Aanvullende aanwijzingen en randvoorwaarden voor het deelplan In de Luwte II - Drachtstervaart Het deelplan In de Luwte II omvat het middelste eiland van de drie eilanden aan de Drachtstervaart. In het bestemmingsplan Drachtstervaart is voor de noordelijke strook van dit eiland (evenals bij In de Luwte I) de aanwijzing 'geluidwering' opgenomen. Voorheen werd daarbij uitgegaan van een geluidwerende bebouwingswand van ca. 12,5 meter boven maaiveld, wat overeenkomt met 4 bouwlagen. In deze wand zouden nauwelijks openingen mogelijk zijn, aangezien dat voor te grote geluidlekken zou zorgen. Nieuwe geluidsonderzoeken hebben aangetoond dat op een meer ontspannen manier met de aanwijzing 'geluidwering' kan worden omgegaan. De hoogte ten behoeve van de geluidwering dient nu minimaal 10 meter te zijn en de bebouwingswand hoeft minder gesloten te zijn, dan tot nu toe werd verondersteld. Deze nieuwe gegevens hebben aanleiding gegeven om de verkavelingsopzet voor In de Luwte II opnieuw te bezien, wat uiteindelijk heeft geleid tot onderstaande verkaveling. verkaveling In de Luwte II In wezen is de hoofdopzet van de verkaveling onveranderd: Langs de Drachtstervaart is een min of meer aaneengesloten bebouwingswand geprojecteerd, met ten zuiden daarvan bebouwing die ruimtelijk gezien een relatie heeft met de bebouwing van Waterzoom I. De bebouwingswand verschilt in die zin dat de rechtlijnige opzet van deze wand in voorgaande verkavelingen is omgezet in een meanderende bebouwingswand, waarbij de weg de ene keer ten zuiden van de het bouwblok is gesitueerd en de andere keer juist ten noorden daarvan. De meanderende bebouwingswand in combinatie met de verspringende weg biedt de mogelijkheid een veel gevarieerder beeld te realiseren, dan mogelijk was bij de rechtlijnige bebouwingswand: Werd in de oude plannen de monotonie van de lange bebouwingwand langs de Drachtstervaart nog enigszins onderbroken door zeer markant en verschillend vormgegeven toegangspoorten naar
de achterliggende waterhoven, wordt nu een afwisseling tussen voor- en achterkanten bewerkstelligd. Deze afwisseling tussen voor- en achterkanten zal dusdanig worden opgebouwd, dat aan de zijde van de Drachtstervaart -van west naar oost gezien- een geleidelijke overgang tussen privé (achterkant) en openbare oevers (voorkant) wordt gerealiseerd, tot aan de geplande passantenhaven, waar de oevers geheel openbaar zullen zijn. Deze variatie in de bebouwingswand aan de noordzijde van het eiland, maakt het minder noodzakelijk de hoven extreem verschillend uit te voeren, zoals in het beeldkwaliteitplan nog wordt voorgesteld. De meest zuidelijke woningen van de hoven, de woningen die in/aan het water staan vragen om een zeer specifieke behandeling die recht doet aan de verbijzonderde plek. Daarbij zal een relatie worden gelegd met de hoven van Waterzoom I. Dit houdt in dat van west naar oost gezien de woningen in de hoven opeenvolgend van rood naar blauw naar geel/oranje worden uitgevoerd. De vierde, meest oostelijke plek kan dan in een groentint. Het meest oostelijke plandeel van In de Luwte II speelt samen met de invulling van Waterlandhof een belangrijke rol in de oriëntatie naar-, van en op het eiland. Het is dan ook de bedoeling de hier geplande woningen in eenzelfde architectuurstijl als de woningen van Waterlandhof uit te voeren. Aan de westzijde van het eiland In de Luwte II kan dan een relatie met de crescentwoningen van In de Luwte III gelegd worden. Tenslotte zijn er nog de plandelen tussen de hoven te benoemen. Deze onderdelen zouden zowel projectmatig als particulier ontwikkeld kunnen worden. Aangezien deze planonderdelen niet als structuurbepalend zijn te benoemen, zullen ongeacht de wijze van ontwikkelen (particulier/projectmatig) hier niet al te stringente uitwerkingsregels worden voorgeschreven. Verbijzonderd in deze zone is de centraal op het eiland gelegen 'Middenhof', waar meer specifieke regels voor worden gegeven. In onderstaande afbeelding zijn de verschillende beeldkwaliteitsgebieden voor In de Luwte II aangegeven. Voor alle deelgebieden geldt dat het thema Scandinavië het leidend motief zal zijn. Op de navolgende pagina's wordet per deelgebied de aanvullende aanwijzingen en randvoorwaarden beschreven. beeldkwaliteitsgebieden IDL II
Deelgebied 1: Golvende noordoever projectmatig/seriematig (professionele opdrachtgever en architect) aan westzijde vrije kavel (particulier opdrachtgeverschap) woningtypologie: eengezinsrijenwoningen (en mogelijk twee-onder-een-kap / vrije kavel aan westzijde) bouwhoogte: 2 lagen met kap dakvorm: lessenaar- of zadeldak, dakhelling max. 45, evenwijdig aan Drachtstervaart bebouwingswand aan Drachtstervaart: lineaire bebouwing, per meander lichte verschillen mogelijk verbijzonderingen, accenten 'koppen' van de bouwblokken van de bebouwingswand duidelijk markeren lineaire karakter op markante punten onderbreken door verbijzonderingen in de hoofdbouwmassa vrije kavel / twee-onder-een-kapper aan westzijde vormt begin/beëindiging van de gebogen bebouwingswand en is dus onderdeel van de wand, maar kan sterk verbijzonderd worden vormgegeven gevels: hout of een vergelijkbaar product, steen, verscheidenheid aan kleuren daken: voorkeur voor vlakke, gebakken pannen inrichting erven bijgebouwen: bergingen en garages moeten zijn opgenomen in het architectonisch ontwerp, met name de te realiseren bergingen aan de zijde van de Drachtstervaart achtertuinen grenzend aan openbaar gebied, voor zover het niet de waterzijde betreft, afscheiden van de openbare ruimte door middel van een bij het architectonisch ontwerp behorende erfafscheiding
referentiebeelden eengezinsrijenwoningen met onderbreking in lineaire gevel Deelgebied 2: 'specials in de hoven' projectmatig/seriematig (professionele opdrachtgever en architect) woningtypologie: vrijstaand(-geschakeld) bouwhoogte: 2 lagen met kap dakvorm: lessenaar- of zadeldak woningen per hof ontwerpen, verschillen per hof zeer goed mogelijk verbijzonderingen, accenten 'koppen' waterzijde markant vormgeven gevels: hout of een vergelijkbaar product, steen, kleuren per hof verschillend (van west naar oost: rood - blauw - geel/oranje - groen) markante oriëntatie op het water Deelgebied 3: 'hoven en meanderende zuidzijde' projectmatig/seriematig (professionele opdrachtgever en architect) en/of particulier woningtypologie: vrijstaand(-geschakeld) en twee-onder-een-kap
bouwhoogte: 1-2 lagen met kap dakvorm: lessenaar- of zadeldak diverse uitstraling en verscheidenheid gevels: hout of een vergelijkbaar product, steen, divers kleurgebruik daken: nokrichting vrij, diverse materiaalgebruik mogelijk inrichting erven bijgebouwen: bergingen en garages moeten zijn opgenomen in het architectonisch ontwerp achtertuinen grenzend aan openbaar gebied, voor zover het niet de waterzijde betreft, afscheiden van de openbare ruimte door middel van een bij het architectonisch ontwerp behorende erfafscheiding referentiebeelden deelgebied 3, Archipel en Parkzoom
Deelgebied 4: 'middenhof' projectmatig (professionele opdrachtgever en architect) woningtypologie: vrijstaand geschakeld, twee-onder-een-kap, verbijzonderd woningtype (patio, menging) bouwhoogte: 1-2 lagen met kap dakvorm: n.t.b. middenhof als geheel ontwerpen, daardoor herkenbaar als verbijzondering in IDL II. Aan het geheel ondergeschikte variatie per woning mogelijk keuze voor is vrij, bij voorkeur afwijkend van overige plandelen IDL II referentiebeelden 'Middenhof'
Deelgebied 5: 'kop oost, entree' projectmatig/seriematig (professionele opdrachtgever en architect) beeldtaal aansluitend bij Waterlandhof woningtypologie: vrijstaand-geschakeld en twee-onder-een-kap bouwhoogte: 2 lagen met kap dakvorm: zadeldak deelgebied als eenheid ontwerpen, aanlsuitend bij beeldtaal Waterlandhof gevels: hout of een vergelijkbaar product, steen, kleurgebruik- en materiaalgebruik aansluitend bij Waterlandhof daken: antracietkleurige pan verbijzonderingen, accenten woning zuid-oostzijde als kop sterk verbijzonderen impressie Waterlandhof en kleur- en materiaalgebruik
Deelgebied 6: 'kop west' projectmatig/seriematig (professionele opdrachtgever en architect) qua uitstraling 'familie van' crescentwoningen IDL III woningtypologie: vrijstaand-geschakeld en/of twee-onder-een-kap bouwhoogte: 2 lagen met kap dakvorm: zadeldak met flauwe helling deelgebied als eenheid ontwerpen, qua uitstraling 'familie van' crescentwoningen IDL III gevels: hout of een vergelijkbaar product, steen, kleurgebruik- en materiaalgebruik aansluitend bij IDL III daken: antracietkleurige pan verbijzonderingen, accenten kopwoning aan noordzijde sterk verbijzonderen referentie crescentwoningen In de Luwte III Houten, 10 december 2009 derks stedebouw b.v.