Voorstel Universiteit Hasselt, faculteit Architectuur & Kunst, voor een VLAIO-TETRA-project PREFABCONCEPT-porTAAL voor een verhoogde toepassing van prefabricatieconcepten in de reguliere Vlaamse bouwpraktijk afstemming tussen onderzoek, bouwindustrie en architectuurpraktijk Sustainability Research & Education Team Prof. dr. ir. Griet Verbeeck Dr. ir. Elke Knapen Dr. arch. Bart Janssens Inhoud 7 oktober 2016 A.Beknopte omschrijving van het onderzoeksvoorstel B.Informatie over VLAIO-TETRA-projecten C.To do en gevraagd
A. Beknopte omschrijving van het onderzoeksvoorstel 1. Onderwerp Dit onderzoeksproject focust op prefabricatieconcepten ontwikkeld en gecommercialiseerd door bedrijven binnen de Vlaamse bouwindustrie. Met prefabricatieconcepten worden concepten bedoeld die: kant-en-klaar door een bedrijf/aannemer aangeboden worden, m.a.w. concepten die generiek toepasbaar zijn en dus niet ad-hoc of project-specifiek geconcipieerd zijn; bestaan uit 2D bouwconstructieve elementen/componenten en/of 3D fysiekruimtelijke units/modules; door een verre graad van prefabricatie verschillende functionele lagen bevatten (vb. draagstructuur, thermische/akoestische isolatie, water-, wind, -dampdichting, afwerkingen); gericht zijn op projecten met een verblijfsfunctie (vb. wonen, werken); bruikbaar zijn als totaalconcept voor nieuwbouw- en/of renovatieprojecten. Hierbij worden alle constructiemethodes (vb. massiefbouw, staanderbouw), met verschillende materialen (vb. steen, beton, hout, staal) en/of materiaalsamenstellingen in acht genomen. Het project beoogt om de prefabricatie-industrie te ondersteunen door een verhoogde toepassing van deze prefabricatieconcepten door architecten te stimuleren. Het onderzoeksvoorstel wordt opgezet door de Universiteit Hasselt en zal verder verfijnd, aangevraagd en zo mogelijk uitgewerkt worden door: een industrie- gebruikersgroep (gebruikerscommissie) (een) onderzoekspartner(s) (nader te bepalen) 2. Aanleiding Prefabricatieconcepten worden tot nu toe slechts sporadisch toegepast in Vlaanderen. De bouwpraktijk blijft hardnekkig vasthouden aan traditionele bouw- en constructietechnieken. Van een brede inbedding in de Vlaamse bouwindustrie is nog geen sprake. Bouwactoren die alsnog inzetten op prefabricatie zijn eerder beperkt in aantal en ondervinden moeite om zich op de markt standvastig te verankeren. Ondanks geleverde inspanningen en financiële investeringen in onderzoek en ontwikkeling blijft het potentieel van het werken met prefabricatieconcepten onderbenut. Mogelijke redenen voor de beperkte toepassing van prefabricatieconcepten zijn: een negatieve perceptie van architecten over prefabricatie in het algemeen, en prefabricatieconcepten in het bijzonder (onvoldoende kennis > vooroordelen, fout verwachtingspatroon, ); geen of onvoldoende doorstroming van kennis en inzichten vanuit onderzoek naar de praktijk, zowel naar de ontwikkeling van de prefabricatieconcepten door de bedrijven, als naar de sensibilisering van en toepassing door architecten; onverenigbaarheden en/of tegenstrijdigheden tussen de ontwikkelde prefabricatieconcepten en de productmatige en procesmatige voorkeuren van architecten. Tijdens voorgaand onderzoek en bij de ontwikkeling van bestaande prefabricatieconcepten werd er vaak onvoldoende rekening gehouden met de specifieke voorkeuren, eigenheid en werkwijze van praktiserende architecten. Prefabricatie werd vaak benaderd met een focus op de optimalisatie van bouwconstructieve en bouwfysische aspecten en op het rationalisatieproces van het industrialiseren (productie-praktische aspecten). De verzuiling van de drie betrokken disciplines onderzoek/bouwindustrie/architectuurpraktijk, met elk een eigen focus, legt een hypotheek op een verhoogde toepassing van prefabricatieconcepten in de reguliere Vlaamse bouwpraktijk. 2
3. Doelstelling Het project wil het draagvlak voor de toepassing van prefabricatieconcepten in Vlaanderen stimuleren door in te zetten op 4 pistes: 1. de bepaling van bruikbare bouwconstructieve en bouwfysische gidsprincipes, uit de vertaling van bestaande kennis en inzichten gegenereerd door voorgaand fundamenteel onderzoek, die door de industrie gebruikt kunnen worden voor de ontwikkeling van nieuwe en de optimalisatie van bestaande prefabricatieconcepten ifv technische vereisten; 2. de bepaling van productmatige en procesmatige criteria belangrijk voor praktiserende architecten (respectievelijk vb.: detaillering, materialen, afwerking; integratie in ontwerpfase) die als tool (checklist, prioriteitenlijst) door de industrie gebruikt kunnen worden om nieuw te ontwikkelen en bestaande prefabricatieconcepten af te stemmen op de hedendaagse architectuurpraktijk; 3. een praktische toepassing van ontwikkelde gidsprincipes en criteria voor de afstemming (optimalisatie) van een aantal bestaande concepten van deelnemende bedrijven; 4. het opzetten van een platform voor de sector van prefabricatieconcepten voor de communicatie over en bestendiging van de wisselwerking tussen onderzoek/bouwindustrie/architectuurpraktijk, en finaal een verhoogde toepassing. Dit onderzoeksproject bouwt dus verder op bestaand onderzoek (bruikbare vertaling), voegt het perspectief van de architectuurpraktijk toe (bepaling criteria), en zet een platform op voor communicatie en bestendiging. De 4 pistes als geheel en elk apart pakken de heersende verzuiling onderzoek/bouwindustrie/architectuurpraktijk aan, en worden aanzien als een hefboom naar een volumevergroting van prefabricatieconcepten op de Vlaamse Bouwmarkt, naar een economische en maatschappelijke duurzaamheid/valorisatie. Doelstelling onderzoeksproject in 4 pistes: stimuleren van het draagvlak voor prefabricatieconcepten door in te zetten op de vertaling van voorgaand onderzoek naar bruikbare gidsprincipes, de bepaling van criteria vanuit de architectuurpraktijk, en een praktische toepassing van gidsprincipes en criteria voor de afstemming van bestaande concepten van deelnemende bedrijven uit de bouwindustrie, en finaal de opzet van een platform voor zelfregulering. 3
B. VLAIO-TETRA-project 1. Context Het TETRA programma richt zich tot Vlaamse instellingen van hoger onderwijs, meer bepaald hogescholen en geïntegreerde opleidingen in de universiteiten die actief bezig zijn met praktijkgericht onderzoek. Binnen TETRA projecten wordt bestaande (academische) kennis vertaald naar gevalideerde en direct bruikbare concepten of prototypes die inspelen op de noden van een ruime doelgroep bestaande uit ondernemingen en/of social profit organisaties die zo kunnen innoveren. 2. Doel TETRA steunt toepassingsgerichte projecten die een innovatief concept bestuderen, en waarvan de resultaten door ondernemingen in Vlaanderen kunnen gebruikt worden. Tijdens een TETRA-project moet kennis op een begrijpelijke wijze overgedragen worden vanuit het hoger onderwijs naar de leden van de gebruikersgroep. TETRA-projecten hebben een dubbele doelstelling: Verhogen van de innovatiecapaciteit bij Vlaamse ondernemingen en/of social profit organisaties door het omzetten van technologie en kennis naar concrete toepassingen. Elke projectaanvraag wordt dan ook verplicht begeleid door een gebruikersgroep. Verhogen van de kennisbasis van de hogescholen en de geïntegreerde opleidingen in de universiteiten ter verbetering van het onderwijs en de maatschappelijke dienstverlening. De projecten hebben minstens een economische finaliteit, dit betekent dat de resultaten aanleiding moeten geven tot economische voordelen bij de doelgroep. Daarnaast kan men via het project een maatschappelijke uitdaging aanpakken. Een project met een duidelijke bijdrage aan een transitie- /transformatieproces kan als zeer goed worden beschouwd. 3. Praktische modaliteiten Een project duurt standaard 2 jaar Een project heeft een projectbegroting van min. 100.000 en max. 480.000 De begeleiding van het onderzoeksproject door een gebruikersgroep (ondernemingen, representatief voor de brede doelgroep) is noodzakelijk De subsidie bedraagt maximaal 92,5% van de projectkost Er is een minimale co-financiering van 7,5% vereist van de gebruikersgroep, door eigen financiële inbreng, door inkomsten van activiteiten, en/of door diensten of levering van goederen ten behoeve van het project Komt in aanmerking voor financiering: o Personeelskosten instelling(en) hoger onderwijs en zijn onderzoekspartners o Overige kosten (werkings- en overheadkosten van de uitvoerende partners): maximaal 40.000 euro per voltijdsequivalant / jaar o Uitbestedingen aan onderaannemers o (Geen investeringen in basisinfrastructuur) 4
C. To do en gevraagd 1. To do Ten einde de projectaanvraag in te kunnen dienen op ten laatste 24 januari 2017, dienen volgende acties ondernomen te worden: 1. Bedrijven en socialprofitorganisaties zoeken voor de gebruikerscommissie (duidelijke interesse in het project via participatie en co-financiering) (per mail, met behulp van voorliggend document) 2. Onderzoekspartners zoeken (per mail, met behulp van voorliggend document) 3. Projectvoorstel aftoetsen met de betrokken bedrijven (week van 17/10/2016, te bepalen via doodle-link: zie begeleidende email) 4. Eventuele aanpassing van het projectvoorstel 5. Infovergadering van VLAIO-TETRA bijwonen en voorlopig projectvoorstel voorleggen voor advies (24 oktober 2016) 6. Eventueel bijkomende bedrijven en socialprofitorganisaties zoeken voor de gebruikerscommissie (duidelijke interesse in het project via participatie en co-financiering) 7. Voorlopige projectaanvraag uitschrijven, bijhorende budgettering opstellen, en voorleggen aan gebruikerscommissie 8. Opmaak definitieve projectaanvraag 2. Gevraagd Gecontacteerden worden vriendelijk gevraagd om het volgende te laten weten: Hun interesse of desinteresse voor het onderzoeksproject; Hun bereidheid of onbereidheid voor deelname aan het onderzoeksproject; Per mail feedback te laten aangaande voorliggend onderzoeksvoorstel: onderwerp (af te bakenen?), aanleiding (vaststelling toepassing en hypothese oorzaak), doelstelling (algemeen en specifiek 1, 2 en 3); Hun bereidheid of onbereidheid om deel te nemen aan het discussie- en feedbackmoment om het projectvoorstel af te toetsen tijdens de week van 17/10/2016 (uiteindelijke datum te bepalen via de doodle op email). 5