JAARSTUKKEN Pagina 1 van 73

Vergelijkbare documenten
VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

JAARSTUKKEN Pagina 1 van 76

JAARSTUKKEN Pagina 1 van 75

PROGRAMMABEGROTING 2015 INCLUSIEF MEERJARENBEGROTING

Klimaatopgave landelijk gebied

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

A L G E M E E N B E S T U U R

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Bijlage1 : vervallen prestatie-indicatoren uit Begroting 2014

Perspectiefnota PERSPECTIEFNOTA

Afstemming waterbeheer op functies en gebieden

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

Dit heeft in april 2011 geleid tot het ondertekenen door de genoemde koepelorganisaties en het Rijk van het BAW.

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Welkom Presentatie investeringsagenda 2016/2017 zeven waterschappen Midden en Oost Nederland

Projectnummer Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

2e wijziging programmabegroting

Gebiedsbeschrijving Boezem Noordwest Overijssel

Leggers actueel, betrouwbaar en compleet. Waterkeringen op orde Waterkeringen zijn getoetst Conform procesafspraken met PZH en inspectie V&W

Water... van levensbelang

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

Beheer- en onderhoudsplan Vledders en Leijerhooilanden

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

B november Datum: Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Burap

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

Voorstel voor de Raad

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Inleiding KNAG 7 december Dijkgraaf Herman Dijk

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

Sturingsfilosofie en Organisatiestructuur Waterschap Limburg

Presentatie Waterschap De Dommel bij: Volkstuindersvereniging Bladel c.a. Door: Toon Kemps

Datum : 18 oktober 2017 Versie : 1.0. Datum: 18 oktober 2017 Versie: 1.0 Registratienummer:

Ruimte om te leven met water

A L G E M E E N B E S T U U R

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen.

Voorstel aan algemeen bestuur

HoogheemTaadschap van Delfland

Beheerbegroting. Versie: D&H 29 Oktober Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei het college van Dijkgraaf en Heemraden,

Waterkeringen. Aanleg regionale keringen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

ALGEMENE VERGADERING. 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer

COLOFON. bk ruimte&milieu, Adviseurs in omgevingsrecht. Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: F:

Bijlage 4: Uitvoeringsmodule deelgebied Wieden-Weerribben Definitief,

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 28mei

Nota Relatie provincie Utrecht met de waterschappen. Deel 3: Provinciaal toezichtkader

Wijkoverleg Aalsmeer Oost. maandag 6 maart

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Gebiedsbeschrijving Oude Diep

Notitie. 1. Beleidskader Water

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid

Inleiding KIVI Kring Stedendriehoek. Inleider: dijkgraaf Herman Dijk

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Erläuterung Maßnahmen pro Teilgebiet

Taken: Voldoende water, Veilig gebied, Gezond en natuurlijk water.

Informatiebijeenkomst Waterschapsverkiezingen

Hoogheemraadschap van Delfland

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Voortgang KRW: maatregelen, doelbereik en innovatie. 13 december 2012; Frank van Gaalen

Wie bestuurt het waterschap?

Projectplan Holsdiek Orvelte

1. Inleiding. 2. Groslijst onderwerpen. 3. Wat gaan we doen?

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

De economische betekenis van waterschappen. mr.drs. Peter C.G. Glas Voorzitter Unie van Waterschappen 5 september 2013

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Presentatie waterschap Brabantse Delta. Conferentie Water en Veiligheid

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur

ALGEMENE VERGADERING. Stuw Voorstertocht De stuw is conform planning en binnen het beschikbaar gestelde krediet vervangen. Dit onderdeel is afgerond.

Waterschapsbelasting 2015

Water Governance. Organisatie van waterbeheer, drinkwatervoorziening en afvalwaterbehandeling,

agendapunt 04.H.14 Aan Commissie Waterkwaliteit

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik

Wie bestuurt het waterschap?

Projectplan: verwijderen gemaal Schrapveen en het verondiepen van de aansluitende watergang ten zuiden van Zuidwolde.

Integraal Waterplan Haarlem. Erhard Föllmi afd. OGV/SZ 17 sept. 2014

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Raamovereenkomst Plattelandsontwikkeling Drenthe

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Transcriptie:

JAARSTUKKEN 2014 Pagina 1 van 73

INHOUDSOPGAVE 1. Kengetallen... 3 2. Nota van aanbieding...... 4 2.1 Aanbieding... 4 2.2 Opzet... 4 3. Jaarverslag op hoofdlijnen... 5 3.1 Inleiding... 5 3.2 Programmaverantwoording... 5 3.3 Financiële hoofdlijnen... 6 4. Jaarverslag... 8 4.1 Inleiding... 8 4.2 Programmaverantwoording... 9 4.2.1 Programma Veiligheid... 9 4.2.2 Programma Watersysteem... 12 4.2.3 Programma Waterketen... 20 4.2.4 Programma Maatschappij en Organisatie... 27 4.3 Paragrafen... 34 4.3.1 Ontwikkelingen in het vorige begrotingsjaar... 34 4.3.2 Incidentele baten en lasten... 34 4.3.3 Onttrekkingen aan voorzieningen... 34 4.3.4 Waterschapsbelastingen... 34 4.3.5 Weerstandsvermogen... 36 4.3.6 Financiering... 37 4.3.7 Verbonden partijen... 38 4.3.8 Bedrijfsvoering... 40 4.3.9 EMU-saldo... 41 4.3.10 Wet normering topinkomens... 42 5. Jaarrekening 2014... 44 5.1 Algemeen... 44 5.2 Exploitatierekening 2014 naar programma s... 44 5.3 Exploitatierekening 2014 naar kostendragers en toelichting... 48 5.4 Exploitatierekening 2014 naar kosten- en opbrengstsoorten... 50 5.5 Balans per 31 december 2014 en toelichting... 55 6. Vaststellingsbesluit... 67 7. Bijlagen bij de jaarrekening 2014... 68 Bijlage I: Staat van vaste activa... 68 Bijlage II: Staat van onderhanden werken... 69 Bijlage III: Staat van vaste schulden... 70 Bijlage IV: Staat van kredieten... 71 Bijlage V: Lijst met gebruikte afkortingen... 73 Pagina 2 van 73

1. KENGETALLEN Gebied beheergebied 137.500 ha (waarvan ± 2.000 ha meren) inwoners 220.000 vervuilingseenheden 331.700 gemeenten 13 provincies 2 Bestuur Het waterschapsbestuur van Reest en Wieden bestaat vanaf 2009 uit 23 leden. fracties CDA 4 personen Agrarisch en overig ongebouwd 4 Werk aan Water 3 Water Natuurlijk 3 Bedrijven 3 PvdA 2 VVD 1 Christen Unie 1 Algemene Waterschapspartij 1 Natuur 1 Het Dagelijks Bestuur bestaat vanaf 2009 uit 5 personen. Waterschapswerken watergangen 2.247 km schouwsloten 1.136 km zuiveringsinstallaties 7 rioolpersleidingen 202 km rioolgemalen 123 waterkeringen 34 km primair, 32 km regionaal en 392 km overig = kaden vaarwegen 125 km stuwen en inlaten 1.350 (993 stuwen en 357 inlaten) gemalen 155 Pagina 3 van 73

2. NOTA VAN AANBIEDING 2.1 AANBIEDING Voor u liggen de jaarstukken over het jaar 2014. Het jaarverslag en de jaarrekening vormen het sluitstuk van de planning- en controlcyclus van het boekjaar 2014 en zijn tevens de aanzet voor de planning- en controlcyclus voor komende jaren. Hiermee legt het Dagelijks Bestuur zowel beleidsinhoudelijk als financieel verantwoording af aan het Algemeen Bestuur. Het biedt het Algemeen Bestuur de mogelijkheid inhoud te geven aan haar kaderstellende en controlerende functie. Perspectiefnota Jaarverslag Jaarrekening (beleidsnota s) Programmabegroting (organiseren) BURAP (uitvoeren) 2.2 OPZET De jaarstukken bestaan uit de volgende onderdelen: Nota van aanbieding Jaarverslag op hoofdlijnen Het jaarverslag met de programmaverantwoording en bijbehorende paragrafen Jaarrekening 2014 vanuit verschillende invalshoeken Vaststellingsbesluit Bijlagen bij de jaarrekening 2014 De jaarstukken beginnen in hoofdstuk 3 met de beleidsinhoudelijke hoofdlijnen en de financiële hoofdlijnen. U kunt dit hoofdstuk lezen als de samenvatting. Het jaarverslag gaat verder in hoofdstuk 4 met het beleidsverslag welke bestaat uit de Programma s en de Paragrafen. De jaarrekening staat in hoofdstuk 5. Pagina 4 van 73

3. JAARVERSLAG OP HOOFDLIJNEN 3.1 INLEIDING Het beleid van het waterschap wordt gevormd door externe en interne kaders. Deze verschillende kaders voor het begrotingsjaar 2014 waren onder meer WB21, KRW, NBW, WBP, actielijst WBP, Water op Maat projecten, Strategienota 2012, ILG, plannen voor het gebied Rijn-Oost en diverse andere door het bestuur van Reest en Wieden vastgestelde beleidsdocumenten. Hieronder leest u in paragraaf 3.2 de beleidsinhoudelijke hoofdlijnen en in paragraaf 3.3 de financiële hoofdlijnen. U kunt dit hoofdstuk lezen als de samenvatting. 3.2 BELEIDSINHOUDELIJKE HOOFDLIJNEN In 2014 is invulling gegeven aan de taken en doelstellingen van het waterschap. Hieronder wordt aangegeven welke doelstellingen zijn gerealiseerd en welke andere ontwikkelingen zich hebben voorgedaan. De volledige verantwoording van de programma s vindt u in de paragrafen 4.2.1 tot en met 4.2.4. Gerealiseerde doelstellingen De volgende doelstellingen zijn gerealiseerd. Het ontwerp WBP 2016 2021 is vastgesteld door het Algemeen Bestuur. De vangsten en uren ten behoeve van de muskusrattenbestrijding waren in 2014 onder controle, het voortschrijdend jaargemiddelde is uitgekomen op 0,30 ratten per kilometer watergang. De verwijderingsrendementen van de zuiveringen waren onverminderd hoog. Stikstofverwijdering van 86,3% in 2013 naar 89,6% in 2014, fosfaatverwijdering van 92,4% naar 91,7%; verwijdering van CZV van 94,4% naar 94,7%. De commissie Peijs, die landelijk onderzoek gedaan heeft naar de voortgang van de doelmatigheidsbesparingen in de afvalwaterketen, heeft een positief oordeel gegeven over aanpak en voortgang in Fluvius (het samenwerkingsverband waaraan Reest en Wieden en gemeenten deelnemen). Waterkracht, het samenwerkingsverband tussen de waterschappen Reest en Wieden, Groot Salland, Vechtstromen, Rijn en IJssel en Zuiderzeeland op de werkterreinen ICT, inkoop, zuiveren en personele zaken, is op 1 april 2014 gestart en vol op stoom. GGOR: In 2014 is 7.766 ha van het beheergebied GGOR-maatregelen uitgevoerd, in totaliteit is dit tot en met 2014 voor 37.319 ha (doel was 35.874). In totaal zijn in 5 gebieden maatregelen gerealiseerd voor Natura 2000-gebieden en anti-verdrogingsmaatregelen voor TOP-gebieden (doel was 3). Gerealiseerd zijn: Watersysteemherstel Dwingelderveld module 1, Waterberging met natuur Wetering Oost en West, Beekherstel Vledder Aa. Niet (geheel) gerealiseerde doelstellingen In de eindejaarsrapportage van 2013 is gemeld dat we de ambitieuze tussendoelen voor WB21, GGOR en KRW in 2015 niet gaan halen, maar wel enkele jaren later. In totaal is eind 2014 10,6 miljoen m3 wateropvang gerealiseerd (doel was 13,4 mln. m3 in uitvoering of gerealiseerd). Voor KRW (gerekend vanaf eind 2009) - 3,9 km natuurvriendelijke oever gerealiseerd (doel was 7,1 km) - 5 stuwen vispasseerbaar gemaakt (doel was 9) - 4 km hermeandering uitgevoerd (doel was 4,5 km) Overige ontwikkelingen De volgende ontwikkelingen die niet specifiek in de begroting 2014 waren vermeld, hebben zich voorgedaan. Eind 2014 is er een gerechtelijke uitspraak gedaan over de Natuurbezwaren. In december 2014 is besloten om per januari 2016 te fuseren met ons buurwaterschap Groot Salland. Pagina 5 van 73

3.3 FINANCIËLE HOOFDLIJNEN. De analyses in het jaarverslag en de jaarrekening zijn toegespitst op de afwijkingen tussen de realisatie 2014 en de begroting 2014. Wij verwijzen hier naar de afzonderlijke paragrafen in het jaarverslag en de jaarrekening. De totale gerealiseerde netto kosten over 2014 in relatie tot de begroting zien er per programma als volgt uit: (bedragen x 1.000) Realisatie 2014 Begroting 2014 Afwijking Veiligheid 2.198 2.319 121 Watersysteem 14.723 15.822 1.099 Waterketen 14.017 14.472 455 Maatschappij en organisatie 13.423 14.016 593 Netto kosten 44.361 46.629 2.268 Reserves, per saldo 1.641-1.027-2.668 Omslag 46.002 45.602 400 Aan de reserves is 2,7 miljoen minder onttrokken dan geraamd. Dit financiële voordeel vloeit voornamelijk voort uit 2,3 miljoen voordeel op de netto kosten en een voordeel van 0,4 miljoen op omslag. In aansluiting op de begroting 2014 wordt onderstaand het resultaat per kostensoort aangegeven. Resultaat per kostensoort (bedragen x 1.000) Realisatie 2014 Begroting 2014 Afwijking Kapitaallasten 13.040 14.179 1.139 Personeelslasten 15.654 16.196 542 Overige 15.627 16.215 588 44.321 46.590 2.269 Voordeel op de netto kosten Het voordeel op de netto kosten van 2,3 miljoen bestaat uit de volgende grootste afwijkingen. Het voordeel in de kapitaallasten en personeelslasten werkt door in alle vier programma s. De kapitaallasten zijn 1,1 miljoen voordelig en het voordeel wordt gerealiseerd door lagere rentekosten van ruim 0,3 miljoen omdat het rentepercentage van de aangetrokken geldlening van 45 miljoen beduidend lager is uitgekomen, 1,71% werkelijk en 3,5% begroting. Voorts zijn de afschrijvingslasten lager uitgekomen voor een bedrag van 0,8 miljoen ondanks een extra afschrijving van bijna 0,2 miljoen. Het voordeel wordt voornamelijk gerealiseerd door het verschuiven van in gebruik name data van investeringen in de tijd, ontvangen van niet geraamde subsidie, het kunnen verrekenen van btw op investeringen en het realiseren van lagere investeringsvolumes dan begroot. Het voordeel op de personeelslasten van 0,5 miljoen wordt gerealiseerd door het niet of op een later moment invullen van vacatures, door het niet tot stand komen van een nieuwe cao waarmee in begroting wel rekening was gehouden. Daardoor zijn de sociale lasten ook lager uitgekomen ten opzichte van de begroting. Vooral door lagere kosten van het Individueel Keuze Budget, de geneeskundige dienst, voor sollicitatieprocedures, congressen en cursussen en de scholing, vorming en training zijn de overige personeelslasten lager uitgekomen. Ook de opbrengsten van de ziektewet en het kopen van uren door medewerkers, geven een voordeel. Voor het programma Watersysteem is er sprake geweest van extra inhuur om aan het maaiplan te kunnen voldoen. De uitvoering van het onderhoud aan bruggen is gestagneerd in afwachting van de uitspraak van de rechter over het onderhoud van de Jonenbrug. Voor het programma Waterketen zijn de kosten van chemicaliën lager uitgekomen vooral door gerichte processturing op de RWZI s en door het aanpassen van de dosering, maar ook omdat primair slib is ingezet als koolstofbron. De kosten voor de slibverwerking zijn aanzienlijk gedaald door de afname van de Pagina 6 van 73

hoeveelheid te storten slibkoek, verlaagde storttarieven en door afbraak van slib in de Energiefabriek. Er zijn wel meer onderhoudskosten aan de RWZI s. Daarnaast is er een voordeel door het verwerken van afvalwater voor een bedrijf waarmee geen rekening was gehouden in de begroting. Voor het programma Maatschappij en Organisatie zijn de begrote kosten voor de inhuur van externe ondersteuning lager uitgevallen, wel zijn er kosten voor de verkenning van de fusie gemaakt. De kosten voor repro-apparatuur zijn lager uitgevallen als gevolg van een nieuw contract. Daarbij komt dat de tarieven voor huurlijnen al enkele jaren een dalende tendens vertonen. In 2014 is geen gebruik gemaakt van de post Onvoorzien en deze valt vrij. Een nadelige afwijking van 0,5 miljoen betreft de dotatie aan de voorziening (oud-)bestuurders omdat de voorziening voor alle (oud-)bestuurders per 1 januari 2015 actuarieel is gemaakt en volgens deze regels verhoogd moest worden. Voordeel op de omslag De omslag voor watersysteembeheer is nadelig uitgevallen en de omslag voor zuiveringsbeheer is voordelig uitgevallen, per saldo betreft het voordeel 0,4 miljoen. De belastingopbrengsten watersysteembeheer zijn in totaliteit 0,4 miljoen lager uitgevallen. Nadelig is de omslag gebouwd en een voorziene terugbetaling aan de natuurinstanties voor de jaren 2009-2014. Voordelig uitgevallen zijn de opbrengsten bij agrarisch ongebouwd; de in de jaarrekening 2013 gemelde tegenvaller in het aantal te heffen hectares is na intern onderzoek door GBLT deels gecorrigeerd. Voor zuiveringsbeheer geldt dat er voor twee grote meetbedrijven meer ve s in rekening zijn gebracht dan voorzien waardoor voor de categorie bedrijven bijna 0,8 miljoen meer is ontvangen dan geraamd. Reserves In onderstaand tabel is een overzicht gegeven van de ontwikkelingen van de reserves na de bestemming van het voordelig resultaat 2014 van 1,6 miljoen naar de bestemmingsreserves voor tariefegalisatie waarvan 0,6 miljoen voor Watersysteemheffing en 1,0 miljoen voor Zuiveringsheffing. (bedragen x 1.000) Algemene reserves Bestemmings-reserves voor tarief-egalisatie Overige bestemmingsreserves Totaal Saldo per 31 december 2013 1.394 8.425 750 10.569 Indexering 39 39 Voorstel te bestemmen 1.641 1.641 resultaat 2014 Saldo per 31 december 2014 1.433 10.066 750 12.249 (bedragen x 1.000) Algemene reserves Bestemmingsreserves voor tariefegalisatie Watersysteemheffing 988 7.230 Zuiveringsheffing 445 2.836 Saldo per 31 december 2014 1.433 10.066 De bestemmingsreserves voor tariefegalisatie worden gebruikt voor de egalisatie van tarieven per onderscheiden taken. In de begroting 2014 is uitgegaan van een onttrekking aan de bestemmingsreserves voor tariefegalisatie van 1,0 miljoen. Het jaarrekeningresultaat is 1,6 miljoen positief. Het Dagelijks Bestuur stelt voor 1,6 miljoen te bestemmen en toe te voegen aan de bestemmingsreserves voor tariefegalisatie waarvan 0,6 miljoen voor Watersysteemheffing en 1,0 miljoen voor Zuiveringsheffing. De solvabiliteitsratio is verbeterd door het rekeningresultaat 2014. Hierdoor scoort Reest en Wieden boven het landelijk percentage 2012 van 10% (verhouding tussen het eigen vermogen en vreemd vermogen). Pagina 7 van 73

4. JAARVERSLAG 4.1 INLEIDING In het jaarverslag staan in navolging van de programmabegroting de drie W s centraal: Wat hebben wij bereikt? Gelet op de doelstellingen in termen van effecten voor 2014. Wat hebben wij gedaan? Maatregelen en ontwikkelingen. Wat heeft het gekost? Realisatie netto kosten in relatie tot de begroting. Dit wordt gedaan aan de hand van de vier programma s Veiligheid, Watersysteem, Waterketen en Maatschappij en organisatie. Per programma worden de doelstellingen en de realisatie vermeld. De kwalificatie vindt plaats door middel van kleuren. De betekenis van de kleuren is als volgt: Het doel 2014 is gerealiseerd. Het doel 2014 is niet gerealiseerd.* * Indien het bestuur besloten heeft om het doel bij te stellen, is het besluit vervolgens het nieuwe doel geworden en is ten opzichte van dit (nieuwe) doel gerapporteerd. De totale gerealiseerde kosten over 2014 in relatie tot de begrote kosten 2014 per programma zien er als volgt uit: (bedragen x 1.000) Realisatie 2014 Begroting 2014 Afwijking Veiligheid 2.198 2.319 121 Watersysteem 14.723 15.822 1.099 Waterketen 14.017 14.472 455 Maatschappij en organisatie 13.423 14.016 593 Netto kosten 44.361 46.629 2.268 Reserves, per saldo 1.641-1.027-2.668 Omslag 46.002 45.602 400 Verder wordt er in de paragrafen verantwoording afgelegd op specifieke onderdelen. Pagina 8 van 73

4.2 PROGRAMMAVERANTWOORDING 4.2.1 Programma Veiligheid Een veilig gevoel Het is belangrijk dat de inwoners in het beheergebied van Reest en Wieden zich veilig voelen, beschermd tegen overstroming en wateroverlast, ook bij extreme weersomstandigheden. Onze taak Het waterschap heeft de zorg voor veiligheid tegen overstroming voor mens, dier en goederen (door dijken) en het voorkomen van natte voeten (door kaden). Zonder deze dijken en kaden zouden delen van het gebied onder water komen te staan. Om dat te voorkomen zorgt Reest en Wieden voor aanleg en onderhoud van dijken en waterkeringen en daarmee voor veiligheid tegen water. Reest en Wieden neemt ook maatregelen om de invloed van wateroverlast of watertekort te beperken, de zogenaamde WB21-maatregelen. Deze maatregelen worden geïntegreerd met andere maatregelen in het Water-op-maatprogramma en worden beschreven in het programma watersysteem. Geen garantie? Het waterschap treft alle veiligheidsmaatregelen die wettelijk voorgeschreven zijn. Maar een veiligheid van 100% kan niet geboden worden. Daarvoor is de natuur te onvoorspelbaar. Wat het waterschap wel kan doen is duidelijk maken welke maatregelen genomen worden om in onvoorziene omstandigheden de overlast zoveel mogelijk te beperken en hoe dat georganiseerd wordt. Bijzondere omstandigheden vereisen een adequaat handelen van het waterschap om mogelijke schade te beperken. Hiervoor wordt een calamiteitenzorgsysteem gehanteerd. Het doel hiervan is, binnen de grenzen van het voorzienbare, regelingen te treffen en informatie te verstrekken over het optreden van het waterschap bij calamiteiten, zoals hoog water, droogte, verontreiniging van water en problemen bij het zuiveren van afvalwater. Pagina 9 van 73

4.2.1.1 Doelstellingen en realisatie Nr Doelstelling Doel 2014 Realisatie 2014 Bestuurlijke relevante ontwikkelingen 2014 1.1 De waterkeringen voldoen aan de normen. Hiervoor voeren we 100% van de wettelijke maatregelen m.b.t. waterkeringen uit. a.de primaire waterkeringen voldoen permanent aan de geldende normen. b. De regionale waterkeringen voldoen in 2015 aan de normen die door de provincies Drenthe en Overijssel zijn vastgesteld. c. De overige waterkeringen voldoen in 2015 aan de normen die het waterschap heeft vastgelegd in de legger voor overige waterkeringen 1.2 Voldoen aan Europese Richtlijn Overstromingsrisico s a. In 2015 Risicobeoordelingen, overstromingsgevaarkaarten en overstromingsrisicobeheerplannen gereed Jaarlijks worden alle primaire en regionale waterkeringen en 1/3 van de overige keringen geschouwd Legger overige waterkering is gereed Bijdrage leveren aan de actualisatie van de ORBP De schouw van alle keringen is positief verlopen, waar bij weinig gebreken zijn geconstateerd. De keringen waarvoor wij zelf verantwoordelijk zijn, zijn gerepareerd. Keersluis de Whaa Met het voorbereidingsplan zijn we subsidieprocedure gestart met het nhwbp. De review gesprekken hebben plaatsgevonden en binnenkort zal een toetsgesprek met projectbureau HWBP plaatsvinden. Daarna zal de beschikking (10% eigen bijdrage) worden aangevraagd. De laatste werkzaamheden zijn uitgevoerd. Alle regionale waterkeringen zijn nu op orde. De juiste trajecten overige waterkeringen in de provincie Drenthe zijn bepaald op basis van objectieve criteria. Dit leidt tot de aanwijzing van ca. 120 km extra overige kering. Tevens is er een methodiek ontwikkeld voor normering van de overige waterkeringen. Deze worden in 2015 toegepast op alle overige waterkeringen en aangeboden aan het DB. Het Overstromingsrisicobeheerplan (ORBP) ligt ter inzage( tezamen met het stroomgebiedsbeheerplan van de Rijn). 1.3 Voorbereid op calamiteiten a. Het calamiteitenzorgsysteem is actueel. Een gezamenlijk oefening met de partners in Rijn Oost 1.4 De muskusrattenpopulatie is onder controle De vangsten bedragen gemiddeld minder dan 0,35 muskusrat per kilometer waterloop. Onze medewerkers hebben zo samen met collega s van Groot Salland, Rijn en IJssel, Rivierenland, Vallei en Veluwe en Stichtse Rijnlanden dezelfde training doorlopen en konden onderling van elkaar leren. De vangsten per kilometer waterloop in 2014 bedroeg 0,30. De huidige werkwijze (intensiteit) geeft een goed resultaat. rond ons beheergebied. Pagina 10 van 73

4.2.1.2 Maatregelen en ontwikkelingen Hieronder volgt de rapportage op de maatregelen en ontwikkelingen zoals vermeld in de begroting 2014. Toetsen van primaire waterkeringen Het Rijk is verantwoordelijk voor de nieuwe normering. Aan de provincies is gevraagd om de normering samen met de partners waterschappen, gemeenten en veiligheidsregio s voor te bereiden. Het proces heeft nog niet tot resultaten geleid. Europese Richtlijn Overstromingsrisico s In november 2007 is de Europese Richtlijn Overstromingsrisico s (ROR) in werking getreden, die de EUlidstaten verplicht tot afstemming op nationaal en grensoverschrijdend beheer van overstromingsrisico s. In de Overstromingsrisicobeheerplannen (ORBP). In de ORBP-en worden bestaande doelen en maatregelen voor overstromingsrisicobeheer opgenomen. Bestaande bevoegdheden veranderen niet. De ontwerpversies van de ORBP-en vormen onderdeel van het ontwerp Nationaal Waterplan en liggen momenteel ter inzage. Tot eind juni 2015 bestaat de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Calamiteitenzorgsysteem Dit jaar is aangesloten bij de oefeningen die door de Veiligheidsregio Drenthe zijn georganiseerd. De drie Informatiecoördinatoren hebben eind 2014 een training gevolgd van één dag. Die training is opgezet door het Platform Crisisbeheersing Waterschappen Midden Nederland. Onze medewerkers konden zo samen met collega s van Groot Salland, Rijn en IJssel, Rivierenland, Vallei en Veluwe en Stichtse Rijnlanden dezelfde training doorlopen en onderling van elkaar leren. In 2015 krijgt dat een vervolg. Muskusrattenbestrijding De huidige werkwijze (intensiteit) geeft een goed resultaat. Het is van belang deze werkwijze voort te zetten gezien de populatie in de gebieden gelegen rond ons beheergebied. 4.2.1.3 Realisatie netto kosten in relatie tot de begroting De analyses zijn toegespitst op de afwijkingen tussen de realisatie 2014 en de begroting 2014. (bedragen x 1.000) Realisatie Begroting Verschil 2014 2014 Lasten 2.417 2.429 12 Baten -219-110 109 Netto kosten 2.198 2.319 121 Toelichting op afwijkingen realisatie netto kosten 2014 in relatie tot de begroting 2014 Het voordeel op dit programma bedraagt 121.000 en wordt grotendeels verklaard door de navolgende factoren. Het voordeel is vooral gerealiseerd door hogere bijdragen van andere waterschappen in de centrale coördinatie van de muskusrattenbestrijding onder andere het gevolg van de door ons ontwikkelde mobiele applicatie. Hiernaast zijn de toegerekende personeelslasten voor de muskusrattenbestrijding lager uitgevallen dan de raming. In het jaarplan zijn wij uitgegaan van 16.725 velduren terwijl in werkelijkheid 15.936 uren zijn gerealiseerd. De vangsten en uren voor de muskusrattenbestrijding waren in orde waardoor ook minder personeel van derden is ingehuurd. Enige grote nadeel op dit programma betreft de bijdrage aan Groot Salland voor de exploitatie van de balgstuw Ramspol. De balgstuw zou miv 2014 overgedragen worden aan Rijkswaterstaat maar de overdracht heeft in de loop van 2014 plaatsgevonden waardoor nog kosten zijn gemaakt voor de exploitatie en investeringen waarvoor wij moesten bijdragen. Deze bijdrage was niet geraamd. Pagina 11 van 73

4.2.2 Programma Watersysteem Florerende landbouw Schitterende landschappen Heerlijk wonen Reest en Wieden is dè regionale watersysteembeheerder in onze regio. Dat betekent dat het waterschap verantwoordelijk is voor het integrale beheer van grond- en oppervlaktewater, zowel naar hoeveelheid als naar kwaliteit (fysisch, chemisch en ecologisch). In het Waterbeheerplan (WBP) staat als taak van het waterschap beschreven: Het watersysteem duurzaam inrichten, beheren en onderhouden, zodanig dat veiligheid en functies zo optimaal mogelijk worden gewaarborgd. Vanuit deze taak wordt gewerkt aan een waterschap met een florerende landbouw en schitterende landschappen, waar het heerlijk wonen is. Dat gebeurt door ervoor te zorgen dat het dagelijks waterbeheer op orde is, het oppervlaktewater schoon is en het watersysteem duurzaam is ingericht. Dagelijks waterbeheer Bij normale weersomstandigheden, het grootste deel van het jaar dus, streeft het waterschap naar een optimale aanwezigheid van oppervlaktewater en grondwater van geschikte kwaliteit voor mens en natuur. De ambitie is daarbij zo weinig mogelijk te sturen maar het watersysteem (dat zijn de watergangen en de kunstwerken) zo in te richten dat de juiste waterpeilen als het ware als vanzelf in stand blijven. Het waterbeheer is afgestemd op de verschillende functies van gebieden (zoals landbouw, stedelijke bebouwing, natuur). De zorg voor de kwantiteit houdt in dat het water in sloten, grachten, meren en kanalen op het juiste peil is. Dit wordt gedaan met behulp van stuwen, waterinlaten en gemalen en de inrichting (vorm, diepte etc.) van beken, sloten en kanalen. Inrichting en beheer van deze werken zijn gericht op het realiseren van het GGOR (het Gewenste Gronden Oppervlaktewater- Regiem) en op het juiste moment afvoeren, vasthouden en bergen van water. Gehecht wordt aan goed beheer en onderhoud van de watergangen, taluds en kunstwerken in het beheergebied. Het waterschap Reest en Wieden voert het beheer over een aantal vaarwegen in Noordwest Overijssel, in totaal bijna 100 km. De meeste vaarwegen zijn van belang voor recreatie en de beroepsvaart. Om ervoor te zorgen dat deze vaarwegen (veilig) bevaarbaar blijven, worden beheersmaatregelen genomen. Schoon oppervlaktewater De waterkwaliteit hoeft niet overal aan dezelfde eisen te voldoen. In een natuurgebied worden andere eisen aan de waterkwaliteit gesteld dan in gebieden met een andere functie zoals landbouw of water in de stad. Het waterschap is verantwoordelijk voor de bewaking van de waterkwaliteit en het voorkomen en beperken van waterverontreiniging. Dit wordt bereikt door voorlichting en communicatie, door het stellen van eisen aan lozingen op het oppervlaktewater, door het houden van toezicht hierop. Het belangrijkste uitgangspunt is het voorkomen van verontreiniging door een brongerichte aanpak. Duurzaam Er wordt voor gezorgd dat het watersysteem tijdig op orde is, ook voor de toekomst. Dat wil zeggen dat het systeem duurzaam is ingericht, voldoet aan de landelijke normen ten aanzien van het voorkomen van waterlast, bijdraagt aan het bereiken van de grond- en oppervlaktewaterpeilen in relatie tot de functies van die wateren en gebieden conform het GGOR. Daarbij houden wordt rekening gehouden met de ecologische eisen en wordt verdroging tegengegaan. Pagina 12 van 73

4.2.2.1 Doelstellingen en realisatie Nr. Doelstelling Doel 2014 Realisatie 2014 2.1 We zijn een betrouwbare partner in gebiedsgerichte projecten. 2.2 Het watersysteem voldoet aan de WB-21 normering a. Het watersysteem moet uiterlijk in 2027 voldoen aan de normen voor wateroverlast die zijn overeengekomen in het Nationaal Bestuursakkoord Water of in een Waterbesluit van Reest en Wieden. b. In 2027 is de wateropgave gerealiseerd. Dat betekent dat binnen Reest en Wieden op de juiste plaatsen voldoende waterbergings-gebieden en andere plaatsen zijn waar overtollig water tijdelijk kan worden geparkeerd. Daarmee voldoen wij aan de WB21 normering. Goede samenwerking met derden (overheden, TBO's, ingelanden etc.) in de realisatie van WOM-projecten Eind 2014 is 13,4 miljoen m 3 wateropvang in uitvoering of gerealiseerd. Bestuurlijk relevante ontwikkelingen 2014 Watertoets binnen termijn uitvoeren Over 2014 is 95% van de watertoetsen uit het hele gebied binnen de termijn afgehandeld. Twee maal per jaar overleg met gemeenten (ook WBP-actie) Alle overleggen met de gemeenten hebben plaatsgevonden zoals gepland. Gerealiseerd in 2014: Watersysteemherstel Dwingelderveld module 1, Waterberging met natuur Wetering Oost en West, Beekherstel Vledder Aa. Gepland 2014, feitelijk gereed eerste kwartaal 2015: SGP Verbetering GGOR Landbouw polder Scheerwolde, Veenweidepolders verbetering wateraanvoer, (Baarlingernoorderpolder), WS Herstel Oude Diep : Goudplevier Koolveen, Beekherstel Reestdal 2.3 Waterlichamen voldoen aan de KRW-eisen a. Alle waterlichamen binnen ons beheergebied voldoen in 2027 aan de KRW-eisen Eind 2014 is in uitvoering of gerealiseerd: 7,1 km natuurvriendelijke oever 4,5 km hermeandering 9 vispassages Herrmeandering Gerealiseerd in 2014: Beekherstel Vledder Aa (fase 1) Stuwen vispasseerbaar gemaakt Gerealiseerd in 2014: Beekherstel Vledder Aa, Vispassage Stroink. In uitvoering: twee vispassages Wapserveense Aa. 2.4 Realiseren van GGOR a. In 2027 is in ons gehele gebied GGOR gerealiseerd. Eind 2014 is in uitvoering of gerealiseerd: 35.874 ha GGOR Deze indicator is destijds opgesteld met de gedachte dat we in een tijdsbestek van ca. 30 jaar het hele gebied zouden bestrijken met inrichtingsprojecten. Dit lijkt met de huidige inzichten niet nodig. Er zijn gebieden die gewoon al voldoen aan de GGOR en waar geen aanvullende inrichtingsmaatregelen nodig zijn. Gerealiseerd in 2014: Watersysteemherstel Dwingelderveld module 1, Waterberging met natuur Wetering Oost en West, Beekherstel Vledder Aa. Gepland 2014, feitelijk gereed in eerste kwartaal 2015: Pagina 13 van 73

Nr. Doelstelling Doel 2014 Realisatie 2014 Bestuurlijk relevante ontwikkelingen 2014 b. De waterpeilen in het waterschap bewegen zich tenminste gedurende 90 % van het jaar tussen de vastgestelde peilen zoals opgenomen in waterbesluiten en de OPK. c. In 2015 zijn voor de binnen het beheergebied liggende Natura 2000 gebieden wat betreft de hydrologie de instandhoudings-doelstellingen gerealiseerd. Cf. doelstelling Eind 2014 is de GGOR in 3 Natura2000 gebieden in uitvoering of gerealiseerd SGP Verbetering GGOR Landbouw polder Scheerwolde, Veenweidepolders verbetering wateraanvoer, (Baarlingernoorderpolder), WS Herstel Oude Diep : Goudplevier Koolveen, Beekherstel Reestdal. In mei is er relatief veel neerslag gevallen. De analyse en conclusie hoe het watersysteem heeft gefunctioneerd is in september aan het AB aangeboden. Gerealiseerd in 2014: Watersysteemherstel Dwingelderveld module 1, Beekherstel Vledder Aa. Zie verder de separate rapportage Jaarverslag WOM 2014. d. In 2015 zijn in de TOP-gebieden de maatregelen uitgevoerd die nodig zijn om de GGOR die in deze gebieden is vastgesteld (2010) te realiseren. Eind 2014 is de GGOR in 3 TOP-gebieden in uitvoering of gerealiseerd Gerealiseerd in 2014: Watersysteemherstel Dwingelderveld module 1, Beekherstel Vledder Aa. 2.5 Infrastructuur blijft op orde a. Onderhoud wordt planmatig en efficiënt uitgevoerd. In 2014 zjin de volgende OPBNI-modules gereed: Maaien, Baggeren, HUP, Vangplan, Beplantingen, Vaarwegen, Kleine kunstwerken, Installaties, Waterkering, Bruggen, Materieel, Oevers 2.6 Vervuilde waterbodems zijn gesaneerd. a. In 2027 zijn alle bekende locaties met een vervuilde waterbodem gesaneerd. 2.7 De vaarwegen die wij beheren blijven bevaarbaar. a. In 2015 voldoen de vaarwegen aan de eisen zoals die in de legger zijn opgenomen. In 2014 wordt één saneringsproject uitgevoerd, o.b.v. de actualisatie van het programma in 2013 Actiepunten uit het OPBNIplan vaarwegen zijn uitgevoerd. Gepland 2014, feitelijk gereed eerste kwartaal 2015: Beekherstel Reestdal Het gestelde doel t.a.v. het gereed zijn van OPNI-modules is vrijwel geheel gerealiseerd. Voor 2 modules geldt dat die nog niet gereed zijn. Obpni-module oevervoorzieningen Het plan omvat meer dan waar in eerste instantie vanuit is gegaan. Hierdoor moet meer worden onderzocht. Dit onderzoek is echter vertraagd a.g.v. de hoogwaterperiode en de werkzaamheden die hieruit zijn voortgevloeid (o.a. evaluatie en klachtenbehandeling). OBPNI-module bruggen De voortgang van deze module was gestagneerd in afwachting van de uitspraak van de rechter i.v.m. de Jonenbrug. De uitspraak heeft inmiddels plaatsgevonden. De afronding van de module is inmiddels gestart. Ten tijde van het opstellen van de begroting 2014 werd uitgegaan van ongewijzigd beleid t.a.v. het saneren van waterbodems. Op basis van de actualisatie van het waterbodemsaneringsprogramma is in november 2013 door het Algemeen Bestuur besloten dat de komende jaren geen zelfstandige waterbodemsaneringen meer uitgevoerd worden. Wel meeliften/meedoen als bij baggerwerk door RWS of de gemeente blijkt dat er toch een deel gesaneerd moet worden. Daarbij eens per drie jaar (2013-2016-2019) monitoren van (de veranderingen in) de waterbodemkwaliteit op de nu bekende locaties. Er zijn in 2014 inspecties naar de staat van de aanlegplaatsen gedaan. Vooralsnog is geen onderhoud nodig. Pagina 14 van 73

Nr. Doelstelling Doel 2014 Realisatie 2014 Bestuurlijk relevante ontwikkelingen 2014 2.8 Het is aantrekkelijk om in de nabijheid van water te wonen, recreëren en werken. a. Tot 2015 zijn de waterschapsdoelen uit de gemeenschappelijk opgestelde waterplannen voor tenminste 50% gerealiseerd 2.9 Evalueren van de toestand van ons watersysteem In 2014 zijn de belangrijkste afspraken uit de waterplannen geactualiseerd en geborgd In 2014 maken we een gezamenlijke waterysteemrapportage Rijn- Oost (scope nader te bepalen) Alle formele reacties van gemeenten en provincies in het kader van de uitwerkingsnotitie stedelijk water zijn verwerkt. Definitieve beleidsnotitie is in Rijn Oost verband besproken met bestuurders en is in februari 2015 in het AB behandeld. Het opstellen van de watersysteemrapportage Rijn-Oost is gestart, de rapportage is in gepland in juni 2015. Pagina 15 van 73

4.2.2.2 Maatregelen en ontwikkelingen Hieronder volgt de rapportage op de maatregelen en ontwikkelingen zoals vermeld in de begroting 2014. WBP In 2014 is gewerkt aan het nieuwe WBP 2016 2021. Het WBP vormt het kader voor de planning en uitvoering van projecten voor de komende jaren. Het ontwerp WBP is vastgesteld door het Algemeen Bestuur en heeft vanaf 6 januari 2015 tot en met 16 februari 2015 ter inzage gelegen. In het voorjaar van 2015 worden de inspraakreacties verwerkt en in het najaar van 2015 wordt het definitieve WBP voorgelegd aan het AB ter vaststelling. Herijking WB21-wateropgave Nieuwe inzichten en een geactualiseerde knelpuntenkaart vragen om een nieuwe aanpak van de WB21- wateropgave (ha s). In 2014 is gewerkt aan een nieuwe WB21 strategie met als belangrijkste kenmerken : Doelmatig, Integraal, Maatwerk. Doelmatigheid blijft voorop staan waarbij we koppelkansen uit GGOR, KRW en nu ook ZON-opgaven benutten en integraal uitwerken. Dit vraagt wederom om maatwerk en een knelpuntgerichte, locatiespecifieke aanpak en sluit naadloos aan bij de huidige aanpak van Water-Op-Maat. We zijn met partners blijvend in gesprek om te onderzoeken welke concrete mogelijkheden er zijn om onze gezamenlijke doelen te realiseren en de robuustheid van het watersysteem te vergroten. Dit doen we tegen maatschappelijk acceptabele kosten, we creëren draagvlak en hanteren dezelfde toetsingscriteria voor alle knelpuntlocaties. Bij het opstellen van maatregelen hanteren we de trits: vasthouden, bergen, afvoeren. Deze strategie is ook als zodanig opgenomen in het Waterbeheerplan 2016-2021. Kaderrichtlijn Water In AB vergadering van maart 2014 is de KRW opgave vastgesteld en in augustus 2014 zijn de bijbehorende KRW factsheets formeel vastgesteld. De KRW factsheets zijn een technisch inhoudelijke uitwerking van de KRW opgave en zijn opgenomen in het nieuwe Waterbeheerplan (WBP). Na de inspraakperiode die eind 2015 is voorzien, worden ze daarmee definitief. GGOR De aanpassing van de GGOR-situatie is een proces dat de waterschappen, samen met de partners, in de afgelopen jaren voor verschillende gebieden hebben doorlopen. In de planperiode van het nieuwe WBP bekijken we hoe we effectiever dan nu een GGOR-situatie kunnen bepalen en voor welke gebieden dat de komende jaren nog nodig is. In de uitwerking van het GGOR-proces zijn verschillen tussen de provincies en de waterschappen in Rijn- Oost ontstaan. We gaan dit proces daarom harmoniseren, samen met de provincies en waar nodig met partnerorganisaties. De resultaten hiervan zal als proces- en ontwerpkader zeker terug gaan komen in de herinrichtings- en verbeterprojecten. Realisatiestrategie Platteland, Drenthe en Samen werkt beter, Overijssel De provincies Drenthe en Overijssel staan samen met haar partners de komende jaren voor een grote opgave op het gebied van biodiversiteit, een goed functionerende Natuur Netwerk Nederland (NNN, voorheen EHS), een veilig en schoon watersysteem (KRW), een robuuste en duurzame landbouw en kwalitatieve leefomgeving zo veel in synergie met elkaar te realiseren. Een actieve deelname in dit samenwerkingsverband zal ons op termijn draagvlak voor onze maatregelen en medefinanciering opleveren. Het maatregelenpakket met daarin de opgave voor de komende 6 jaren (PAS periode 1) is voor beide provincies in 2014 vastgelegd. Het geheel komt grotendeels overeen met de projecten en maatregelen die reeds benoemd zijn in ons huidige Water Op Maat programma en het KRW maatregelenpakket. In Drenthe is gewerkt aan een raamovereenkomst dat procesafspraken beschrijft om de komende zes jaar de opgaven in te vullen. Ook in Overijssel is een dergelijke overeenkomst getekend. Waterkwaliteit: chemie en ecologie In november 2012 heeft de Europese Commissie de Blueprint Water gepubliceerd. Deze richt zich op de verbetering van de uitvoering van waterbeleid, het integreren van de KRW met richtlijnen op andere beleidsterreinen, en op klimaatverandering. In de rapportage die het waterschap maakt in het kader van de Kaderrichtlijn Water worden de voorgestelde verbeteringen verwerkt in de zogenaamde factsheets (een beschrijving van de waterlichamen met hun toestand, doelen en voorgenomen maatregelen). Bij alle projecten die het waterschap uitvoert worden doelen zo veel mogelijk gecombineerd: waterkwaliteit, natuuropgaven (N2000 en overig EHS) en aanpassen aan klimaateffecten (wateroverlast en droogte). Pagina 16 van 73

Water-op-Maat-projecten In de eindejaarsrapportage van 2013 is gemeld dat we de ambitieuze tussendoelen voor WB21, GGOR en KRW in 2015 niet gaan halen, maar wel enkele jaren later. Voor het thema GGOR is te zien dat we m.b.t. maatregelen in Nature2000 en TOP-gebieden goed op schema liggen. Op het aspect in te richten hectares GGOR, liggen we achter. Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat realisatie in de praktijk dikwijls weerbarstiger is dan vooraf voorzien. Anderzijds lijkt het aangenomen oppervlak in te richten hectares GGOR aan de ruime kant. Deze indicator is destijds opgesteld met de gedachte dat we in een tijdsbestek van ca. 30 jaar het hele gebied zouden bestrijken met inrichtingsprojecten. Dit lijkt met de huidige inzichten niet nodig. Er zijn gebieden die gewoon al voldoen aan de GGOR en geen aanvullende inrichtingsmaatregelen nodig zijn. Het is een punt van nadere uitwerking in de nieuwe WBP periode 2016 2021, waarbij er met name een focus ligt op structureel te droge en te natte gebieden. Voor het thema WB21 halen we ook niet de doelen zoals oorspronkelijk gepland in 2015. In 2016 staan nog een aantal WOM projecten in de planning om uitgevoerd en opgeleverd te worden. En daarmee worden de prestaties behaald, maar dus met vertraging van ongeveer een jaar. Voor het thema KRW liggen wij ruim op schema wat betreft de realisatie van het aantal vispassages. Iets minder voortvarend gaat het met de realisatie van het aantal kilometers natuurvriendelijke oevers. In 2016 staat de uitvoering van 6 km natuurvriendelijke oeverinrichting in de planning en daarmee gaan wij de prestaties op dit punt ook een jaar later behalen. Aandachtspunt is de realisatie van het aantal kilometers hermeandering. Door het wegvallen van (delen) van natuurinrichtingsprojecten (herijking EHS) zal de doelstelling om 7 km te hermeanderen de komende tijd blijven hangen op 5,26 km. Strategische grondverwerving Gronden buiten een landinrichting of EHS begrenzing, vallen binnen de categorie Grondverwerving in eigen beheer. Binnen deze categorie is het waterschap zelf verantwoordelijk voor de verwerving van gronden. Het zijn gronden die nodig zijn voor de natte infrastructuur. De verwervingsopdracht bedroeg hierbij 24 hectare, waarvan tot nu toe ruim 12 hectare verworven is. Het gros van deze 12 hectare is inmiddels ook ingezet en of doorgeleverd aan een natuurbeherende instantie als noodzakelijk onderdeel van de voorbereiding, uitvoering en voortgang van de WOM projecten. Het betreft hier o.a. gronden ten behoeve voor de waterberging Panjerd-Veeningen, het Reestdal bij Meppel en als ruil- en compensatiegrond in het gebied van het Oude Diep bij Echten. Aankoop van deze gronden heeft de voortgang van deze projecten versneld. Het Reestdal bij Meppel is inmiddels uitgevoerd. Het waterschap heeft uit vroegere projecten nog ruim 10 hectare in bezit die ook nog steeds ingezet kunnen worden voor ruilgrond of compensatie doeleinden. Op basis van onze praktijkervaring tot dusver lijkt het uitgangspunt in het WBP, dat een strategische grondvoorraad van 0,1% (140 ha) van het beheergebied wenselijk is, aan de hoge kant en ook niet noodzakelijk. Doelmatig beheer Baggeren Het baggerseizoen is zeer voorspoedig verlopen, het aantal te baggeren kilometers is gehaald. Een deel van de watergangen in het rvk-gebied Zuidwolde-Noord stond gepland voor 2015 maar is in het kader van werk maken met werk naar voren gehaald in de planning. Een deel van het gebied Elp is nog niet uitgevoerd. De afspraken met de ingelanden zijn niet tijdig rond gekomen om voor het einde van het seizoen nog te kunnen baggeren. Hiervan zijn de ingelanden op de hoogte gesteld en wordt het gebied in het volgende seizoen gebaggerd. Het baggeren Noordwest-Overijssel is afgerond. Er is over de gehele linie meer baggerspecie verwerkt, dan vooraf was ingemeten. In de praktijk bleek op diverse locaties de baggerdikte toch groter te zijn.. Vaarwegbeheer Vanaf 2014 levert de provincie Overijssel geen financiële bijdrage meer aan het vaarwegbeheer in Noordwest-Overijssel. De recreatieondernemers in de kop van Overijssel spreken (onder andere) het waterschap aan op de massale plantengroei in de vaarwegen die het varen bemoeilijkt. De mogelijkheden voor het verwijderen van planten worden met name beperkt door natuurwetgeving (Natura 2000). In 2013 is een werkgroep gestart waarin belanghebbenden bij het vaarwegbeheer in Noordwest-Overijssel vertegenwoordigd zijn, zich bezighouden met deze problematiek. De werkgroep heeft eind 2014 haar werkzaamheden afgerond en begin 2015 het rapport Waterplanten in recreatiegebied aangeboden aan de Vereniging Top Kop (recreatieondernemers in de kop van Overijssel). Tevens heeft de werkgroep een verkenning uitgevoerd om de mogelijkheid van maaien te onderzoeken in een pilot op de Oostelijke Belterwijde. Binnenkort vindt Bestuurlijk Overleg plaats met de betrokkenen. Pagina 17 van 73

Monitoren en evalueren Het verder verbeteren van de kwaliteit van de monitoring en verminderen van de kwetsbaarheid, door samenwerking in Rijn-Oost (MonRO) is een succes. Er is energiek samengewerkt en echt van elkaar geleerd. Centraal staat de zgn. monitoringscyclus: wat wil ik weten, wat moet ik dan meten? Taakoverdrachten Overdracht stedelijk water richt zich op de overdracht van wateren van de gemeenten Midden-Drenthe, Hoogeveen, Meppel en Steenwijkerland. De eerste veldinventarisatie met gemeente Midden-Drenthe is opgestart. Naar aanleiding van die inventarisatie worden de afspraken over de overdracht verder ingevuld. Voor overdracht peilbeheer Drentse Kanalen wordt op bestuurlijk niveau tussen provincie en waterschap het overleg voortgezet. Het overleg ten aanzien van de overdracht van Zedemuden wordt opgepakt. Balgstuw Ramspol is door Waterschap Groot Salland, eigenaar en beheerder, per 1 juli 2014 overgedragen aan het Rijk. Klimaatverandering en waterbeheer Deltaprogramma Op Prinsjesdag 2014 is het Deltaprogramma 2015 verschenen. In die editie adviseert de deltacommissaris aan het kabinet om 5 deltabeslissingen te nemen: deltabeslissing Waterveiligheid, deltabeslissing Zoetwaterstrategie, deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie, deltabeslissing IJsselmeergebied en deltabeslissing Rijn-Maasdelta. De financiering van Zoetwatermaatregelen (Deltafonds) is toegekend. Er gewerkt aan een regionaal werkprogramma dat ingediend gaat worden bij het Rijk voor co-financiering uit het Deltafonds. Het regionaal werkprogramma zal vanaf 2016 in werking treden. De Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (ZON)-strategie is inmiddels verwerkt in het nieuwe WBP. Landbouwemissies (deltaprogramma agrarisch waterbeheer LTO) LTO heeft een projectvoorstel gemaakt voor de aanpak van het DAW in Overijssel en Drenthe. LTO Noord heeft hiertoe naast waterschap Reest en Wieden ook contact gehad met waterschap Vechtstromen en Groot Salland. Middels een projectmatige invulling wil LTO wil de doelen van het DAW bereiken in samenwerking met de waterschappen en provincies. Voor wat betreft de financiering van de projecten wordt aangesloten bij de mogelijkheden van POP-financiering. LTO Noord is bezig met het opzetten van de organisatiestructuur. Onze geformuleerde doelen zijn nog niet in zicht, we zijn daarvoor afhankelijk van de aanpak van LTO. Quickscan droogte De analyse van ons wateraanvoersysteem in relatie tot het van water te voorziene gebied is nog niet afgerond. Door prioritering ( oa. hoogwatersituatie mei jl.) en de complexiteit van de analyse kon niet voldoende tijd vrijgemaakt worden voor de analyse. Verwachting is dat het project in juni 2015 wordt opgeleverd. Bodemdaling De waterschappen Groot Salland, Reest en Wieden en Vechtstromen stellen samen met de provincies Drenthe en Overijssel een langetermijnvisie op, over hoe ze willen omgaan met bodemdaling en veenoxidatie. Hierin brengen zij de problematiek rond maaivelddaling en mogelijke maatregelen in beeld. Omgevingswet In de Omgevingswet moet o.a. de wet en regelgeving toegankelijker worden. Door integratie van de regels voor ruimtelijke ordening, natuur, water en milieu wordt een integrale en gebiedsgerichte aanpak van de leefomgeving beter ondersteund met als gevolg een effectieve en efficiënte verbetering van de leefomgevingskwaliteit. In 2014 is deze raamwet aangenomen en middels diverse AMvB s zal deze wet geleidelijk worden ingevoerd. Verwacht wordt dat de invoering in 2018 zal zijn afgerond. Voor de uitvoering van de VTH-taken zal dit gevolgen hebben omdat het uitgangspunt is dat voor een activiteit in de leefomgeving bij het bevoegde gezag (gemeente), één aanvraag wordt ingediend en dat vervolgens één vergunning wordt verleend. Van belang is dat de waterbeheerders voldoende mogelijkheden houden om hun taken, zoals direct handhavend op kunnen treden, efficiënt uit kunnen voeren. Belangrijke aandachtspunten zijn: bij verantwoordelijkheden horen ook bevoegdheden; enkelvoudige gevallen is het waterschap bevoegd gezag; aparte vergunning waterbeheerder bij samenloopsituaties. Ook de Keur van het waterschap zal worden aangepast en moeten worden gewijzigd in een nieuwe Waterverordening. RUD/kennispunt Water Pagina 18 van 73

Evaluatie in Drenthe heeft plaatsgevonden. Inhoudelijk is de samenwerking goed, maar deze verloopt anders dan de afspraken die zijn gemaakt in de dienstverleningsovereenkomst. Hierover vindt begin 2015 bestuurlijk overleg plaats tussen RUD Drenthe en de Drentse waterschappen. In Overijssel verloopt de samenwerking via Kennispunt Water. Er heeft vooralsnog nog geen evaluatie hiervan plaatsgevonden. Schouw In 2013 is het nieuwe schouwbeleid van waterschap Reest en Wieden vastgesteld. Het criterium belanghebbende is niet meer van toepassing. Nu geldt alleen nog het aanvoercriterium en het afvoer criterium van de desbetreffende sloten. Bij 1634 percelen is een schouwgebrek geconstateerd. Dit zijn ten opzichte van voorgaand jaar 1041 minder percelen. De eigenaren van 171 percelen hebben een bestuursdwangaanschrijving ontvangen. Dit betreft 60% minder dan voorgaand jaar. De vastgestelde hersteltermijn was ten tijde van het opstellen jaarverslag nog niet verstreken. Na verwachting zal het aantal sloten dat op kosten van onderhoudsplichtige door het waterschap zal worden opgeschoond minimaal zijn. 4.2.2.3 Realisatie netto kosten in relatie tot de begroting De analyses zijn toegespitst op de afwijkingen tussen de realisatie 2014 en de begroting 2014. (bedragen x 1.000) Realisatie Begroting Verschil 2014 2014 Lasten 15.085 16.065 980 Baten -362-243 119 Netto kosten 14.723 15.822 1.099 Toelichting op afwijkingen realisatie netto kosten 2014 in relatie tot de begroting 2014 Het voordeel op dit programma bedraagt 1,1 miljoen en wordt grotendeels verklaard door de navolgende factoren. De kapitaallasten zijn ruim 0,8 miljoen voordelig omdat de afschrijving van verschillende investeringen pas in 2015 of daarna gaat lopen en daarmee afwijkt ten opzichte van de begroting. De grootste afwijkingen betreffen de investeringen mbt de waterbodemsanering (niet geraamde subsidie ontvangen en activering pas na 2014), wom-projecten Reestdal en Oude diep (bestekken en aanbesteding zijn geweest echter uitvoering vindt plaats in 2014 en daarna) en baggerwerken (in gebruik name voorzien in 2014). Ook zijn diverse voorgenomen investeringen vervallen zoals o.a. deelname in investeringsprojecten van gemeenten en knelpunten in stedelijk waterbeheer. Doordat de uitvoering van het onderhoud aan bruggen is gestagneerd in afwachting van de uitspraak van de rechter over het onderhoud aan de Jonenbrug zijn de geraamde uitgaven ten aanzien van het onderhoud aan watergangen niet volledig aangewend. De toegerekende personeelslasten voor de primaire producten Onderhoud aan watergangen en (niet) Peilregulerende kunstwerken zijn voordelig uitgevallen. Pagina 19 van 73

4.2.3 Programma Waterketen Schoon Water Doelmatig en Duurzaam Innovatief De waterketen De waterketen bestaat uit het geheel van drinkwatervoorzieningen, het inzamelen en transporteren van afvalwater en de zuivering van afvalwater. Drinkwaterbedrijven verzorgen de winning, productie en distributie van drinkwater. Bij het gebruik van water in huishoudens en bedrijven ontstaat afvalwater. De gemeenten zorgen via de rioolstelsels voor het inzamelen en het transport van afvalwater en regenwater. Het afvalwater en een deel van het regenwater wordt op de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI s) door de waterschappen gezuiverd. De riolering en de RWZI s vormen samen de afvalwaterketen. De kern van het programma Waterketen is het zorgdragen voor een doelmatige en duurzame verwerking van het aangeboden afvalwater. Zuivering van afvalwater Meer dan 99% van de woningen in het beheergebied is aangesloten op de riolering. Waar geen riolering aanwezig is, zijn samen met gemeenten kleinschalige zuiveringssystemen geplaatst (IBA s; Individuele Behandeling Afvalwater). Reest en Wieden beheert deze IBA s. Hiermee verzorgt Reest en Wieden de zuivering van al het huishoudelijk afvalwater in het beheergebied. Daarnaast zuiveren wij bedrijfsafvalwater. Waar dit voordelen oplevert voor het milieu en de doelmatigheid, willen het waterschap ook voor grote industriële lozingen de zuivering van het afvalwater blijven verzorgen. De zuiveringsinstallaties zijn één van de belangrijkste instrumenten voor het waterschap om de waterkwaliteit te beïnvloeden. De vereiste kwaliteit van het gezuiverde afvalwater wordt bepaald door enerzijds de grootte van de zuiveringsinstallatie en anderzijds door de eisen die het ontvangende watersysteem stelt. Doelmatigheid en duurzaamheid Het streven is met de RWZI s niet alleen aan de geldende eisen te voldoen, maar ook de afvalwaterketen qua doelmatigheid en duurzaamheid optimaal in te richten (Bestuursakkoord Water 2011). Hiermee levert de afvalwaterketen bovendien een positieve bijdrage aan het watersysteembeheer. Samen met het afvalwater komt ook regenwater in het riool en daarmee op de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Reest en Wieden vindt het ongewenst dat schoon regenwater via de riolering naar de zuivering wordt afgevoerd (extra kosten, meer verdroging). Daarom is het goed dit regenwater af te koppelen van het vuilwaterriool, indien dit doelmatig is. Met de gemeenten wordt overleg gepleegd over de afkoppeling van regenwater daar waar dat mogelijk en wenselijk is. Het zuiveren van afvalwater kost energie. De ambitie is de energieprestatie te verbeteren door enerzijds het energieverbruik van de zuiveringsinstallatie terug te dringen en anderzijds door zoveel mogelijk energie uit het zuiveringsslib terug te winnen. Het verwerken van slib vanaf de productie in de zuiveringsinstallatie tot en met de slibontwatering, beschouwt Reest en Wieden als een waterschapstaak. Voor het bereiken van een optimale doelmatigheid en milieuprestatie wordt uitgegaan van een ketenbenadering en worden maatregelen van het waterschap afgestemd met de partners in de keten. Deze keten betreft de waterketen (drinkwater, riolering, transport en afvalwaterzuivering) maar ook de slibketen (productie zuiveringsslib, slibverwerking waterschap en slibeindverwerking). Pagina 20 van 73

Innovatie Bij het maken van keuzes over de inrichting van de waterketen zijn, naast betrouwbaarheid en doelmatigheid, energieverbruik en duurzaamheid belangrijke criteria. Voor het verbeteren hiervan is innovatie noodzakelijk. Hiertoe worden nieuwe, duurzame technieken toegepast in de bestaande installaties, maar wordt ook onderzoek gedaan naar nieuwe sanitatieconcepten, de verwerking van gescheiden ingezamelde afvalwaterstromen (onder andere in centra met hoge bevolkingsdichtheid) en terugwinning van grondstoffen. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan het aan de bron verwijderen van geneesmiddelen bij zorginstellingen. Pagina 21 van 73

4.2.3.1 Doelstellingen en realisatie Nr Doelstellingen Doel 2014 Realisatie 2014 3.1 Zuiveringstechnische werken voldoen aan de eisen a. In 2018 voldoen de rwzi s aan de lozingseisen die volgen uit het Waterbesluit van 30 november 2009. b. De zuiveringstechnische installaties voldoen aan de afnameverplichtingen voor afvalwater die met gemeenten zijn afgesproken. c. Zuiveringstechnische installaties voldoen aan de eisen van op het gebied van milieu en arbeidsomstandigheden 3.2 Voldoen aan het Bestuursakkoord Water 2011 a. In de periode 2014 2018 wordt de doelmatigheid en de transparantie in de waterketen vergroot In 2014 is het gemiddelde zuiveringsrendement van stikstof en fosfaatverwijdering minimaal 80% Eind 2014 voldoen de zuiveringstechnische installaties voor 99% aan de afnameverplichtingen Installaties voldoen aan de arbo- en milieueisen Bestuurlijke relevante ontwikkelingen De verwijderingsrendementen van de zuiveringen waren onverminderd hoog. Stikstofverwijdering van 86,3% in 2013 naar 89,6% in 2014, fosfaatverwijdering van 92,4% naar 91,7%; verwijdering van CZV van 94,4% naar 94,7%. b. Vergroten doelmatigheid Slibvergisting en slibeindverwerking Samenwerking met gemeenten c. Vergroten duurzaamheid en Innovatie In 2014 wordt onderzoek naar doelmatige en duurzame slibvergisting en eindverwerking voortgezet. In 2014: samenwerkingsafspraken met inliggende gemeenten worden omgezet in concrete plannen en in uitvoering. Met name afstemmen investeringen en gezamenlijk afvalwaterketenplan. Onder voorbehoud van goedkeuring door STOWA werken we mee in een onderzoek naar medicijnrestenverwijdering met Het slibplatform Noord Nederland heeft diverse onderzoeken gestart naar een duurzamere en financieel aantrekkelijke verwerking van slib. Dit behelst o.a. de droging met behulp van restwarmte. Hiervoor worden proeven gedaan bij Noorderzijlvest en is er met succes een gezamenlijk project aangevraagd bij de Stowa voor onderzoek op grote schaal. Het onderzoek wordt in 2015 uitgevoerd. De commissie Peijs, die landelijk onderzoek gedaan heeft naar de voortgang van de doelmatigheidsbesparingen in de afvalwaterketen, heeft een positief oordeel gegeven over aanpak en voortgang in Fluvius (het samenwerkingsverband waaraan Reest en Wieden en gemeenten deelnemen) Het Stowa heeft geen goedkeuring gegeven, het onderzoek wordt niet uitgevoerd. Pagina 22 van 73

Nr Doelstellingen Doel 2014 Realisatie 2014 zwammen. In 2014 doen we onderzoek naar andere afzetmogelijkheden van struviet In 2014 zal worden gekeken naar een mogelijke andere afzet voor biogas zodat het milieu rendement hoger is en de kosten lager Bestuurlijke relevante ontwikkelingen Voor andere afzetmogelijkheden voor struviet is aanpassing van de regelgeving noodzakelijk. Door deelname in het landelijke project van de grondstoffen-energiefabriek wordt hieraan gewerkt. De business case Groen Gas is aan het bestuur voorgelegd. Hieruit is gebleken dat de huidige werkwijze (inzetten biogas voor warmte en elektriciteit) economisch de meest voordelige is. Alleen bij toename van de gasproductie, bijvoorbeeld door toepassing van thermische drukhydolyse (TDH), is omzetting naar groen gas voor transportmiddelen aantrekkelijk. Voor de toepassing van TDH in het proces van slibverwerking is een proef gestart. Hiervoor heeft het AB in 2013 een krediet verstrekt, in 2014 is voor de inzet van de TDH een SDE- subsidie toegekend. 3.3 Voldoen aan meerjarenafspraak energie-efficiency zuiveringsbeheer MJA3 a. In 2020 is de energie-efficiency ten opzichte van 2005 toegenomen met 30%. In 2014 streven naar 2% energiebesparing. De slibgisting presteert naar verwachting, afbraak slib en elektriciteitsproductie liggen op vereiste niveau. Pagina 23 van 73

4.2.3.2 Maatregelen en ontwikkelingen Hieronder volgt de rapportage op de maatregelen en ontwikkelingen zoals vermeld in de begroting 2014. Afnameverplichting Het waterschap is verantwoordelijk voor het zuiveren van afvalwater dat in de gemeentelijke riolen terecht komt. Door middel van gemalen en persleidingen wordt het afvalwater vanaf het gemeentelijke moeten de gemalen en persleidingen voldoende capaciteit hebben om, ook in de toekomst aan de afnameverplichting te kunnen voldoen. In 2014 en 2015 worden 5 rioolgemalen aangepast. Discrepantieonderzoek Discrepantie is het verschil tussen het aanbod van afvalwater gemeten op de RWZI s en de betaling voor het afvalwater in de vorm van zuiveringsheffing. Landelijk komt er gemiddeld 12,4% meer vervuiling binnen dan er door de heffing wordt geïnd. Bij waterschap Reest en Wieden bedroeg dit verschil in 2012 22%. In 2014 is nader onderzoek uitgevoerd. Dit richtte zich in eerste instantie op het benchmarkjaar 2012. Het onderzoek leverde op dat het vuilaanbod iets naar beneden moest worden bijgesteld (met name vanwege onnauwkeurige debietmeting in Dieverbrug). Ook bleek het aanbod van rwzi Westerbork deels dubbelgeteld (deze rwzi werd in de loop van 2012 buiten bedrijf gesteld) en tenslotte bleek dat het aanbod van een vuilverwerker niet was meegenomen in de benchmark. Door deze analyse was de werkelijke discrepantie over 2012 enkele procenten lager dan eerder berekend. Verder is vastgesteld dat door de systematiek van meten een inherente onnauwkeurigheid optreedt in de bepaling van de discrepantie. Die is van veel factoren afhankelijk maar bedraagt al gauw 5 a 6 %. In het kader van de samenwerking in Waterkracht wordt met onze buurwaterschappen en GBLT verder worden gezocht naar oorzaken van discrepantie. Optimalisatie bedrijfsvoering rwzi s In 2013 is op de rioolwaterzuivering van Echten een installatie in gebruik genomen met als doel verdere optimalisatie van de bedrijfsvoering. Al het zuiveringsslib van onze zeven installaties wordt hier vergist en ontwaterd. De vergisting zorgt voor afbraak van droge stof (ca. 27%) waardoor afzetkosten worden verminderd. Tegelijkertijd vormt zich hierdoor biogas dat als brandstof wordt ingezet voor de opwekking van elektriciteit en warmte. Het eerste wordt gebruikt om de zuivering van Echten van stroom te voorzien. De warmte wordt toegepast voor de verwarming van de gistingsinstallatie. Er wordt tevens een voordeel gerealiseerd door afname gebruik chemicaliën en door lagere hoeveelheid te storten slibkoek door afbraak in de Energiefabriek. Samenwerken in de afvalwaterketen Afgelopen voorjaar heeft de commissie Peijs aangegeven dat de regio Reest en Wieden (waterschap en 6 gemeenten) tot het peloton behoort ten aanzien van de opdracht van het BAW. De voorzitter van de commissie heeft in landelijke bijeenkomsten aangegeven dat door de waterschappen en gemeenten een bedrag van 100 miljoen euro, bovenop het door de partijen in het BAW vermelde bedrag, zou moeten worden gezocht. De 6 samenwerkende gemeenten en het waterschap in onze regio hebben kort geleden geoordeeld dat een realistische benadering op zijn plaats is en dat er op dit moment geen verhoging van het eerder aangegeven bedrag van 5,1 mln. aan de orde is. Het eindoordeel visitatiecommissie was in december 2014:.. voor de aanpak in Reest en Wieden: niet visionair maar nuchter en concreet. Maatregelen zijn goed uitvoerbaar, soms innovatief en deels al geïmplementeerd. De commissie beoordeelt de voortgang als positief. Pilot datavalidatie De pilot datavalidatie van het rioolstelsel met gemeenten is met succes afgerond. De pilot heeft laten zien dat de werking van het rioolstelsel kan worden geanalyseerd met de gevalideerde gegevens. Drie gemeenten zijn enthousiast en willen mogelijk een vervolg geven. Duurzaam inkopen De uitkomst va n Duurzaamheidsmeter voor de waterschappen is dat Reest en Wieden een score op deze meter heeft van 87,9%. Daarmee komt Reest en Wieden met HHNK bij de bovenste twee. Wat een grote bijdrage in dit positieve resultaat heeft geleverd is dat Reest en Wierden bij alle aanbestedingen de minimaal geëiste duurzaamheidscriteria volledig toegepast. Innovatie Innovatie betreft nieuwe materialen, methoden om ons werk beter, goedkoper, slimmer, duurzamer uit te voeren. Naast technische (R&D) onderscheiden we sociale innovatie: slimmer (samen)werken. Innovatie is ook reclame, en uitdagend voor medewerkers! We hebben een groslijst, ca. 40 ideeën, waaraan met wisselende intensiteit wordt gewerkt. Periodiek actualiseren we die lijst. Pagina 24 van 73

Zoals veel organisaties, heeft ook onze Unie van Waterschappen innovatie hoog in het vaandel. Er is een landelijk platform, en er zijn regionale innovatiekoplopers. In beide is ons waterschap actief. Wij hebben najaar 2014 met zes inzendingen deelgenomen aan de Waterinnovatieprijs (en markt): Alternatieven voor drukriolering in Noordwest-Overijssel - een sociale innovatie plantpalen van eigen grondstof bokashi, voor behoud van organische stof Hydraulische vissluis (in samenwerking met leverancier KWT) Leeftijdsbewust personeelsbeleid Palen van zachthout waar het kan, hardhout waar het moet Daarnaast is samen met de partners het concept Waterkracht ingebracht. Ook de ontwikkeling van de applicatie Geonis Blaeu (vervanger van IRIS) is aangedragen wij zijn hierin deelnemer. Samen met de andere noordelijke waterschappen hebben we in oktober 2014 een creatieve sessie gehouden met Rijkswaterstaat om gezamenlijke innovatiethema s op te pakken. Drie uitdagende onderwerpen worden momenteel in dat verband verder uitgewerkt: pilot van de brede dijk, flexibel energieverbruik en vruchtbaar slib mooie, wat vage titels die uitnodigen voor verder gesprek. Voor onze eigen innovatie-agenda tenslotte kennen we zes clusters van kansrijke nieuwe initiatieven: Anders meten en monitoren: betreft het inzetten van nieuwste meettechnieken, sensoren, voor het continue meten kwaliteit oppervlaktewater. Denk aan active sorption, e-dna, hydro-chip Ook remote sensing, satellieten voor in beeld brengen van verdamping, besparen op metingen. Er zijn zeer veel ontwikkelingen op de markt. We volgen samen met de partners in Rijn-Oost de ontwikkelingen en doen vanuit dat kader mee aan pilot-onderzoeken. In november 2014 is mede door onze inbreng en inzet een rapport afgerond in opdracht van de landelijke Kring Monitoring Waterschappen, getiteld Inventarisatie en Evaluatie Nieuwe Meetmethoden - binnenkort een artikel in het blad Het Waterschap. Biobased economy: de groene grondstof van het Noorden groeit langs de sloot. Daarmee halen we de media: Waterschap Reest en Wieden wil dat gemaaid gras ( ) wordt hergebruikt. Dat meldt de agrarische krant Nieuwe Oogst. In het najaar starten twee projecten waarbij het maaisel tot vezelplaat wordt verwerkt en waarbij het wordt gefermenteerd, waardoor het als bodemverbeteraar kan dienen. Jaarlijks maait het waterschap zo'n 1900 ton bermgras ( ) (RTV Drenthe) Energie-/grondstoffenfabriek: Het innovatieprogramma voor het thema Zuiveren binnen Waterkracht is eind 2014 vastgesteld. In 2015 zal o.a. samengewerkt worden aan onderzoek naar terugwinning van cellulose en productie van alginaat. Daarnaast zijn we zelfstandig gestart met een vooronderzoek naar de mogelijkheid van winning van grondstoffen voor bioplastics in slib. In 2015 willen we hierover een business case uitwerken. Optimalisatie slibverwerking: in Echten starten we met een proef om te onderzoeken of we met een voorbehandeling van het slib naar onze gisting een hogere afbraak kunnen realiseren. De voorbehandeling houdt in dat het slib op een hoge temperatuur en druk gebracht wordt (TDH). Verwacht wordt dat door deze voorbehandeling het slib beter ontwatert in onze kamerfilterpers. De proef wordt samen met de firma HoSt uit Enschede uitgevoerd. Ook willen we in samenwerking met andere waterschappen in noord-nederland de mogelijkheden nader onderzoeken voor het drogen van zuiveringsslib met restwarmte (industrieën). Watersysteem van de toekomst: we gaan een toekomstbeeld maken van het watersysteem zoals dat er in 2030 uit kan zien. Niet omdat het nu niet goed is, maar als je wilt bepalen of je de goede kant op gaat, moet je weten waar je naartoe wilt. Het eindproduct wordt iets wat inspireert en richting geeft bij het maken van toekomstige keuzes. Zoetwatervoorziening: een verzamelterm voor diverse onderwerpen die te maken hebben met zoetwatervoorziening, zelfvoorzienendheid en Deltaprogramma, DAP/ZON. Diverse concepten worden er nu landelijk ontwikkeld. We volgen dit, samen met de partners in Rijn-Oost, en doen vanuit dat kader eventueel mee aan pilots. Enkele trefwoorden (alfabetisch): blauwe diensten, building with nature, functiegericht waterbeheer (watergerichte functietoekenning), klimaatbuffers, waterhouderij. Pagina 25 van 73

4.2.3.3 Realisatie netto kosten in relatie tot de begroting De analyses zijn toegespitst op de afwijkingen tussen de realisatie 2014 en de begroting 2014. (bedragen x 1.000) Realisatie Begroting Verschil 2014 2014 Lasten 14.531 14.769 238 Baten -514-297 217 Netto kosten 14.017 14.472 455 Toelichting op afwijkingen realisatie netto kosten 2014 in relatie tot de begroting 2014 Op hoofdlijnen is het voordeel van 455.000 toe te rekenen aan de volgende onderdelen. De chemicaliën zijn voordelig uitgevallen door gerichte processturing, het aanpassen van de dosering op de RWZI s en doordat primair slib is ingezet als koolstofbron. Het voordeel bedraagt 575.000. De kosten van de slibverwerking zijn aanzienlijk gedaald door de afname van de hoeveelheid te storten slibkoek en door afbraak van slib op de Energiefabriek en verlaagd storttarief. Het voordeel betreft 145.000. Voorts is voor 1 bedrijf aangevoerd afvalwater verwerkt. Deze opbrengst was niet meegenomen in de begroting. Uiteraard zijn er ook grote nadelige afwijkingen ontstaan door hogere elektriciteitskosten, hogere kosten voor onderhoud aan de zuiveringsinstallaties en toegerekende personeelslasten. Pagina 26 van 73

4.2.4 Programma Maatschappij en Organisatie Professionele Waterautoriteit Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Aantrekkelijke werkgever De kerntaken van het waterschap zijn in de programma s - veiligheid, watersysteem, waterketenuitgewerkt. Deze programma s zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als zelfstandige bestuurslaag heeft het waterschap de verantwoordelijkheid deze wateropgaven te realiseren, nu en in de toekomst. In de strategienota 2008-2012 is dit uitgedrukt in de volgende strategische doelstellingen: we hebben ons werk tijdig en goed gedaan, we hebben onze infrastructuur op orde, we zijn de waterdeskundige in ons gebied en we hebben ingespeeld op de veranderde bestuurlijke organisatie. In de strategienota is als doelstelling opgenomen, dat het waterschap samen met derden er voor zorgt dat de beste maatschappelijke keuzes op het gebied van water gemaakt worden. Daarbij gaat het om het creëren van een invloedrijke rol in regionale netwerken, het hebben van toegang tot nationale kennisnetwerken en toonaangevend zijn in kennis en de toepassing daarvan waarbij we worden gezien als waterdeskundige. Daarvoor is het nodig onze maatschappelijke partners te kennen, inzicht te hebben in hun drijfveren en samenwerking op te zoeken. Daarvoor zijn maatschappelijke betrokkenheid en een professionele organisatie nodig. Het waterschap wil transparant, doelmatig en efficiënt opereren en de uitgangspunten van good governance in acht nemen. Burgers worden zoveel mogelijk bij het werk van het waterschap betrokken. Communicatie is een belangrijk middel om draagvlak te krijgen voor het werk van het waterschap. Pagina 27 van 73

4.2.4.1 Doelstellingen en realisatie Nr Doelstelling Doel 2014 Realisatie 2014 4.1 Het waterschap wordt gezien als de waterdeskundige in onze regio a. Periodiek en gestructureerd overleg met vertegenwoordigers van gemeenten, provincies en stands- en belangen-organisaties en de belangen en ambities kennen b. het waterschap werkt samen met andere partners aan de realisering van projecten en taken, tenzij samenwerking aantoonbaar niet leidt tot een meerwaarde. We nemen deel aan en zijn vertegenwoordigd in relevante (meerjarige) samenwerkingsverbanden (zoals Unie van waterschappen) c. het waterschap is zichtbaar in de maatschappij en betrouwbaar in haar handelen 4.2 Het waterschap is toekomstbestendig om haar taken te kunnen realiseren met competente medewerkers a. Het waterschap investeert in kennis en ontwikkeling van medewerkers en doet dit op een strategische wijze b. Het waterschap creëert de randvoorwaarden die het mogelijk maken dat medewerkers duurzaam inzetbaar zijn en blijven c. Het waterschap zorgt voor een structuur en cultuur die het mogelijk maakt om te komen tot de beste vorm van dienstverlening en tot de beste producten Het waterschap is in staat om proactief te sturen op kennis door kennis te delen en kennis te borgen (kennismanagement) Strategische inzet van communicatie activiteiten In staat om op een strategische wijze opleiding en ontwikkeling van medewerkers te koppelen aan strategische doelen. Het ontwikkelingsprogramma voor medewerkers wordt uitgevoerd. Uitvoeren van programma s die bijdragen aan een gezonde leefstijl en veilige werkomgeving We werken voor een deel in shared services Rijn Oost verband, Uitvoering van het Bestuursakkoord Water inclusief eventuele overdracht van taakonderdelen van bijv. Rijk en / of provincies. Relevante ontwikkelingen Diverse rondleidingen, gastlessen, persberichten. Geparticipeerd in Wereldwaterdag, diverse projecten. Dat is een continu proces. Waterloket: het overzicht van al onze geregistreerde melding geeft een goed beeld van onze directe relatie met onze ingelanden. Ook bij de evaluatie Hoogwater werd die registratie nuttig ingezet. Heeft continu aandacht van onder andere leidinggevenden. Er heeft een pilot sedentair gedrag plaatsgevonden (o.a. staand vergaderen, sta bureaus e.d.). Waterkracht: (shared services) voor personeelszaken, ICT, inkoop en zuiveren is per 1 april 2014 gestart, de eerste resultaten zijn geboekt en het geheel wordt verder ontwikkeld. De ontwikkelingen t.a.v. overdracht van peilbeheer Drentse kanalen en gemaal Zedemuden zijn opgenomen bij programma Watersysteem. Ontwikkelingen m.b.t. doelmatigheid in de afvalwaterketen zijn opgenomen bij programma Waterketen. De borging en verbetering Pagina 28 van 73

Nr Doelstelling Doel 2014 Realisatie 2014 d. Er heerst een werkklimaat die bijdraagt aan de realisatie van de van de veiligheid, organisatiedoelen waarin: gezondheid en welzijn van e. sprake is van een veilige en gezonde werkomgeving medewerkers wordt sprake is van gedreven en loyale medewerkercultuur gecontinueerd. medewerkers werken in een sfeer van eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheden binnen de daartoe gestelde kaders ruimte is voor ontwikkeling en groei waarvoor de medewerkers zelf verantwoordelijk is en de werkgever bijdraagt aan de randvoorwaarden 4.3 Het waterschap verricht haar taken tegen zo laag mogelijke tarieven voor burgers, bedrijven en overige stakeholders a. Het waterschap zorgt voor een efficiënte en doelmatige bedrijfsvoering b. Het waterschap communiceert helder en transparant over de hoogte van de tarieven en over de besteding ervan 4.4 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen a. Voldoen aan uitgangspunten Lokale Klimaat Agenda b. Reest en Wieden levert een bijdrage aan de sanitatiedoelstellingen van het akkoord van Schokland R&W presenteert zich samen met andere waterschappen op de arbeidsmarkt en is actief bij scholen. Het waterschap analyseert structureel of processen optimaal lean georganiseerd zijn Het waterschap zorgt voor een tijdige, heldere en transparante communicatie over tariefontwikkeling De energie- en grondstoffenfabriek werkt en wordt communicatief goed in beeld gebracht. Relevante ontwikkelingen Er is een bijsluiter bij de heffingsaanslag gevoegd. Een persbericht is uitgegaan bij vaststelling begroting in november 2014. Er worden rondleidingen gegeven en communicatieve uitingen gepleegd. Het waterschap blijft de realisatie van 20.000 duurzame sanitaire voorzieningen bevorderen. Pagina 29 van 73

4.2.4.2 Maatregelen en ontwikkelingen Hieronder volgt de rapportage op de maatregelen en ontwikkelingen zoals vermeld in de begroting 2014. Relatiebeheer Voor het realiseren van doelstelling 4.1 gezien worden als een regionale waterdeskundige is een goede relatie met onze partners noodzakelijk. Direct gekoppeld aan het werk hebben vele medewerkers en bestuurders goede contacten met collega s bij onze partners. Een werkgroep heeft na de inventarisatie gewerkt aan een visie op Relatiebeheer. Inmiddels zijn alle 10 daarin verbonden acties uitgevoerd of in een afrondende fase. De visie is breed gedeeld, de rol van contactpersoon is beschreven en we zijn bezig medewerkers in die rol te koppelen aan onze partners en is relatiebeheer een agendapunt op de portefeuillehouder overleggen. Daardoor wordt er in de praktijk vaker afgestemd wie er naar een overleg met een partner gaat en wordt in de voorbereiding van zo n gesprek vaker bij collega s informatie opgehaald. De jaarlijkse overleggen met onze gemeenten zijn weer strakker gepland en hebben een bredere agenda gekregen. Waterschapsverkiezingen 2015 In 2014 heeft de voorbereiding van de waterschapsverkiezingen in 2015 plaatsgevonden. De gemeente is verantwoordelijk voor het actieve deel van de verkiezingen, zoals het verzenden van de stempassen en het organiseren van de daadwerkelijke stemming (regelen en bemensen stembureaus en telling). Het waterschap is verantwoordelijk voor het passieve deel, te weten registratie en kandidaatstelling en het vaststellen van de uitslag van de verkiezingen. In september is er een afstemmingsoverleg met gemeenten geweest. De registratiefase liep tot 22 december 2014. Op 8 oktober heeft een informatieavond voor potentiele kandidaten plaatsgevonden. Voor de verkiezingen is qua communicatie gewerkt vanuit het communicatieplan dat geagendeerd is geweest in de AB vergadering. Diverse opkomst bevorderende middelen zijn onderzocht en diverse worden gebruikt. Enkele voorbeelden die inmiddels bekend zijn: ansichtkaart, Huis aan Huisblad, radiospotjes, duurzame straatcommunicatie (reverse graffiti), website, kieskompas enz. Invoering Servicenormen Met servicenormen maakt het waterschap duidelijk welke dienstverlening onze inwoners, bedrijven, organisaties en andere overheden mogen verwachten. De kwaliteit van en de tevredenheid over de dienstverlening kan hiermee worden verbeterd. In 2014 is afgesproken dat gezamenlijk met Groot Salland opgetrokken zal worden. Duurzame inzetbaarheid van medewerkers, Behoud, delen en ontwikkelen van kennis en Verstevigen positie op de arbeidsmarkt Aan duurzame inzetbaarheid van medewerkers is wederom invulling gegeven. Er zijn afgelopen jaar verschillende workshops en trainingen aangeboden uit het opleidingsprogramma en in januari 2014 is e- learning de Wijze Vogel gestart. De activiteiten zijn ook aangevuld met evenementen van de (gezamenlijke) personeelsvereniging(en) of door de waterschappen in Rijn Oost zoals een fietstocht en de sportdag noordelijke waterschappen. Voorbeelden zijn wadlopen, hardloopclinic, de ATB clinic, de schaatsclinic en de clinic actief wandelen. In samenwerking met NISB is er extra aandacht geweest voor het onderbreken van langdurig zitten tijdens kantoorwerk. Afdeling Financiën en Bestuurszaken deden mee in de pilot. Een aantal medewerkers heeft als vervolg op de pilot een sta-zitbureau met stasteun of swopper op hun werkplek gekregen. Er is interne mobiliteit binnen de organisatie, ontstane (tijdelijke) vacatures zijn in een aantal gevallen door eigen medewerkers ingevuld, wat vaak voor meerdere medewerkers nieuwe kansen geeft. Binnen Waterkracht heeft de werkgroep Employer branding een visie op het aantrekkelijker positioneren van de waterschappen op de arbeidsmarkt ontwikkeld. Binnen Reest en Wieden is besloten om het traineebeleid voort te zetten en per begin 2015 zijn 3 nieuwe trainees gestart. Samen met de waterschappen Groot Salland, Vechtstromen, Zuiderzeeland, Rijn en IJssel en Vallei en Veluwe is een concept gezamenlijk educatiebeleid opgesteld. Technasium Er zijn vier technasium opdrachten verstrekt. De opdracht over vispassage werd op dr. van Nassaucollege in Beilen uitgevoerd en leerlingen van het Roelof van Echten College uit Hoogeveen en Dingstede uit Meppel hebben zich in de laatste periode bezig gehouden met het vergisten van maaisel. Pagina 30 van 73

Profielwerkstuk. Twee leerlingen van CSG Dingstede uit Meppel hebben met hun profielwerkstuk Vergist je niet de onderwijsprijs gewonnen. Vanuit Reest en Wieden zijn deze leerlingen begeleid. Er is op verschillende manieren aandacht geschonken aan deze prestatie (diverse publicaties). Op 26 mei hebben wij deelgenomen aan Girlsday, een initiatief van het VHTO, bedoeld om meiden enthousiast te maken voor bèta-vakken en technische beroepen. Jeugdwatercongres. Op 6 juni presenteerden ruim 150 leerlingen uit Groningen en Drenthe hun adviezen over duurzaam waterbeheer aan de watersector op het jeugdwatercongres in Assen. Leerlingen van het VWO (eerste leerjaar) van het Roelof van Echten College uit Hoogeveen hebben tijdens het jeugdwatercongres de resultaten van hun onderzoek (verwerking van maaiafval tot energie) gepresenteerd. Jet-Net. Jet-Net (Jongeren en Technologie Netwerk Nederland) is een samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid. Doel is havo/vwo-leerlingen een reëel beeld te geven van bèta en technologie en hen te interesseren voor een bètatechnische vervolgopleiding. Reest en Wieden is een samenwerkingovereenkomst aangegaan. Dit betekent dat wij nauwer contact hebben met Jet- Net scholen (waaronder CSG Dingstede en Greijdanus college uit Meppel, CSG Wolfsbos en Roelof van Echten College uit Hoogeveen). Strategische personeelsplanning In 2014 is de financiële opgave van de strategische personeelsplanning gehaald. Er zijn echter wel afwijkingen tov het oorspronkelijke plan mede doordat in afwachting van het fusiebesluit, er geen aanpassingen in de organisatie hebben plaatsgevonden. Financieel beleid Herstructurering leningen Om blijvend aan de renterisiconorm te kunnen voldoen, is gekeken naar de looptijd van onze leningen, Daar is uit gekomen dat een looptijd van ca. 10 jaar het beste aansluit. De afgelopen jaren zijn vaak korte leningen aangetrokken, in 2014 zal voorgesteld worden om een lening aan te trekken met een aflospauze, waarmee bedoeld wordt dat pas in 2017 wort gestart met aflossen. De provincie heeft ingestemd met deze aanpak. Wet Hof Wet Hof (houdbare overheidsfinanciën) is een uitvloeisel van Europese wetgeving om tot een strakkere begrotingsdiscipline te komen. Deze wet moet onder andere leiden tot een terugdringen van het EMU-tekort bij de decentrale overheden. De onderlinge verdeling tussen provincies, gemeentes en waterschappen is voorlopig vastgesteld en per waterschap is een richtbedrag aangeven. Aangegeven is dat er gedurende deze kabinetsperiode geen boetes opgelegd zullen worden. De komende jaren zullen gebruikt moeten worden om een structurele invulling aan deze wet te geven. Schatkistbankieren Op 15 december 2013 is de wet Verplicht schatkistbankieren van kracht geworden. Alle decentrale overheden zijn verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Het woord overtollig verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. (Onderdelen van) decentrale overheden mogen ongeacht de vormgeving dus geen bewaarfunctie voor publieke middelen vervullen. Die bewaarfunctie vervult de 's Rijks schatkist. Dit betekent dat creditsaldi (tegoeden) op de rekening courant boven een drempel (voor Reest en Wieden: 371.542,50 in 2014) worden geparkeerd" naar een rekening van het Rijk en dat deposito s en kasgelden uitgezette middelen gestald moeten worden bij het Rijk. Reest en Wieden heeft in 2014 geen substantieel creditsaldo gehad waardoor wij geen geld hebben hoeven te stallen. Samenwerking Rijn Oost Samenwerking binnen Rijn Oost vindt plaats bij opstellen WBP, monitoring in Rijn-Oost (MonRO), Aqualysis en Waterkracht. De samenwerking op het gebied van monitoring in Rijn-Oost (MonRO) is een succes. Er is energiek samengewerkt en echt van elkaar geleerd. Centraal staat de zgn. monitoringscyclus: wat wil ik weten, wat moet ik dan meten? Aandachtspunt nu is een vervolgopdracht vanuit het management van de deelnemende waterschappen, incl. aansturing. Hier treedt stagnatie op, mede ook door de aandacht voor fusies (Vechtstromen en WGS/WRW). Het nieuwe waterlaboratorium Aqualysis is volledig van start gegaan. Het moet per 2017 zijn uiteindelijke vorm krijgen. Waterkracht, het samenwerkingsverband tussen de waterschappen Reest en Wieden, Groot Salland, Vechtstromen, Rijn en IJssel en Zuiderzeeland op de werkterreinen ICT, inkoop, zuiveren en personele Pagina 31 van 73

zaken, is op 1 april 2014 gestart en vol op stoom. Reest en Wieden is eigenaar van het werkterrein personele zaken. Informatiebeveiliging Op het gebied van informatieveiligheid hebben de waterkracht waterschappen hun krachten gebundeld en starten zij gezamenlijk met de implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Waterschappen (BIWA). Uit de BIWA zijn 10 maatregelen geselecteerd die relatief snel en eenvoudig ingevoerd kunnen worden en tegelijkertijd een groot positief effect hebben op het beveiligingsniveau van de digitale informatie waarover de waterschappen beschikken. Deze 10 maatregelen zullen de komende tijd uitgewerkt en geïmplementeerd worden, waarna we in Waterkrachtverband verder gaan met de overige maatregelen die beschreven staan in de BIWA. Op landelijk niveau werpen de verschillende werkgroepen hun eerste vruchten af, zoals onder andere een uniforme risicoanalysemethodiek voor de waterschappen. Daarnaast neemt Reest & Wieden binnenkort deel aan een pilot waarbij de waterschappen gaan aansluiten bij het Nationaal Respons Netwerk, waar ook gemeenten, provincie en het Rijk onderdeel van uitmaken. Dit netwerk zorgt ervoor dat bij landelijke dreigingen de waterschappen snel en adequaat worden ingelicht en geïnformeerd over diverse dreigingen en de manier waarop deze gepareerd kunnen worden. Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Door de diverse zgn. bronhouders worden de bestanden opgebouwd. Het Samenwerkingsverband bronhouders, SVB, dringt aan op samenwerking in de regio. Dit komt lastig van de grond, de provincies laten zich ontzorgen door het SVB, de gemeentes bundelen zich in diverse gemeentelijke samenwerkingsverbanden. Reest en Wieden heeft de opbouw voor het grootste deel van het gebied uitbesteed. Onze objecten binnen de gemeenten Assen, Staphorst, Meppel en Westerveld worden tegen vergoeding door de gemeenten meegenomen. Met alle gemeenten is contact, we stemmen het moment van aanleveren van de bestanden met elkaar af. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Internationale samenwerking De inhoudelijke ontwikkelingen van het project in Burkina Faso stemmen tot tevredenheid. De EU vertegenwoordiger (financier) heeft een bezoek gebracht aan het project en is positief. Naast Reest en Wieden gaat Wereld Waternet ook een partnerschap aan met één van de waterschappen in Burkina Faso. Daarnaast hebben Groot Salland en Aa en Maas ook toezeggingen gedaan om de waterschappen in Burkina Faso te ondersteunen. We hebben Burkina Faso voorgedragen bij de Commissie Internationaal (CINTER) van de UvW als focusland. In het najaar valt hierover een beslissing. De beleidsmedewerker hydrologie is naar Engeland geweest om te adviseren over de oplossingen met betrekking tot wateroverlast. Daar is de situatie bekeken en vanuit Nederland zal verder geadviseerd worden over mogelijke maatregelen. In Haiti is het project van 6 sanitaire blocs (gebouwtjes met 6 wc s en wasgelegenheid) bij markten/ bussations afgerond. Voor een symbolisch bedrag is het toilet te gebruiken en met de inkomsten wordt het onderhoud geregeld. Van de voorziening wordt dagelijks gebruikt door 5.000-10.000 personen, waarvan een groot deel marktvrouwen. De gebouwtjes vallen onder de verantwoordelijkheid van de marktcomités van de gemeenten (WASH). In Roemenië is door verkiezingsperikelen het project van 17 scholen tijdelijk stilgelegd. In het voorjaar van 2015 wordt dit weer opgepakt. De notitie Actualisatie Internationale Samenwerking 2014-2017 is vastgesteld door het DB en in de AB vergadering in mei is het nieuwe beleid vastgesteld. Overige ontwikkelingen Fusie met Waterschap Groot Salland In december 2014 is besloten om per januari 2016 te fuseren met ons buurwaterschap Groot Salland. In de voorbereiding daarop hebben bestuur en organisatie tijd en energie gestoken in het fusie-onderzoek. Dat wordt meer m.i.v. dat besluit en voorbereiding van de feitelijke fusie. Het was en is een continue aandachtspunt om het reguliere werk en de inspanningen voor deze organisatieverandering te matchen, onder het motto: tijdens de verbouwing gaat de verkoop door. Nieuwe Jeugdwaterschapsbestuurder In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 16 december 2014 heeft onze jeugdwaterschapsbestuurder Rosalien Zandwijk het stokje overgedragen aan Daphne Schoemaker uit Meppel. Daphne is de komende twee jaar aangesteld als jeugdwaterschapsbestuurder. Pagina 32 van 73

4.2.4.3 Realisatie netto kosten in relatie tot de begroting De analyses zijn toegespitst op de afwijkingen tussen de realisatie 2014 en de begroting 2014. (bedragen x 1.000) Realisatie Begroting Verschil 2014 2014 Lasten 14.016 14.496 480 Baten -592-480 112 Netto kosten 13.424 14.016 592 Toelichting op afwijkingen realisatie netto kosten 2014 in relatie tot de begroting 2014 Het voordeel op dit programma bedraagt 592.000 en wordt grotendeels verklaard door de navolgende factoren. De toegerekende personeelslasten zijn voordelig uitgevallen voor 367.000. De kapitaallasten zijn voordelig uitgevallen voor 95.000 vanwege de investeringen digitalisering (door vertraging), implementatie waterschapsdatabase (in gebruik name voorzien 4 e kwartaal 2014), GIS software (vertraagd door bestuurlijke discussie) en Financieel informatiesysteem (het krediet is afgesloten in 2013, het restantkrediet is vervallen). Onvoorziene uitgaven is niet aangewend waardoor dit budget 100.000 voordelig is uitgevallen. De tarieven van huurlijnen vertonen al jaren een dalende tendens. Plus een tweetal verbindingen heeft vertraging opgelopen. Hierdoor is het budget van huur telefoonlijnen voordelig uitgevallen 87.000. Het budget voor de afdeling Infrastructuur en Waterketen is niet uitgegeven omdat sommige onderzoeken zijn vertraagd, bijvoorbeeld het technisch advies voor de capaciteit RWZI Echten. Het budget voor innovatieve projecten is niet volledig aangewend. Wel zijn er kosten voor de verkenning van de fusie gemaakt die niet geraamd waren. De kosten zijn gemaakt voor de begeleiding van het fusieproces door een extern bureau. Ook zijn er kosten gemaakt voor de taxatie van het huidige pand. Nadelig zijn ook de kosten voor de overwerkvergoeding. Er is op actuariële gronden een hogere toevoeging gedaan voor de voorziening (oud-)bestuurders. De nadelige afwijking betreft 494 duizend. Het budget voor de friktiekosten is, zoals ieder begrotingsjaar, ruimschoots overschreden maar de extra kosten zijn gedekt door het niet invullen of op een later moment van vacatures. De perceptiekosten van GBLT zijn nadelig uitgevallen. Dit betreft een correctie in de jaarrekening GBLT 2014 op de kosten van invordering ten opzichte van voorgaande jaren. Pagina 33 van 73

4.3 PARAGRAFEN 4.3.1 Ontwikkelingen in het vorige begrotingsjaar In deze paragraaf worden de ontwikkelingen vermeld die eind 2014 hebben gespeeld, niet zijn meegenomen in de programmabegroting 2014 en van belang zijn voor het jaarverslag. Financieel zijn de belangrijkste punten het rekeningresultaat 2014, de onttrekking uit de bestemmingsreserves voor tariefegalisatie en de investeringen die in 2014 niet zijn opgevraagd en met toestemming van het Algemeen Bestuur doorlopen in 2015. Eind 2014 is er een gerechtelijke uitspraak gedaan over de Natuurbezwaren en is een besluit genomen over de fusie tussen Waterschap Groot Salland en Waterschap Reest en Wieden. 4.3.2 Incidentele baten en lasten In de exploitatie over het begrotingsjaar zijn de navolgende incidentele baten en lasten (posten > 50.000,00) verantwoord. De investeringen zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Incidentele baten In de jaarrekening 2014 kunnen de volgende posten als incidentele opbrengst worden aangemerkt zijn: soort lasten baten Natuurbezwaren 2009-2014 567.400 Subsidie vaarwegen provincie Overijssel 92.009 Incidentele lasten In de jaarrekening 2014 zijn daar de volgende posten bijgekomen die als incidentele lasten kunnen worden aangemerkt: soort lasten baten Bijdrage baggerwerken 2013 t/m 2016 100.000,00 Extra afschrijving 194.800,00 Belastingdienst, basispremie WAO/WI 52.902,00 Gem.reg. HWH, afrekening 2013 96.140,00 GBLT afrekening 2013 50.651,00 4.3.3 Onttrekkingen aan voorzieningen In 2014 is een bedrag van 109.185,00 (begroting 2014: 113.000,00) aan pensioenverplichtingen van voormalige voorzitters, bestuurders en personeel onttrokken. Voorts is 22.615,00 onttrokken aan de voorziening jubilea-uitkeringen. Wij verwijzen hierbij naar paragraaf 5.5 onder punt 7 Voorzieningen. 4.3.4 Waterschapsbelastingen In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen een toelichting gegeven op de diverse belastingen alsmede een analyse van de afwijkingen per omslag en per taak. 4.3.4.1 Overzicht op hoofdlijnen van de diverse belastingen De te dekken omslag per taak bedraagt: (bedragen x 1.000) Rekening 2014 Begroting 2014 Verschil Watersysteembeheer 25.649 26.053 404 Zuiveringsheffing 20.354 19.549-805 Te dekken omslag 46.003 45.602-401 Pagina 34 van 73

De opbouw van de belastingopbrengst per taak kan als volgt worden weergegeven: Watersysteembeheer (bedragen x 1.000) Rekening 2014 Begroting 2014 Verschil Toevoeging voorziening -567 0 567 Inwoners 9.490 9.537 47 Gebouwd 11.639 12.166 527 Agrarisch ongebouwd 5.339 4.690-649 Bos en natuur 104 78-26 Verontreinigingsheffing 170 0-170 Kwijtschelding -417-418 -1 Correcties voorgaande jaren -109 0 109 Totaal 25.649 26.053 405 Zuiveringsbeheer (bedragen x 1.000) Rekening 2014 Begroting 2014 Verschil Bedrijven 6.740 5.976-764 Huishoudens 13.715 13.730 15 Grensoverschrijdend afvalwater 306 321 15 Kwijtschelding -466-478 -12 Correcties voorgaande jaren 59 0-59 Totaal 20.354 19.549-805 4.3.4.2 Watersysteemheffing Naar aanleiding van gerechtelijke uitspraken hebben de natuurinstanties recht op een terug betaling van 6 belastingjaren, 2009 tot en met 2014. Hiervoor is een voorziening gecreëerd van 567.400. De opbrengst voor de watersysteemheffing gebouwd is lager uitgekomen dan de raming als gevolg van een sterkere daling van de WOZ-waarden dan begroot. De in de jaarrekening 2013 gemelde tegenvaller in het aantal te heffen hectares is na intern onderzoek door GBLT deels gecorrigeerd. Uitgegaan wordt van ongebouwd 76.600 ha., voor ongebouwd wegen 4.880 ha. en voor natuurterreinen 35.192 ha. Ongebouwd is voordelig uitgevallen. Voor de verontreinigingsheffing was geen omslag geraamd, maar in 2014 zijn hiervoor aanslagen opgelegd voor een bedrag van 170.000. De aanslag wordt opgelegd omdat de belanghebbenden rechtstreeks afvalwater lozen op oppervlaktewater, hierbij gaat het o.a. om bronnering. 4.3.4.3 Zuiveringsheffing De forse toename van de belastingopbrengst bedrijven wordt veroorzaakt door twee grote meetbedrijven. Naar verwachting zal de belastingopbrengst einde belastingjaar gebaseerd zijn op ruim 109.000 vervuilingseenheden. Dit ook naar aanleiding van de onderzoeksgegevens door GBLT in 2014. 4.3.4.4 Kwijtscheldingsbeleid De gerealiseerde en begrote bedragen respectievelijk eenheden ter zake het kwijtscheldingsbeleid kunnen als volgt worden samengevat: Rekening 2014 Begroting 2014 (bedragen x 1.000) Bedrag Eenheden Bedrag Eenheden Watersysteemheffing 418 4.000 417 4.000 Zuiveringsheffing 466 7.600 478 7.800 Totaal 884 895 Pagina 35 van 73

De geprognostiseerde kwijtscheldingen van GBLT zijn niet verwerkt in de jaarrekening omdat het om een gering bedrag gaat van ruim 28.000 (300 eenheden). Bij de bepaling of een persoon/ huishouden in aanmerking komt voor kwijtschelding, wordt er naar de betalingscapaciteit van de belastingschuldige gekeken. 4.3.5 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de weerstandscapaciteit en de risico's. De weerstandscapaciteit geeft aan wat de middelen en mogelijkheden zijn om niet-begrote kosten te dekken. De weerstandscapaciteit bestaat uit: vrij aanwendbare reserves, onbenutte belastingcapaciteit, ruimte in de exploitatiebegroting stille reserves Vrij aanwendbare reserves bestaan uit de algemene reserves en bestemmingsreserves. De bestemmingsreserves voor tariefegalisatie is echter niet vrij inzetbaar omdat deze bestemd zijn voor het opvangen van ongewenste schommelingen in de belastingtarieven. De overige bestemmingsreserves hebben als bestemming gronden. Deze reserve is in 2002 in het leven geroepen. Hierin zijn de opbrengsten opgenomen die verkregen zijn door verkoop van gronden, andere objecten en melkquota om deze te reserveren voor eventuele toekomstige aankoop van gronden. Het totaal van de vrij aanwendbare reserves ultimo 2014 (voor resultaatbestemming) kan als volgt worden weergegeven: (bedragen x 1.000) Rekening 2014 Algemene reserves 1.433 Overige bestemmingsreserves 750 2.183 In 2011 heeft er een herijking van de algemene reserves plaatsgevonden. Er is een risicoanalyse uitgevoerd om te bepalen wat de hoogte van de algemene reserves van het waterschap moet zijn. De uitkomsten van de herijking risicoanalyse gaven aan dat de berekende hoogte van de algemene reserves 1,3 miljoen moet zijn. Het totaal aan risico s / schadebedragen bedraagt 20,3 miljoen. Het weerstandsvermogen is het verschil tussen de weerstandcapaciteit (2,2 miljoen) en het berekende risicoprofiel na indexatie (1,4 miljoen) en geeft een overdekking van 0,8 miljoen. In de programmabegroting 2014 is aandacht besteed aan niet geraamde uitgaven ten gevolge van niet kwantificeerbare risico s, maar die desondanks van wezenlijke invloed kunnen zijn op de financiële positie van het waterschap. De volgende risico s zijn vermeld. Aansprakelijkheidstellingen en schadeclaims van derden in verband met: - veiligheid waterkering - wateroverlast (intrekking WTS regeling) / droogte; - verontreiniging van oppervlaktewater, waterbodems en andere grond; - leidingbreuk; - integer, doeltreffend en rechtmatig handelen. Verhoging van energieprijzen. Renteontwikkelingen. Kapitaallasten. Investeringsprojecten. Bezuinigingsplannen van andere overheden. Garantstelling van schulden van derden. Vertraging afronding waterhuishoudkundige projecten in verband met stagnatie grondverwerving. Pagina 36 van 73

Aanslagoplegging. Faillissement leveranciers. Sterke toename inflatiepercentage. Landelijke ICT-projecten. Europese aanbestedingstrajecten. Subsidie inkomsten. Balansrisico s. Strategische grondaankopen. Regeerakkoord 2012; Bruggen slaan. Deze risico s hebben zich niet in dusdanige mate voorgedaan dat het wezenlijke invloed heeft gehad op de financiële positie van het waterschap. 4.3.6 Financiering In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de renteontwikkeling en het rentebeleid, het risicobeheer en de leningenportefeuille. 4.3.6.1 Rente(beleid) In 2014 is, binnen de mogelijkheden van de wet Fido, optimaal gebruik gemaakt van de lage geldmarktrente. Aan het eind van het jaar was de geldmarktrente gedaald naar 0,25%, voor kasgeldleningen van 1 week tot 1 maand lagen de tarieven in 2014 nog fors lager 0,06-0,08%.. 4.3.6.2 Risicobeheer In 2014 is, in verband met de tijdelijke ontheffing van de renterisiconorm. gekeken naar de gewenste structuur van de financiering. Onderdeel daarvan was de gemiddelde afschrijvingstermijn van de investeringen (van 10 jaar) en het daarop aanpassen van de looptijd van de leningen. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is het maximum bedrag waarvoor het waterschap middelen mag aantrekken op de geldmarkt. De kortlopende middelen zijn aangetrokken in de vorm van een kredietlimiet op rekening courant en kasgeldleningen met een looptijd tot 1 maand. De rekening courant wordt aangehouden bij de huisbankier van het waterschap NWB (de Waterschapsbank). De kasgeldleningen zijn aangetrokken bij NWB. De netto vlottende schuld mag de kasgeldlimiet niet langer dan drie kwartalen overschrijden. Bij overschrijding langer dan twee kwartalen is melding aan de toezichthouders (provincie) noodzakelijk. De kasgeldlimiet bedraagt 23% van de jaarbegroting. Voor 2014 is de limiet op 11,2 miljoen berekend. Aan deze limiet is na overschrijding van twee kwartalen, weer voldaan. Renterisiconorm Waterschappen moeten rapporteren over het renterisico dat zij over de vaste schuld lopen. Het renterisico op de vaste schuld is in de Wet Fido omschreven als: de mate waarin het saldo van de rentelasten van een openbaar lichaam verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van een jaar of langer. Het renterisico op de vaste schuld dient te voldoen aan de renterisiconorm; deze norm is in een wettelijke uitvoeringsregeling uitgewerkt als een bedrag ter hoogte van 30% van het begrotingstotaal. Voor 2014 komt de renterisiconorm op ongeveer 14,6 miljoen. Dit is het maximaal toegestane bedrag aan herfinanciering (het aflossingsbedrag in dat jaar voor zover opnieuw gefinancierd vermeerderd met het leningsbedrag waarvan de rentevaste periode is vervallen en opnieuw wordt vastgelegd). In 2014 is een bedrag van 36,3 miljoen afgelost en hergefinancierd als onderdeel van een nieuwe lening ten bedrage van 45 miljoen. Er is geen rentevaste periode herzien. Het verschil tussen maximaal toegestaan (14,6 miljoen) en werkelijk hergefinancierd (36,3 miljoen) is 21,8 miljoen, overschreden ruimte boven de renterisiconorm. Voor deze overschrijding hebben wij tijdelijk van de provincie Overijssel ontheffing gekregen. Voorwaarde voor deze toestemming was herstructurering van de leningen zodat de renterisiconorm in de toekomst niet opnieuw overschreden zal worden. Wij hebben niet alleen gekeken naar de aflossingsverplichting in de komende jaren t.o.v. de renterisiconorm maar ook naar de gemiddelde afschrijvingstermijn en andere wetgeving. Dit heeft geleid tot het aantrekken van een lening (van 45 miljoen) met een periode van 2 jaar fixe en daarna een lineaire aflossing van 10 jaar. Hiermee wordt in meerjarenperspectief aan de renterisiconorm voldaan. Pagina 37 van 73

4.3.6.3 Leningenportefeuille In de begroting 2014 werd uitgegaan van het afsluiten van een vaste lening voor een bedrag van 40 miljoen. Eind juni 2014 is een lening van 45 miljoen met een rentevaste periode van 12 jaar aangetrokken. Het aangetrokken bedrag ligt 5 miljoen hoger dan geraamd, verklaring hiervoor is dat in 2013 voor een lager bedrag aan leningen is aangetrokken dan begroot o.a. doordat projecten zijn opgeschoven en ontvangen subsidies. In 2014 kwam het aan te trekken bedrag door reeds gedane en verwachte uitgaven in projecten hoger uit. Voor een overzicht en het verloop van de leningenportefeuille wordt verwezen naar bijlage III. 4.3.7 Verbonden partijen Verbonden partijen zijn organisaties waarin het waterschap een financiële én bestuurlijke belang heeft. Onderstaand wordt voor de belangrijkste verbonden partijen toegelicht welke visie Reest en Wieden hierop heeft en welke risico s worden onderkend: 4.3.7.1 Nederlandse Waterschapsbank NV De Nederlandse Waterschapsbank NV, gevestigd te Den Haag, is de bank voor waterschappen en andere onderdelen van de publieke sector, zoals woningbouwcorporaties. Op 1 januari 2014 waren 23 waterschappen, 9 provincies en de Staat aandeelhouder. Er zijn in 2014 geen veranderingen in het belang van de verbonden partij voor Reest en Wieden geweest. Reest en Wieden heeft een belang in het aandelenkapitaal van: - 648 aandelen A van 115 nominaal ( 74.520) die volledig volgestort zijn - 37 aandelen B van 460 ( 4.425) die voor 26% zijn volgestort. Conform art 4.66 lid 1 Waterschapsbesluit zijn de aandelen gewaardeerd op verkrijgingsprijs met een boekwaarde van 79.000. Eind 2014 was het eigen vermogen 1,3 miljard en het vreemd vermogen 86,9 miljard. Het netto renteresultaat was in 2014 117 miljoen. De NWB verstrekt ons geen begroting. De belangrijkste risico s waar de NWB mee te maken heeft zijn rente-, liquiditeits- en kredietrisico s. In het verleden werd dividend uitgekeerd, in 2011 is de dividenduitkering in verband met voorgenomen wettelijke solvabiliteitseisen stopgezet. De waterschappen worden vertegenwoordigd door de Algemene vergadering. 4.3.7.2 Unie van Waterschappen De Unie van Waterschappen, gevestigd in Den Haag, is de landelijke koepelorganisatie van de 23 waterschappen in Nederland. De Unie ondersteunt de waterschappen op het gebied van beleidsontwikkeling, belangenbehartiging en lobby bij de Europese Unie, het parlement en de ministeries en leveren daarmee een bijdrage aan het formuleren en realiseren van doelstellingen van ons waterschap. In de jaarlijkse contributie zijn ook projectkosten programma s opgenomen waar de deelnemers een financieel risico kunnen lopen. Voor de lopende zaken wordt het risico beperkt geacht. Er zijn in 2014 geen veranderingen in het belang van de Unie geweest. Er is geen financieel belang in de jaarrekening opgenomen. Eind 2014 was het eigen vermogen 1,0 miljoen en het vreemd vermogen 12,7 miljoen. Het resultaat was 27.000 negatief. Begroting 2015 bedraagt 9,3 miljoen. 4.3.7.3 Waterschapshuis (HWH) Het Waterschapshuis is een gemeenschappelijke regeling en is gevestigd in Amersfoort. Het heeft als doel het bevorderen en faciliteren van samenwerking op het gebied van informatievoorziening tussen de waterschappen en de andere overheden; een efficiënte inzet van ICT-middelen. Waterschap Reest en Wieden heeft als deelnemer directe zeggenschap. De waterschappen dragen bij in de kosten die in twee groepen zijn verdeeld in algemene kosten en projectkosten. Andere belanghebbenden zijn: Unie van Waterschappen en Rijkswaterstaat. Voor HWH 2.0, een afslanking van takenpakket en organisatie, waarbij meer sprake zal zijn van een scheiding tussen collectieve zaken (producten die we als waterschapsector gezamenlijk afnemen) en facultatieve taken (keuze-producten) zijn in 2014 voorbereidingen getroffen, zoals het dienstverleningsconstruct HWH 2.0. In 2015 zullen onder aansturing van de nieuwe secretaris-directeur stappen gezet worden om de realisatie verder vorm te geven. Pagina 38 van 73

Het standpunt is ingenomen dat Het Waterschapshuis geen eigen reserves dient aan te houden en dat eventuele overschotten of tekorten rechtstreeks met de deelnemers worden verrekend. Om die reden stelt het Dagelijks bestuur voor om de huidige Algemene Reserve en een tweetal bestemmingsreserves in 2015 terug te betalen aan de waterschappen. Reest en Wieden heeft geen financieel belang in de jaarrekening opgenomen. Eind 2014 was het eigen vermogen 1,5 miljoen en het vreemd vermogen 5,3 miljoen. Het jaarrekeningresultaat 2014 na mutatie reserves bedraagt 533.829. De begroting 2015 is bijgesteld naar 15,5 miljoen. De belangrijkste risico s waar HWH mee te maken heeft zijn project-specifieke risico s en het risico van uittreding van een waterschap. Het EMU saldo is berekend op 187.000. 4.3.7.4 GBLT De GBLT is sinds medio december 2014 gevestigd te Zwolle. In 2014 namen hierin 6 waterschappen en 4 gemeenten deel. Het doel is zorg te dragen voor een effectieve en efficiënte heffing en invordering van belastingen. Voor Reest en Wieden is deelname gericht op waarborging van de continuïteit van de uitvoering, gelijkblijvende of stijgende kwaliteit en dalende kosten (kostenvoordeel). Er zijn in 2014 geen veranderingen in het belang van de verbonden partij voor Reest en Wieden geweest. Per 1 januari 2014 is de gemeente Zwolle toegetreden. Er is geen financieel belang in de jaarrekening opgenomen. Eind 2014 was het eigen vermogen 0,3 miljoen negatief (bestaande uit bestemmingsreserve, nog te bestemmen resultaat lopend boekjaar en voorziening) en het vreemd vermogen 9,3 miljoen, de solvabiliteit (eigen vermogen/ vreemd vermogen) is negatief. Echter de deelnemers zullen een extra bijdrage moeten betalen waarmee het negatief eigen vermogen wordt aangevuld. Het financiële resultaat (concept) bedraagt voor resultaatbestemming van 782.000 negatief. Dit bedrag zal met in achtneming van de vastgestelde verdeelsleutel aan de deelnemers in rekening worden gebracht. De begroting 2015 wordt bijgesteld naar 22,3 miljoen. GBLT loopt bij het uitoefenen van taken financiële risico s. Hierbij valt te denken aan claims van derden, rechtsgedingen en onzekerheden in investeringen. Het aantal bezwaren tegen WOZ beschikkingen van zogenaamde no cure no pay -bureaus neemt fors toe, waardoor de kosten voor GBLT toenemen. Daarnaast loopt GBLT, op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, een beperkt risico bij het niet binnen de wettelijke termijnen nemen van besluiten. Het Emu-saldo is niet bekend. GBLT geeft aan niet gehouden te zijn aan de EMU regels. De effecten van GBLT behoren tot uitdruk in te komen via de individuele bijdragen aan GBLT in de begrotingen en jaarrekeningen van de deelnerners. 4.3.7.5 Aqualysis Vanaf 1 januari 2014 is er een gezamenlijk waterschapslaboratorium Aqualysis. De deelnemende waterschappen Groot Salland, Reest en Wieden, Rijn en IJssel, Zuiderzeeland, Vallei en Veluwe, Vechtstromen zijn voor een gelijk deel eigenaar van het laboratorium dat een zelfstandige juridische entiteit krijgt. Het waterschapslaboratorium richt zich onder meer op bodemonderzoek en vervuilinganalyses. Er is geen financieel belang in de jaarrekening opgenomen. Eind 2014 was het eigen vermogen 0 miljoen en het vreemd vermogen 1,4 miljoen. Het jaarrekeningresultaat 2014 is 533.961 (voor eindafrekening met de deelnemers). De begroting 2015 is 5,8 miljoen. Het EMU-saldo van Aqualysis in 2014 bedraagt -473.000. Pagina 39 van 73

4.3.8 Bedrijfsvoering In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de stand van zaken inzake bedrijfsvoering. 4.3.8.1 Algemeen De burger verwacht van het waterschap dat de gelden rechtmatig, doelmatig en doeltreffend worden besteed en dat het waterschap een betrouwbare partner voor de burgers is en transparant is. Deze verwachtingen zijn tevens criteria voor de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering ondersteunt de primaire processen van het waterschap. Een doelmatigere organisatie van de bedrijfsvoering bespaart tijd én geld. In 2014 is gestart met Lean Management. Voor het begrotingsproces is met een Lean-aanpak gewerkt aan knelpunten en verbeteringen in het proces en het centraal stellen van de klant, en daardoor geen stappen te doen die geen toegevoegde waarde opleveren. In andere processen is gekeken naar betere en/ of goedkopere oplossingen, voorbeelden hiervan zijn onder de ontwikkelingen per programma opgenomen. Voor de formatie wordt gewerkt met een strategische personeelsplanning om zowel de komende jaren tijdig kwalitatief goede medewerkers beschikbaar te hebben als ook een bezuiniging op de personeelslasten te realiseren. In 2014 is de taakstelling hiervoor gehaald. 4.3.8.2 Rechtmatigheid Het dagelijks bestuur van Waterschap Reest en Wieden is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met hoofdstuk 4 van het in Nederland geldende Waterschapsbesluit. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving waaronder verordeningen van het waterschap zelf. Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In de jaarrekeningcontrole zijn een aantal controleverschillen geconstateerd, te weten: - ten onrechte niet Europees aanbesteden van Inkopen Brandstof en Dataverkeer, - onzekerheid over nog op te leggen aanslagen door GBLT en voorziening dubieuze debiteuren. 4.3.8.3 Loonontwikkeling In 2014 is er geen nieuw cao-akkoord gesloten. De onderhandelingen lopen nog. 4.3.8.4 Toelichting op investeringskredieten ultimo 2014 Hieronder zal een toelichting worden gegeven op de investeringskredieten: lopende kredieten; afgeronde kredieten; verstrekte kredieten; voorgenomen investeringen die gehandhaafd worden; voorgenomen investeringen die na 1 januari 2014 zijn komen te vervallen. Lopende kredieten Ultimo 2014 zijn er bij Waterschap Reest en Wieden 102 projecten onderhanden. In onderstaande tabel is de totale omvang van de openstaande kredieten, het totaal van uitgaven en ontvangen subsidies en bijdragen en het restant krediet bruto en netto opgenomen. (bedragen x 1.000) aantal projecten totaal bruto krediet verwachte subsidie/ bijdragen netto krediet totaal uitgaven totaal subsidies/ bijdragen restant Bruto krediet restant netto krediet 102 79.703 10.740 68.963 47.016 6.108 32.687 28.054 Met de 102 lopende kredieten is in totaal een bedrag van 79,7 miljoen gemoeid, De verwachte subsidies/bijdragen liggen op ca. 13% waardoor de netto bijdrage van het waterschap op 69,0 miljoen ligt. Ultimo 2014 is ca. 59% van het bruto krediet, 47,0 miljoen, uitgegeven. Afgesloten kredieten Pagina 40 van 73

In 2014 zijn 58 kredieten afgesloten, 44 met een onderschrijding (er was geld over) en 10 met een overschrijding (er was geld tekort), 4 zijn precies binnen het beschikbare budget afgerond. Per saldo was er 4,2 miljoen over. Als het tekort groter was dan 5% is hiervoor in de bestuursrapportages aanvullend krediet aangevraagd. (bedragen x 1.000) aantal projecten totaal bruto krediet totaal bruto realisatie Kredietruimte afgeronde kredieten met onderschrijding 44 25.632 21.443 4.189 met overschrijding 10 1.342 1.377-35 neutraal 4 1.760 1.760 0 totaal 58 28.734 24.580 4.154 Verstrekte kredieten In 2014 zijn 47 kredietaanvragen goedgekeurd met een bedrag van 16,8 miljoen. In bijlage IV Staat van kredieten is een overzicht opgenomen van de in 2014 goedgekeurde kredietaanvragen. (bedragen x 1.000) aantal totaal bruto projecten krediet 47 16.758 Voorgenomen investeringen die na 1 januari 2015 zijn komen te vervallen/ vervallen restantkredieten Voor 29 voorgenomen investeringen is het (restant) krediet van 6,2 miljoen niet opgevraagd en is dit komen te vervallen. (bedragen x 1.000) aantal totaal aan te voorgenomen vragen bruto investeringen krediet verstrekt vervallen restant kredieten vervallen per 31/12/2014 29 10.527 4.327 6.200 4.3.9 EMU-saldo Sinds Nederland deel uitmaakt van de Economische en Monetaire Unie (EMU) worden voor de staatsschuld en het begrotingssaldo de definities gebruikt die binnen de gehele EMU hetzelfde zijn. Er wordt nu gesproken over EMU-schuld en EMU-saldo. Het EMU-saldo is het gemiddelde saldo van de inkomsten en uitgaven van alle deelnemende landen aan de EMU. Het saldo geldt als norm waaraan de begroting en rekening van deelnemende landen worden getoetst. In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag zijn. De inkomsten en uitgaven van de lokale overheid tellen mee voor de berekening van het EMU-saldo van de totale Nederlandse overheid. Op basis van de wet Financiering Decentrale Overheden (Fido) heeft het rijk mogelijkheden in te grijpen bij een dreigende overschrijding van het EMU-saldo voor zover dit wordt veroorzaakt door een ongewenste ontwikkeling van het EMU-saldo van de lokale overheid. Het EMU saldo kan worden becijferd vanuit verschillende invalshoeken: de niet-financiële transacties, de financiële transacties, de balansstanden. In alle gevallen dient het saldo hetzelfde te zijn. De monitoring van dit saldo vindt plaats via EMU-rapportages. Op basis van de begrotingscijfers 2014 was het verwachte EMU-saldo voor het waterschap Reest en Wieden een tekort van 5,2 miljoen. Op realisatiebasis is dit een tekort van 8,8 mln. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere bruto investeringen dan begroot en gecorrigeerde investeringssubsidies. Aangezien waterschappen het baten- en lastenstelsel als grondslag gebruiken voor het bepalen van het resultaat en niet het kassaldo (waar de berekening van het EMU-saldo op is gebaseerd), is het lastig om op het EMU-saldo te sturen. Voor het waterschap geldt geen individuele norm, maar een gezamenlijke norm voor de decentrale overheden. Het kabinet heeft toegezegd dat er in haar regeerperiode geen sancties zullen gelden. Pagina 41 van 73

OPBOUW EMU-SALDO (bedragen x 1.000) Rekening 2014 Begroting 2014 Rekening 2013 Begroting 2013 EMU-exploitatiesaldo: 1.869-988 1.841-1.722 Invloed investeringen (zie staat van activa): -/- bruto-investeringsuitgaven (zie werken in exploitatie en onderhanden werken) -18.267-17.044-16.454-22.155 + investeringssubsidies -3.478 1.428 7.036 2.200 + afschrijvingen (zie werken in exploitatie) 10.539 11.363 9.686 10.348-11.206-4.253 268-9.607 Invloed voorzieningen (zie staat van voorzieningen): + toevoegingen aan voorzieningen t.l.v. exploitatie 524 75 48 50 -/- onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. exploitatie -/- onttrekkingen rechtstreeks uit voorzieningen -109-113 -198-113 415-38 -150-63 Invloed reserves (zie staat van reserves en voorzieningen) -/- eventuele betalingen rechtstreeks uit reserves + eventuele externe vermeerderingen van reserves 39 39 34 34 Deelnemingen en aandelen: + boekverlies - - - - EMU-SALDO (tekort - / overschot) -8.883-5.240 1.993-11.358 4.3.10 Wet normering topinkomens De wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) is ingetrokken per 1 januari 2013. Dit betekent dat deze wet niet meer van kracht is. Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. De WNT regelt niet alleen de openbaarmaking van topinkomens in de publieke en semipublieke sector, zoals voorheen de Wopt, maar stelt ook maxima aan de hoogte van de bezoldiging van topfunctionarissen en tevens aan de ontslagvergoedingen. De WNT kent een maximale bezoldigingsnorm voor een topfunctionaris. Indien de maximale bezoldigingsnorm wordt overschreden, is sprake van een onverschuldigde betaling, die teruggevorderd moet worden. De algemene maximale bezoldiging mag voor een topfunctionaris niet meer bedragen dan 230.474,00 per jaar (2014). 2014 Secretaris-directeur Mr. A.K. Schuttinga Duur dienstverband gehele jaar Omvang dienstverband fulltime Bruto beloning 129.973,00 Totale sociale lasten (ABP, SVW en ZKST) 28.989,00 Jubileumvoorziening 0,00 De beloning is conform de cao Waterschappen. Bij het waterschap Reest en Wieden zijn er geen functies of dienstverbanden, waarvan de som van het belastbaar loon en de voorzieningen het gemiddeld belastbaar jaarloon van de bezoldigingsnorm te boven gaat. Ook het totaal aan uitkeringen in verband met de beëindiging van het dienstverband bedraagt niet meer dan de bezoldigingsnorm in het jaar waarin het dienstverband is geëindigd. Pagina 42 van 73

Aan het Dagelijks Bestuur zijn onderstaande bezoldigingen verstrekt. Naam Functie Bezoldiging 2014 Pensioenvoorziening Belastbare vaste en variabele vergoedingen Totale bezoldiging Kool M M Dijkgraaf 119.200 18.085 4.687 141.972 Boersma T J DB-lid 52.840 1.265 54.105 Peereboom H J DB-lid 52.840 1.902 54.742 Schelhaas K B DB-lid 52.840 933 53.773 Spijkervet F K L DB-lid 52.840 692 53.532 Toelichting: De WNT stelt publicatie van de bezoldiging van het bestuur niet verplicht. Pensioenvoorziening: In de WNT is het werkgeversdeel pensioen onderdeel van de maximum bezoldiging. Dit geldt alleen voor mevrouw M.M. Kool. Voor de overige bestuursleden en oud-bestuursleden wordt een voorziening aangehouden, zoals vermeld op pagina 64 Belastbare vaste en variabele vergoedingen: De leden van het Dagelijks Bestuur ontvangen enkele wettelijk vastgestelde tegemoetkomingen en daarnaast indien van toepassing vergoedingen voor dienstreizen. Alleen belastbare onkostenvergoedingen vallen onder het WNT-bezoldigingsbegrip. Pagina 43 van 73

5. JAARREKENING 2014 5.1 Algemeen In de jaarrekening is het exploitatieoverschot (= Nog te bestemmen resultaat) van ruim 1,6 miljoen. In de programmabegroting 2014 was het tekort over het begrotingsjaar 2014 begroot op 1,0 miljoen. Hieruit vloeit een verschil van 2,7 miljoen positief. Teneinde het voornoemde verschil te verklaren, zal in de jaarrekening een analyse worden gegeven van afwijkingen groter dan 50.000. De analyses zijn toegespitst op de afwijkingen tussen de realisatie 2014 en de (primitieve) begroting 2014. Gedurende het begrotingsjaar is er één begrotingswijziging doorgevoerd voor het programma Veiligheid. Achteraf gezien was deze begrotingswijziging niet nodig geweest. Door afronding in de cijfers in de begroting en de realisatie kunnen verschillen ontstaan. Dit betreffen geen materiële afwijkingen. 5.2 Exploitatierekening 2014 naar programma s De totale gerealiseerde netto kosten over 2014 in relatie tot de begroting zien er als volgt uit: (bedragen x 1.000) Realisatie 2014 Begroting 2014 Afwijking Veiligheid 2.198 2.319 121 Watersysteem 14.723 15.822 1.099 Waterketen 14.017 14.472 455 Maatschappij en organisatie 13.423 14.016 593 Netto kosten 44.361 46.629 2.268 Reserves, per saldo 1.641-1.027-2.668 Omslag 46.002 45.602 400 Toelichting op afwijkingen realisatie netto kosten 2014 in relatie tot de (primitieve) begroting 2014 Programma Veiligheid Het voordeel op dit programma bedraagt 121.000 en wordt grotendeels verklaard door de navolgende factoren. De vangsten en uren voor de muskusrattenbestrijding waren in 2014 onder controle, waardoor minder personeel van derden is ingezet om de gestelde doelen te halen. Voordeel voor de inhuur op dit programma betreft totaal 86.000. De personeelslasten zijn vooral voordelig voor het product Muskusrattenbestrijding. In het jaarplan is uitgegaan van 16.725 velduren terwijl in werkelijkheid 15.936 uren zijn gerealiseerd. Voordeel voor de personeelslasten op dit programma betreft totaal 103.000. De bijdragen van andere waterschappen in de centrale coördinatie muskusrattenbestrijding zijn hoger uitgekomen onder andere als gevolg van de door ons ontwikkelde mobiele applicatie. In de begroting is rekening gehouden met het feit dat vanaf 2014 de bijdrage aan Groot Salland voor de exploitatie van balgstuw Ramspol zou komen te vervallen in verband met de overdracht naar Rijkswaterstaat. De overdracht heeft niet per 1 januari plaatsgevonden, maar heeft per 1 juli plaatsgevonden. Hierdoor heeft Groot Salland over 2014 nog 96.000 in rekening gebracht voor de exploitatie- en de investeringslasten van de balgstuw. Programma Watersysteem Het voordeel op dit programma bedraagt 1.1 miljoen en wordt grotendeels verklaard door de navolgende factoren. Een grote blikvanger zijn de voordelige kapitaallasten van ruim 847.000. Onder andere ontstaan de volgende investeringen waarvoor de afschrijving pas na 2014 gaat lopen of (deels) vervallen. Pagina 44 van 73

Investering Reden Uitvoering Waterbodemsanering Niet geraamde subsidie ontvangen van 652.000 voor de jaren 2008-2012. En doordat voor investering 2012-2013 de in gebruik name datum voorzien is op 31 mei 2016. WOM-projecten Reestdal en Oude Diep Deze twee projecten zullen pas in 2015 in gebruik worden genomen. Hierdoor vindt activering en afschrijving pas vanaf 2016 of later plaats. Baggerwerken Noordwest Overijssel, Middenraai In gebruik name is voorzien in dit jaar en volgend jaar en Linthorst Homankanaal waardoor activering en afschrijving plaats vindt vanaf 2015 en 2016. Pilot fosfaatverwijdering Noordwest Overijssel Pilot is (gedeeltelijk en voor grootste gedeelte) niet uitgevoerd. Buitenvaart I Buitenvaart I moet binnen 3 jaar voldoen aan de door ons gestelde voorwaarden. Uiterste afsluitdatum is daardoor 14 mei 2016. Gemeente Hoogeveen is nog niet gestart met de ontwikkeling van dit bedrijventerrein. Diverse voorgenomen investeringen vervallen Projectmatig onderzoek, Bijdrageregeling cultuurhistorische waterwerken, Deelname in investeringsprojecten van gemeenten met waterschapsbelang, Oplossen knelpunten stedelijk waterbeheer, Onderhoud bruggen en Kwaliteitsverbetering boezem Noordwest Overijssel Hydraulische kraan en Breedspoortractor met In gebruik name heeft plaatsgevonden in 2014 klepelmaaier, Aanschafdienstauto's 4st waardoor de afschrijving pas in 2015 gaat lopen. Bewegende Waterberging Meppel In gebruik name heeft plaatsgevonden in 2014 waardoor de afschrijving pas in 2015 gaat lopen. Het budget voor het onderhoud aan watergangen is volledig aangewend en gebruikt om de kosten voor inhuur van uitzendkrachten te dekken. De afgelopen jaren is 3 fte in de buitendienst niet ingevuld. Tevens is er sprake van langdurige zieken. Om aan het maaiplan te kunnen voldoen is het noodzakelijk geweest om medewerkers in te huren. Uitvoering van het onderhoud aan bruggen is gestagneerd in afwachting van de uitspraak van de rechter over het onderhoud van de Jonenbrug. De uitspraak is van belang over wat de verantwoordelijkheid is van het waterschap met betrekking tot het onderhouden aan bruggen. De personeelslasten zijn voordelig uitgevallen voor een bedrag van 72.000. Dit voordeel komt vooral tot uitdrukking bij het onderhoud aan watergangen en (niet) peilregulerende kunstwerken. Voor inhuur om de watergangen te maaien is het nadeel 143.000. Er zijn wel meer uren gemaakt voor het baggeren en herprofileren van watergangen. Provincies en verschillende gemeenten kunnen / willen de bagger niet op de eigen percelen ontvangen en geven aanliggende eigenaren een vergoeding als zij de bagger van de provincie / gemeente willen ontvangen. Om geen stagnatie in het uitvoeringsprogramma van het baggeren te krijgen betalen wij in eerste instantie de vergoeding namens de provincie / gemeente aan de ingelanden uit. Later vindt er een verrekening plaats. Het budget voor het baggeren en herprofileren van watergangen is niet volledig aangewend. Programma Waterketen Het voordeel op dit programma bedraagt 455.000 en wordt grotendeels verklaard door de navolgende factoren. Het voordeel van 575.000 is vooral gerealiseerd door lagere kosten voor de aankoop van chemicaliën. Dit is o.a. veroorzaakt door: - gerichte processturing, het terugdringen van de doelstelling grondstoffengebruik. Pagina 45 van 73

- het aanpassen van de dosering van chemicaliën bij het mechanisch ontwateren van slib. Er wordt geen ijzerchloride meer gedoseerd, de hoeveelheid houtvezel is gehalveerd en op PE wordt scherp gestuurd. - de slechte verkrijgbaarheid van glycerine waardoor primair slib van de RWZI Meppel wordt ingezet als koolstofbron. Hierdoor is er minder glycerine ingekocht dan vooraf voorzien. De kosten voor de slibverwerking zijn aanzienlijk gedaald door de afname van de hoeveelheid te storten slibkoek en door de afbraak van slib in de Energiefabriek en verlaagd storttarief. Het voordeel betreft 145.000. Voordeel van 174.000 wordt grotendeels veroorzaakt door het verwerken van per as aangevoerd afvalwater. Vanwege een storing in de zuivering van een bedrijf is het afvalwater rechtstreeks afgevoerd naar RWZI s. Tegenover deze voordelige posten staat ook een aantal nadelige posten: Elektriciteit 131.000; Overschrijding wordt veroorzaakt doordat verwacht werd dat het energieverbruik van transport Echten zou dalen na vervanging van rioolwaterpompen, vervanging is later gerealiseerd dan verwacht, hierop is de begroting aangepast. Verder door een wijziging in de samenstelling van het afvalwater veroorzaakt door een grote industriële lozer. Afvalwater is makkelijker afbreekbaar wat heeft geleid tot een hoger stikstofverwijderingsrendement maar vraagt meer beluchtingsenergie door de RWZI Beilen omdat de zuurstofinbreng moeizamer verloopt. En tevens doordat de Demon reactor van de RWZI Echten onvoldoende stikstof verwijdert, vraagt de stikstofverwijdering extra beluchtingsenergie. Onderhoud zuiveringsinstallaties mechanisch elektrisch 129.000; Er is meer correctief onderhoud uitgevoerd dan vooraf voorzien, voornamelijk aan voortstuwers, slibpompen, fijnroosters, blowers en stappenroosters. Personeelslasten 102.000. Er zijn beduidend meer uren gemaakt voor de zuiveringsinstallaties en verwerkt slib. Programma Maatschappij en Organisatie Het voordeel op dit programma bedraagt 0,6 miljoen wordt grotendeels verklaard door de navolgende factoren. De toegerekende personeelslasten zijn voordelig uitgevallen voor een bedrag van 367.000. Voor onvoorziene uitgaven is 100.000 geraamd. Van de post onvoorzien mag uitsluitend gebruikt worden nadat en voor zover is vastgesteld dat binnen de vastgestelde ramingen van de programma s in de programmabegroting 2014 waarop de betreffende lasten betrekking hebben hiervoor geen middelen beschikbaar zijn. Gelet op het feit dat in de begrotingsuitvoering binnen de programma s afdoende ruimte beschikbaar is gebleken, is van deze regeling geen gebruik gemaakt en vloeien deze gelden terug naar de exploitatie. Dit resulteert in een voordeel van 100.000. De toegerekende kapitaallasten zijn voordelig uitgevallen voor een bedrag van 95.000. Het gaat om vooral de volgende investeringen die hieraan hebben bijgedragen: Investering Reden Digitalisering Vertraging van het traject heeft geleid tot enkele maanden uitstel; in gebruik name is 2014; begroot was 2013, waardoor de afschrijving pas in 2015 gaat lopen. Implementatie Waterschapsdatabase in gebruik name is 2014; begroot was 2013, waardoor de afschrijving pas in 2015 gaat lopen. GIS Software Betreft het project voor vervanging programma Iris, zou aanvankelijk in 2013 worden gebruikt, implementatie in 2014, waardoor de afschrijving pas in 2015 gaat lopen. Financieel informatiesysteem (vervanging) Reden van de afwijking m.b.t. het financieel informatie systeem is dat bij afsluiten krediet 85.000 niet is besteed en vervallen. Pagina 46 van 73

Doordat de tarieven van de huurlijnen al enkele jaren een dalende tendens tonen en daarnaast de ingebruikname van een tweetal extra verbindingen vertraging heeft opgelopen zijn de huur telefoonlijnen en zendmachtigingen voordelig uitgevallen voor een bedrag van 87.000. De begrote kosten voor ondersteuning betroffen kosten ivm Waterkracht, fusievoorbereiding en externe inhuur tbv zoeklicht-onderzoeken. De kosten van Waterkracht zijn aanzienlijk lager dan verwacht, ook heeft voor het vooronderzoek fusie nauwelijks inhuur ter vervanging van eigen personeel plaatsgevonden. De kosten voor de verkenning van de fusie tussen Reest en Wieden en Groot Salland hebben te maken met de begeleiding door een extern bureau. Ook zijn er kosten gemaakt voor de taxatie van de huidige panden van beide waterschappen. De kosten betreffen 92.000. In 2014 is minder externe ondersteuning nodig geweest dan de vorige jaren voor de afdeling Infrastructuur en Waterketen. Sommige onderzoeken zijn vertraagd en worden in 2015 opgeleverd. Dit geldt bijvoorbeeld voor het technische advies voor de capaciteit van RWZI Echten. In de begroting is ook budget opgenomen voor ondersteuning van innovatieve projecten. Het budget is niet volledig aangewend. Er is externe ondersteuning ingeschakeld om bestaande achterstanden weg te werken voor de grondzaken en om pachtovereenkomsten te actualiseren. In de begroting was hier geen rekening mee gehouden. Tegelijkertijd is er sprake van meeropbrengsten van eigendommen (pacht, gebruiksrechten, boekwinst gronden enz.) waarmee in de begroting deels rekening is gehouden. In feite is in 2014 de meeropbrengst opgegaan aan de externe inhuur en hebben we de komende jaren profijt van de verhogingen van pacht en een actueel eigendommenbestand. In totaal is 56.000 voor ondersteuning niet uitgegeven. Met de invoering van het Individueel Keuze Budget is er voor gekozen om alle overuren inclusief het overwerkpercentage uit te betalen. Voorgaande jaren werden de gewerkte overuren als tijd voor tijd opgenomen meestal inclusief het overwerkpercentage. Bij het opstellen van de begroting is er geen rekening mee gehouden dat de overuren inclusief overwerkpercentage zouden worden uit betaald. Gedurende de hoogwaterperiode eind mei is de calamiteitenorganisatie in werking getreden en is gewerkt in tweeploegendienst. Als gevolg hiervan hebben medewerkers meer uren gewerkt en tijdens de avond/nacht en tijdens het Hemelvaartweekend. Hier door zijn de kosten voor de overwerkvergoeding hoger uitgekomen voor een bedrag van 53.000. Er is op actuariële gronden een hogere toevoeging gedaan voor de voorziening (oud-)bestuurders. Het nadeel betreft 494.000. Het budget voor friktiekosten wordt gebruikt om (langdurig) zieke medewerkers en knelpunten in de organisatie op te vangen. Dit budget is overschreden met een bedrag van 51.000 maar de extra kosten zijn gedekt door het niet invullen of op een later moment van vacatures. De perceptiekosten van GBLT zijn nadelig uitgevallen voor een bedrag van 68.000. Pagina 47 van 73

5.3. EXPLOITATIEREKENING 2014 NAAR KOSTENDRAGERS EN TOELICHTING (bedragen x 1.000) Toel. Realisatie 2014 Begroting 2014 Afwijking Watersysteembeheer 1 25.010 26.826 1.816 Zuiveringsbeheer 2 19.311 19.764 453 Netto kosten 44.321 46.590 2.269 Kwijtgescholden en oninbaar verklaarde bedragen 3-884 -897-13 Gerealiseerde belastingopbrengsten 46.885 46.499-386 Gerealiseerd resultaat voor bestemming 1.680-988 -2.668 Toevoegingen aan reserves -39-39 0 Nog te bestemmen resultaat (= Toevoegen aan reserves) 4 1.641-1.027-2.668 In de begroting 2014 wijken de begrote bedragen voor watersysteembeheer en zuiveringsbeheer af ten opzichte van bovengenoemde bedragen. De afwijking wordt veroorzaakt door de toevoeging aan reserves. Voornoemde onderdelen staan in de begroting onder de respectievelijke kostendragers c.q. taken echter worden in de jaarverslaggeving afzonderlijk getoond. De aansluiting tussen de hierboven genoemde begroting en de begroting 2014 is als volgt: (bedragen x 1.000) Saldo Totale lasten 46.629 Toevoeging aan reserves 39 Saldo baten en lasten 46.590 Het saldo baten en lasten is in overeenstemming met de programmabegroting 2014. Toelichting op afwijkingen realisatie netto kosten 2014 in relatie tot de begroting 2014. 1. Op de taak Watersysteembeheer is een voordeel behaald van 1,8 miljoen. Dit voordeel is grotendeels gerelateerd aan onderscheiden hoofdkostensoorten, als volgt te verklaren: Kosten- en opbrengstsoorten Afwijking (V) / (N) (bedragen x 1.000) Onderhoud door derden 213 (V) Doorbelastingen 1.553 (V) Overig 50 (V) 1.816 (V) Het voordeel op onderhoud door derden wordt vooral gerealiseerd op watergangen, peilbeheer en niet peilregulerende kunstwerken. Het budget voor het onderhoud aan watergangen is niet volledig aangewend maar gebruikt om de kosten voor inhuur van uitzendkrachten te dekken. De afgelopen jaren is 3 fte in de buitendienst niet ingevuld. Tevens is er sprake van langdurige zieken. Om aan het maaiplan te kunnen voldoen is het noodzakelijk geweest om medewerkers in te huren. In 2014 heeft bij de kunstwerken de nadruk gelegen op het uitvoeren van grote onderhoudsprojecten en is minder aandacht besteed aan het correctieve onderhoud. Uiteraard is het storingsonderhoud wel gewoon uitgevoerd. Uitvoering van het onderhoud aan bruggen is gestagneerd in afwachting van de uitspraak van de rechter over het onderhoud van de Jonenbrug. De uitspraak is van belang over wat de verantwoordelijkheid is van het waterschap m.b.t. het onderhouden van bruggen. De doorbelastingen zijn voordelig door o.a. de navolgende factoren: a. Voordelige kosten door lagere toegerekende personeelslasten; b. Voordelige kosten voor Ondersteuning personeelszorg en leiding agv lagere kosten voor voorziening in vacatures, scholing, vorming en training, geneeskundige dienst en duurzame inzetbaarheid personeel; Pagina 48 van 73

c. Voordelige kosten voor Centrale huisvesting agv lagere toegerekende personeelslasten en kosten van onderhoud aan het kantoorgebouw; d. Voordelige kosten voor Technische infrastructuur, systeembeheer agv lagere kosten huur telefoonlijnen, voor toegerekende personeelslasten en voor kapitaallasten. e. Lagere toegerekende personeelslasten voor de primaire producten zoals Peilregulerende kunstwerken automatisch. f. Lagere toegerekende kapitaallasten voor de primaire producten zoals Opstellen en uitvoeren waterbodemsanering, Opstellen en uitvoeren WOM-programma, Inzetten breedspoortrekkers en Baggeren en herprofileren. De bijdragen van overheden zijn voordelig en hebben te maken met de bijdragen van andere waterschappen voor de centrale coördinatie van de muskusrattenbestrijding. 2. Op de taak Zuiveringsbeheer is een voordeel behaald van 453.000. Dit voordeel is grotendeels gerelateerd aan onderscheiden hoofdkostensoorten, als volgt te verklaren: Kosten- en opbrengstsoorten Afwijking (V) / (N) (bedragen x 1.000) Diensten voor derden 203 (V) Overige gebruiks-verbruiksgoederen 516 (V) Overige diensten door derden 163 (V) Belastingen -179 (N) Onderhoud door derden -314 (N) Overig 64 (V) 453 (V) Voordeel op de diensten voor derden wordt veroorzaakt door het verwerken van per as aangevoerd afvalwater door een bedrijf. Vanwege een storing in de zuivering van het bedrijf is het afvalwater rechtstreeks afgevoerd naar de RWZI te Beilen en Echten. De kosten voor Overige gebruiks-verbruiksgoederen zijn voordelig uitgevallen. Het voordeel is vooral gerealiseerd door lagere kosten voor de aankoop van chemicaliën. Dit is o.a. veroorzaakt door: 1. gerichte processturing, het terugdringen van de doelstelling grondstoffengebruik. 2. het aanpassen van de dosering van chemicaliën bij het mechanisch ontwateren van slib. Er wordt geen ijzerchloride meer gedoseerd, de hoeveelheid houtvezel is gehalveerd en op polyethyleen wordt scherp gestuurd. 3. de slechte verkrijgbaarheid van glycerine waardoor primair slib van de RWZI Meppel wordt ingezet als koolstofbron. Hierdoor is er minder glycerine ingekocht dan vooraf voorzien. De kosten voor overige diensten door derden zijn voordelig uitgevallen omdat de kosten voor de slibverwerking aanzienlijk zijn gedaald door de afname van de hoeveelheid te storten slibkoek en door de afbraak van slib in de Energiefabriek en verlaagd storttarief. Over de zelf geproduceerde energie door de energiefabriek in Echten betalen wij btw. Deze btw is niet meegenomen in de begroting 2014 waardoor Belastingen is overschreden. Het onderhoud door derden is nadelig uitgekomen. Een nadelige afwijking betreffen de kosten voor mechanisch / elektrisch onderhoud aan de zuiveringsinstallaties door meer correctief onderhoud uitgevoerd dan vooraf voorzien, voornamelijk aan voortstuwers, slibpompen, fijnroosters, blowers en stappenroosters. Ook zijn de kosten van bouwkundig onderhoud aan de transportsystemen nadelig uitgevallen door verstopping van de persleiding Zuidmaten - RWZI Beilen vanwege struviet vorming in de persleiding. En door het voortijdig vervangen van de dakbedekking van rioolgemaal Oosterboer vanwege ernstige lekkage. 3. Voor een analyse van de kwijtschelding wordt verwezen naar 4.3.4..4. 4. Nog te bestemmen resultaat bedraagt 1,6 miljoen. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de egalisatiereserve. Voor het voorstel verwijzen wij naar de toelichting op het Eigen vermogen (zie paragraaf 5.5, toelichting 6 op de jaarrekening) en naar het Vaststellingsbesluit in Hoofdstuk 6. Pagina 49 van 73

5.4 EXPLOITATIEREKENING 2014 NAAR KOSTEN- EN OPBRENGSTENSOORTEN (bedragen x 1.000) Toel. Realisatie 2014 Begroting 2014 Afwijking Kosten Externe rentelasten 1 2.460 2.790 330 Interne rentelasten 340 274-66 Afschrijvingen van activa 2 10.539 11.363 824 Salarissen huidig personeel en bestuurders 3 9.675 9.921 246 Sociale premies 4 2.824 2.954 130 Overige personeelslasten 5 2.377 2.651 274 Personeel van derden 6 1.175 980-195 Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders 35 35 0 Duurzame gebruiksgoederen 152 119-33 Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen 7 1.798 2.436 638 Energie 2.225 2.240 15 Huren en rechten 8 281 412 131 Verzekeringen 172 134-38 Belastingen 9 286 109-177 Onderhoud door derden 10 5.260 5.130-130 Overige diensten door derden 11 6.111 6.761 650 Bijdragen aan bedrijven 11 0 4 4 Bijdragen aan overigen 11 5 16 11 Bijdragen aan openbare lichamen 11 794 132-662 Toevoegingen aan voorzieningen 12 524 75-449 Onvoorzien 13 0 100 100 Lasten vorige dienstjaren 14-143 0 143 Totaal kosten 46.890 48.636 1.746 Opbrengsten Externe rentebaten 6 10 4 Interne rentebaten 294 238-56 Baten in verband met salarissen en -116 sociale lasten 15 351 235 Uitlening van personeel 79 110 31 Verkoop van grond en (duurzame -71 en overige) goederen 71 0 Opbrengst grond, water, eigendom 155 122-33 Diensten voor derden 16 566 392-174 Bijdragen van het rijk 17 2-2 Bijdragen van openbare lichamen 17 219 62-157 Bijdragen van overigen 17 16-16 Bijdragen van provincies 17 98 92-6 Onttrekkingen aan voorzieningen 109 113 4 Geactiveerde lasten 18 538 672 134 Baten vorige dienstjaren 65 0-65 Totaal opbrengsten 2.569 2.046 523 Saldo kosten en opbrengsten 44.321 46.590 2.269 Onttrekkingen aan reserves 0 1.027-1.027 Toevoegingen aan reserves 39 39 0 Omslag 19-46.003-45.602 401 Toelichting op afwijkingen kosten 2014 in relatie tot de begroting 2014 (gebaseerd op een selectie aan afwijkingen) Pagina 50 van 73

1. Om de liquiditeitspositie in 2014 te verbeteren is een aantal kasgeldleningen en een vaste geldlening aangetrokken. Gelet op het gerealiseerde investeringsvolume in 2014 van 21,8 miljoen en de aangetrokken vaste geldlening van 45,0 miljoen zijn vooral de rente in rekening-courant opgenomen gelden en rente van vaste geldleningen voor een bedrag van 330.000 lager uitgevallen dan de begroting. De lagere rentelasten van vaste geldleningen, geldmiddelen voor de lange termijn, wordt veroorzaakt doordat het rentepercentage lager is uitgekomen dan waarmee in de begroting is rekening gehouden (begroot 40 miljoen tegen 3,5%, werkelijke lening van 45 miljoen tegen 1,71%). 2. In 2014 zijn enkele investeringen extra afgeschreven voor een bedrag van 195.000. Een groot gedeelte van dit bedrag betreft extra afschrijving van activa in verband met het overdragen van rioolgemalen aan de gemeente Steenwijkerland. Inclusief deze extra kosten is er een voordeel op de afschrijvingslasten gerealiseerd van 824.000. Het gaat om vooral de volgende investeringen die hieraan hebben bijgedragen: Investering Reden Uitvoering Waterbodemsanering Niet geraamde subsidie ontvangen van 652.000 voor de jaren 2008-2012. En doordat van investering 2012-2013 de in gebruik name datum voorzien is op 31 mei 2016 waardoor de afschrijving pas in 2015 gaat lopen. WOM-projecten Reestdal en Oude Diep Deze twee projecten zullen pas in 2015 in gebruik worden genomen. Hierdoor vindt activering en afschrijving pas vanaf 2016 of later plaats. Baggerwerken Noordwest Overijssel, Middenraai In gebruik name is voorzien in dit jaar en volgend jaar en Linthorst Homankanaal waardoor activering en afschrijving plaats vindt vanaf RWZI Beilen, Hydrologische./Biologische uitbreiding RWZI Echten, anammox Pilot fosfaatverwijdering Noordwest Overijssel Digitalisering Implementatie Waterschapsdatabase Buitenvaart I Diverse voorgenomen investeringen vervallen Hydraulische kraan en Breedspoortractor met klepelmaaier, Aanschafdienstauto's 4st GIS Software Financieel informatiesysteem (vervanging) 2015 en 2016. Voordeel in de afschrijving is ontstaan doordat er geen grondwaterbelasting afgedragen hoeft te worden en onvoorzien van het project maar voor een deel is aangesproken. De verwachting is, dat voor dit project voor enkele tonnen minder wordt uitgegeven ook door het feit dat voor sommige onderdelen van het project de btw in mindering gebracht mag worden. Pilot is (gedeeltelijk en voor grootste gedeelte) niet uitgevoerd. Vertraging van het traject heeft geleid tot enkele maanden uitstel; in gebruik name is 2014; begroot was 2013, waardoor de afschrijving pas in 2015 gaat lopen. in gebruik name is 2014; begroot was 2013, waardoor de afschrijving pas in 2015 gaat lopen. Buitenvaart I moet binnen 3 jaar voldoen aan de door ons gestelde voorwaarden. Uiterste afsluitdatum is daardoor 14 mei 2016. Gemeente Hoogeveen is nog niet gestart met de ontwikkeling van dit bedrijventerrein. Projectmatig onderzoek, Bijdrageregeling cultuurhistorische waterwerken, Deelname in investeringsprojecten van gemeenten met waterschapsbelang, Oplossen knelpunten stedelijk waterbeheer, Onderhoud bruggen en Kwaliteitsverbetering boezem Noordwest Overijssel In gebruik name heeft plaatsgevonden in 2014. Betreft het project voor vervanging programma Iris, zou aanvankelijk in 2013 worden gebruikt, implementatie in 2014, waardoor de afschrijving pas in 2015 gaat lopen. Reden van de afwijking m.b.t. het financieel informatie systeem is dat bij afsluiten krediet 85.000 niet is besteed en vervallen. Bewegende Waterberging Meppel In gebruik name heeft plaatsgevonden in 2014. Pagina 51 van 73

3. De salarissen huidig personeel-bestuurders zijn ten opzichte van de begroting voordelig uitgekomen voor een bedrag van 246.000. In de begroting is rekening gehouden met een nieuwe CAO. De CAO is in 2014 niet tot stand gekomen. Het verschil betreft 1,5% en komt uit op ongeveer een voordeel van 125.000. Het overige voordeel vloeit voort uit het niet / later invullen van vacatures. Conform de WNT vermelden wij hier het inkomen van de Secretaris-directeur Mr. A.K. Schuttinga: Duur dienstverband gehele jaar Omvang dienstverband fulltime Bruto beloning 129.973,00 Totale sociale lasten (ABP, SVW en ZKST) 28.989,00 Jubileumvoorziening 0,00 De beloning is conform de cao Waterschappen. 4. De sociale premies zijn ten opzichte van de begroting voordelig uitgekomen voor een bedrag van 130.000. De Premies en bijdragen aan het ABP zijn voordelig 170.000 omdat de werkelijke percentages iets afwijken van die van de begroting en omdat vacatures niet / later zijn ingevuld. Ook is voordelig uitgevallen de premies voor de ziektekostenregeling voor 26.000 vooral door het niet / later invullen van vacatures. De premie sociale verzekering is nadelig uitgevallen voor 65.000 omdat de werkelijke percentages 0,7% afwijken (hoger) van de begroting. 5. De overige personeelslasten zijn ten opzichte van de begroting voordelig uitgekomen voor een bedrag van 274.000 vooral ontstaan door lagere kosten voor het Individueel Keuze Budget als gevold van het niet / later invullen van vacatures. Er is veel gebruik gemaakt van interne opleidingen en coaching, waardoor de externe kosten voor scholing, training en vorming lager zijn uitgevallen. Dit is een structurele trend. Voor het fusiejaar kunnen er echter weer extra opleidingswensen zich voordoen, daarom wordt het budget voor volgend jaar gehandhaafd. Vanwege de verkenning van de fusie is er een vacaturestop. Het budget voor voorziening in vacatures is daardoor niet geheel benut. Door een andere invulling te geven aan de bedrijfsarts zijn de totale kosten voor geneeskundige dienst verlaagd. In 2014 is het restant aan verlofuren van medewerkers toegenomen met 50.000. De intentie is nog steeds om het restant aan verlofuren af te bouwen. Echter het verplicht op laten nemen van de verlofuren door deze medewerkers komt in een aantal gevallen niet goed uit. Dit heeft te maken met vervanging wegens ziekte, inzet voor Waterkracht of fusie, dan wel dat een medewerker niet zolang achter elkaar gemist kan worden. Het MT heeft daarom in 2014 besloten om de afbouw van het restant aan verlofuren te verlengen tot uiterlijk 2017. 6. De kosten voor het personeel van derden zijn ten opzichte van de begroting toegenomen met 195.000. In 2014 is de formatie aangevuld met extern personeel voor ondersteuning van de afdeling Infrastructuur en Waterketen (interim afdelingshoofd), het uitvoeren van het meetprogramma, ondersteuning van de helpdesk, werkzaamheden van de afdeling waterbeheer en ondersteuning voor het inwinnen van meetgegevens. Dit zijn extra kosten boven de begroting uit, maar deze zijn uiteindelijk gedekt door het niet invullen of op een later moment invullen van vacatureruimte. Het budget voor friktiekosten wordt gebruikt om (langdurig) zieke medewerkers en knelpunten in de organisatie op te vangen. Dit budget is ruimschoots overschreden. Het budget voor uitzendkracht voor piekwerkzaamheden is niet volledig uitgegeven vooral omdat de begrote kosten voor vervanging van eigen medewerkers vanwege de inzet in Unie-projecten niet nodig is geweest. Voorts heeft inhuur ten behoeve van Waterkracht en fusie minimaal plaats gevonden. Maar ook door het niet volledig aanwenden van het budget voor de inhuur van de muskusrattenbestrijding omdat de vangsten en uren in 2014 onder controle waren, waardoor minder personeel van derden is ingezet om de gestelde doelen te halen. Een nadelige bijkomstigheid waren de kosten voor inhuur om de watergangen te maaien. 7. De kosten voor Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen zijn voor 638.000 voordelig uitgevallen. Het voordeel is vooral gerealiseerd door lagere kosten voor de aankoop van chemicaliën. Dit is o.a. veroorzaakt door: - gerichte processturing, het terugdringen van de doelstelling grondstoffengebruik. - het aanpassen van de dosering van chemicaliën bij het mechanisch ontwateren van slib. Er wordt geen ijzerchloride meer gedoseerd, de hoeveelheid houtvezel is gehalveerd en op PE wordt scherp gestuurd. - de slechte verkrijgbaarheid van glycerine waardoor primair slib van de RWZI Meppel wordt ingezet als koolstofbron. Hierdoor is er minder glycerine ingekocht dan vooraf voorzien. Pagina 52 van 73

8. De Huren en rechten zijn voordelig voor een bedrag van 131.000 en vooral door repro-apparatuur, waarvoor in 2014 een nieuwe contract is afgesloten dat qua kosten aanmerkelijk lager uit is gevallen. En doordat de tarieven van de huurlijnen al enkele jaren een dalende tendens tonen. Daarnaast heeft de ingebruikname van een tweetal extra verbindingen vertraging opgelopen. 9. Over de zelf geproduceerde energie door de energiefabriek in Echten betalen wij btw. Deze btw is niet meegenomen in de begroting 2014 waardoor Belastingen is overschreden met 177.000. Echter in de begroting is wel rekening gehouden met kosten voor integratieheffing, maar deze heffing is door het Ministerie miv 2014 afgeschaft. In feite kunnen de kosten voor de btw gedekt worden door het budget voor de integratieheffing. 10. Het onderhoud door derden is nadelig uitgekomen voor een bedrag van 130.000. Een nadelige afwijking van 129.000 betreffen de kosten voor mechanisch / elektrisch onderhoud aan de zuiveringsinstallaties door meer correctief onderhoud uitgevoerd dan vooraf voorzien, voornamelijk aan voortstuwers, slibpompen, fijnroosters, blowers en stappenroosters. Het budget voor het onderhoud aan watergangen is niet volledig aangewend maar gebruikt om de kosten voor inhuur van uitzendkrachten te dekken. De afgelopen jaren is 3 fte in de buitendienst niet ingevuld. Tevens is er sprake van langdurige zieken. Om aan het maaiplan te kunnen voldoen is het noodzakelijk geweest om medewerkers in te huren. 11. De kosten voor overige diensten door derden worden met de bijdragen aan derden gecombineerd in verband met de gevolgen van de wet HOF. Er is een aantal posten die in het oog springen. De kosten die voor de fusie zijn gemaakt hebben te maken met de begeleiding door een extern bureau van de fusie tussen Reest en Wieden en Groot Salland. Ook zijn er kosten gemaakt voor de taxatie van de huidige panden van beide waterschappen. De perceptiekosten van GBLT zijn hoger uitgekomen. De kosten voor de slibverwerking zijn aanzienlijk gedaald door de afname van de hoeveelheid te storten slibkoek en door de afbraak van slib in de Energiefabriek en verlaagd storttarief. De budgetten die ieder jaar terugkomen als voordelige posten betreffen de kosten van afvoer van afval, vuil en reststoffen en de kosten van laboratoriumonderzoek ivm minder af\name van ILOW-punten. Een nadelige afwijking betreffen de kosten van telefoon (vast en mobiel). In 2012 is gestart met een onderzoek naar het goedkoper communiceren t.b.v. telemetrie. Het streven was om dit in 2013 gereed te hebben, echter, de proef is verder vertraagd waardoor het project nog niet is afgerond. In afwachting van dit onderzoek is het budget voor de telefonie niet verhoogd, maar zijn er wel extra kosten gemaakt o.a. door uitbreiding van getelemetreerde objecten en dubbele kosten (test en regulier). Tevens zijn de weersomstandigheden wisselvallig geweest waardoor de onderstations vaker hebben gecommuniceerd. 12. De voorziening van de (oud-)bestuurders is voor alle bestuurders actuarieel bijgesteld op peildatum 1 januari 2015. Hierdoor is vooral deze afwijking ontstaan. 13. Voor onvoorziene uitgaven is 100.000 geraamd. Van de post onvoorzien mag uitsluitend gebruikt worden nadat en voor zover is vastgesteld dat binnen de vastgestelde ramingen van de programma s in de programmabegroting 2014 waarop de betreffende lasten betrekking hebben hiervoor geen middelen beschikbaar zijn. Gelet op het feit dat in de begrotingsuitvoering binnen de programma s afdoende ruimte beschikbaar is gebleken, is van deze regeling geen gebruik gemaakt en vloeien deze gelden terug naar de exploitatie. Dit resulteert in een voordeel van 100.000. 14. De lasten van voorgaande jaren zijn voordelig uitgevallen voor 143.000 vooral door een afrekening van Het WaterschapsHuis over 2013. 15. Het budget voor baten ivm salarissen en sociale lasten is voornamelijk door 3 posten voordelig uitgevallen voor 116.000. a. Door ontvangen uitkeringen van het UWV vanwege zwangerschapsverlof van medewerkers. b. Doordat 1 medewerker onbetaald verlof heeft opgenomen. c. Vanuit het Individueel Keuze Budget worden steeds meer uren door medewerkers gekocht, hierin zit jaarlijks een forse trend. 16. De diensten voor derden zijn voordelig uitgevallen voor een bedrag van 174.000. Dit wordt vooral gerealiseerd door het verwerken van per as aangevoerd afvalwater. Vanwege een storing in de zuivering van een bedrijf is het afvalwater rechtstreeks afgevoerd naar RWZI s. Pagina 53 van 73

17. De bijdragen van derden zijn voordelig voor 181.000 en heeft onder andere te maken met de bijdragen van andere waterschappen voor de centrale coördinatie van de muskusrattenbestrijding. 18. In de begroting 2014 is rekening gehouden met 7.443 uren als te activeren personeelsuren. Echter in de jaarrekening is een lager volume gerealiseerd, namelijk 5.155 uur. Hiernaast is de bouwrente voor de onderhanden projecten lager uitgekomen dan waarmee in de begroting is rekening gehouden. Daarom zijn de geactiveerde lasten nadelig uitgekomen voor een bedrag van 134.000. 19. Na de uitspraak op de natuurbezwaren is een voorziening opgenomen voor de terugbetaling van 6 belastingjaren, 2009 tot en met 2014 een natuurinstanties. De afhandeling zal naar verwachting in 2015 plaatsvinden. De te dekken omslag per taak bedraagt: (bedragen x 1.000) Rekening 2014 Begroting 2014 Verschil Watersysteembeheer 25.649 26.053 405 Zuiveringsheffing 20.354 19.549-805 Te dekken omslag 46.230 45.602-628 De opbouw van de belastingopbrengst per taak kan als volgt worden weergegeven: Watersysteembeheer (bedragen x 1.000) Rekening 2014 Begroting 2014 Verschil Toevoeging voorziening -567 0 567 Inwoners 9.490 9.537 47 Gebouwd 11.639 12.166 527 Agrarisch ongebouwd 5.339 4.690-649 Bos en natuur 104 78-26 Verontreinigingsheffing 170 0-170 Kwijtschelding -417-418 -1 Correcties voorgaande jaren -109 0 109 Totaal 25.649 26.053 405 Zuiveringsbeheer (bedragen x 1.000) Rekening 2014 Begroting 2014 Verschil Bedrijven 6.740 5.976-764 Huishoudens 13.715 13.730 15 Grensoverschrijdend afvalwater 306 321 15 Kwijtschelding -466-478 -12 Correcties voorgaande jaren 59 0-59 Totaal 20.354 19.549-805 Pagina 54 van 73

5.5 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 EN TOELICHTING Balans per 31 december 2014 (voor resultaatbestemming) (bedragen x 1.000) 31 december 2014 31 december 2013 Toel. Vaste activa Immateriële vaste activa 1 7.630 6.908 Materiele vaste activa 2 117.368 106.883 Financiële vaste activa 3 166 220 Som der vaste activa 125.164 114.011 Vlottende activa Liquide middelen - Kassaldi 0 1 - Banksaldi 30 25 Kortlopende vorderingen 4 2.085 8.906 Overlopende activa 5 2.030 2.637 Som der vlottende activa 4.145 11.569 Totaal activa 129.309 125.581 Vaste passiva Eigen vermogen - Algemene reserves 1.433 1.394 - Bestemmingsreserves voor tariefegalisatie 8.426 6.586 - Overige bestemmingsreserves 750 750 - Nog te bestemmen resultaat 1.641 1.841 Totaal eigen vermogen 6 12.250 10.571 Voorzieningen 7 2.851 1.846 Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar 8 100.911 92.248 Som der vaste passiva 116.013 104.665 Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar 9 10.407 17.089 Overlopende passiva 10 2.889 3.827 Som der vlottende passiva 13.296 20.916 Totaal passiva 129.309 125.581 Pagina 55 van 73

TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE JAARREKENING 2014 Waarderingsgrondslagen De jaarrekening 2014 is opgesteld met inachtneming van de voorschriften vastgelegd in hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit en de Regeling Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen. Vaste Activa De waardering van de vaste activa heeft plaatsgevonden op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met subsidies / bijdragen van derden en met de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele duurzame waardeverminderingen. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs is opgenomen de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend. Een redelijk deel van de kosten van de ondersteunende diensten van het waterschap kan in de vervaardigingsprijs worden opgenomen. De investeringen worden afgeschreven op basis van de lineaire afschrijvingsmethode. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname van het activum en met inachtneming van de verwachte gebruiksduur of nuttigheidsduur. Immateriële vaste activa De kosten voor onderzoek en ontwikkeling worden geactiveerd indien: de investering naar verwachting technisch uitvoerbaar is; de investering in de toekomst nut zal genereren; de uitgaven die worden toegerekend aan de investering betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. De bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien sprake is van een investering door een derde, de investering bijdraagt aan de publieke taak, de derde partij zich heeft verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen en de bijdrage kan worden teruggevorderd indien de derde in gebreke blijft of het waterschap Reest en Wieden anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering. Met ingang van 2014 is voor het eerst rekening gehouden met een onderscheid tussen activa in eigendom van het Rijk, openbare lichamen en overigen. Hiernaast wordt ook rekening gehouden met Geactiveerde bijdragen aan het Rijk. Dit onderscheid is afkomstig van de wet Hof. De afschrijvingstermijn voor immateriële vaste activa bedraagt maximaal 5 jaar. In een aantal gevallen wordt hiervan afgeweken. Dit geldt vooral voor immateriële vaste activa waartegenover bezittingen staan die in beheer en onderhoud komen van het waterschap. In dat geval wordt een relatie gelegd met de soort investering. De belangrijkste afschrijvingstermijnen ter zake de immateriële vaste activa zijn als volgt: Aantal jaren Kosten onderzoek en ontwikkeling 5 Bijdragen aan derden waar een materieel actief tegenover staat maar niet in beheer en onderhoud * 5 Betaalde afkoopsommen aan derden 5 Overige immateriële vaste activa 5 * = indien het bijdragen aan derden betreft waar een actief tegenover staat en in beheer en onderhoud is van het waterschap, bedraagt de afschrijvingstermijn 25 jaar. Materiele vaste activa De belangrijkste afschrijvingstermijnen ter zake de materiële vaste activa zijn als volgt: Gronden, aanleg en verbreding van schouwpaden Aantal jaren nihil Pagina 56 van 73

Vervoermiddelen 7 Machines, apparaten en werktuigen 7-15 Bedrijfsgebouwen (inclusief woonruimten) 10-40 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 5-35 Overige materiele vaste activa 4-10 Financiële vaste activa Onder de post Financiële vaste activa zijn de aandelen van de Nederlandse Waterschapsbank en de verstrekte hypotheken aan personeel opgenomen en tegen nominale waarde gewaardeerd. Voor de bepaling van de boekwaardes zijn aangegane verplichtingen niet in de gerealiseerde uitgaven van de investeringen meegenomen. Indien noodzakelijk is rekening gehouden met een aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Vlottende Activa De vlottende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Ter zake de vlottende activa is eventueel rekening gehouden met een aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Vaste passiva Voorzieningen De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde behalve de voorzieningen voor arbeidsgerelateerde verplichtingen (pensioenen en jubilea-uitkeringen) die tegen contante waarde zijn opgenomen. De voorziening voor pensioenen en uitkeringen (oud-)bestuurders is gebaseerd op de volgende actuariële grondslagen: - ervaringscijfers sterftekansen ABP, inclusief kostenopslag; - sterftecijfers volgens de trend CBS2012; - pensioenrichtleeftijd 65 jaar. De voorziening voor jubilea-uitkeringen is een voorziening voor alle uit hoofde van de geldende arbeidsvoorwaarden opgebouwde rechten van werknemers en bestuursleden van het waterschap op jubilea-uitkeringen voor hun diensten in de verslagperiode en voorgaande perioden. De voorziening is bepaald naar beste schatting voor de huidige werknemers en bestuurders, waarbij rekening wordt gehouden met de blijf kans. De zo ontstane geschatte kasstromen zijn vervolgens contant gemaakt. Waardering van de voorziening arrest natuur 2009 tot en met 2014 heeft plaatsgevonden op basis van een inventarisatie van de ingediende bezwaarschriften. De voorziening wordt gewaardeerd tegen nominale waarde. Vlottende passiva De vlottende passiva zijn op basis van nominale waarde gewaardeerd. Grondslagen ter bepaling van het resultaat De lasten en baten zijn tegen nominale waarde opgenomen en zijn toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Eventuele afwikkelingsverschillen over voorgaande jaren worden verantwoord in het jaar waarin deze verschillen blijken. De baten in een begrotingsjaar zijn inkomsten die in dat jaar of in een ander jaar hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden, maar die op het begrotingsjaar betrekking hebben, omdat hetzij de uitvoering van een taak die tot opbrengsten leidde in het begrotingsjaar plaatsvond, hetzij omdat het voordeel in het begrotingsjaar plaatsvond. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin ze voorzienbaar zijn. Winsten worden slecht genomen zodra ze zijn gerealiseerd. Afschrijvingen geschieden tijdsevenredig, op basis van de verwachte toekomstige gebruiksduur. Als startmoment voor de afschrijving geldt de datum van ingebruikneming van het actief. Afschrijvingen vinden plaats onafhankelijk van het resultaat van het begrotingsjaar. Pagina 57 van 73

ACTIVA Vaste activa 1. Immateriële vaste activa De post immateriële vaste activa kan worden onderscheiden in werken die in exploitatie zijn en onderhanden werken. De post immateriële vaste activa wordt, in totalen en verdeeld in exploitatie en onderhanden werken, onderscheiden in: (bedragen x 1.000) Boekwaarde per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2013 Activa in exploitatie genomen 6.701 6.328 Onderhanden werken 929 580 Totaal 7.630 6.908 De post immateriële vaste activa, in exploitatie genomen, wordt onderscheiden in: (bedragen x 1.000) Boekwaarde per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2013 Kosten onderzoek en ontwikkeling 498 536 Bijdragen aan activa in eigendom van: -overheden - 3.920 -overigen 108 139 -rijk 473 - -openbare lichamen 606 - Geactiveerde bijdragen aan het Rijk 3.350 - Overige immateriële vaste activa 1.666 1.731 Totaal 6.701 6.326 Onder de post onderzoek en ontwikkeling zijn o.a. opgenomen waterbeheersplannen en saneringsonderzoek. De boekwaarde van de onderhanden werken is als volgt: (bedragen x 1.000) Boekwaarde per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2013 Kosten onderzoek en ontwikkeling 509 271 Bijdragen aan activa in eigendom van: -overheden - -70 -overigen 0 0 -openbare lichamen 95 - Overige immateriële vaste activa 325 379 Totaal 929 580 Pagina 58 van 73

Het verloop van de immateriële vaste activa, in exploitatie genomen, kan als volgt worden weergegeven: (bedragen x 1.000) Kosten onderzoek en ontwikkeling Bijdragen aan activa in eigendom Geactiveerde bijdragen aan het Rijk Overige immateriële vaste activa Totaal Boekwaarde per 31 december 2013 536 4.059-1.731 6.326 Mutaties in het begrotingsjaar: - uitgaven derden 58 58 1.607 291 2.014 - bijdragen derden/verminderingen -7-7 - interne vermeerderingen 97 243 340 - correctie -2.341 2.341 0 - afschrijvingen -186-589 -598-599 -1.972 Saldo -38-2.872 3.350-65 375 Boekwaarde per 31 december 2014 498 1.187 3.350 1.666 6.701 Vanaf boekjaar 2014 worden de subsidies op onderhanden werken verantwoord zodra deze zijn gerealiseerd en ontvangen om de verantwoorde subsidies te matchen met de voortgang van de projecten. De post nog te ontvangen subsidies per 01-01-2014 is om deze reden afgeboekt ten laste van de onderhanden werken. Op het moment dat de subsidie is ontvangen en gerealiseerd wordt het bedrag verantwoord en toegekend aan de projecten. Deze aanpassing heeft geen effect op de exploitatierekening van 2014. Het verloop van de onderhanden werken is als volgt: (bedragen x 1.000) Kosten onderzoek en ontwikkeling Bijdragen aan activa in eigendom Overige immateriële vaste activa Totaal Boekwaarde per 31 december 2013 271-70 379 580 Mutaties in het begrotingsjaar: - uitgaven derden 335 242 189 766 - bijdragen derden 0-77 0-77 - overboeking onderhanden werken -97 0-243 -340 Saldo 238 165-54 349 Boekwaarde per 31 december 2014 509 95 325 929 2. Materiële vaste activa De post materiële vaste activa kan worden onderscheiden in werken die in exploitatie zijn en onderhanden werken. De post materiële vaste activa wordt, in totalen en verdeeld in exploitatie en onderhanden werken, onderscheiden in: (bedragen x 1.000) Boekwaarde per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2013 Activa in exploitatie genomen 107.376 105.806 Onderhanden werken 9.992 1.077 Totaal 117.368 106.883 Pagina 59 van 73

De boekwaarde van de werken die in exploitatie zijn, kan als volgt worden weergegeven: (bedragen x 1.000) Boekwaarde per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2013 Gronden en terreinen 1.570 1.484 Vervoermiddelen 511 446 Machines, apparaten en werktuigen 2.410 2.367 Bedrijfsgebouwen (inclusief woonruimten) 4.855 5.096 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken: - waterkeringen 334 266 - watergangen, waterkwantiteitskunstwerken 26.174 21.582 - zuiveringtechnische werken 70.439 73.632 - vaarwegen en havens - - Overige materiele vaste activa 1.083 935 Totaal 107.376 105.808 De boekwaarde van de onderhanden werken is als volgt: (bedragen x 1.000) Boekwaarde per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2013 Gronden en terreinen - 64 Vervoermiddelen 4 - Machines, apparaten en werktuigen 9 - Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken: - waterkeringen 67 28 - watergangen, waterkwantiteitskunstwrk 9.131 82 - zuiveringtechnische werken 673 541 Overige materiele vaste activa 108 362 Totaal 9.992 1.077 Pagina 60 van 73

Het verloop van de werken in exploitatie kan als volgt worden weergegeven: (bedragen x 1.000) Gronden en terreinen Machines, apparaten en werktuigen Vervoermiddelen Bedrijfsgebouwen (incl. woonruimten) Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Overige materiël e vaste activa Totaal Boekwaarde per 31 december 2013 1.484 446 2.367 5.096 95.480 935 105.808 Mutaties in het begrotingsjaar: - uitgaven derden 44 171 523 39 6.839 208 7.824 - bijdragen derden 379 379 - interne vermeerderingen 64 1.568 299 1.931 - afschrijvingen -22-106 -480-280 -7.319-359 -8.566 - overige verminderingen Saldo 86 65 43-241 1.467 148 1.568 Boekwaarde per 31 december 2014 1.570 511 2.410 4.855 96.947 1.083 107.376 Het verloop van de onderhanden werken is als volgt: (bedragen x 1.000) Gronden en terreinen Machines, apparaten en werktuigen, vervoermiddel en Bedrijfsgebouwen (incl. woonruimten) Grond-, weg- en waterbouw -kundige werken Overige materiële vaste activa Totaal Boekwaarde per 31 december 2013 64 0 651 362 1.077 Mutaties in het begrotingsjaar: - uitgaven derden 13 7.604 45 7.662 - bijdragen derden 3.183 3.183 - verkoop - overboeking onderhanden werken -64-1.567-299 -1.930 Saldo -64 13 9.220-254 8.915 Boekwaarde per 31 december 2014 0 13 9.871 108 9.992 Afschrijvingen Afschrijving van de activa als gevolg van investeringen door Reest en Wieden vindt plaats vanaf het jaar dat het object in gebruik wordt genomen en met inachtneming van de vastgestelde afschrijvingstermijn. Aanvullende investeringen op objecten worden afgeschreven over de resterende afschrijvingstermijn van de oorspronkelijke investering. Voor een toelichting op de lopende projecten verwijzen wij naar paragraaf 4.3.8.4 Lopende projecten en de bijlagen bij de jaarrekening 2014. Pagina 61 van 73

3. Financiële vaste activa Het verloop in de financiële vaste activa kan als volgt worden weergegeven: (bedragen x 1.000) Deelnemingen Leningen Totaal aan ambtenaren Stand per 31 december 2013 - aanschafprijs 79 141 220 - cumulatieve verminderingen - - - Boekwaarde 79 141 220 Mutaties in het begrotingsjaar: - aflossingen - -54-54 Saldo - -54-54 Stand per 31 december 2014 - aanschafprijs 79 87 166 - cumulatieve verminderingen - - - Boekwaarde 79 87 166 De post deelnemingen omvat de deelneming in het aandelenkapitaal van de Nederlandse Waterschapsbank NV te Den Haag. Deze deelneming omvat 648 aandelen A van 115 nominaal ( 74.520,00) die volledig volgestort zijn evenals 37 aandelen B van 460,00 ( 4.425,00) die voor 26% zijn volgestort. De leningen betreffen hypotheken verstrekt aan (voormalig) ambtenaren. Vlottende activa 4. Kortlopende vorderingen Kortlopende vorderingen bestaan uit de volgende posten: (bedragen x 1.000) Boekwaarde per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2013 Vorderingen op belastingdebiteuren 1.972 2.105 Vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen 0 5.765 Overige vorderingen 113 1.036 Totaal 2.085 8.906 De kortlopende vorderingen zijn op balansdatum direct opeisbaar. Op de kortlopende vorderingen is een bedrag van 255.000,00 in mindering gebracht voor oninbaarheid. Schatkistbankieren is in 2014 voor Reest en Wieden niet aan de orde geweest. Het drempelbedrag voor 2014 bedroeg 371.542,50. Indien in een kwartaal het gemiddelde creditsaldo boven dit drempelbedrag uitkomt, moet het meerdere bij Rijks schatkist worden aangehouden. In 2014 is er geen sprake geweest van een creditsaldo, er zijn derhalve geen gelden in of buiten de schatkist aangehouden. 5. Overlopende activa De overlopende activa kunnen worden onderscheiden in: (bedragen x 1.000) Boekwaarde per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2013 Overige nog te ontvangen bedragen 362 2.566 Vooruitbetaalde kosten 577 29 Overlopende activa 1.091 42 Totaal 2.030 2.637 Pagina 62 van 73

Deze bedragen hebben het karakter van op balansdatum overlopende posten, die in 2015 en volgende jaren functioneel geboekt of verrekend zullen worden. PASSIVA Vaste passiva 6. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit diverse reserves. Reserves dienen te worden onderverdeeld in de algemene reserves, egalisatiereserves en overige bestemmingsreserves. De algemene reserve is ter dekking van grote tegenvallers waaraan door het Algemeen Bestuur van het waterschap Reest en Wieden geen voorafgaande specifieke bestemming is gegeven. De overige bestemmingsreserves hebben een vooraf bepaalde bestemming. Aangezien deze bestemming ook weer zonder meer teruggedraaid kan worden, behoren bestemmingsreserves tot het (vrij beschikbare) eigen vermogen. De bestemmingsreserve mag niet worden ingezet voor toekomstige investeringen. De egalisatiereserves worden primair gebruikt voor tariefafvlakking. Hieronder volgt een verloop per onderscheiden onderdeel van het eigen vermogen. Algemene reserves (bedragen x 1.000) Saldo per 31 december 2013 1.394 Interne vermeerderingen 39 Saldo per 31 december 2014 1.433 Ultimo 2014 is 39.000,00 toegevoegd aan de algemene reserves. Voornoemde toevoeging is als interne vermeerdering vermeld in het overzicht en is een indexering van 2,8% hetgeen overeenkomstig de begroting van 2014 is. Bestemmingsreserves voor tariefegalisatie (bedragen x 1.000) Saldo per 31 december 2013 6.586 Bestemming van het resultaat over begrotingsjaar 2013 1.840 Saldo per 31 december 2014 8.426 De bestemming van het resultaat over begrotingsjaar 2013 is conform het besluit in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 24 juni 2014. De bestemming en goedkeuring zijn in overeenstemming met het voorstel resultaatbestemming van het Dagelijks Bestuur in de jaarrekening over 2013. Overige bestemmingsreserves (bedragen x 1.000) Saldo per 31 december 2013 750 Interne vermeerderingen - Interne verminderingen - Saldo per 31 december 2014 750 De overige bestemmingsreserves hebben als bestemming gronden. Deze reserve is in 2002 in het leven geroepen. Hierin zijn de opbrengsten opgenomen die verkregen zijn door verkoop van gronden, andere objecten en melkquota om deze te reserveren voor eventuele toekomstige aankoop van gronden. Pagina 63 van 73

In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 29 november 2011, is het besluit genomen de Overige bestemmingsreserves, specifiek de bestemmingsreserve gronden, te maximeren op 750.000,00. Nog te bestemmen resultaat (bedragen x 1.000) Saldo per 31 december 2013 1.841 Bestemming van het resultaat over begrotingsjaar 2013-1.841 Nog te bestemmen resultaat 2014 1.641 Saldo per 31 december 2014 1.641 In het vaststellingsbesluit zal het Algemeen Bestuur worden verzocht goedkeuring te geven aan het bestemmen en het toevoegen van het nog te bestemmen resultaat 2014 ten bedrage van 1.868.613,63 ten gunste van de egalisatiereserves. Dit voorstel is nog niet in de jaarrekening 2014 verwerkt. 7. Voorzieningen De voorzieningen kunnen als volgt worden gespecificeerd: (bedragen x 1.000) Boekwaarde per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2013 Voorzieningen (arbeidsgerelateerd en overig) 2.624 1.846 Totaal 2.624 1.846 De voorziening voor arbeidsgerelateerde verplichtingen bestaat uit verplichtingen uit hoofde van pensioenen en jubilea-uitkeringen. De overige voorziening betreft een financiële verplichting vanwege natuurbezwaren. Claims ingezetenen en bedrijven 1. Arrest natuur 2009 tot en met 2014 Naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad op 7 november 2014 is na inventarisatie een inschatting gemaakt van het terug te betalen belastingbedrag aan particulieren en natuurterreinbeheerders. Ten behoeve van deze teruggave is de voorziening arrest natuur 2009 tot en met 2014 getroffen en heeft een dotatie van 567.400 plaatsgevonden ten laste van de exploitatie. Het verloop in de voorzieningen kan als volgt worden weergegeven: (bedragen x 1.000) Pensioenen Jubileauitkeringen Overige Totaal Saldo per 31 december 2013 1.531 314-1.845 Vermeerderingen als gevolg van rentetoevoeging 46 46 Overige interne vermeerderingen 494 31 567 865 Interne verminderingen Externe verminderingen -109-23 -132 Saldo per 31 december 2014 1.962 322 567 2.624 Pensioenen Gedeputeerde Staten van Overijssel en Drenthe hebben bij besluit van mei 2000, nummer WB/2000/1495, de uitkering- en pensioenverordening van de leden van het Dagelijks Bestuur voor de waterschappen in Drenthe vastgesteld. Pagina 64 van 73

Aan de voorziening zijn onttrokken de uitkeringen van de voormalige voorzitters en oud dagelijks bestuursleden, in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of het recht hebben op uitkering van wachtgeld. De voorziening is per 1-1-2015 volledig actuarieel berekend. 8. Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar De onderverdeling van de in de balans opgenomen vaste schulden is als volgt: (bedragen x 1.000) Boekwaarde per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2013 Onderhandse leningen van: - binnenlandse banken en overige financiële instellingen 100.384 90.668 - openbare lichamen 527 1.580 Totaal 100.911 92.248 De totale rentelast voor het jaar 2014 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt 2.431.040,00. Voor de verstrekte onderhandse leningen zijn geen zekerheden verstrekt. Het verloop in de vaste schulden, zijnde onderhandse leningen, kan als volgt worden weergegeven: (bedragen x 1.000) Totaal Saldo per 31 december 2013 92.248 Vermeerderingen 45.000 Verminderingen als gevolg van gewone aflossingen: -36.337 Saldo per 31 december 2014 100.911 De aflossingsverplichting voor het begrotingsjaar 2015 bedraagt 12.170.410,00. Vlottende passiva 9. Netto vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar Onder de netto vlottende schulden zijn opgenomen: (bedragen x 1.000) Boekwaarde per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2013 Kasgeldlening 0 0 Overige negatieve rekeningcourantverhouding (NWB) 6.044 12.178 Schulden aan leveranciers 4.363 3.983 Te betalen belastingen, sociale en pensioenpremies 0 928 Totaal 10.407 17.089 In de schulden aan leveranciers is een bedrag opgenomen van 756.253 voor de afdracht aan loonheffing voor de belastingdienst. Pagina 65 van 73

De kortlopende middelen zijn aangetrokken in de vorm van geldleningen en kredietlimiet op rekening courant. De middelen zijn aangetrokken via de kapitaalmarkt en bij de huisbankier van het waterschap de Waterschapsbank. Hierop is de kasgeldlimiet van toepassing zoals toegelicht in 4.3.6.2. De kasgeldlening en het debetsaldo van de Nederlandse bank tezamen worden gezien als kort geld. Om optimaal te profiteren van de lage rente op kort geld maken wij gebruik van de ruimte in de wet Fido. Bij overschrijding langer dan drie kwartalen is melding aan de toezichthouders (provincie) noodzakelijk. In het verslagjaar is naast het debetsaldo op rekening courant ook kortlopend kasgeld tegen zeer aantrekkelijke rente aangetrokken. 10. Overlopende passiva De in de balans opgenomen overlopende passiva kunnen als worden gespecificeerd: (bedragen x 1.000) Boekwaarde per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2013 Nog te betalen bedragen 2.443 2.332 Overige vooruit ontvangen bedragen 446 1.495 Totaal 2.889 3.827 11. Niet in de balans opgenomen langlopende financiële verplichtingen Er zijn door het waterschap langlopende financiële verplichtingen aangegaan ter zake van huur van gebouwen. De verplichting bedraagt per jaar 87.500,00 met een looptijd van 2 jaar. Pagina 66 van 73

6. VASTSTELLINGSBESLUIT VERKLARINGEN EN BESLUIT WATERSCHAP REEST EN WIEDEN Aldus opgemaakt door het hoofd van de afdeling Financiën van het waterschap Reest en Wieden te Meppel, op 12 juni 2015. Afdelingshoofd Financiën, N. Kuper Het Dagelijks Bestuur van het waterschap Reest en Wieden verklaart, dat de jaarrekening 2014 ingevolge het tweede en derde lid van artikel 100 van de Waterschapswet gedurende veertien dagen, vanaf 12 juni 2015 tot en met 26 juni 2015 ter inzage heeft gelegen ten kantore van het waterschap Reest en Wieden, waarvan rond 9 juni 2015 openbare kennisgeving heeft plaatsgevonden. Het Dagelijks Bestuur voornoemd, mr. A.K. Schuttinga, Secretaris-directeur M.M. Kool, Dijkgraaf Het Algemeen Bestuur van het waterschap Reest en Wieden, gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 16 juni 2015, gelet op artikel 100 van de Waterschapswet en de artikelen 15 en 16 van de Comptabiliteitsvoorschriften Waterschappen, BESLUIT: vast te stellen: de jaarrekening 2014 vast te stellen, met een exploitatieoverschot van 1.641.300,00 (= nog te bestemmen resultaat 2014); het exploitatieoverschot te bestemmen (= nog te bestemmen resultaat 2014) ten gunste van de egalisatiereserves per 31 december 2014 waarvan 610.400,00 voor Watersysteemheffing en 1.030.900,00 voor Zuiveringsheffing; de voorziening i.v.m. natuurbezwaren vast te stellen op 567.400,00. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 juni 2015. Het Algemeen Bestuur voornoemd, mr. A.K. Schuttinga, Secretaris-directeur M.M. Kool, Dijkgraaf Pagina 67 van 73

7. BIJLAGEN BIJ DE JAARREKENING 2014 Bijlage I: Staat van vaste activa Pagina 68 van 73

BIJLAGE II: Staat van onderhanden werken Pagina 69 van 73

Bijlage III: Staat van vaste schulden Pagina 70 van 73

Bijlage IV: Staat van kredieten Pagina 71 van 73