreiger en het gebouw en voor het afwijken van de oppervlaktebeperking van 25 m 2 die geldt vanuit de bestemming Waterstaat Waterstaatkundige functie. De hogere bouwhoogte is beperkt en heeft dan ook geen effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van het natura 2000-gebied. Het afwijken van de oppervlaktebeperking heeft ook geen effecten op het natura 2000-gebied, omdat het gemaal zoals dat met deze omgevingsvergunning mogelijk wordt gemaakt altijd als zodanig is beoogd en is getoetst. De oppervlakte beperking waarvan wordt afgeweken heeft dan ook geen inhoudelijke grondslag. Bovendien valt het gemaal buiten de begrenzing van het natura 2000-gebied. Beide afwijkingen hebben dan ook geen effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. EHS (GNN) Ter plaatse van het besluitgebied geldt de dubbelbestemming Waarde EHS. Deze bestemming heeft als doel om de landschappelijke en ecologische kwaliteiten ter plaatse te beschermen. Ontwikkelingen waarbij sprake is van een een significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied zijn in dit gebied in principe niet toegestaan. Deze omgevingsvergunning ziet toe op het vergroten van de maximale bouwhoogte van het gebouw van het gemaal en de krooshekreiniger. Deze hogere hoogte heeft geen gevolgen op de kernkwaliteiten van de EHS (thans GNN). Daarnaast richt deze omgevingsvergunning zich tevens op de binnenplanse afwijking die nodig is voor het maximale oppervlak van het gemaal op grond van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie. Ook deze afwijking heeft geen gevolgen voor de EHS omdat de ligging en omvang van het gemaal bij het opstellen van het vigerende plan reeds beoogd is en ook als zodanig is onderbouwd. Flora- en faunawet Uit het flora- en faunaonderzoek 3 dat verricht is in het kader van het vigerende bestemmingsplan Dijkverlegging Cortenoever blijkt dat Rode Lijst soorten op de bandijk waargenomen zijn. Het gaat hierbij om de soorten kamgras, kleine ratelaar, goudhaver, veldgerst en karwijvarkenskervel. Deze soorten zijn niet beschermd op basis van de Flora en faunawet en vormen dan ook geen belemmering voor deze omgevingsvergunning. Daarbij geldt dat de effecten van 3 Arcadis, Ruimte voor de rivier projecten dijkverleggingen Cortenoever en Voorsterklei Snip 3, Covo om natuur toetsing Flora- en faunawet, d.d. 1 november 2012, projectnummer c03021.000116.100 SAB 15

het gemaal op de aanwezige flora en fauna is in het kader van het bestemmingsplan afgewogen. Het gemaal zoals dat met deze omgevingsvergunning mogelijk wordt gemaakt wijkt wat betreft omvang en de daarbij behorende effecten niet af van het gemaal zoals dat in het kader van het bestemmingsplan is getoetst. Conclusie De Natuurbeschermingswet (NB-wet), de EHS (GNN) en de Flora- en faunawet vormen geen belemmering voor deze omgevingsvergunning. 3.3.7 Archeologie Algemeen Door ondertekening van het verdrag van Malta (1992) heeft Nederland zich verplicht om bij ruimtelijke planvorming nadrukkelijk rekening te houden met het niet-zichtbare deel van het cultuurhistorisch erfgoed, te weten de archeologische waarden. In de Monumentenwet 1988 is geregeld hoe met in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden moet worden omgegaan. Het streven is om deze belangen tijdig bij het plan te betrekken. Onderzoek Op basis van het vigerend bestemmingsplan geldt ter plaatse van het gemaal een lage archeologische verwachtingswaarde. Op basis van deze waardering is onderzoek pas nodig bij ingrepen die een oppervlakte beslaan van 2.500 m 2 of meer. De ingrepen die gemoeid zijn met de aanleg van het gemaal en de daarbijbehorende voorzieningen omvatten een oppervlakte van maximaal 2.000 m 2 en blijven daarmee ruim onder de vrijstellingsgrens van 2.500 m 2. Het uitvoeren van archeologisch onderzoek is daarom niet nodig. Conclusie Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor het initiatief. 3.3.8 Water Algemeen Bij een ontwikkeling moet beoordeeld worden of deze negatieve gevolgen heeft op de waterhuishouding in het gebied. Afweging Ter plaatse van het gemaal gelden twee dubbelbestemmingen die gericht zijn op de waterhuishouding in het gebied. Het gemaal past niet binnen de bouwbepalingen van deze dubbelbestemmingen. In deze paragraaf wordt hier nader op ingegaan. De dubbelbestemming Waterstaat Kade is primair opgenomen voor de aanleg, het onderhoud en de verbetering en de bescherming van de kade en voor het behoud, beheer en herstel van landschappelijke en ecologische waarden van de kade. Ter bescherming geldt dat uitsluitend bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 4 m. Van deze bepalingen kan binnenplans worden afgeweken. In het kader van deze onderbouwing is overleg gevoerd met het Waterschap. Het Waterschap heeft aange- SAB 16

geven dat het gemaal op de wijze waarop het nu wordt uitgevoerd reeds beoogd was en dat het gebouw en de krooshekreiniger geen negatieve gevolgen hebben voor de aanleg, het onderhoud en de verbetering en de bescherming van de kade en voor het behoud, beheer en herstel van landschappelijke en ecologische waarden van de kade. Om die reden kan van deze bepalingen worden afgeweken. De dubbelbestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie heeft betrekking op gronden die behoren tot een oppervlaktewaterlichaam waarop het stroomvoerend regime van de beleidslijn grote rivieren van toepassing is. In het kader van deze onderbouwing is overleg gevoerd met Rijkswaterstaat met de vraag of kan worden afgeweken van de maximale bouwhoogte en het maximaal toegestane oppervlak van 25 m 2. Rijkswaterstaat heeft aangegeven dat het oppervlak van het gemaal en de daarbijbehorende bouwhoogten zoals die met deze omgevingsvergunning worden beoogd geen negatieve gevolgen hebben voor het stroomvoerend regime van de rivier en de daarvoor benodigde afvoer- en bergingscapaciteit. Zoals in paragraaf 1.2 reeds aangegeven is, past het oppervlak van het gemaal zoals nu voorgesteld binnen de bestemming Bedrijf en is dit oppervlak in het kader van de planvoorbereiding ook altijd als zodanig beoogd. De beperking van het oppervlak tot 25 m 2 die geldt vanuit de bestemming Waterstaat Waterstaatkundige functie heeft dan ook geen inhoudelijke grondslag. Het gemaal had bij het opstellen van de regels dan ook uitgezonderd moeten worden van deze beperking. Er kan daarom van deze bepalingen worden afgeweken. Conclusie Het gemaal zoals dat mogelijk wordt gemaakt met deze omgevingsvergunning is nodig om ook in de nieuwe situatie na een hoogwatersituatie een goede waterhuishouding te kunnen garanderen. Het gemaal en de daarbij behorende voorzieningen zijn in het bestemmingsplan dan ook als zodanig bestemd. Uit overleg met het waterschap en Rijkswaterstaat blijkt dat van de beperkingen die gelden vanuit de genoemde waterhuishoudkundige dubbelbestemmingen kan worden afgeweken omdat de omgevingsvergunning geen negatieve gevolgen heeft op de waterhuishoudkundige aspecten die gemoeid zijn met deze dubbelbestemmingen. Het aspect water vormt hiermee geen belemmering voor het initiatief. 3.3.9 Landschap Het gebied Cortenoever heeft een hoge landschappelijke kwaliteit waarbij de ontstaansgeschiedenis van het IJssellandschap nog duidelijk zichtbaar is. In het kader van de integrale ontwikkeling voor de dijkverlegging is een inrichtingsplan gemaakt waarvan het gemaal en de daarbij behorende voorzieningen onderdeel van uitmaken. Het gemaal zoals dat met deze omgevingsvergunning wordt beoogd past binnen de uitgangspunten van het inrichtingsplan. Daarnaast wordt het bouwplan in het kader van de omgevingsvergunning voorgelegd aan de welstandcommissie, het is de verwachting dat het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Een nadere landschappelijke of stedenbouwkundige toetsing is dan ook niet nodig. Conclusie Het aspect landschap vormt geen belemmering voor het initiatief. SAB 17

4 Afweging en conclusie Het gemaal past binnen de bestemmingsomschrijvingen van de ter plaatse geldende bestemmingen. De bouwhoogten van het gebouw van het gemaal en de krooshekreiniger zijn echter in strijd met de bouwbepalingen uit de bestemming Bedrijf. Uit deze ruimtelijke onderbouwing blijkt dat het afwijken van deze bouwbepaling geen negatieve effecten heeft op de relevante milieu- en omgevingsaspecten. Daarnaast zijn het gebouw zelf alsmede de bouwhoogten van het gebouw van het gemaal en de krooshekreiniger in strijd met de dubbelbestemming Waterstaat Kade en zijn de bouwhoogten van het gebouw van het gemaal en de krooshekreiniger en het oppervlak van het gemaal in strijd met de dubbelbestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie. Uit overleg met het Waterschap en Rijkswaterstaat blijkt dat van de beperkingen die gelden vanuit de genoemde waterhuishoudkundige dubbelbestemmingen kan worden afgeweken omdat de omgevingsvergunning geen negatieve gevolgen heeft op de waterhuishoudkundige aspecten die gemoeid zijn met deze dubbelbestemmingen. De omgevingsvergunning is daarmee niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening waardoor toepassing gegeven kan worden aan artikel 2.12 eerste lid onder a sub 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). SAB 18

Bijlage: kaart besluitgebied SAB 19