Bedrijvenpark H2O. Oldebroek. Onderzoek luchtkwaliteit. ing. D.R. Boer. projectnummer: datum: status: concept

Transcriptie

1

2

3 Bedrijvenpark H2O Oldebroek Onderzoek luchtkwaliteit identificatie status projectnummer: datum: status: concept Opdrachtleider MSc E. Stellingwerf auteur: ing. D.R. Boer

4 Inhoud 1 Inleiding Toetsingskader Uitgangspunten... 6 Rekenmethodiek... 6 Rekenpunten... 6 Invoergegevens Resultaten Conclusie Pagina 2 van 11

5 1 Inleiding In het kader van de ontwikkeling van het Bedrijvenpark H2O is onderzoek gedaan om de gevolgen voor de luchtkwaliteit langs de ontsluitende wegen in beeld te brengen. Hierbij is gebruik gemaakt van de monitorings- en rekentool die onderdeel zijn van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). In figuur 1.1 is de ligging van het Bedrijvenpark H2O in de directe omgeving weergegeven. Figuur 1.1 Ligging Bedrijvenpark H2O (rood omkaderd) Leeswijzer In hoofdstuk 2 van dit rapport wordt het toetsingskader voor luchtkwaliteit beschreven. Hoofdstuk 3 beschrijft de bij het onderzoek gehanteerde uitgangspunten. De onderzoeksresultaten worden weergegeven in hoofdstuk 4. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 de conclusie van het onderzoek beschreven. Pagina 3 van 11

6 2 Toetsingskader In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). Dit onderdeel van de Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in de volgende tabel weergegeven. Tabel 2.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm Stof Toetsing Grenswaarde stikstofdioxide (NO 2) 1 jaargemiddelde concentratie 40 μg/m³ fijn stof (PM 10) 2 jaargemiddelde concentratie 40 μg/m³ 24-uurgemiddelde concentratie max. 35 keer p.j. meer dan 50 μg / m³ fijn stof (PM 2,5) jaargemiddelde concentratie 25 μg/m³ Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit onder andere uitoefenen indien de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden of de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht. Besluit niet in betekenende mate In dit Besluit niet in betekenende mate is bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden: een project heeft een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10 (= 1,2 μg/m³); een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan woningen bij één ontsluitingsweg en woningen bij twee ontsluitingswegen, kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan m2 bij één ontsluitingsweg en m2 bij twee ontsluitingswegen. Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit zijn de regels voor het meten en berekenen van de gevolgen voor de luchtkwaliteit beschreven. Bij de berekening van de luchtkwaliteit wordt onderscheid gemaakt tussen s- en industriële bronnen. Voor wordt onderscheid gemaakt tussen Standaard Rekenmethode 1 (SRM 1) betreffende stedelijke situaties met weinig hoogteverschillen; en Standaard Rekenmethode 2 (SRM 2) voor de bepaling van overige situaties. De luchtkwaliteit als gevolg van het extra weg is berekend met behulp van de door het Ministerie van VROM goedgekeurde rekensoftware NSL-rekentool. De NSL-rekentool kan berekeningen uitvoeren voor onder andere de maatgevende stoffen fijn stof (PM10) en stikstofdioxide, voor zowel SRM-1 wegen, als SRM-2 wegen. Er 1. De toetsing van de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentratie NO2 is niet relevant aangezien er pas meer overschrijdingsuren dan het toegestane aantal van 18 per jaar zullen optreden als de jaargemiddelde concentratie NO2 de waarde van 82 μg/m³ overschrijdt. Dit is nergens in Nederland het geval. 2. Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wm behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007). Pagina 4 van 11

7 mag van een andere methode gebruik worden gemaakt indien deze is goedgekeurd door het Ministerie van VROM. In het de Regeling beoordeling luchtkwaliteit is tevens aangegeven welke gegevens gebruikt worden bij het maken van de berekening en op welke wijze de berekeningsresultaten worden afgerond. Pagina 5 van 11

8 3 Uitgangspunten Rekenmethodiek Het onderzoek luchtkwaliteit is uitgevoerd met de NSL-rekentool Hiervoor zijn de gegevens uit de NSL-monitoringstool gedownload en vervolgens ingelezen in de NSL-rekentool. De effecten van de luchtkwaliteit ten gevolge van de ontwikkeling van het bedrijvenpark H2O zijn inzichtelijk gemaakt voor het jaar Rekenpunten De concentraties stikstofdioxide en fijn stof zijn, conform de regeling beoordeling luchtkwaliteit, berekend op maximaal 10 meter vanaf de wegrand. Omdat de concentraties afnemen naarmate de afstand tot een bron groter wordt, kan gesteld worden dat wanneer op de wettelijke afstand van 10 meter vanaf de weg geen overschrijdingen berekend worden, ook in het achterliggende gebied geen sprake is van overschrijdingen, ten gevolge van die weg. Binnen dit onderzoek zijn de volgende wegvakken beschouwd; 1. A28: Weesp Knp. Hattermerbroek; wegvak met de hoogste intensiteit. 2. Duurzaamheidsstraat: Rondweg inprikker H2O; wegvak met de hoogste toename. 3. Zuiderzeestraatweg: Duurzaamheidsstraat Oostersedijk; wegvak met de hoogste toename. In figuur 3.1 is de ligging van bovengenoemde wegvakken met bijbehorende rekenpunten weergegeven. De rekenpunten bij wegvak 2 en 3 zijn representatief voor het gehele wegvak. Figuur 3.1 Ligging beschouwde wegvakken met rekenpunten Wanneer langs bovengenoemde beschouwde wegen aan de normen wordt voldaan, zal dit ook ter plaatse van de overige wegen binnen en in de directe omgeving van de plangebieden het geval zijn. Op de overige wegen is immers sprake van een lagere intensiteit en lagere toename van het ten gevolge van de ontwikkeling van het Bedrijvenpark H2O. Invoergegevens De ingevoerde gegevens voor de verschillende wegvakken zijn weergegeven in tabel 3.1. Het weg- en snelheidstype is tevens weergegeven in figuur 3.2. Pagina 6 van 11

9 Tabel 3.1 Invoergegevens wegkenmerken Weg Wegtype Snelheidstype Bomenfactor 1. A28: Weesp Knp. Hattermerbroek; wegvak met de hoogste intensiteit. SRM 2 n.v.t. 1 = hier en daar bomen of in het geheel niet 2. Duurzaamheidsstraat: Rondweg inprikker H2O; wegvak met de hoogste toename. SRM 1 4 = basistype e = Doorstromend stads 1 = hier en daar bomen of in het geheel niet 3. Zuiderzeestraatweg: Duurzaamheidsstraat Oostersedijk; wegvak met de hoogste toename. SRM 1 4 = basistype b = Buitenweg algemeen 1 = hier en daar bomen of in het geheel niet Figuur 3.2 Wegtypering en snelheidsprofiel beschouwde wegen De ingevoerde sgegevens betreffen weekdaggemiddelden en zijn weergegeven in tabel 3.2. Deze sgegevens zijn gebaseerd op het smodel dat is opgesteld door Antea en de CROW publicatie 317, tabel 5. Tabel 3.2 Ingevoerde sgegevens 2030 Wegvakken Referentiesituatie Ontsluitingsscenario Eerdere bestemmingsplannen (excl. Verlegde as) licht zwaar licht zwaar licht zwaar Voornemen 2030 (incl. Verlegde as) licht zwaar Duurzaamheidsstraat Rondweg - inprikker H2O (t.h.v. A28) Zuiderzeestraatweg Duurzaamheidsstraat - Oostersedijk A28 Weesp - Knp. Hattermerbroek Zuid - Noord Weesp - Knp. Hattermerbroek Noord - Zuid Pagina 7 van 11

10 4 Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van de luchtberekeningen beschreven van de volgende situaties: - Referentiesituatie - Ontsluitingsscenario - Planologisch geldende situatie (excl. Verlegde as) - Voornemen In tabel 4.1 is per situatie de concentratie stikstofdioxide NO2, fijn stof PM10, fijn stof PM2,5 en het aantal overschrijdingsdagen van de concentratie fijn stof PM10 weergegeven. Uit de resultaten in tabel 4.1 blijkt dat in geen van de situaties langs de beschouwde wegvakken de normen uit tabel 2.1 worden overschreden. Dit is tevens weergegeven in de figuren 4.1 t/m 4.4. Deze figuren zijn voor de vier verschillende situatie gelijk, omdat er in geen van de situatie sprake is van een NO2- en PM10-concentratie hoger dan 35 μg/m 3 en een PM2,5-concentratie hoger dan 20 μg/m 3. De hoogst berekende concentratie stikstofdioxide bedraagt 15,3 μg/m 3. Voor fijn stof PM10 bedraagt de hoogst berekende concentratie 18,6 μg/m 3 en voor fijn stof PM2,5 10,3 μg/m 3. Het aantal overschrijdingsdagen voor fijn stof PM10 verandert niet als gevolg van de plannen. Tabel 4.1 Resultaten luchtberekeningen Referentiesituatie Ontsluitingsscenario Planologische geldende bp s excl. verlegde as NO 2 (μg/m 3 ) Rekenpunt 1 14,8 14,9 14,9 15,2 Rekenpunt 2 10,8 11,5 11,6 12,2 Rekenpunt 3 12,4 13,2 13,3 13,0 PM 10 (μg/m 3 ) Rekenpunt 1 18,5 18,5 18,5 18,6 Rekenpunt 2 17,6 17,9 17,9 18,2 Rekenpunt 3 18,0 18,2 18,2 18,1 PM 10 (overschrijdingsdagen) Rekenpunt Rekenpunt Rekenpunt PM 2,5 (μg/m 3 ) Rekenpunt 1 10,2 10,2 10,2 10,3 Rekenpunt 2 10,0 10,0 10,1 10,1 Rekenpunt 3 10,1 10,2 10,2 10,2 Voornemen Pagina 8 van 11

11 Figuur 4.1 NO 2-concentratie Figuur 4.1 PM 2,5-concentratie Pagina 9 van 11

12 Figuur 4.1 PM 10-concentratie Figuur 4.4 PM 10-overschrijdingsdagen Pagina 10 van 11

13 5 Conclusie In het kader van de ontwikkeling van het Bedrijvenpark H2O is onderzoek uitgevoerd om de gevolgen voor de luchtkwaliteit langs de ontsluitende wegen in beeld te brengen. Uit de resultaten van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de normen voor luchtkwaliteit (zie tabel 2.1) in geen geval overschreden worden. Aangetoond is dat langs de beschouwde wegvakken ruimschoots aan de wettelijke normen wordt voldaan. Het effect van de plannen op de concentraties stikstofdioxide, fijn stof PM10, fijn stof PM2,5 en het aantal overschrijdingsdagen van fijn stof PM10 is zeer beperkt. Omdat ter plaatse van de beschouwde wegvakken aan de normen wordt voldaan, zal dit ter plaatse van het gehele plangebied en directe omgeving het geval zijn. De sintensiteit en -toename ten gevolge van de ontwikkeling van het bedrijvenpark H2O is op de beschouwde wegvakken immers het grootst. Als langs deze wegvakken ruimschoots aan de grenswaarden wordt voldaan, zal dit ook langs de overige wegvakken het geval zijn. Daarnaast geldt dat concentraties luchtverontreinigende stoffen afnemen naarmate een locatie verder van de weg ligt. Geconcludeerd wordt dat ter plaatste van de plangebieden en de directe omgeving sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat en dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt bij de ontwikkeling van het Bedrijvenpark H2O. Pagina 11 van 11

14