Evenwicht tussen Safety en Autonomie bij (para)suïcidaal gedrag Tom Baeten Tine Maes Hoofdverantwoordelijke De Spinnaker Hoofdverantwoordelijke De Fase 4 Tom.baeten@emmaus.be Tine.maes@emmaus.be
Verpleegkundige zorg Directe observatie You watch them like a hawk Betrokkenheid en hoop
De Fase 4 De Fase 4 is een behandelafdeling voor depressie, met een expertise in ernstige depressies. De ernst van de depressie wordt bij opname en daarna maandelijks in kaart gebracht met BDI-II en HDRS. Totaalscore en suïcide-item worden meegenomen in het opstellen van het behandelplan. De afdeling heeft een uitgeschreven suïcideprotocol. Dit protocol omvat verschillende niveaus. Interventies worden aangepast aan het niveau. Patiënten worden in een bepaald niveau geplaatst nadat het team klinisch inschat dat dit nodig is binnen suïcidepreventie. Daarnaast komen patiënten in een suïcideniveau wanneer de score op het suïcide-item van BDI-II of HDRS verhoogd is. De klinische praktijk leert dat sommige patiënten in gesprekken niet aangeven met suïcidegedachten bezig te zijn. De gestructureerde inschatting geeft soms het tegendeel aan en geeft het team een ingangspoort dit toch breder te bespreken met deze patiënten. Op De Fase 4 zijn we dan ook overtuigd van de meerwaarde van het gebruik van een gestructureerde inschatting van het suïciderisico.
Maes, T., Dumont, G., Schrijvers, D. (2015). Inschatting van (para)suïcidaal gedrag: gestructureerde versus klinische risicotaxatie. Nurse academy GGZ, 1, 43-48.
Suïcidepreventie protocol De Fase 4 Niveau 1: Lichte mate Spreek over suïcide met de patiënt Spreek met patiënt over toekomstperspectieven Biedt patiënt regelmatig een gesprek aan Niveau 2: Ambivalent Plan dagelijks een kort gesprek(15 ) met patiënt over suïcide Maak een inschatting van het verder verloop suïcidaal proces Dagelijks patiënt bespreken op de briefing Niveau 3: Ernstige mate Maak kamer veilig samen met patiënt Afspraken maken blijft mogelijk Consultatie bij arts bij aanvang van niveau 3. Medicatie aanpassing indien nodig en medicatie in beheer van het team. Niveau 3A Toezicht 60 Patiënt mag afdeling verlaten met familie/vrienden die op de hoogte zijn van toestandsbeeld. Familie/vrienden komen patiënt halen op de afdeling en brengen patiënt terug. Patiënt kan niet met overnachting naar huis. Niveau 3B Toezicht 30 Patiënt mag de afdeling niet verlaten. Patiënt mag niet op weekend. Patiënt kan bezoek ontvangen op de afdeling.
Casus 52jaar verpleegkundige 10/2014 CVA Depressieve klachten nav functieverlies CVA Suïcidepoging (auto-intoxicatie) voor opname
Voorstelling De Spinnaker Op de Spinnaker kan men terecht als volwassene (+18) met een persoonlijkheidsstoornis, vnl. borderline persoonlijkheidsstoornis. Via Dialectische Gedragstherapie (DGT) patiënten een levenswaardig leven leren opbouwen. De specifieke doelen van DGT hebben een vaste volgorde: - verminderen van levensbedreigend en zelfbeschadigend gedrag, - verminderen van gedrag dat verandering en behandeling in de weg staat, - verminderen van gedrag dat de kwaliteit van het leven verarmt, - vermeerderen van vaardigheden op het vlak van omgaan met zichzelf en met anderen. Aanleren van vaardigheden om emoties te reguleren en om controle te verwerven over gedrag en symptomen. Het aanleren van vaardigheden gebeurt in vaardigheidstrainingen en het inoefenen gebeurt in verschillende verbale en niet-verbale therapieën.
Suïcidepreventie protocol De Spinnaker Uitgangspunten DGT Het leven van een suïcidale borderline-patiënt is zoals het tot op heden geleefd wordt, ondraaglijk. Kiezen voor behandeling is kiezen voor het leven. De hiërarchie van de doelen, met als primaire focus het verminderen van suïcidaal en parasuïcidaal gedrag, zorgt voor constante en regelmatige Psychiatrisch assessment Ziekenhuis Duffel van
Suïcidepreventie protocol De Spinnaker Interventiestrategieën bij suïcidedreiging Binnen DGT wordt verwacht dat er gesproken wordt over suïcidegedachten of plannen. Er wordt expliciet gesteld dat het uitvoeren van een suïcidepoging niet kan. Suïcidegedachten moeten besproken worden met het team en niet met medepatiënten. Het suïciderisico wordt in eerste instantie ingeschat door het teamlid waarmee de suïcidaliteit op dat moment wordt besproken. Een mogelijk suïciderisico wordt besproken op patiëntenbesprekingen en dagelijks opgevolgd tijdens briefings.
Suïcidepreventie protocol De Spinnaker Interventiestrategieën bij suïcidedreiging Handelen: Spreek met patiënt af met wie en wanneer hij kan spreken. Leidraad binnen een coaching gesprek: Valideer de ervaring van de patiënt. kijk samen hoe er veiligheid op de afdeling gecreëerd kan worden. Kijk samen welke stappen de patiënt kan ondernemen om de crisis te verdragen en te overbruggen. Leidraad hier is het individuele stappenplan dat elke patiënt bij aanvang van de behandeling opstelt. Zorg voor een veilige omgeving (kamer, leefruimte,.): vraag aan patiënt om onveilig materiaal
Suïcidepreventie protocol De Spinnaker Handelen: Bied medicatie aan indien nodig in overleg met de afdelingsarts (of dokter van wacht). Verantwoordelijkheid bij de patiënt zelf Communicatie Houden aan afspraken Gemaakte afspraken gelden tot er met het team besproken wordt dat ze aangepast kunnen worden of niet meer nodig zijn. Wanneer een patiënt aangeeft deze verantwoordelijkheid niet te kunnen nemen of zich niet aan gemaakte afspraken houdt, eindigt de behandeling (tijdelijk) op onze afdeling en worden stappen ondernomen om de verantwoordelijkheid over te nemen (conform DGT). Op dat moment kan vb. een transfert naar een gesloten afdeling gemaakt worden.
Suïcidepreventie protocol De Spinnaker Preventieve behandelstrategieën Suïcidaliteit wordt door middel van gedragsanalyses in kaart gebracht tijdens de behandeling. Op basis daarvan worden verdere behandelstrategieën bepaald ter preventie van toekomstig suïcidaal gedrag. Als het gedrag respondent is: (respondent : er is een uitlokkende gebeurtenis) Stop uitlokkende gebeurtenis Leer vaardigheden in het voorkomen van de gebeurtenis Leer vaardigheden voor het omgaan met die gebeurtenis (als je ze niet kan voorkomen) Als het gedrag operant is: (operant: gedrag wordt in stand gehouden door de gevolgen ervan) Reageer met licht aversieve, natuurlijke contingenties (zorg dat je reactie als vervelend ervaren wordt) Bekrachtig het gedrag niet of neem bekrachtiging weg (neutrale houding bij verzorging, boosheid kan ook bekrachtigen, ) Lok functioneel gedrag uit alvorens te interveniëren (bespreek wat je anders zou kunnen doen om vb. aandacht te krijgen) Intervenieer niet actief om suïcide te voorkomen, tenzij het gevaar te groot is (en de dood afwendbaar lijkt)
Suïcidepreventie protocol De Spinnaker Ondersteuning van het team Het DGT-behandelmodel stelt dat therapeuten die werken met suïcidale borderlinepatiënten zelf ook ondersteuning nodig hebben. Chronische en acute suïcidaliteit is moeilijk te (ver)dragen. De Spinnaker heeft een tweewekelijks consultatieteam. Na een al dan niet gelukte suïcidepoging is er de mogelijkheid om naast ondersteuning binnen het team ook beroep te doen op het Stress Support Team. De eerste focus na zo n belastende gebeurtenis is in kaart te brengen wat teamleden op dat moment nodig hebben qua ondersteuning.
Casus Vrouw van 29 jaar met BPS Verschillende TS-pogingen in verleden Moet met ontslag wegens overtreden van afdelingsregels Dreigt met suïcide
Verpleegkundige interventies bij suïcidale patiënten T. Maes, B. Sabbe, D. Schrijvers, G. Vanaerschot Welke interventies door verpleegkundigen worden door patiënten als belemmerend/helpend ervaren in een suïcidale fase tijdens opname in een residentiële setting? Doel: Ontwikkelen model voor verpleegkundige interventies bij suïcidale patiënten in een residentiële setting
Ik denk gewoon luisteren, want bij gedachten aan suïcide zie je gewoon geen oplossing. Ik denk ook dat ik er niet vatbaar voor zou geweest zijn. Het was een reactie op de maatregelen die volgden dat ik dacht ik had er beter niet over gesproken. De verpleegkundige is bij mij gebleven tot ik gekalmeerd was. Ik denk gewoon over het feit dat ze er zijn, dat ze aandacht hebben voor mij. Dat ze ook wel opmerken dat het niet goed gaat. Tijd voor mij maken, het beschikbaar zijn. Gewoon door gesprekken, door tijd voor mij te nemen. Door au-serieux te nemen wat ik zeg, door begrip te tonen.
Handboek: Suïcidepreventie in de praktijk Ad Kerkhof & Bert van Luyn Bohn Stafleu van Loghum Houten 2010