Ruimtelijke Onderbouwing Uitbreiding Parkeerterrein Westeinde Steendijkpolder Gemeente Maassluis Juni 2013
Inhoud van de toelichting Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Aanleiding 3 Ligging plangebied 3 Vigerende regeling 3 Leeswijzer 3 Hoofdstuk 2. Gebiedsvisie 4 Bestaande situatie 4 Bouwplan 4 Groen 5 Verkeer en parkeren 5 Hoofdstuk 3. Beleid 6 Structuurvisie Maassluis 2012-2025 6 Conclusie 6 Hoofdstuk 4. Milieuonderzoek 7 Geluidshinder 7 Externe Veiligheid 7 Luchtkwaliteit 7 Kabels en Leidingen 8 Bodem 8 Water 8 Ecologie 9 Cultuurhistorie en archeologie 9 Hoofdstuk 5. Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid 10 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 10 Hoofdstuk 6. Conclusie 10-2 -
Hoofdstuk 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding Gemeente Maassluis is voornemens het parkeerterrein aan het Westeinde opnieuw in te richten en uit te breiden. Het huidige parkeerterrein heeft een verouderde uitstraling en voldoet niet aan de capaciteitsvraag. Naast de herinrichting en de uitbreiding zal tevens de riolering in het gebied aangepakt worden, door deze integrale aanpak wordt de overlast van de werkzaamheden zoveel mogelijk beperkt. Omdat de uitbreiding van het parkeerterrein niet past binnen de huidige vigerende regeling zal middels een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bestemmingsplan. Onderdeel van deze omgevingsvergunningsaanvraag is een ruimtelijke onderbouwing, waarin dient te worden aangetoond dat de uitbreiding van het parkeerterrein niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. 1.2 Ligging plangebied Het parkeerterrein ligt ten noorden van het Westeinde in het westen van de gemeente Maassluis in de wijk Steendijkpolder en wordt ontsloten via de Jan Schoutenlaan. Figuur 1Ligging Plangebied 1.3 Vigerende regeling Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan Steendijkpolder, dat is vastgesteld op 14 december 2010. De uitbreiding van het parkeerterrein past niet binnen het vigerende bestemmingsplan daarom zal voor het mogelijk maken van de uitbreiding de uitgebreide omgevingsvergunningprocedure doorlopen worden. 1.4 Leeswijzer Deze ruimtelijke onderbouwing is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de huidige situatie en de gewenste ontwikkeling. In hoofdstuk 3 wordt de ontwikkeling getoetst aan het gemeentelijk beleid. In hoofdstuk 4 worden de relevante milieuaspecten behandeld. In hoofdstuk 5 Is inzicht gegeven in de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. Tot slot wordt In hoofdstuk 6 de conclusie opgenomen van de ruimtelijke onderbouwing. 3
Hoofdstuk 2. Gebiedsvisie 2.1. Bestaande situatie Omgeving plangebied Het perceel waarop het grasveld is gesitueerd wordt omgeven door gebieden met diverse structuren en functies. De directe omgeving wordt gekenmerkt door de diversiteit In schaalgrootte. Aan de noordkant ligt het verzorgingstehuis DrieMaasHave en aan de zuidkant leidt het parkeerterrein naar het winkelcentrum Steendijkpolder. Aan de westkant ligt de Wethouder Smits hal (sporthal) en aan de oostkant liggen een aantal grondgebonden woningen. Figuur 2 huidige situatie Huidige situatie Het parkeerterrein voldoet niet meer aan de huidige standaard. Het is toe aan een herinrichting waarbij tevens een optimalisatie slag wordt uitgevoerd. Het naast gelegen groene perceel wordt niet gebruikt anders dan grasveld. 2.2. Bouwplan In de toekomstige situatie komt er aan de noordzijde circa 420 m2 aan oppervlak bij ten opzichte van het huidige parkeerterrein. Zoals beschreven In vorige paragraaf is het huidige parkeerterrein aan vervanging toe en zal het heringericht worden. Het nieuwe parkeerterrein wordt circa 420 m2 groter, waarbij de uitbreiding aan de noordkant van het bestaande parkeerterrein wordt toegevoegd. De uitbreiding zal dienen om meer ruimte te creëren voor het parkeren. Hierdoor kan het parkeerterrein de huidige drukte beter aan en de kunnen bezoekers, bewoners, sporters en winkeliers op een prettigere en veiligere manier gebruik maken van het parkeervoorzieningen. De materiaalkeuze en detaillering van de inrichting van het nieuwe parkeerterrein zal aansluiten aan de stijl van het onlangs gerenoveerde winkelcentrum Steendijkpolder. 4
2.3 Groen Op het grasveld staan een drietal bomen. Deze komen op een andere wijze terug in de totale herinrichting van het parkeerterrein. De kwaliteit van het groen wordt door een nieuw en kwalitatief hoogwaardiger groenplan opgewaardeerd. De locatie is in het Groen Structuurplan benoemt als ontwikkellocatie en is geen onderdeel van de hoofd groenstructuur. 2.4 Verkeer en parkeren Het parkeerterrein heeft een belangrijke functie ten aanzien van de verschillende functies in de directe omgeving. De verscheidenheid aan functies, sporten, wonen en winkelen zorgt voor een flexibele parkeervraag met pieken op verschillende momenten. Door een herinrichting van het gehele parkeerterrein en een uitbreiding op het grasveld ontstaat er een hogere parkeercapaciteit waardoor de pieken beter opgevangen kunnen worden en er een betere en veilige verkeerssituatie ontstaat. 5
Hoofdstuk 3. Beleid De beleidscontext voor de visie op de ontwikkeling van het plangebied wordt gevormd door een aantal landelijke, provinciale, regionale en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante gemeentelijk beleid beknopt samengevat. 3.1 structuurvisie Maassluis 2012-2025 Op 17 april 2012 is de gemeentelijke Structuurvisie Maassluis 2012-2025 vastgesteld. In deze structuurvisie Is op grond van bestaande nota's en onderzoeken een samenhangend beeld geschetst van de ruimtelijke en functionele structuur van Maassluis. Hiertoe zijn de verbanden tussen verschillende beleidsvelden weergegeven, keuzes gemaakt en de Invloed van die keuzes op de andere beleidsvelden Inzichtelijk gemaakt. De structuurvisie vormt het ruimtelijk beleidskader voor Maassluis op de lange en middellange termijn en vormt de basis voor de actualisering van bestemmingsplannen. In algemene zin is het beleid voor de omgeving van Maassluis gericht op het bevorderen van het groen recreatieve karakter van de omgeving. Voor de kern Maassluis zelf wordt gestreefd naar handhaving van het Inwonertal en het voorzieningenniveau, het bevorderen van een evenwichtige bevolkingssamenstelling en het implementeren van de compacte stadsgedachte. Bij de ruimtebehoefte die hiermee gepaard gaat, dient aandacht te worden besteed aan het ruimtelijk beeld van Maassluis door: het ruimtelijk karakter van Maassluis en de relatie met de omgeving te versterken door gebruik te maken van de uitstraling van de karakterbepalende elementen en het omringende landschap; het verbijzonderen van knooppunten van structuurelementen door het toevoegen van bijzondere bebouwing of het creëren van bijzondere openbare ruimte op deze knooppunten; hoogbouw te beperken tot die plaatsen waar dit om stedenbouwkundige redenen gewenst is; geen uitbreiding van bebouwing aan de uiterste noordwest- en zuidoosthoek van Maassluis; inrichting en architectuur van hoogwaardige kwaliteit. Door de ontwikkeling vindt er een versterking plaats van de voorzieningenstructuur. Daarnaast heeft de herinrichting en uitbreiding een positief effect op het ruimtelijk karakter van de omgeving. 3.2 Conclusie De uitbreiding van het parkeerterrein past binnen het beleid van de gemeente. Er kan dan ook geconcludeerd worden dat de ontwikkeling In overeenstemming is met het beleid. 6
Hoofdstuk 4. Milieuonderzoek Bij nieuwe ontwikkelingen dient te worden onderbouwd dat de ontwikkelingen die mogelijk zijn ook uitvoerbaar zijn en mogelijk zijn binnen de kaders gesteld door de diverse sectorale wetgeving. In dit hoofdstuk zijn de sectorale aspecten beschreven die voor de ontwikkeling relevant zijn. De resultaten en conclusies van de onderzoeken zijn per aspect opgenomen in de betreffende paragraaf. 4.1 Geluidshinder Parkeren is geen geluidsgevoelige functie. Daarom kan onderzoek naar wegverkeerslawaai, spoorweglawaai, scheepvaartlawaai en industrielawaai achterwege blijven. 4.2 Externe Veiligheid Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. 4.2 Luchtkwaliteit Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 7.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een Ruimtelijke Onderbouwing uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Besluit Niet in Betekenende mate (NIBM) In het Besluit NIBM en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO 2 en PM 10. Onderzoek Het plan heeft geen (negatieve) gevolgen voor de concentraties luchtverontreinigende stoffen in de omgeving. Formele toetsing aan de grenswaarden uit de Wlk kan derhalve achterwege blijven. In het kader van een goede ruimtelijk ordening is wel inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Het plangebied is gelegen nabij de N220, deze vormt een maatgevende weg voor beoordeling van de luchtkwaliteit. Met behulp van de saneringstool (www.saneringstool.nl) die behoort bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) wordt inzicht gegeven in de concentraties van NO 2 en PM 10 direct langs de weg. In 2011 bedraagt de jaargemiddelde concentratie PM 10 25,1 µg / m³ en de jaargemiddelde concentratie NO 2 28,8 µg / m³. Omdat direct langs de weg wordt voldaan aan de grenswaarden zal dit ter hoogte van het plangebied ook het geval zijn aangezien de concentraties van luchtverontreinigende stoffen afnemen naarmate de locatie verder van de weg is gelegen. 7
Conclusie Geconcludeerd wordt dat aan de grenswaarden uit de Wlk voldaan wordt. Het aspect luchtkwaliteit vormt derhalve geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan. 4.3 Kabels en Leidingen Voor de geplande werkzaamheden zal een klic-melding gedaan moeten worden. Deze zal worden uitgevoerd door het bedrijf wat het bodemonderzoek uitvoert. Deze klic-melding behoort reeds tot de vereiste documenten van de omgevingsvergunning waar deze voor geleverd zal worden, en wordt daarom niet nogmaals in deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen. 4.4 Bodem Omdat de uitbreiding van het parkeerterrein voorziet in een functiewijziging is verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning dient het bodemonderzoek te worden overlegd waaruit blijkt dat de grond geschikt is voor het gewenste gebruik. Daarom wordt deze niet nogmaals in de ruimtelijke onderbouwing opgenomen. 4.5 Water Inleiding In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de 'watertoets' opgenomen. Deze heeft tot doel om ruimtelijke ontwikkelingen te toetsen aan het vigerende waterbeleid en de wateraspecten volwaardig mee te laten wegen bij de besluitvorming omtrent een goede ruimtelijke ordening. In het plangebied is het Hoogheemraadschap van Delfland verantwoordelijk voor het waterbeheer. Huidige situatie Afvalwater en riolering Het projectgebied zal worden aangesloten op het aanwezige gemengd rioolstelsel. De nieuwe situatie die wordt aangelegd wordt geschikt gemaakt om in de toekomst aan te sluiten op het gemeentelijke afkoppelproject. Het einddoel is om volledig af te koppelen richting Steendijkpolder, maar het is op dit moment nog niet mogelijk om hier op aan te sluiten. Watersysteem kwaliteit en ecologie In 2007 is voor gemeente Maassluis een waterkwaliteitsspoor onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek heeft aangetoond dat het oppervlakte water in Maassluis niet voldoet aan de waterkwaliteitsnormen. Hiertoe zijn maatregelen ingepland en er wordt verwacht dat het oppervlakte water voor 2015 wel zal voldoen aan de basisinspanning. Toekomstige situatie Veiligheid en waterkeringen Het projectgebied is niet gelegen In een beschermingszone en heeft geen Invloed op de stabiliteit van de primaire waterkering en de waterveiligheid in het projectgebied. Waterkwantiteit In het waterplan Maassluis is een waterfonds opgenomen. Het principe hiervan is dat Initiatiefnemers van herstructureringsprojecten of postzegelplannen binnen de gemeente Maassluis, waar geen watercompensatie plaats kan vinden, de financiën beschikbaar stellen om het elders binnen de gemeente wel te realiseren. De nieuwe verharding die wordt aangebracht zal worden voorzien van een eigen riolering en aansluiten op de bestaande stelsels. Compenserende maatregelen zijn hier dan ook niet noodzakelijk. 8
Afvalwater en riolering De rioolstelsels worden voorbereid om in de toekomst aan te sluiten op het grootschalig gemeentelijk afkoppelproject. Watersysteemkwaliteit en ecologie Ter voorkoming van diffuse verontreiniging van water en bodem geldt, dat er geen zink, lood-, koper- of PAK's-houdende bouwmaterialen mogen worden toegepast. Beheer en onderhoud In zijn algemeenheid geldt dat voor alle aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem een keurvergunning bij het hoogheemraadschap dient te worden aangevraagd. Conclusie Met In achtneming van het bovenstaande, kan geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan geen negatieve gevolgen heeft voorde waterhuishouding. Hiermee voldoen de ontwikkelingen aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer. 4.6 Ecologie In de ecologieparagraaf Is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven. De ontwikkeling betreft uitbreiding van een parkeerterrein in Maassluis. Gebiedsbescherming Het plangebied vormt geen onderdeel van en is ook niet nabij een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals een staats- of beschermd natuurmonument of een speciale beschermingszone Ingevolge de Vogel- of Habitatrichtlijn. 4.7 Cultuurhistorie en archeologie Regelgeving en beleid Wet op de archeologische monumentenzorg/verdrag van Malta Het archeologisch bodemarchief is de grootste bron voor de geschiedenis in Nederland. Het Verdrag van Malta regelt de bescherming en het behoud van deze archeologische waarden. Het Verdrag is geïmplementeerd via de Wet op de Archeologische monumentenzorg. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen. Conclusie In de Archeologische waardekaart Maassluis (2013) is het plangebied aangeduid als locaties met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Vanwege hoge archeologische verwachtingswaarde, dient voorafgaand aan de werkzaamheden dieper dan 100 cm onder maaiveld een verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd onderzoeksbureau. 9
Hoofdstuk 5. Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid 5.1 Economische uitvoerbaarheid In de Wro (artikel 6.12) staat dat de gemeente verplicht Is om een exploitatieplan vast te stellen, voor de gronden waar een aangewezen bouwplan Is voorgenomen. In het Bro staat wat wordt verstaan onder een aangewezen bouwplan. Het gaat daarbij om: de bouw van één of meer woningen, één of meer hoofdgebouwen, uitbreiding van het hoofdgebouw met ten minste 1.500 m^, functieverandering naar woningen voor ten minste 10 woningen, of functieverandering naar horeca of kantoor voor ten minste 1.500 m^. Daarbij geldt een verhaalbare kostendrempel van 10.000, waarbij bij de verhaalbare kosten geen fysieke werken als kostenpost mogen worden opgevoerd. In het kader van de omgevingsvergunning Is het niet noodzakelijk om een exploitatieplan op te stellen voor deze ontwikkeling. Deze ontwikkeling heeft geen betrekking op een aangewezen bouwplan. Daarom hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld. De kosten voor de gemeente worden verhaald via de leges. 5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het ontwerpbesluit op de omgevingsvergunning zal 6 weken ter inzage worden gelegd waarbij een leder in de gelegenheid wordt gesteld om tegen het besluit zienswijze in te dienen. Hoofdstuk 6. Conclusie De beoogde ontwikkeling past niet binnen de huidige vigerende ruimtelijke regeling. De ontwikkeling past binnen het vigerende beleid van de gemeente. Door de ontwikkeling sluit het parkeerterrein beter aan op de wensen van de gebruikers en krijgt het een betere uitstraling. De nieuwe parkeerruimte zal zorgen voor een aanzienlijke verbetering van het beeld voor dit deel van de Steendijkpolder en de daar nabij gelegen omgeving. Daarnaast blijkt dat de ontwikkeling van een dusdanige aard is dat het geen negatieve invloed heeft op de diverse sectorale milieuaspecten. Hieruit wordt geconcludeerd dat de ontwikkeling haalbaar en uitvoerbaar is. Bijlagen: - VO vastgesteld d.d. 25-06-2013 - Bestemmingsplankaart huidige situatie 10
11
12