Beleidsplan 2014 2016, een richtlijn voor de komende jaren. Technische Commissie Wegatletiek Groningen, 13 maart 2014 (2 e herziene versie na overleg met bestuur GA)
1 Dit document geeft het beleid en de structuur weer hoe de afdeling wegatletiek georganiseerd is binnen Groningen Atletiek t.a.v. zijn bestuur, de ECW en de TCW, zijn leden, zijn trainers.hoe hun verantwoordelijkheden liggen en hoe hun onderlinge samenhang en samenwerking is. De leden van de TCW zullen de uitvoering en ondersteuning van dit beleid proberen vast te leggen in hun werkzaamheden (lees bijeenkomsten) en timing daarvan doorspreken met een nieuw aan te stellen trainerscoördinator, of trainerscoördinatoren weg op technisch en trainersmanagement gebied. Dit document is tot stand gekomen op basis van het rapport van de expertisegroep Sportspecifiek Weg. Het is opgesteld door de voorlopige TCW die bestaat uit: - Anja Pouw, loopgroep 3 en assistent trainer - Johan Freese, trainer loopgroep 3 en lid medische commissie - Ron Kram, loopgroep 3 trainer - Ooldrik Modderman loopgroep 5 en assistent trainer - Theo Grömmel, trainer loopgroep 5, in de TCW verantwoordelijk voor opleiding en scholing. Deze voorlopige TCW-groep neemt het eerste opgestelde schematische beleidsplan van de expertisecommissie met de daarin staande gedeeltelijke analyse huidige situatie over, werkt ze verder uit en legt ze voor aan het bestuur van de vereniging en indien goedgekeurd in het voorjaar aan zijn leden, zodat het een definitief document wordt. 1. Analyse Om knelpunten te kunnen signaleren, plannen en actiepunten voor de toekomst te kunnen formuleren is er een analyse gemaakt van de huidige stand van zaken van de wegatletiek en is er gebrainstormd wat nu onze sterke en zwakke punten zijn en waar de kansen liggen en waar de bedreigingen vandaan komen. Sterk - Licht groeiend, vooral vrouwelijke ledenaantal - Eigen kantine - Training op meerdere dagen en tijden aangeboden - afgelopen 2 jaar zijn er jonge (20-ers en 30-ers) en goede atleten bijgekomen - Door relatief grote omvang is het mogelijk te differentiëren naar niveau. - Iedereen kan op zijn of haar niveau trainen - Vergrijzing benutten om vrijwilligers in te schakelen voor wegatletiekactiviteiten - er zijn voldoende leden die vrijwiligerswerk kunnen doen Zwak - Vergrijzend aantal actieve leden - Nieuwe leden hebben grotendeels alleen binding met de trainingsfaciliteiten, niet met de overige verenigingsactiviteiten. - Geen doorstroming van de leden naar niveaugroepen - Geen onderlinge samenhang tussen de wegatletiekgroepen - Nieuwe leden worden te weinig begeleid en groot verloop bij potentiële nieuwe leden - Beperkt aanbod atletiek gerelateerde of recreatieve activiteiten - Te weinig (met name jongere) trainers - We zullen meer atleten willen inschakelen bij loopevenementen
2 Kansen en Bedreigingen Kansen - Deelname van vrouwen aan de loopsport neemt de afgelopen jaren toe - Een van de cursisten opleiding basistrainer weg (BLT3) is vrouw - Loopclinics kunnen de instroom bevorderen; behalve de bestaande clinics voor de 4 Mijl en de Ladies Run de mogelijkheden onderzoeken om deze activiteiten verder uit te bouwen: participatie Start-to-Run, wijkgericht bezig zijn, samenwerking Hanzehogeschool, Alfacollege en de ziekenhuizen UMCG en Martini, aanhaken bij gevestigde evenementen). - Ontstaan van te veel wilde loopgroepen in en rondom Groningen: hoe gaan we hier mee om en welke meerwaarde heeft dit voor onze vereniging (bijv. samenwerking?) - Samenwerking met andere verenigingen - De Atletiekunie heeft het opleidingstraject voor trainers vernieuwd Bedreigingen - Geringe participatie van de nieuwe leden aan clubactiviteiten - Ontstaan van te veel wilde loopgroepen in en rondom Groningen - Het niet participeren in de Start-to-Runclinics; scheelt m.n. jongere nieuwe leden (mogelijk vanaf 2014 wel deelname) 2. Huidig beleid van de wegatletiek bij Groningen Atletiek. De bestaande situatie De sectie wegatletiek (loopsport) heeft weinig landelijke toplopers; in wedstrijden in het noorden van ons land wordt door de LA1 wedstrijdgroep goed gepresteerd en worden er veel overwinningen behaald. Een uitzondering betreft een aantal atleten van de groep 4 Mijl, die naast baanatletiek ook aan wegwedstrijden meedoen. Maar er is te weinig cohesie met de loopgroepen van GA. Al een flink aantal jaren wordt er een vaststaande organisatie bij de loopsport gehandhaafd. De loopsport kent zes groepen: wedstrijdgroep, loopgroepen 2 t/m 5, basisgroep en loopgroep Roden en daarnaast de zogenaamde groepen waarbij één keer per week wordt getraind. Wedstrijdgroep en loopgroep 2 richten richt zich op wedstrijden tussen 10 km en de marathon. Loopgroep 3 van halve marathon tot marathon Loopgroep 4 houdt zich voornamelijk bezig met wedstrijden van 5 tot 10 km Loopgroep 5 met veel startende lopers traint voor afstanden tussen 5 en 15 km. De basisgroep met veel ex- baanatleten heeft diverse doelen en traint voor korte afstanden tot en met de marathon. Loopgroep Roden heeft twee groepen en ook daar is het niveau zeer verschillend. In het voorjaar als voorbereiding op de Run van Roden start er weer een clinic Binnen alle groepen zijn er atleten met een persoonlijk doel, of een deel van de groep met atleten met eenzelfde doel. Daarnaast zijn er nog vier groepen die in de ochtend of s avonds één keer per week trainen. Het niveau van deze groepen is zeer divers en de doelen navenant.
3 Indeling trainingsgroepen: zie schema Naamgeving trainingsgroepen: - basisgroep - loopgroep - lange afstandgroep groepen onderverdeeld in niveaus: - beginners/gevorderden - wedstrijdgericht/recreatief - baan of weg, of combinatie 4Mijlgroep Eddy talenten niveau basisgroep baan/weg Emile/Rein Loopgroepen Roden Ochtend/avondgroepen Loopgroep 1 (wedstrijd) Loopgroep 2 Loopgroep 3 Loopgroep 4 Loopgroep 5 Er wordt door de trainers van de groepen te veel vastgehouden aan gestelde doelen binnen een groep. Lopers binnen een groep die niet trainen voor een gesteld doel in die groep zouden de mogelijkheid moeten hebben in een andere groep te kunnen trainen. Echter, een overgang van de ene naar de andere groep wordt niet gepromoot. 2. Beleidsplan Technische Commissie Weg 2.0 Uitgangspunten. Uit het expertiserapport: De TCW zou moeten bestaan uit 3 personen, waarvan 1 persoon aanspreekpunt is voor het bestuur De 2 e persoon is trainingscoördinator van de wegtrainers. Deze persoon mag geen trainer zijn, wel iemand die gezag en verstand van zaken heeft. Voor hem zijn er taken als functioneringsgesprekken met trainers, aandacht voor assistent trainers (moeten meer aan de bak komen en doorstromen), aandacht voor doorstroming atleten (atleet staat centraal, wat atleet wil is leidraad, maar trainers moeten goed communiceren en samenwerken en indien gewenst gezamenlijk een atleet adviseren. In deze heeft de trainingscoördinator ook een rol De 3 e persoon houdt zich bezig met opleiding en (bij) scholing (Atletiekunie). Alles staat of valt met de invulling van de (veel omvattende) taak van trainingscoördinator: Je zou de functie trainingscoördinator met 2 personen in kunnen vullen: - Trainingscoördinator technisch inhoudelijk - Trainingscoördinator personeelsmanagement Op deze twee aspecten komen we later terug.
4 2.1.Organisatiestructuur. De TCW is een zelfstandige commissie en legt verantwoording af aan het DB van Groningen Atletiek. De voorzitter van de TCW is aanspreekpunt naar het bestuur van Groningen Atletiek, of kan indien nodig als vertegenwoordiger aanschuiven bij het bestuursoverleg. In de TCW kunnen de volgende leden zitting hebben: Voorzitter TCW, kan een lid van een wegatletiekgroep zijn Trainingscoördinator (TC) Lid die zorgt voor opleidingen en bijscholing Afhankelijk van de agenda een afgevaardigde uit de loopgroepen Afhankelijk van de agenda aangevuld met iemand van loopgroep Roden, de evenementencommissie, of de medische commissie, etc. T.a.v. van de benoemingsprocedure van de leden in de TCW commissie, zal door de TCW een voorstel ontwikkeld worden. 2.1 Uitgangspunten en doelstelling De TCW vindt een breed aanbod van gevarieerde atletiektraining voor de wegatletiek belangrijk. Dit houdt in dat de beoefening van de wegatletiek voor alle disciplines en niveaus mogelijk moet zijn, dus zowel voor de wedstrijdgerichte sporter, de prestatiegerichte sporter, als de recreatieve sporter. 2.2 Doelstelling. De Technische Commissie Wegatletiek heeft de zorg voor het scheppen van voorwaarden en het ontplooien van activiteiten, zodat atleten op een kwalitatief verantwoorde en veilige wijze op hun niveau kunnen trainen, waarbij afhankelijk van de groep prestaties, plezier, gezelligheid, gezondheidsbevordering en sociale binding voorop staan. 2.2 Subdoelstellingen. 2.2.1 Technisch inhoudelijk Trainerscoördinator in engere zin Aangeven van doelstelling per trainersgroep (niveau en leeftijd) De TC (lees trainerscoördinator) bewaakt het niveau van de training en trainers en ontwikkelt voor elke niveaugroep een trainersprofiel De TC bewaakt de doorstroming van de atleten naar het gewenste niveau de TC bevordert wedstrijd, prestatiesport en recreatieve sport. De TC bewaakt de introductie van nieuwe leden, instroom en doorstroom 2.2.2 Overleg met trainers De voorzitter TCW en Trainerscoördinator kunnen samen werken aan: Zoeken en aanstellen nieuwe trainers en assistent trainers Regelmatig overleg met de trainers Besluiten wat er moet gebeuren met en in het trainersoverleg 2.2.3 Samenwerking tussen TCW in hun afstemming met bestuur en andere commissies Afstemming met bestuur Groningen Atletiek Opstellen merenjarenplan, technisch en financieel Afstemming met technische commissie baan
5 Afstemming met andere commissies, waaronder de ECW Plannen maken voor PR en sponsoring GA dag verzorgen i.s.m. met commissie baan en ECW Nomineren kandidaten voor prestatie- en aanmoedigingsprijzen t.b.v. de Nieuwjaarsreceptie 2.2.4 Taken trainerscoördinator en/of lid TCW Opstellen gedragsregels voor trainers en lopers Functioneringsgesprekken met trainers Beheren van overzicht aantal trainers en hun assistenten 2.2.5 Opleiding en scholing De TCW initieert scholing voor atleten die trainer willen worden Initiëren van bijscholingen en cursussen 2.2.6 Voor alle TCW-leden Inventariseren behoefte aan materiaal (in overleg met de trainers) Bewaken van kwaliteit en diversiteit van het trainerscorps De TCW heeft zorg voor geblesseerde atleten of langdurig niet aanwezige atleten en gaat indien nodig in overleg met trainer en medische commissie De TCW organiseert voorlichtingsavonden voor trainers en leden. 2.3 Loopgroepen en doorstroming De TCW schept de voorwaarden voor een duidelijke en logische samenhang en structuur tussen de verschillende loopgroepen. Afstemming en coördinatie van de loopgroepen op elkaar is hierbij noodzakelijk en zal in de toekomst resulteren tot meer homogene wegatletiek in de groepen. De TCW heeft moeten constateren dat een doorstroming in de groepen de afgelopen jaren niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. De indeling van wedstrijdgroep, LA 2, La 3, Loopgroep 4 en Loopgroep 5 + basisgroep heeft gewerkt, maar bevordert de doorstroming niet. Het niveau van degene die slechts één keer per week trainen is zeer divers; men traint op de gekozen ochtend, of avond en is en blijft om verschillende redenen aan die tijd en groep vasthouden. Nieuwe lopers worden op hun niveau ingedeeld in de bovenstaande groepen. Wanneer zij progressie maken, zouden ze naar een andere c.q. hogere wegatletiekgroep kunnen doorstromen. Ook als hun ambitie verandert kan dit ook consequenties hebben voor het doorstromen naar een andere groep. Veel atleten blijven in huidige groep (gezellig, vrienden van elkaar, enz.) maar kunnen op basis van vrijwilligheid een overstap naar een andere wegatletiekgroep aanvragen bij hun huidige trainer. Hier is door een beperkt aantal leden gebruik van gemaakt. Trainers hebben vaak bedenkingen en wijzen doorstroming af (is er nog niet aan toe). Te weinig lopers zijn uiteindelijk doorgestroomd en blijven trainen in de voor hun niveau niet geschikte groep. Daardoor zijn potentiële nieuwe lopers o.i. afgehaakt, omdat ze na te zijn doorgestroomd toch het niveau van die wegatletiekgroep te hoog vonden, geblesseerd raakten, of in de bestaande groep onvoldoende aansluiting vonden. (men kent elkaar niet goed genoeg) Veel lopers zoeken vooral gezelligheid, bekenden, en een qua eigen planning passend tijdstip. De tijdstip-factor is heel belangrijk: vele lopers kunnen bijv. alleen op de maandag- of donderdagavond, etc., en zelfs als ze qua niveau zouden kunnen doorstromen, dan willen ze dat niet omdat het niet in hun planning past.
6 Verder is de sociale / gezelligheid / groepsbinding factor erg belangrijk. Het gevaar bestaat, dat als deze groepsbinding doorbroken wordt, dit verlies van leden kan betekenen. Als die en die naar een andere groep gaan, of als ik naar een andere groep moet, dan hoeft het niet meer. Dan ga ik wel een ander sport doen. Overstappen van leden naar andere groepen is altijd al een probleem geweest. Wellicht werkt het groepsgewijs (groepje van 3 of 4) overstappen beter dan individueel overgaan naar een andere groep. Voorgesteld veranderingsproces Ons voorstel is de trainingsgroepen te hergroeperen: Dit willen we niet doen door in te delen op niveau, maar door eerst een inventarisatie te houden van het niveau van iedere loper, zijn ambities (wedstrijd, prestatiegericht of recreatief), dag van trainen, tijd van trainen. Daarbij willen we rekening houden met de atleten die nu op een niveau samen trainen en met evt. andere persoonlijke voorkeuren. 2.3.1 Van zgn. ochtendlidmaatschap naar volledig lidmaatschap. Leden die hun prestaties willen verbeteren of leden waarvan we denken dat ze op een hoger niveau kunnen trainen willen we adviseren vaker dan een keer per week te trainen. Ze moeten dan de mogelijkheid krijgen een periode van bijv. een maand in een groep van een hoger niveau te kunnen trainen. Daarna kunnen ze kiezen of ze overstappen naar een volledig lidmaatschap. We willen zoveel mogelijk toe naar een volledig lidmaatschap. Dit houdt in dat bijv. vanaf 2015 het niet meer mogelijk is een zgn. ochtend lidmaatschap (= 1x per week trainen) aan te gaan. Leden met een oud ochtendlidmaatschap blijfven die behouden. 2.3.2 Wedstrijd-, prestatie- en recreatiefgerichte sport. Onder wedstrijdgericht wordt verstaan dat je een aantal wedstrijden per jaar loopt, je met je trainer een jaarplanning maakt, een logboek bijhoudt en zeker 4 keer per week traint, waarvan een tweetal keren begeleid. Het aantal te lopen wedstrijden is hangt af van het doel: een marathonloper zal minder wedstrijden per jaar lopen dan iemand die als doel de halve marathon of de 10 km heeft. Onder prestatiegericht wordt verstaan dat je een paar keer per jaar gericht naar een wedstrijd traint en daar een goede prestatie neer wil zetten. Bv trainen voor een goede halve marathon. Recreatief gericht trainen noemen we trainen zonder wedstrijddoel, maar gezond en gezellig samen sporten. Op basis van deze gegevens worden groepen geformeerd die homogeen van aard dienen te zijn en daarnaast een selectie/wedstrijd-, prestatie-, of recreatiefkarakter hebben of een combinatie van beide. We formeren eerst de groepen atleten op basis van onderstaande inventarisatie daarna pas voegen we de trainers er aan toe op basis van hun competenties en hun ambities. 2.3.3 Inventarisatie van de groepen De volgende procedure na goedkeuring van dit beleidsplan: 1. N.a.v. een intakeformulier (lopersprofiel) beoordelen trainers het niveau waarop een atleet kan trainen en welke groep daarvoor het meest geschikt is. 2. Atleten geven antwoord op de volgende vragen:
7 Aan iedere atleet zal gevraagd worden wat zijn/haar ambities zijn ( recreatief-, prestatie-, of wedstrijdgericht ) Aan elk atleet wordt gevraagd met welke niveaugroep (mede- atleten) ze nu trainen en of ze daarbij willen blijven trainen. De dag waarop je wilt/ kunt trainen (meerdere dagen in de week mogelijk) Opmerking: bij bijv. de wedstrijdgroep LA 1 is training alleen mogelijk op dinsdag- en donderdagavond Hoe vaak je wilt trainen; meerdere keren in de week mogelijk (geen lidmaatschap meer voor een keer per week trainen!) We vragen de atleet welke begintijd hij/zij het geschiktst vindt; hiermee willen we een indicatie krijgen of huidige begintijden geschikt zijn of dat we hierin een aanpassing moeten doen naar bijv. een later tijdstip. Persoonlijke wensen 3. Met de trainers zal gesproken worden over hun competenties en wat hun ambities zijn. 4. We stellen een inpassing commissie in die voldoende draagvlak van de leden heeft om het bovenstaand proces uit te voeren en te begeleiden. Deze commissie bestaat uit iemand van TWC, iemand van de trainers en een atleet. 2.3.4. Nieuwe groepsindeling. 2.3.4.1 Wedstrijdgroep Insteek is het neerzetten van een goede structurele basis waarbinnen atleten en trainers met plezier op hun gebied zich ontwikkelen. De namen van de groepen worden opnieuw vastgesteld. Alle wegatletiekgroepen krijgen nu een andere naam (nummer, letter, o.i.d.) De wedstrijdgroep (dinsdag- donderdag)wordt dan wegatletiek/ LAT1. (Lange Afstand Trainingsgroep 1) Dit is de selectie- en wedstrijdgroep. Deze groep vormt voor Groningen Atletiek het uithangbord in regionale en nationale wedstrijden op de weg, cross, of baan. Er wordt uiteraard gekeken naar wedstrijdresultaten, zowel tijd als klassering, gerelateerd aan leeftijdscategorieën. Bij de plaatsing spelen de trainer en de trainingscoördinator een centrale rol. Selectiecriteria voor deze groep zullen in overleg met de trainerscoördinator en Henk Moviat i.s.m. Paul Oude Vrielink worden opgesteld. Ze worden definitief gemaakt in een vergadering met alle trainers en de nog aan te stellen trainerscoördinator. 2.3.4.2 Topsport binnen de wedstrijdgroep? De 4 mijlgroep van Eddy Kiemel en de talentengroep van Fokie Cnossen en Bjorn v.d. Schaaf doen ook aan (bescheiden) wegatletiekwedstrijden. Na een bepaalde periode verdwijnt een deel van deze atleten, terwijl ze eigenlijk wel bij de wegatletiek terecht zouden moeten komen. Vraag is: waar blijven deze atleten? Daarom moeten we onderzoeken of naast een topgroep baan een topgroep weg haalbaar is. Contacten tussen de trainer van de wedstrijdgroep en de trainers van team Grunnen is wenselijk. Op dit moment is er wel contact tussen de trainers. Deze groep kan in samenwerking met de 4 Mijlgroep dezelfde faciliteiten krijgen. 2.3.4.3 Overige loopgroepen wegatletiek. De andere trainingsgroepen kunnen trainen op de maandag-, dinsdag-, woensdag- en donderdagavond. Het gaat hier om de wegatletiek/ lat groepen 2, 3, 4 en 5 waarvan de trainingen beginnen om 18.30u, 18.45u, of 19.00u. De basisgroep valt hier ook onder. De groepen die op maandagavond, vrijdag-, zaterdag- en zondagmorgen trainen kunnen dit blijven doen, maar de atleten in die groepen krijgen de mogelijkheid ook op andere dagen in de week te trainen.
8 2.3.4.4 Herindeling. Herindeling naar andere vormen van aanbieden van trainen. Ook zal in het kader van homogeniteit duidelijk dienen te worden op welk niveau iedere atleet traint. Prestatiegerichte groepen kennen een doelstelling voor een bepaalde periode, bv trainen voor een snelle 5 of 10 kilometer, of een halve marathon, of een hele marathon. Na bovenstaande informatie kan de juiste groepssamenstelling gemaakt worden (de atleet kiest!)en gekeken worden welke trainer hierbij gezien zijn ervaring het best past. Het kan er toe leiden dat naast de selectiegroep er 1 of 2 specifieke wedstrijdgroepen komen en 2 of meer prestatiegerichte groepen. De huidige trainers en de trainingscoördinator zullen hier een belangrijke rol in spelen. 2.3.5 Kwaliteitsbewaking: De kwaliteit wordt bewaakt door diverse looptesten op de baan te plannen. De trainingscoördinator i.o.m. de TCW zal samen met de trainers kijken hoe en op welke wijze hier vorm aan te geven. Deze zullen voor een recreatieve loper anders liggen dan voor een wedstrijdloper. Gezien een groot aantal oudere wedstrijd- en recreatieve atleten zal ook specifieke kwaliteitsbewaking dienen plaats te vinden t.a.v. hun trainingen. Ditzelfde geldt voor de toename van vrouwelijke atleten. 2.3.6 Extra trainingsfaciliteiten. De mogelijkheid om op zondag samen te trainen voor de lange duurloop, of in het bos te trainen. Dit zal in de toekomst meer gefaciliteerd dienen te worden en structureel ingepast gaan worden. Verder is het goed om trainingsweekends te organiseren en te faciliteren waardoor prestaties verbeterd kunnen worden èn dit loopplezier èn Groningen Atletiek binding ten goede komt. Daarnaast is het goed te kijken in hoeverre er door de wegatletiek (wedstrijdgroep)gebruik gemaakt kan worden van het krachthonk en te kijken of andere faciliteiten ook tot de mogelijkheden behoren. Te denken valt aan zaaltraining, fitnesscentra T.a.v. bijv. een fitnesscentrum: inventariseren naar mogelijkheden voor een groep atleten te kunnen trainen bij een fitnesscentrum met (groeps)korting 2.4.1 Entreebegeleiding nieuwe leden. Er wordt een voorstel geschreven om nieuwe leden bij de wegatletiek te introduceren en te begeleiden. Hiervoor zal het bestaande intakeformulier worden aangepast. Voor een groot deel is dit formulier af maar kan pas zijn definitieve vorm krijgen als wij middels dit beleidsplan onze koers bepaald hebben. Dit kunnen we dan naar nieuwe leden uitdragen.
9 Van belang is dat binnen iedere groep er naast de trainer ook iemand de zorg op zich neemt voor het nieuwe lid. Dit dient op korte termijn geregeld te zijn. (door bijv. assistent trainer of een vertegenwoordiger van een loopgroep) Verder worden alle nieuwe leden besproken in de eens in de driemaandelijkse vergadering met de trainers en trainerscoördinator. De TCW stelt zich tot doel in oktober 2014 een helder entreebeleid voor nieuwe leden te hebben. Groningen Atletiek gaat vanaf 2014 meedoen aan Start-to-Run ; voor het verkrijgen van zo veel mogelijk nieuwe leden (beginnende lopers) dient een plan gemaakt te worden. 2.4.2 Binding met de huidige leden. De wegatletiek is binnen Groningen Atletiek een vereniging voor de leden. Leden mogen het een en ander van Groningen Atletiek verwachten. Maar de vereniging ontleent zijn bestaansrecht door de participatie van de leden. Van de leden mag dan ook een inbreng worden verwacht om Groningen Atletiek op een of meerdere gebieden goed te laten functioneren. Onder de huidige leden is op het aanmeldingsformulier de mogelijk om in te vullen of je je voor de vereniging wilt inzetten. Een enquête onder de leden met de vraag waar zij zich voor de vereniging willen inzetten kan misschien nog meer vrijwilligers opleveren. Van nieuwe leden zal dit ook worden gevraagd. Met dit potentieel zal het mogelijk zijn om op jaarbasis een aantal activiteiten t.b.v. de wegatletiek en voor Groningen Atletiek algemeen te organiseren, te plannen en te bemensen. In het aankomende jaar zullen wij een beroep doen op degenen die aangegeven hebben zich voor een bepaald onderdeel in te willen zetten. Het bestuur denkt na over de mogelijkheid leden te stimuleren om te helpen bij een van de vele verenigingsactiviteiten. Ook met behulp van de www.groningenatletiek.nl zou er meer interactie tussen trainers en hun atleten kunnen ontstaan. Als atleet zou je kunnen inloggen en communiceren met je trainer, je af/ aanmelden voor een training, je eigen logboek bijhouden en kijken hoe het trainingsprogramma eruit ziet. Trainers kunnen zo veel meer informatie kwijt naar hun atleten. Zij kunnen trainingsschema s hierop kwijt, ze kunnen andere atleten laten weten hoe sommige atleten in een wedstrijd gelopen hebben. De TCW kan haar informatie naar haar leden kwijt en de leden kunnen hierop reageren. De site kan wanneer hij goed gebruikt wordt de binding naar de leden vergroten.(= in ontwikkeling) We zouden trainingen willen starten vanuit de clubhuis. De trainers zouden zich moeten inzetten hun lopers te ontvangen in het clubhuis, vandaar uit te starten en ook weer terug te komen. We zullen promoten na afloop samen koffie/thee te drinken. Bij een aantal groepen gebeurt dit reeds. 2.5 Samenwerking TCW en ECW. De TCW wil in samenwerking met de ECW een goede balans vinden tussen sportieve prestaties en gezelligheid. Sfeer binnen de vereniging kan een belangrijke factor zijn om atleten aan de wegatletiek te binden. Activiteiten buiten de trainingen om kunnen dit bevorderen. Deze activiteiten kunnen een voorlichting- c.q. scholingskarakter of een gezelligheidsaspect hebben. Te denken valt aan bv aan het aanbieden van cursussen, workshops, lezingen, jaarlijkse clubwedstrijden, kerstborrel, nieuwjaarsreceptie, een barbecue, gezamenlijke busreis naar een of meerdere wedstrijden.
10 2.6 Communicatie. (zie bijlage 1) De voorzitter van de TCW onderhoudt het contact met het bestuur van Groningen Atletiek De wegatletiekleden kunnen op persoonlijke titel hun inbreng doen bij de TCW of zich laten vertegenwoordigen door de afgevaardigden van hun trainingsgroep. Eens in het jaar presenteert de TCW aan de leden het beleidsplan en de daarbij horende financiële consequenties. De verantwoordelijkheid ligt hiervoor bij het bestuur. Dit doet ze middels de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering. Wijzigingen legt ze aan haar leden voor. Hiervoor zal ze haar eigen leden eerst polsen en daarbij tegelijk toetsen of het past binnen het Groningen Atletiek brede kader. Via de website houdt de TCW haar leden frequent op de hoogte en leden kunnen hierop reageren. Verder zullen de leden van de TCW hun eigen groep op de hoogte brengen van de verschillende ontwikkelingen en als ze problemen signaleren binnen hun groep dit kenbaar maken binnen de TCW zodat zaken op tijd bijgestuurd kunnen worden. Voor die groepen waar niemand in het TCW zit zal een contactpersoon gevraagd worden met wie de TCW communiceert. Eens in het jaar houdt de TCW een informatie bijeenkomst voor de leden. De TCW vergadert eens in de 6 weken op een maandag, of een woensdag. Eens in de drie maanden vergaderen de trainers onder voorzitterschap van de trainerscoördinator. Indien nodig zal een TCW lid overleg hebben met het bestuur. 2.7 Sportmedisch beleid. De atletiektraining voor de atleten moet zodanig ingericht zijn dat blessures worden voorkomen. Blessureattentie zal in het trainersprofiel als een van de taken van de trainer worden opgenomen om zo het contact met de geblesseerde loper te onderhouden. Belangrijk is te kijken of het sportmedisch beleid t.a.v. oudere atleten en t.a.v. van vrouwelijke atleten een specifiek aandachtspunt is. 2.8 Financieel beleid. De TCW dient jaarlijks een eigen begroting in bij het bestuur. Zie bijlage 2. We willen de trainers beter faciliteren en zal het faciliteren van atleten zoals hierboven vermeld ook het nodige kosten. We willen de atleten de gelegenheid geven om een trainersopleiding te volgen gezien het tekort aan trainers. Ook het organiseren van verschillende activiteiten zal het een en ander kosten. 2.9.Tekort aan trainers. Er is op dit moment een tekort aan trainers met een volledige diploma. (Looptrainer 3 en 4) In het voorjaar van 2013 is er een opleiding assistent trainer binnen de eigen vereniging gestart. Opleiders binnen de vereniging hebben 8 leden, waaronder 3 van afdeling Roden in korte tijd opgeleid tot assistent trainer. Deze mensen zijn direct ingezet binnen de loopgroepen. Een aantal van hen zijn nu in opleiding voor volledig looptrainer weg. In het najaar van 2013 zijn een 5-tal assistent trainers begonnen aan de opleiding basislooptrainer 3 (BLT3). Zij hopen in mei 2014 hun trainersdiploma te halen. Binnen de vereniging zijn er op dit moment voldoende assistent trainers beschikbaar.
11 Zij geven aan zich niet structureel als trainer te willen inzetten; zij zijn wel beschikbaar als inval trainer bij ziekte en afwezigheid. In het najaar van 2014 zal er opnieuw een cursus assistent trainer worden aangeboden; ditmaal ook openstaand voor niet Groningen Atletiekleden Het verwerven van een trainerscoördinator heeft onze prioriteit. Op de volgende pagina s vindt u: Bijlage 1 Organisatieschema wegatletiek Bijlage 2 Investeringsvoorstel t.a.v. aanschaf van een Polar hartslagmeter kit Bijlage 3 Maatschappelijke betrokkenheid Groningen Atletiek
12 Bijlage 1 Organisatieschema wegatletiek. GA bestuur SAG Technische Commissie Weg (TCW) Evenementen Commissie Weg (ECW) Trainers 5 Coördinatoren TNN Evenementen GA/SAG 6 Coördinatoren Evenementen GA
13 Bijlage 2 Investeringsvoorstel voor aanschaf Polar Toolkit voor hartslagmeting. Probleemstelling: Als trainers willen wij onze lopers optimaal voorbereiden op deelname aan wedstrijden. Het aanbieden van trainingsschema s gebaseerd op hartslagzones kan daarbij een hulpmiddel zijn. De sporter gebruikt daarbij zijn hartslagmeter. Om een goed trainingsschema met voor de loper persoonlijke hartslaggegevens te kunnen opstellen zijn testen nodig. Met behulp van deze testen kunnen de individuele hartslaggegevens worden omgezet in een trainingsschema met hartslagzones. Zo kan optimaal worden getraind, wordt er fysieke vooruitgang geboekt en worden blessures voorkomen. Voorwaarde voor het trainen in hartslagzones is het regelmatig kunnen testen van de loper. Behoefte: Lopers kunnen we beschouwen als consumenten die een allround aanbod willen krijgen. Naast een verzorgde training vraagt men om schema s om zich voor te bereiden op loopevenementen. Lopers hebben naast die schema s ook behoefte zich regelmatig of te laten testen; trainers willen weten d.m.v. die testen hoe hun lopers er voor staan en of er vooruitgang wordt behaald. Er zijn verschillende testmogelijkheden. De meest gebruikte zijn de Conconitest, de VIAD-test en de Shuttle Run test. Bij deze testen wordt o.a. de maximale hartslag bepaald en wordt d.m.v. grafiekgegevens het verzuringsomslagpunt vastgesteld. Aan de hand van die gegevens kunnen de schema s worden opgesteld, dan wel aangepast. Deze testen zijn eenvoudig uitvoerbaar met een zgn. hartslagmeterskit van Polar. Als trainers zouden we zo n kit willen aanschaffen, dan wel huren. Oplossingen: Het huren van een Polar hartslagmeterskit brengt een aantal problemen met zich mee: Je bent afhankelijk van degene bij wie je huurt. Tijd en plaats zijn niet altijd zelf te bepalen. Het aantal keren per jaar is zeer beperkt. Dit conflicteert met de doelstelling regelmatig te willen testen. (zie probleemstelling) Aanschaffen betekent dat een trainer, trainingsgroep zelf op een eigen gewenst tijdstip een test kan afnemen. De Polarkit zou onder eigen beheer, trainer als testleider, kunnen worden gebruikt voor externe partijen, t.w. loopverenigingen, bedrijven. Welke doelgroepen: De Polarkit kan zowel voor de baan- als wegatleten van Groningen Atletiek worden ingezet. De trainers wegatletiek en trainers 4 Mijl,t.w. Eddy Kiemel, talentengroep, Guido van Weeren en Dirk Dijkstra ondersteunen de aanschaf en zullen er ook gebruik van gaan maken. We kunnen testen aanbieden aan externe partijen (zie boven) Dit kan op het atletiekcentrum of ter plekke bij een bedrijf of loopgroep. Hiervoor kan een vergoeding worden gevraagd. Gebruik en bediening: voor GA loopgroepen 3 tot 4 keer per jaar; voorbereiding trainingslopen Road tot Rotterdam; Start tot Run, enz. Baanatleten in overleg. Bediening na korte cursus door eigen trainers.
14 Bijlage 3 Aanvulling Beleidsplan TCW 2014 en verdere jaren Vanuit de Maatschappelijke Participatie zal ook de technische commissie weg een standpunt dienen in te nemen. Op dit moment zijn er al een aantal trainers betrokken bij het geven van looptrainingen aan andere organisaties dan de eigen vereniging. Enkele voorbeelden: geven van trainingen aan personeel van bedrijven; geven van trainingen aan een andere loopvereniging; organiseren en geven van loopclinics voor bijv. de Ladies Run, de 4 Mijl en ook voor StarttoRun. De betrokkenheid en deelname aan buiten de vereniging bestaande organisaties en groepen in de maatschappij zal o.i. de komende jaren meer en meer toenemen. Te denken valt aan het geven van loopclinics en trainingen aan bijv. allochtone groeperingen, scholen van basis- en middelbaar onderwijs, sportverenigingen en samenwerking met omliggende wijken. Contacten met bovengenoemde groeperingen kunnen van twee kanten ontstaan. De TCW staat hiervoor open.