Checklist roosterkenmerken Het werken in ploegendienst is niet zonder risico. Meest bepalend voor de bezwaarlijke gevolgen van ploegendienst zijn de roosterkenmerken. Door bij het ontwikkelen van een rooster die kenmerken in de gaten te houden, kan de kwaliteit van een rooster positief worden beïnvloed. Het ingewikkelde daarbij is dat de roosterkenmerken ook invloed op elkaar hebben. Zit het ene roosterkenmerk perfect in het rooster, dan blijkt dat vaak ten koste te gaan van een ander roosterkenmerk. Het is dus bij het ontwikkelen van een rooster zaak om de goede balans tussen al die roosterkenmerken te vinden. Dat is lastig, omdat roosterkenmerken vaak heel verschillende soorten effecten hebben. Sommige roosterkenmerken hebben bijvoorbeeld vooral een effect op je gezondheid dat je pas na verloop van een groot aantal jaren merkt, terwijl andere roosterkenmerken vooral een effect hebben op je sociale leven wat direct merkbaar is. En ook de mate waarin een roosterkenmerk effect heeft kan enorm verschillen. Sommige roosterkenmerken hebben een heel groot effect op je welbevinden, terwijl dat bij anderen slechts gering is. Dat alles maakt het vinden van de optimale balans moeilijk. Deze checklist is een hulpmiddel om bij het maken van het rooster met elkaar de juiste afwegingen te maken. De checklist kent twee kolommen. In de eerste kolom staat het roosterkenmerk vermeld met daarbij een korte omschrijving. Hoe meer sterren het roosterkenmerk heeft, hoe belangrijker het roosterkenmerk is ten opzichte van andere kenmerken. Met de sterren wordt het volgende uitgedrukt: Veiligheid en gezondheid Welzijn en sociaal welbevinden 4 sterren Urgent Belangrijk 3 sterren Zeer belangrijk Belangrijk 2 sterren Belangrijk Zeer belangrijk 1 ster Beperkt Belangrijk De verschillende roosterkenmerken hangen met elkaar samen. Als op een roosterkenmerk met veel sterren niet geoptimaliseerd kan worden, is het zaak om compensatie te zoeken bij andere roosterkenmerken. Als er bijvoorbeeld veel nachtdiensten gelopen moeten worden, en dat is echt niet terug te dringen, probeer dan de gemiddelde arbeidstijd in het rooster te verlagen. De tweede kolom geeft ruimte om aan te geven hoe er bij het maken van het rooster met dit kenmerk is omgegaan. Schrijf daar dus op welke afweging management en medewerkers gemaakt hebben om bijvoorbeeld het ene roosterkenmerk zwaarder te laten wegen dan het andere of waarom een bepaald roosterkenmerk niet beter in het rooster te krijgen is. Het invullen van die tweede kolom is ook belangrijk om bestuurder en ondernemingsraad te helpen bij de beraadslaging over de instemmingsaanvraag voor het rooster. Zij hebben daardoor beter zicht op de overwegingen die management en medewerkers geleidt hebben tot de keuze voor een bepaald rooster. Zij kunnen dan ook met de makers van het rooster het gesprek aangaan als ze vinden dat de overwegingen voor een bepaalde roosterkeuze onvoldoende zijn. 1
Nachtdiensten: Nachtdiensten zijn diensten waarin meer dan 1 uur tussen 24:00 en 07:00 wordt gewerkt. Vanuit gezondheidsoptiek is de nachtdienst het meest belastend. Advies: aandeel nachtdiensten in het rooster zo klein mogelijk houden. Vroege diensten: Vroege diensten zijn diensten die op of voor 7:00 beginnen. Hoe vroeger de dienst begint, hoe meer belasting de dienst met zich mee brengt. Advies: bij voorkeur niet voor 7:00 beginnen. Bij de keuze voor een vroege of dagdienst is de duur van het woon-werkverkeer op de verschillende tijdstippen een belangrijk criterium. Flexibele dienst: Een flexibele dienst is een dienst waarvan bij de start van het rooster nog niet vaststaat op welke dag of op welk tijdstip er gewerkt moet gaan worden. Dat kan bijvoorbeeld een terugkomdag zijn of een reservedienst. Flexibele diensten kunnen handig zijn om bepaalde beheersvragen of onvoorziene omstandigheden bij de toepassing van het rooster op te vangen. Maar flexibele diensten geven ook onzekerheid aan de medewerker. Advies: inzet zo veel mogelijk beperken. Wanneer wel flexibele diensten worden geroosterd dan zijn duidelijke afspraken over de mededelingstermijn van belang. Flexibele arbeidstijd: Bij een flexibele arbeidstijd is de gemiddelde arbeidstijd niet constant is. De ene week worden meer uren gewerkt dan in de andere week. Een grote oorzaak voor flexibele arbeidstijden zijn seizoensinvloeden of pieken en dalen in het werk. Advies: maak wisselingen in gemiddelde arbeidstijd per week of periode zo voorspelbaar mogelijk. Neem als norm dat er niet meer dan plus 10% en min 10% van de gemiddelde arbeidstijd wordt afgeweken. 2
Rotatiesnelheid: De rotatiesnelheid geeft aan hoe snel er van dienstsoort wordt gewisseld. Een snelle rotatie voorkomt dat negatieve effecten van een dienstsoort zich kunnen gaan opstapelen. Advies: rooster dezelfde dienstsoort in blokjes van 2 tot maximaal 4 diensten in. Bij nachtdiensten minimaal 2 / maximaal 3. Regelmaat: De regelmaat gaat over het patroon van het rooster; Hoe zijn de werkdagen en vrije dagen gespreid? In welke ritmes worden de verschillende dienstsoorten doorlopen? Hoe lang duurt het voordat het rooster zich begint te herhalen? Hoe lang is het basisritme? Een evenredige verspreiding van werkdagen en vrije dagen en terugkerende korte basisritmes leveren de minste belasting op. Advies: ontwerp een rooster met een herkenbare korte basiscyclus waarin werktijd en vrije tijd evenwichtig gespreid is en er voldoende hersteltijd na zware dienstreeksen is gepland. Rotatierichting: De rotatierichting is de volgorde waarin vroege, dag-, late en nachtdiensten elkaar afwisselen. Advies: een voorwaartse rotatie (V D L N) heeft daarbij de voorkeur boven een achterwaartse rotatie (N L D V). Voorwaarts roteren is vooral belangrijk bij dienstwisselingen in een reeks aaneengesloten diensten. Voorwaarts roteren van de ene dienstreeks naar de volgende is minder belangrijk als er tussen de reeksen veel vrije tijd zit. 3
Late diensten: Late diensten zijn diensten die eindigen na 19:00. Een enkele late dienst kan gunstig zijn voor de combinatie werk-privé, maar bij meer late diensten slaat dit meestal om in een nadeel. Advies: kies de eindtijd zo kiezen dat er nog enige sociale tijd over is voordat het bedtijd is en men tegelijkertijd niet te laat in het nachtvenster (24:00-7:00) moet gaan slapen. Weekenddienst: Werken in het weekend is vooral bezwaarlijk vanuit sociale optiek. Veel mensen vinden een heel vrij weekend belangrijk, terwijl anderen genoeg hebben aan een vrije zaterdag of zondag. Advies: stem de spreiding van de vrije weekenddagen zo goed mogelijk af op de wensen van de medewerkers in het rooster. Vrije tijd: Vrije tijd is niet alleen een dag zonder dienst, maar ook een vrije ochtend of een vrije avond. De vrije tijd moet de medewerker de mogelijkheid bieden werk en privé te combineren. Advies: stem de spreiding van de vrije avonden en vrije dagen zo goed mogelijk af op de wensen van de medewerkers in het rooster. Dienstduur: De lengte van een werkdag is normaliter tussen de 7 en 9,5 uur (incl. pauze). Langere diensten leiden tot een hogere belasting, zeker als het er meer achter elkaar zijn. Kortere diensten kunnen aantrekkelijk zijn in de combinatie werk-privé, maar moeten ook niet te kort worden. Advies: voorkom de inzet van langere diensten zo veel mogelijk. Nachtdiensten langer dan 9 uur zijn zelfs af te raden. Gemiddelde arbeidstijd: De gemiddelde wekelijkse arbeidstijd moet passen bij de belasting van het rooster. Zwaar lichamelijk werk of veel nachtarbeid vraagt dus om een lagere arbeidstijd dan licht administratief werk of uitsluitend dagdienst. Advies: bij belastende roosters niet boven de gemiddeld 36 uur per week uit komen. 4
Reekslengte: De reekslengte geeft aan hoeveel diensten er achter elkaar gewerkt wordt voordat sprake is van een of meer vrije dagen. Een reeks van allemaal gelijke diensten is in het algemeen belastender dan een reeks waarin van dienstsoort gewisseld wordt. Binnen een reeks is het echter ook aan te bevelen gelijke diensten zoveel mogelijk bloksgewijs te plannen. Advies: bij verschillende diensten in een reeks de reeks beperken tot 4 tot maximaal 6 diensten. Bestaat de reeks uit één dienstsoort, dan is het advies die te beperken tot 5 diensten en in geval de nachtdiensten korter. Aantal dienstsoorten: Een ploegendienst kent vaak meerdere soorten diensten, elk met eigen begin- en eindtijden. Hoe meer verschillende soorten diensten er in het rooster zitten, hoe minder overzichtelijk en voorspelbaar het rooster is. Advies: beperk het aantal verschillende dienstsoorten zo veel mogelijk. Dagdiensten: Dagdiensten zijn diensten die na 7:00 beginnen en uiterlijk om 19:00 zijn afgelopen (dagvenster cao). Deze diensten worden in het algemeen als minst belastend ervaren. Advies: werkzaamheden die overdag gepland kunnen worden daadwerkelijk ook uitvoeren in dagdienst in plaats van in een vroege, late, of nachtdienst. Roostercyclus: Een ploegendienst kent een cyclus van een aantal weken. Na afloop van de cyclus herhaalt het rooster zich op dezelfde manier. Hoe korter de cyclus, hoe makkelijker het is om je leven er op in te richten. Advies: een kortere cyclus heeft de voorkeur boven een langere cyclus. 5