Behoort bij zaaknummer Notitie Eigen bijdrage Wmo-maatwerkvoorzieningen

Vergelijkbare documenten
Anouk Laudy & Xander de Graaf

Uitwerking motie verlaging eigen bijdrage Wmo-voorzieningen

Zaaknummer : Onderwerp : Bespreking eigen bijdragen, inkomensregelingen en stapeling met de Raad

Raadsvoorstel OP.09A

Eigen bijdrage (onder de Wmo2105 heet dit: bijdrage in de kosten)

Hoogte eigen bijdragen Wmo en minimabeleid

Nota. Nota openbaar: Ja. Nummer: 14INT Invulling Wet chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER) Onderwerp:

Nota van B&W. onderwerp Nota eigen bijdrage Wmo 2016

DIGITAAL AFSCHRIFT 2016_BW_00318

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Aanpassing bijstandsbeleid / compensatie van de Wtcg en Cer

De systematiek van de eigen bijdrage Wmo

Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties

lx] Factsheet parameters Wmo 1.0 GESCAND OP -3 MilM 2015 Gemeente Oostzaan Lbr. 16/010 Hoogte eigen bijdrage Wmo Page 1 of2 Tjoelker, Nicolien Q) 1

Voor de overige voorzieningen (rolstoelvoorzieningen, het collectief vervoer en forfaitaire tegemoetkomingen 1 ) wordt geen eigen bijdrage gevraagd.

ttofí: Ambt/.. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad (070)

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel. Besluit. Registratienr.: Openbaar. Compensatie wegvallen Wtcg en CER

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Raadsmededeling - Openbaar

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Drie scenario s voor het invoeren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo.

Met dit initiatiefvoorstel stel ik u voor het volgende besluit te nemen: I. in te stemmen met genoemd initiatiefvoorstel;

Gemeentelijk maatwerk voor personen met een chronische ziekte en/of beperking voor de regio Noord-Limburg. Juni 2014

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Raadsvoorstel agendapunt

Drie scenario s voor het invoeren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo.

Bijlage 3. Inzake motie eigen bijdragen Wmo bij raadsvoorstel nieuw beleid Wmo

21/01/ Bram Koppenaal bijlage(n) Ede, Abonnementstarief Wmo 2

De Wmo en inkomensgrenzen (2012)

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Vooruitblik op uitwerking nadere regels bij Verordening Maatschappelijke ondersteuning MVS 2015

8200 AB Lelystad 8244 DJ Lelystad

DE EIGEN BIJDRAGE WMO

het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo

Deze toelichting is u toegezegd in de Algemene Raadscommissie van 9 september jl.

Notitie bijdrage Wmo 2015

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Beleid chronisch zieken en gehandicapten, gemeente Doesburg

Tegemoetkoming Zorgkosten 2018 en verder Uw kenmerk Beleidsveld Zorg en maatschappelijke opvang Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017.

Geachte mevrouw Gooijer, U heeft vragen gesteld over de eigen bijdrage in de Wmo. In deze brief geven wij antwoord op uw vragen.

Telefoonnummer {0318)

Onderwerp: Overzicht maatregelen Terneuzen ter voorkoming van stapeling zorgkosten.

Eigen bijdrage (Wmo) en ouderbijdrage (Jeugdwet)

ECSD/U Lbr. 16/010

Eigen bijdrage voor zorg zonder verblijf en voor de Wmo

Behorend bij raadsvoorstel over Kaders en verordening Wmo Bijlage overzicht voorgestelde beslispunten, opties en onderwerpen

informatie over de eigen bijdrage voor Wmo voorzieningen

en compensatieregelingen

Eigen bijdrage Wmo. Commissie M 16 januari

I-SZ/2015/2087 / RIS (Bijlage) Regeling Compensatie Zorgkosten 2016

Aanpassing Hulp bij het Huishouden

WMO bijdrageregeling Uitwerking van 2 voorstellen. Raadscommissie S 8 februari 2010 Han Wingens

Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein

De hoogte van de eigen bijdrage zou in een aantal gevallen niet in verhouding staan tot de omvang van de geleverde zorg.

Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede. Inhoud Inhoud 1. Hoofdstuk 1 - Inleiding 2. Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2. Artikel 1.

Raadsvoorstel

Onderdeel raadsprogramma: Programma 6, zorg, welzijn en onderwijs Portefeuillehouder: Jan Burger

Eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo Zorg thuis

Eigen bijdrage Wmo Raadscommissie

Eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo Zorg thuis

VRAGEN/TOEZEGGINGEN UIT RAAD/COMMISSIE

B&W-voorstel. Persgesprek : 23 december 2014

Memo. Aan : Van : N.M. Hazelzet. Onderwerp : Wtcg en CER. Datum : 30 juli 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wmo-raad Maastricht. Advies nr. 28 Inkomensondersteuning voor personen met een chronische ziekte en/of beperking:

Reactie georganiseerde belangenbehartigers op advies Tegemoetkoming bij chronische ziekte en handicap

Collegevoorstel. Zaaknummer: compensatie ziektekosten chronisch zieken en gehandicapten

Rapport aan B&W d.d. 25 november 2015 secretaris Pauline van Gelder. Gemeentewinkel

Onderzoek eigen bijdrage

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015

Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Eigen bijdrage Ondersteuning vanuit de Wmo Hulpmiddelen en voorzieningen Persoonsgebonden budget Wmo

ouderenzorg Informatiebijeenkomsten Jacqueline Poelen Jolande Schevers

Afdeling Sociaal Beleid Participatie en Onderwijs. Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Eigen bijdrage onder de WMO

Schriftelijke vragen over de Verordening Sociaal Domein. Castricum, 3 april 2017

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP

Wet maatschappelijke ondersteuning en overige wetten

Openbaar (verderop aangeven waarom) Onderwerp: Wijziging doelgroep en gemeentelijke bijdrage collectieve zorgverzekering.

Collectieve Zorgverzekering Minima (CZM) of Heerenveen Zorgt Regeling (HZR)

1. Onderwerp Collectieve ziektekostenverzekering als maatwerkvoorziening inkomensondersteuning 2. Rol van het

Geachte voorzitter, RIS Aan de voorzitter van de commissie Samenleving. Jurriaan van der Meijden. Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr

Nadere regels Wmo mbt Tegemoetkoming meerkosten chronisch zieken en gehandicapten

Geachte heer, mevrouw,

Raadsvoorstel 26. Gemeenteraad. Vergadering 2 maart 2010

Bijlage bij notitie Eigen bijdrage Wmo: een andere koers

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014

I ľll I III III III: III IHII

Eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo Zorg thuis

Nadere regel Wmo Gemeente Ede

Evidente wijzigingen t.o.v. Verordening 2015

Gemeente Westvoorne AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS

AANGEPAST. Raadsvoorstel. A.E. Brommersma 27 november september De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

1. het bieden van een gerichte compensatie van zogeheten meerkosten; 2. budgettaire beheersbaarheid.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

In het Regeerakkoord is opgenomen dat onderstaande inkomensondersteunende regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten gaan verdwijnen.

Beantwoording vragen en aanvullende vragen omtrent het Beleid van de gemeente Sittard-Geleen t.a.v Eigen Bijdrage Wmo ondersteuning

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 3 juni 2014 Agendapunt: 3

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Besluitenlijst van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015 PERS

Transcriptie:

Behoort bij zaaknummer 56375 Notitie Eigen bijdrage Wmo-maatwerkvoorzieningen Ede, oktober 2016 1

Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1. Kaders Ede voor nieuw beleid... 3 1.2. Samenhang met ander beleid Wmo... 4 1.3. Landelijk kader... 4 1.4. Variabelen binnen een uniforme systematiek... 5 2. Huidige beleid Ede... 6 3. Uitwerking van nieuw beleid... 7 3.1. Beleidsvrijheid gemeente... 7 3.2. Kostprijs gerelateerde variabelen... 8 3.2.1. Geen verhoging eigen bijdrage dagbesteding en begeleiding... 8 3.2.2. Geen of minder eigen bijdrage voor bepaalde voorzieningen opleggen... 8 3.3. Inkomen gerelateerde variabelen... 9 3.4. Inkomen gerelateerde variabelen vanuit perspectief cliënt... 9 3.5. Financiële context en consequenties... 11 3.6. Samenvattend: voorstel nieuw beleid eigen bijdrage Wmo maatwerkvoorziening... 11 4. Voorstel technische aanpassingen... 13 5. Communicatie... 14 5.1. Iedere burger weet hoe de eigen bijdrage er uit ziet... 14 5.2. Informatie nieuw beleid aan bestaande klanten... 14 2

1. Inleiding Met de invoering van de drie decentralisaties in 2015 heeft de gemeente Ede gekozen voor een beleidsarme invoering van de eigen bijdrage voor de maatwerkvoorzieningen Wmo. De toen geldende regels voor de eigen bijdrage in de Wmo zijn gehandhaafd en de tariefstelling voor de dagbesteding en begeleiding uit de AWBZ is overgenomen. De keuze voor een beleidsarme invoering is gemaakt omdat de inkomenseffecten voor inwoners van de nieuwe Wmo gecombineerd met het wegvallen van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Compensatieregeling Eigen Risico (CER) 1 moeilijk te voorspellen waren. Landelijk stegen de eigen bijdragen in 2015 door het vervallen van de landelijke korting van 33% van de Wtcg. In het eerste uitvoeringsjaar 2015 zijn er weinig signalen binnengekomen over de hoogte van de eigen bijdragen. Wel heeft een aantal inwoners de hulp bij het huishouden opgezegd als gevolg van de (landelijke) stijging van de eigen bijdragen en is op zoek gegaan naar andere oplossingen. Dat er verder weinig signalen zijn binnengekomen komt omdat de eigen bijdrage in Ede, vergeleken met andere gemeenten, niet hoog is. Wij baseren de eigen bijdragen voor dagbesteding en begeleiding niet op de feitelijke kostprijs maar op het oude tarief in de AWBZ van 14,20 per dagdeel of uur. Voor 2016 was er geen urgentie om een nieuw besluit te nemen over de eigen bijdrage voor de maatwerkvoorzieningen Wmo. Wel heeft de gemeenteraad aangegeven de eigen bijdrage regeling in 2016 opnieuw te willen bezien om te komen tot nieuw beleid voor 2017 en verder. Het college presenteert met voorliggende notitie een voorstel voor nieuw beleid inzake de eigen bijdrage voor de maatwerkvoorzieningen Wmo. Deze notitie gaat alleen over de eigen bijdrage voor de maatwerkvoorzieningen Wmo. De eigen bijdrage in het kader van de Jeugdwet is bij ons in 2015 komen te vervallen en voor beschermd wonen wordt de eigen bijdrage landelijk vastgesteld. 1.1. Kaders Ede voor nieuw beleid De uitgangspunten voor de vaststelling van de eigen bijdrage voor Wmo-maatwerkvoorzieningen vloeien voort uit de uitgangspunten van het sociaal domein in Ede. De gemeente Ede wil een samenleving zijn waarin burgers meedoen en zelfstandig en zelfredzaam zijn. Een samenleving waarin burgers zich verantwoordelijk voelen voor zichzelf, maar ook voor anderen en voor hun leefomgeving. De gemeente fungeert als vangnet als het niet zelf lukt. Uitgangspunt is om het gebruik van maatwerkvoorzieningen terug te dringen en meer beroep te doen op de eigen verantwoordelijkheid met inzet van het eigen netwerk of informele ondersteuning van bijvoorbeeld vrijwilligers. Ook het beleid voor het ontwikkelen van algemene voorzieningen past hierin. Met het nieuwe beleid voor de vaststelling van de eigen bijdragen handhaven wij het uitgangspunt dat wij de kwetsbare inwoners op maat ondersteunen. Dat kan door een bijdrage te vragen voor het bieden van een maatwerkondersteuning, die rekening houdt met de draaglast en draagkracht van de aanvrager. Want naast de eigen bijdrage voor de Wmo hebben inwoners vaak nog andere zorgkosten, zoals het eigen risico van de zorgverzekering en terugkerende kosten van bijvoorbeeld medicijnen die niet vergoed worden. Vooral de groep chronisch zieken en gehandicapten heeft naast het gebruik van de Wmo-voorzieningen veel bijkomende kosten voor fysiotherapie, beweegprogramma s of zittend ziekenvervoer, die deels uit eigen zak betaald moeten worden. Een belangrijke afweging om de groep met hogere inkomens en hoge zorgkosten tegemoet te komen is dat dit bijdraagt aan het zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en in die zin hogere zorgkosten substitueert. Het verlaagt de drempel om gebruik te maken van ondersteuning, dat niet alleen het langer thuis wonen bevordert maar ook de mantelzorger ontlast. 1 Het budget voor de Wtcg en CER is met een korting overgegaan naar gemeenten en is bestemd voor de nieuwe ondersteuningstaken in het sociaal domein. Gemeenten hebben beleidsvrijheid om het budget binnen het sociaal domein in te zetten. Het doel is om ondersteuning op maat te leveren: via de bijzondere bijstand en de Wmo. Gemeenten ontvangen 45 miljoen voor 2014, in de daaropvolgende jaren loopt het budget op tot 268 miljoen structureel (vanaf 2017). 3

Rekening houden met de draaglast en draagkracht van inwoners betekent dat we de variabele die het inkomensafhankelijke deel van de eigen bijdrage betreft, kunnen aanpassen. Dit heeft het meeste effect op de groep vanaf 120% en dit is ook juist de groep die we willen ontzien. 1.2. Samenhang met ander beleid Wmo In het kader van de ontwikkelagenda Wmo gaan we steeds meer met ondersteuningsarrangementen werken. Dit is een methodiek die bijdraagt aan de transformatie 3D: ontschotting budgetten, verbinding tussen nulde-, eerste- en tweedelijn, substitutie van zwaardere naar lichtere vormen van ondersteuning, het bieden van maatwerk en het sturen op resultaat. Nagedacht moet worden over de eigen bijdrage per ondersteuningsarrangement. Omdat de huidige arrangementen bestaan uit een stapeling van maatwerkvoorzieningen kunnen we tot nu toe de eigen bijdrage per onderdeel herleiden en laten vaststellen. Deze situatie handhaven we totdat anders wordt besloten. Een eventueel besluit is gelet op het ontwikkelproces eind 2017, begin 2018 te verwachten en gerelateerd aan de inkoop Wmo. Het ontwikkelen van nieuw beleid voor huishoudelijke hulp vanaf 2017. Er wordt een algemene voorziening Huishoudelijke hulp voorbereid, voorliggend op de huidige maatwerkvoorziening. Er is een afgebakende doelgroep voor de algemene voorziening, die alleen gebruik maakt van huishoudelijke ondersteuning. Als cliënten van meer dan één voorziening gebruik maken, komen zij in aanmerking voor een maatwerkvoorziening. Dit om te voorkomen dat cliënten er financieel op achteruit gaan door het gelijktijdig gebruik van een algemene voorziening en een maatwerkvoorziening. Ook is er een toets op inkomen. Als het inkomen van de cliënt lager is dan 120% van het minimum, is er toegang tot de maatwerkvoorziening, omdat deze groep cliënten financieel kwetsbaar is. Meer dan 50% van de groep op of onder het sociaal minimum maakt gebruik van de collectieve ziektekostenverzekering. Daarin zijn zij verzekerd voor de eigen bijdrage in de maatwerkvoorziening en zouden zij er financieel op achteruitgaan bij gebruik van een algemene voorziening. Eind september 2016 is besluitvorming door de raad voorzien. 1.3. Landelijk kader Onder de Wmo 2015 mag de gemeente een eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen vragen die afhankelijk is van het inkomen en vermogen van de aanvrager. Hoe hoger het inkomen en vermogen, hoe hoger de eigen bijdrage. Uitgezonderd van de eigen bijdragen zijn rolstoelen en voorzieningen voor minderjarigen. Wel mag de gemeente bij verordening voor woningaanpassingen voor minderjarigen aan ouders een eigen bijdrage opleggen. Het CAK (het Centraal Administratie Kantoor) zorgt voor de berekening en inning van de eigen bijdrage. De gemeente mag geen eigen inkomensbeleid voeren en moet binnen de landelijk gestelde kaders blijven. Ten gunste van de inwoners afwijken mag wel. Het is ook niet toegestaan om inkomensgrenzen te stellen waarboven een aanvraag wordt afgewezen. Een eigen bijdrage kan echter wel zo hoog zijn dat iemand de voorziening helemaal zelf betaalt. In het maatwerkgesprek kan de gemeente wijzen op de mogelijkheid van zelf financieren. Als iemand dit wil en kan, kan dit een juiste oplossing zijn. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van inkomen en het eventueel vermogen; samenstelling huishouden; leeftijd; zorggebruik en beleid gemeente. de landelijke kaders inkomen/vermogen 2 gezinssituatie leeftijd maximale periodebijdrage (per 4 weken) drempelinkomen Alleenstaande Niet gepensioneerd 19,40 22.486 15 % Alleenstaande Gepensioneerd 19,40 16.887 15 % Echtpaar Niet gepensioneerd 27,60 28.117 15 % Echtpaar Gepensioneerd 27,60 23.374 15 % % meer-inkomen Tot aan het drempelinkomen (dat is ongeveer 120% van het sociaal minimum) betaalt men een maximale periodebijdrage van 19,40 (alleenstaande ) of 27,60 (huishouden). Boven het drempelinkomen telt 15% van het meerinkomen mee voor de eigen bijdrage. Men betaalt echter nooit meer dan wat men gelet op het inkomen maximaal kan bijdragen, de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. 2 Uitgegaan wordt van het verzamelinkomen van 2 jaar geleden plus 8% van de grondslag sparen en beleggen. Dit tezamen is het bijdrageplichtig inkomen. 4

Daarnaast wordt de eigen bijdrage begrensd door de kostprijs van de voorziening. Dat zijn de kosten die de gemeente voor een voorziening maakt. Iemand betaalt nooit meer aan eigen bijdrage dan de kostprijs van de voorziening. 1.4. Variabelen binnen een uniforme systematiek Wanneer de gemeente een inkomensafhankelijke bijdrage wil heffen voor maatwerkvoorzieningen Wmo dan geldt hiervoor een uniforme systematiek. Deze systematiek bepaalt wat de cliënt gelet op de persoonlijke situatie maximaal aan eigen bijdragen betaalt. Binnen deze systematiek kunnen gemeenten zelf een aantal variabelen kiezen: a. De gemeente mag afwijken van de landelijke kaders van inkomen en vermogen ten gunste van de inwoner. De keuze die de gemeente maakt geldt dan voor alle inwoners die een eigen bijdrage betalen en voor alle voorzieningen waarvoor een eigen bijdrage geldt. Er zijn drie opties: a. Het drempelinkomen wordt hoger vastgesteld (B verschuift naar rechts in de afbeelding) b. Het percentage meerinkomen wordt lager vastgesteld (C stijgt minder stijl in de afbeelding) c. De maximale periodebijdrage wordt lager vastgesteld (A verschuift omlaag in de afbeelding) b. De gemeente mag per voorziening bepalen of er wel of geen eigen bijdrage geldt. c. De gemeente mag per voorziening bepalen wat de maximale eigen bijdrage is (tot aan de kostprijs). Er mag dus differentiatie tussen de verschillende voorzieningen worden toegepast. d. Per voorziening kan de gemeente bepalen hoe lang iemand een eigen bijdrage moet betalen. Dit heeft betrekking op de hulpmiddelen, woningaanpassingen en auto-aanpassingen. 5

2. Huidige beleid Ede Op dit moment vragen wij een eigen bijdrage voor alle maatwerkvoorzieningen Wmo. De rolstoelen en voorzieningen voor minderjarigen vallen hier buiten omdat deze wettelijk zijn uitgesloten. Voor het vaststellen van de eigen bijdrage hanteren wij de landelijke kaders. Vanuit landelijke wetgeving mag men voor een voorziening in eigendom een eigen bijdrage vragen gedurende het gebruik van de voorziening. In het huidige beleid zijn er vijf uitzondering ten opzichte van de landelijke kaders: Het bedrag dat in rekening wordt gebracht voor dagbesteding en begeleiding is niet gebaseerd op de werkelijke kostprijs maar op maximaal 14,20 per uur/dagdeel. Voor een voorziening in eigendom wordt maximaal 39 perioden (3 jaar) een eigen bijdrage opgelegd Voor een traplift wordt maximaal voor 91 perioden (7 jaar) een eigen bijdrage opgelegd De woningaanpassingen voor minderjarigen zijn bij verordening uitgesloten van een eigen bijdrage Het bedrag dat in rekening wordt gebracht voor kortdurende verblijf (in ZIN) is niet gebaseerd op de werkelijk kostprijs ( 180 per etmaal) maar op maximaal 42,60 per etmaal (3x 14,20 voor de onderdelen dagbesteding, begeleiding en het kortdurend verblijf zelf). De middelen die wij in 2015 en 2016 hebben ontvangen voor de afschaffing van de Wtcg en CER (1,2 mln) zetten wij onder meer in voor de collectieve verzekering (voor inkomens tot 120%) en voor inkomensondersteunende maatregelen bij hoge zorgkosten (voor inkomens tussen de 120% en 150%). Met de collectieve verzekering krijgt de aanvrager de eigen bijdrage Wmo geheel vergoed. Daarnaast kan iemand ook kiezen voor een duurder pakket, waarmee ook het eigen risico van de zorgverzekering wordt vergoed. Voor de inkomensgroep tussen 120 en 150% van het sociaal minimum is het mogelijk om bijzondere bijstand aan te vragen voor hoge zorgkosten. We hebben geen apart beleid voor hogere inkomensgroepen met hoge zorgkosten dus deze groep betaalt in verhouding meer aan zorg/ondersteuning dan de groep op of beneden 150%. Immers tot aan 120% geldt een maximale periodebijdrage en kan de eigen bijdrage via de collectiviteit meeverzekerd worden. Tot aan 150% is er inkomensondersteuning mogelijk. Daarboven is de maximum eigen bijdrage al snel het bedrag dat de cliënt daadwerkelijk moet betalen, begrensd door de kostprijs van de voorziening of wanneer de werkelijke kosten van het gebruik lager zijn dan de eigen bijdrage. Rekening houden met de draaglast en draagkracht van inwoners betekent dat we de variabele die het inkomensafhankelijke deel van de eigen bijdrage betreft, kunnen aanpassen. Dit heeft het meeste effect op de groep vanaf 120% en dit is ook juist de groep die we willen ontzien. 6

3. Uitwerking van nieuw beleid Voorafgaand aan deze notitie is er een richting opgehaald bij de gemeenteraad. Op 19 mei 2016 hebben wij een informatieve bijeenkomst met de raad gehad waarin de systematiek van de eigen bijdrage en het huidige beleid is toegelicht. Vervolgens is er op 9 juni 2016 een bijeenkomst geweest waarin verschillende scenario s rondom de eigen bijdrage zijn besproken. Tijdens deze bijeenkomst is een beeld opgehaald bij de aanwezige raadsleden. Het beeld is dat de aanwezige raadsleden: - het wenselijk vinden dat de eigen bijdrage voor dagbesteding en begeleiding gebaseerd blijft op het tarief van 14,20 per uur/dagdeel in plaats van de daadwerkelijke kostprijs - op de een of andere manier de korting van 33% (deels) willen compenseren: dit kan voor iedereen door het inkomensonafhankelijke deel van de eigen bijdrage te verlagen (= verlaging van de maximale periodebijdrage) of voor de groep boven de 120% door het inkomensafhankelijke deel van de eigen bijdrage te verlagen (= verlaging van het marginaal tarief van 15%) of een combinatie van beide - voor bepaalde voorzieningen een uitzondering te maken door geen eigen bijdrage te vragen. Naast dit proces met de raad zijn er ook gesprekken geweest met inwoners en een gesprek met de Adviesraad Sociaal Domein Ede en belangenbehartigers. Ook uit deze gesprekken kwam het beeld naar voren dat men het niet wenselijk vindt de eigen bijdrage van dagbesteding en begeleiding te verhogen naar de kostprijs. De Wtcg-korting met 33% in 2015 heeft al een verhoging van de eigen bijdrage tot gevolg gehad, waardoor sommige inwoners de keuze hebben gemaakt om minder ondersteuning af te nemen of andere oplossingen te zoeken. Niet in alle gevallen is dit echter verantwoord. Zie voor een korte weergave van de opbrengsten van deze bijeenkomst de bijlage. 3.1. Beleidsvrijheid gemeente Zoals al eerder aangegeven kunnen gemeenten binnen de landelijke uniforme systematiek zelf een aantal variabelen kiezen. Deze systematiek bepaalt wat de cliënt gelet op de persoonlijke situatie maximaal aan eigen bijdragen betaalt. We werken hier de varianten uit die het meest gescoord hebben tijdens de raadsbijeenkomst. Aan de raad is een aantal varianten voorgelegd. Via een punten totaal hebben we een beeld gekregen van een mogelijke richting voor beleid: - de varianten om de eigen bijdrage voor bepaalde inkomensgroepen af te schaffen (dus eigen bijdrage op 0 zetten) of voor alle voorzieningen (dus ook voor dagbesteding en begeleiding) tot aan de kostprijs te gaan scoorden het laagst; - het handhaven van het huidige beleid scoorde gemiddeld; - het hoogste scoorden de varianten om de eigen bijdrage te verlagen: verhogen inkomensgrens, verlagen maximale periodebijdragen of verlagen marginaal tarief. Deze laatste variant scoorde het hoogste. - door de raadsleden zijn ter plekke nog 2 varianten toegevoegd: het differentiëren naar voorzieningen en een combi van het verlagen van het marginaal tarief met het verlagen van de maximale periodebijdrage. Deze laatste variant scoorde substantieel hoger dan alle andere voorgelegde varianten en kreeg een dubbel aantal punten. We maken gemakshalve in de uitwerking van nieuw beleid een onderscheid tussen de meer beleidsmatige variabelen, gericht op de maatwerkvoorziening zelf en de meer inkomen gerelateerde variabelen: - de beleidsmatige variabelen gaan erover dat de gemeente per voorziening mag bepalen of er wel of geen eigen bijdrage is en wat de maximale eigen bijdrage (tot aan de kostprijs) is. Er mag dus differentiatie tussen de verschillende voorzieningen worden toegepast. - de meer inkomen gerelateerde variabelen gaan erover dat de gemeente de landelijk normen kan aanpassen. Dit mag alleen ten gunste van de klant. In deze variabelen zit ruimte om tegemoet te komen aan oplopende kosten voor inwoners met beperkingen en een grotere behoefte aan ondersteuning. Door het aanpassen van deze variabelen kunnen voor alle of bepaalde inkomensgroepen de kosten verlaagd worden. Voor de gemeente betekent dit altijd een verlaging van de inkomsten verkregen uit het opleggen van een eigen bijdrage. Belangrijkste vraag is welke groepen we willen ontzien, rekening houdende met draagkracht en draaglast. Dit zijn dan vooral de groep met een inkomen vanaf modaal met hoge zorgkosten, omdat er voor hen geen beleid is dat hen compenseert in de kosten gelet op de draagkracht. Dat is anders dan voor de groep tussen de 120% en 150% voor wie wel regelingen zijn getroffen. In de techniek van wat we als gemeente kunnen doen voor de groep boven modaal lijkt een inkomensafhankelijke lagere eigen bijdrage de meest passende oplossing. Ook omdat we dan rekening houden met draaglast in relatie tot draagkracht. 7

3.2. Kostprijs gerelateerde variabelen 3.2.1. GEEN VERHOGING EIGEN BIJDRAGE DAGBESTEDING EN BEGELEIDING Handhaven we het huidige beleid van de eigen bijdrage voor dagbesteding en begeleiding dan blijven we 14,20 per uur/dagdeel in rekening brengen in plaats van de kostprijs van de voorziening. Deze ligt afhankelijk van de type ondersteuning (regulier, specialistisch) tussen 37 en 69. Voor kortdurend verblijf is de kostprijs 180 per etmaal. Willen we de doelgroep met inkomen boven de 120% en hoge zorgkosten ontzien, dan hebben zij er baat bij wanneer we de eigen bijdrage voor de dagbesteding en begeleiding handhaven op het huidige niveau. Dit draagt er aan bij dat mensen langer zelfstandig kunnen wonen en dat mantelzorgers ontlast worden. Er komen geen hogere financiële drempels voor het gebruik van dagbesteding of begeleiding. Rekenvoorbeelden Gezin met 2 kinderen met een jaar inkomen van 40.000 betalen maximaal 164,20 per 4 weken aan eigen bijdrage. De man ontvangt 2 uur per week begeleiding regulier. De eigen bijdrage is in het huidige beleid 8 x 14,20 = 113,60. Wordt de kostprijs gehanteerd dan wordt de eigen bijdrage 164,20 ( 8 x 47,04 = 376,32 <>Cumulatiebeding = 164,20) Echtpaar van 65+ met een jaarinkomen van 56.000 betalen maximaal 404,25 per 4 weken. De vrouw gaat 4 dagdelen per week naar de dagbesteding specialistisch (voor dementerende). De eigen bijdrage is in het huidige beleid 16 x 14,20= 227,20. Wordt de kostprijs gehanteerd dan wordt de eigen bijdrage 404,25 ( 16 x 55,82 = 893,12 <> Cumulatiebeding= 404,25) Advies 1 Voor dagbesteding en begeleiding het tarief handhaven op 14,20 per dagdeel/uur 3.2.2. GEEN OF MINDER EIGEN BIJDRAGE VOOR BEPAALDE VOORZIENINGEN OPLEGGEN Voor bepaalde voorzieningen geen of een lagere eigen bijdrage te vragen is een lastige afweging. Zijn er argumenten te bedenken om een keuze te maken voor welke type ondersteuning er geen eigen bijdrage hoeft te zijn? We werken vanuit het uitgangspunt dat alles maatwerk is en dus noodzakelijk om de inwoner de meest passende ondersteuning te bieden. Dan kunnen we ervan uitgaan dat alle oplossingen nodig, rechtvaardig en verantwoord zijn en is er geen argumentatie op te bouwen om een voorziening uit te sluiten van het opleggen van een eigen bijdrage. Daarnaast zijn we bezig met de ontwikkeling van ondersteuningsarrangementen. Vanuit inkoop Wmo zal de vraag gaan spelen hoe we de eigen bijdrage vast willen stellen binnen een ondersteuningsarrangement. Deze keuzes moeten nog gemaakt worden en het is niet opportuun nu vooruit te lopen op deze discussie door bepaalde voorzieningen te ontheffen van een eigen bijdrage. Er zijn gemeenten die geen eigen bijdrage opleggen voor arbeidsmatige dagbesteding. We zouden dit kunnen overwegen na 2018, en bezien of dit ondersteuningsarrangement via het nog te ontwikkelen lokale Participatiebedrijf gaat lopen. Het huidige arrangement moet zich ook nog zodanig ontwikkelen dat dagbesteding daadwerkelijk in een werkomgeving plaatsvindt, waarbij cliënten naar vermogen productief zijn. Het is dan contraproductief om deze cliënten voor dat werk te laten betalen. Deelnemers aan arbeidsmatige dagbesteding leveren door hun activiteiten immers al een bijdrage in de kosten. We kunnen overwegen om geen eigen bijdrage op te leggen zolang de situatie van de aanvrager niet stabiel is. Dit kan immers een extra drempel opwerpen om hulp te zoeken en dus zorg te mijden. Echter, hierin is al voorzien in de nader regel op de verordening (artikel 8 hardheidclausule). Dit maakt het mogelijk om af te wijken van gestelde regels ten gunste van de klant. In speciale gevallen kunnen we afzien van het opleggen van een eigen bijdrage, bijvoorbeeld wanneer de situatie van de cliënt niet stabiel is. Hier hoeft geen nieuw beleid op ontwikkeld te worden. Advies 2 Geen differentiatie in de eigen bijdrage per voorziening aan te brengen 8

3.3. Inkomen gerelateerde variabelen De meer inkomen gerelateerde variabelen gaan erover dat de gemeente de landelijk normen kan aanpassen. Dit mag alleen ten gunste van de klant. In deze variabelen zit ruimte om tegemoet te komen aan oplopende kosten voor inwoners met beperkingen en een grotere behoefte aan ondersteuning. Door het aanpassen van deze variabelen kunnen voor alle of bepaalde inkomensgroepen de kosten verlaagd worden. varianten inhoud doelgroep kosten gemeente Maximale periodebijdrage omlaag (A) - hiervan hebben alle inkomensgroepen profijt 210.000 per jaar Dit zou bijvoorbeeld kunnen door de maximale periodebijdrage te verlagen met 33%. Gaat over het inkomensonfhankelijk deel van de eigen bijdrage - compenseert voor iedereen deels de Wtcgkorting met 6 per periode - het voordeel van collectieve verzekering vervalt ten dele Dit voorstel heeft consequenties voor het contract met Menzis* inzake de collectieve zorgverzekering en onze gemeentelijke bijdrage aan het contract. Marginaal tarief verlagen (B) Een voorbeeld is om het marginale tarief te verlagen van 15% naar 10%. Dit betekent dat voor elke 1.000 van het meerinkomen men 50 per jaar minder aan eigen bijdrage betaalt. - hiervan hebben de inkomensgroepen boven de 120% profijt - compenseren we voor bepaalde groepen gedeeltelijk de Wtcgkorting 310.000 per jaar Gaat over het inkomensafhankelijke deel van de eigen bijdrage Combinatie van A en B Marginaal tarief verlagen in combinatie met maximale periodebijdrage omlaag - hiervan hebben alle inkomensgroepen profijt, vooral de groep > 120% - compenseert voor iedereen deels de Wtcgkorting 530.000 per jaar Dit voorstel heeft dezelfde consequenties aangaande contract met Menzis als hieronder beschreven. * Het contract met Menzis is een landelijk contract, waar nauwelijks tot geen uitzonderingen op mogelijk zijn. We betalen als gemeente maximaal 400 per huishouden op jaarbasis. De vergoeding van de huidige maximale periodebijdrage is 27,60 x 13 periodes is 360 op jaarbasis. Verlagen we de maximale periodebijdrage met 6 per periode dan heeft Menzis daarvan het voordeel van 80 per huishouden per jaar. 3.4. Inkomen gerelateerde variabelen vanuit perspectief cliënt In de tabel hieronder wordt een voorbeeld geven wat een aanpassing van de inkomen gerelateerde variabelen betekent voor de eigen bijdrage die een inwoner betaalt, dus vanuit het perspectief van de cliënt. Als voorbeeld hebben we gekozen voor een situatie waarin 10 uur huishoudelijk hulp per 4 weken wordt afgenomen. In de tabel is dit gerelateerd aan verschillende inkomens, gezinssamenstelling en leeftijd. 9

- Verlagen vaste periodebijdrage (A) In het voorbeeld wordt een korting van 33% op de maximale periodebijdrage ( 19,40 en 27,60) toegepast. Dit heeft invloed op alle inkomensgroepen, omdat er 6 minder als maximale periodebijdrage wordt vastgesteld. De korting wordt alleen toegepast op de maximale periodebijdrage en niet op het marginaal tarief. - Verlagen marginaal tarief (B) Het toepassen van een verlaging van het marginaal tarief heeft invloed op de inkomens boven de 120% en is het inkomensafhankelijke deel van de eigen bijdrage. Inwoners met hogere inkomens en hoge zorgkosten hebben hier profijt van. - Combinatie van A en B Deze combinatie is als volgt berekend: toepassen 33% op de maximale periodebijdrage in combinatie met verlaging naar 10% marginaal tarief. Eigen bijdrage per periode (4 weken) Voorbeeld bij gebruik van 10 uur huishoudelijke hulp (gemiddeld 2½ uur per week); kostprijs 225 gezinssituatie leeftijd inkomensgrens 120% van het sociaal minimum % van het sociaal minimum bij een inkomen van: eigen bijdrage huidig beleid korting vaste periodebijdrage met 33% (A) verlaging marginaal tarief van 15% naar 10% (B) combi van A en B eenpersoonshuishouden 65 -/- 22.486 120% 22.000 19 13 19 13 150% 28.000 83 77 62 55 200% 37.500 193 186 135 128 250% 47.000 225 225 208 202 meerpersoonshuishouden 65 -/- 28.177 120% 28.000 28 19 28 19 150% 35.000 107 97 80 71 200% 47.000 225 225 173 163 250% 59.000 225 225 225 225 eenpersoonshuishouden 65 + 16.887 120% 16.000 19 13 19 13 150% 21.000 67 60 51 45 200% 28.000 148 141 105 98 250% 35.000 225 222 159 152 meerpersoonshuishouden 65 + 23.374 120% 23.000 28 19 28 19 150% 29.000 93 84 71 62 200% 39.000 208 199 148 139 250% 49.000 225 225 225 216 Overwegingen bij advies over aanpassen inkomen gerelateerde variabelen maximale periodebijdrage ( 19,40 en 27,80) is acceptabel qua hoogte en is passend bij het uitgangspunt dat inwoners een eigen bijdrage betalen voor de Wmo-maatwerkvoorzieningen mensen met een inkomen tot 120% kunnen zich hiervoor verzekeren via de collectiviteit aanpassen maximale periodebijdrage levert voordeel op voor Menzis van 80 per huishouden op jaarbasis met een aanpassing van de inkomensafhankelijke deel van de eigen bijdrage bereiken we de inwoners die we vooral willen ontzien (hogere inkomens en hoge zorgkosten) de kosten voor de gemeente zijn acceptabel en in verhouding met het totaal aan te innen eigen bijdragen 10

Daarom stellen we voor de maximale periodebijdrage te handhaven op het huidige niveau en het marginaal tarief te verlagen met 5%. Dit compenseert voor de hogere inkomens deels de Wtcg-korting van 33%. Advies 3 Het marginaal tarief verlagen van 15% naar 10% en maximale periodebijdrage handhaven op niveau van 19,40 en 27,80 3.5. Financiële context en consequenties In de begroting voor 2016 zijn de volgende uitgaven voor maatwerkvoorzieningen Wmo en inkomsten uit eigen bijdragen opgenomen: Het verlagen van het marginaal met 5% leidt tot minder inkomsten voor de gemeente van 310.000 op jaarbasis. Dat is bijna 12% van de ingeboekte inkomsten uit eigen bijdragen. Deze kosten kunnen worden gefinancierd uit de middelen die de gemeente ontvangt ter compensatie van het wegvallen van de Wtcg en CER. In 2015 en 2016 hebben we 1,2 mln. ontvangen en in 2017 wordt dit ongeveer 1,5 mln. In 2015 en 2016 zijn deze middelen onder andere ingezet voor de collectieve verzekering en inkomensondersteunende maatregelen, waaronder hoge zorgkosten. Vanaf 2017 kunnen we de resterende middelen inzetten voor de financiële consequenties van het nieuwe beleid eigen bijdrage Wmo. Dit is al aangekondigd in de Perspectiefnota, om de extra middelen te reserveren voor nieuw beleid eigen bijdrage Wmo. Met het verlagen van het marginaal tarief is de verwachting dat er minder beroep gedaan wordt op de regeling hoge zorgkosten, waardoor er ook meer ruimte ontstaat in het huidige budget. 3.6. Samenvattend: voorstel nieuw beleid eigen bijdrage Wmo maatwerkvoorziening Nieuw beleid: - voor dagbesteding en begeleiding blijft het tarief gebaseerd 14,20 per dagdeel/uur - er komt geen differentiatie in de eigen bijdrage per voorziening - het marginaal tarief wordt verlaagd van 15% naar 10% - de maximale periodebijdrage blijft 19,40 (alleenstaande) en 27,80 (huishouden) Voordelen van deze aanpak: ondersteunt ons beleid dat iedereen zo lang mogelijk thuis kan wonen ontlast de mantelzorger is klantvriendelijk en toegankelijk; bereikt iedereen die er voor in aanmerking komt geeft minder bureaucratie, men hoeft geen aparte aanvraag te doen voor hoge zorgkosten ontlast de uitvoering, het is een generieke maatregel 11

Uitvoering nieuw beleid: Het nieuwe beleid gaat in per 1 januari 2017. Daarvoor wordt de gewijzigde variabele van het marginaal tarief doorgegeven aan het CAK. Het nieuwe beleid geldt vanaf 1 januari 2017 voor alle bestaande en nieuwe cliënten die gebruik maken van een of meerdere Wmo-maatwerkvoorzieningen. Het nieuwe beleid geldt totdat er redenen zijn of noodzaak is het beleid weer aan te passen. Dit zal mede uit de evaluatie van het nieuwe beleid kunnen voortvloeien. De eerste evaluatie van dit beleid willen we in het voorjaar van 2018 gaan doen. We willen de evaluatie betrekken bij het bestaand instrumentarium van klanttevredenheidsonderzoeken of een special binnen de Sociale Monitor. 12

4. Voorstel technische aanpassingen In de uitvoering van het huidige beleid is een aantal zaken nog niet beleidsmatig onderbouwd. Voorstel is om met deze nota tevens de staande uitvoeringspraktijk van een beleidskader te voorzien en bepaalde onrechtmatigheden in de uitvoering op te lossen. Dit betreft vooral de duur dat een eigen bijdrage mag worden opgelegd en de relatie tussen zorg in natura en PGB. De duur dat een eigen bijdrage mag worden opgelegd In het huidige beleid worden termijnen van 39 perioden//3 jaar en 91 perioden/ 7 jaar voor de eigen bijdrage toegepast. Dit is door de wijziging in het Besluit maatschappelijke ondersteuning niet meer noodzakelijk. De gemeente mag zelf de hoogte en de duur van de eigen bijdrage bepalen, zolang deze de kostprijs niet overschrijdt. Gemeenten hebben dus meer ruimte om een bijdrage naar vermogen te vragen doordat er geen beperking meer is in tijd van 3 jaar voor een voorzieningen in eigendom en/of PGB. Huidig beleid Voor een traplift in eigendom van de gemeente is maximaal 91 perioden (7 jaar) een eigen bijdrage verschuldigd. Voor voorzieningen in eigendom en/of PGB is nu maximaal gedurende 39 perioden (3 jaar) een eigen bijdrage verschuldigd. Voor andere maatwerkvoorzieningen als zijnde zorg in natura is een eigen bijdrage verschuldigd zolang de cliënt van de voorziening gebruik maakt. Voorstel vanuit de praktijk/uitvoering De traplift blijft in eigendom van de gemeente en heeft een economisch afschrijving van 5 jaar (per 01-04-2015). Dit betekent dat er een eigen bijdrage word opgelegd gedurende maximaal 5 jaar. De termijn van 3 jaar voor een voorziening in eigendom van de cliënt en/of PGB wordt losgelaten en er wordt gerekend met de economische levensduur van 7 jaar. Blijft ongewijzigd. Relatie eigen bijdrage ZIN en PGB bij hulpmiddelen Voor een voorziening in zorg in natura wordt over de gehele periode van gebruik een eigen bijdrage opgelegd. Kiest de inwoner voor een eenmalige PGB, dan wordt de eigen bijdrage opgelegd gedurende de periode die overeenkomt met de economische levensduur van de voorziening. Gelet op de economisch levensduur is de verwachting dat in deze periode een vervangende voorziening wordt aangevraagd, waarna opnieuw de periode van 7 jaar in gaat. Aanpassing beleid voor kortdurend verblijf (ZIN) - respijtzorg De eigen bijdrage voor kortdurende verblijf in zorg in natura (ZIN) dient te worden aangepast. Het kortdurend verblijf wordt per 01-01-2016 ingekocht als zijnde een pakket met 1 uur begeleiding en 1 dagdeel dagbesteding. Dit maakt dat de huidige kortdurend verblijf bestaat uit 3 onderdelen, te weten kortdurend verblijf, begeleiding en dagbesteding. Voor ieder onderdeel wordt 14,20 eigen bijdrage opgelegd. Dit betekent dat er totaal voor kortdurend verblijf in ZIN 42,60 aan eigen bijdrage wordt opgelegd. Anders zou men de kostprijs betalen van 180. 13

5. Communicatie Wij vinden het belangrijk dat inwoners die ondersteuning aanvragen of deze al hebben goed geïnformeerd zijn over de hoogte van de eigen bijdrage. Op deze manier kan iemand tot een afgewogen keuze komen. Wij willen onze inwoners actief, adequaat en tijdig informeren over de hoogte van de eigen bijdrage Wmo. Zo kunnen zij zich voorbereiden op de financiële consequenties of vooraf een weloverwogen keuze maken om de geboden ondersteuning zelf te bekostigen of ervan af te zien. De factuur van het CAK valt pas veel later in de bus en kan dan voor onaangename verrassingen zorgen. 5.1. Iedere burger weet hoe de eigen bijdrage er uit ziet We willen in alle keukentafelgesprekken de hoogte van de eigen bijdrage meenemen. Als de aanvrager in kwestie bereid is de inkomensgegevens te delen dan kunnen we aan de hand van de rekentool van het CAK en de kostprijs van de voorziening een indicatie geven over de hoogte van de eigen bijdrage. Ook wanneer er samenloop is met de eigen bijdrage in het kader van de WLZ of andere maatwerkvoorzieningen Wmo. Daarnaast willen we een folder maken over hoe we in Ede de eigen bijdrage vaststellen en over de systematiek van de inning van de eigen bijdrage door het CAK. Deze folder komt zowel fysiek als digitaal op de website van de gemeente beschikbaar. In de folder gaan we in op de verschillende voorzieningen die er zijn en hoe de eigen bijdrage tot stand komt. Specifieke aandacht geven we aan de volgende onderwerpen: - collectieve zorgverzekering (aantal varianten) - regeling hoge zorgkosten (via bijzondere bijstand) - de regio taxi, omdat hier veel vragen over zijn (zones en eigen bijdrage) 5.2. Informatie nieuw beleid aan bestaande klanten Alle bestaande klanten krijgen een brief van ons met daarbij de folder. In de brief staat dat het beleid van de gemeente gewijzigd is. Dit wordt een algemene brief. Voor de consequenties van het beleid op individueel niveau verwijzen we naar de beschikking die de klant in het voorjaar van het CAK ontvangt. Daarin wordt de maximale eigen bijdrage per klant aangegeven en dat zal voor de klanten met een hoger inkomen dan 120% lager uitvallen dan in 2016. 14

Lijst met afkortingen AWBZ CAK CER PGB WLZ Wmo Wtcg ZIN Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Centraal Administratie Kantoor Compensatieregeling Eigen Risico Persoons Gebonden Budget Wet Langdurige Zorg Wet maatschappelijke ondersteuning Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten Zorg In Natura Legenda - Drempelinkomen Klanten met een inkomen tot een bepaald inkomensgrens (drempelinkomen) betalen de laagste bijdrage. In Ede is deze gesteld op 120% van het sociaal minimum. Klanten met een inkomen hoger dan deze inkomensgrens starten met het opbouwen van een inkomensafhankelijke bijdrage vanaf deze grens. - Maximale periodebijdrage Dit is de bijdrage die de klant maximaal per periode kan betalen. De hoogte is afhankelijk van - inkomen en vermogen van 2 jaar terug - samenstelling van het huishouden - leeftijd Daarnaast is het daadwerkelijk te betalen bedrag afhankelijk van het zorggebruik. - Meerinkomen of % marginaal tarief Het percentage van het inkomen, boven het drempelinkomen, dat mee berekend wordt voor de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Concreet houdt het marginale tarief in dat men voor elke 1.000 aan meer inkomen boven 120% van het sociaal minimum op jaarbasis 15% meer eigen bijdrage betaalt. Dat is dus 150 per 1.000 meer. 15

Bijlage: Opbrengst gesprekken met cliënten en belangenbehartigers over eigen bijdrage Wmo Waar liggen jullie ervaringen? Wat is jullie beeld? - Hoogte EB is achteraf bekend; zo kunnen mensen zelf geen afwegingen maken om de ondersteuning al dan niet af te nemen. Advies: neem berekening EB vooraf mee in het maatwerkgesprek - Onderzoek of er voor bepaalde groepen, bijvoorbeeld mensen met Alzheimer, ook een algemene voorziening gemaakt kan worden (zonder eigen bijdrage) - Geef heldere informatie over het totale proces: mogelijkheden van ondersteuning en hoe de eigen bijdrage wordt vastgesteld - Facturen van het CAK over EB zijn wisselend en onoverzichtelijk - Geef een overzicht van EB in relatie tot de kostprijs van de voorziening - Registreer waarom mensen minder afnemen of afzien van ondersteuning - Verhoging EB door landelijke korting WTCG (33%): veel reacties op gehad en beeld dat mensen hulp bij het huishouden hebben stopgezet en eigen oplossingen hebben gezocht Dilemma s en suggesties EB - Maak algemene voorzieningen kostendekkend zodat er geen stapeling ontstaat met EB Wmo - Actieve informatie over EB naar inwoners van Ede en faciliteer de mogelijkheid van cliëntondersteuning bij het maatwerkgesprek - Inventariseer ook bij de Sociaal Teams hun ervaringen met impact of gevolgen van de EB Wmo - Zorg voor begrijpelijke info, juist ook voor mensen met beperkingen zoals licht verstandelijke beperking, of autisme. - Maak onderscheid tussen algemene voorziening en dagbesteding: laagdrempelige ontmoetingsplekken als huiskamers (ook voor specifieke doelgroepen) en bied dat gratis aan. Ook ter ondersteuning van mantelzorgers en het voorkomen van eenzaamheid. - Zorg ervoor dat begeleiding en dagbesteding betaalbaar blijft, zodat mensen niet hoeven af te zien van deze vorm van ondersteuning. Liever geen eigen bijdrage dan wel. Of handhaven op het huidige niveau Welke ervaringen met CAK? - Slechte informatievoorziening - Moeilijk te bereiken - Foutieve facturen - Bureaucratisch - Rekenhulp op site CAK werkt niet afdoende 16