MANAGEMENTOVEREENKOMST DEPARTEMENT WERK & SOCIALE ECONOMIE 2011 2015 1 LIJST MET AFKORTINGEN 4 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN 5 Art.



Vergelijkbare documenten
De meerjarige ondernemingsplannen binnen de Vlaamse overheid Les plans d entreprises pluriannuels au sein de l administration Flamande

Toelichting bij de nota Opvolging van doelstellingen in de regeerperiode Dieter Vanhee Departement Bestuurszaken

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0923/1BIS

Functiebeschrijving: Begrotingsadviseur

Sectorconvenant tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de naam sector (PC sector)

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Dirk Vanderpoorten Secretaris Generaal

Seminarie ondernemingsplan. 13 november Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken.

Beleidsbrief Algemeen Regeringsbeleid

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Gewijzigde doelstellingen in de leidraad interne controle/ organisatiebeheersing VLAAMSE OVERHEID. (inwerkingtreding: 1 januari 2015)

VR DOC.0658/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan

MEMORIE VAN TOELICHTING

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0952/2BIS

Operationeel plan 2013 Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking Strategische en operationele doelstellingen

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Functiebeschrijving: Directeur audit

VR DOC.0332/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op xxx;

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid;

1 raadgevende comités : de raadgevende comités bij de intern verzelfstandigde agentschappen van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

Taakafbakening tussen een heilige Drievuldigheid : Departement, Agentschap en Minister. Henny De Baets Administrateur-generaal

ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a

Beschrijving. Strategisch Leidinggevend Beleidscoördinator. Rapporteert aan en krijgt functionele leiding van de secretaris.

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Hoeveel werkvergunningen werden in 2013 ingetrokken? Graag opsplitsing per provincie en sector van tewerkstelling.

WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing

Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal

De staatshervorming in vogelvlucht: stand van zaken. (West4work 3/11/2015)

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

BIJLAGE 3 REGELGEVINGSAGENDA

AFSPRAKENNOTA tussen OCMW-RAAD en MANAGEMENTTEAM

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt;

nr. 508 van GRETE REMEN datum: 13 april 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Project Maak werk van je zaak - Stand van zaken

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

Het ondernemingsplan als beheersinstrument in de Vlaamse Overheid voor interne opvolging en dialoog tussen politiek en administratie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1441/2BIS

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 1/2/2011

Rol: clustermanager Inwoners

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2017;

Functiebeschrijving: Projectbeheerder

Het schrijven van beheersovereenkomsten: een generiek sjabloon. Jeroen Windey Kenniscentrum Vlaamse Steden

VR DOC.0797/1

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding ontvangen op 16 maart 2017;

Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

De 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling in Vlaanderen

Deze overeenkomst treedt in werking na ondertekening en eindigt op 31 augustus 2020.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR DOC.0309/2BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Pilootproject VVM De Lijn

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

Functiebeschrijving: Medewerker certificering

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

VR DOC.1207/1

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Situering en aanleiding (1)

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE OVEREENKOMST. en mediarte.be,...vertegenwoordigd door...

Infosessie Externe audit voor de lokale besturen Vrijdag 13/12/2013

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Juli OVERZICHT REGELGEVING GEOGRAFISCH INFORMATIE SYSTEEM VLAANDEREN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;

Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Gecoördineerde tekst:

5 voucher: de voucher, vermeld in artikel 2, 11 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een hand

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID,

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf:

Advies. Zesde Staatshervorming & diverse bepalingen WSE. Brussel, 27 februari 2017

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

FUNCTIEFAMILIE 4.1 Beleidsondersteuning

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. dienstverlening. Dienst: - Functienaam: afdelingshoofd

Kader voor organisatiebeheersing Lokaal bestuur Brasschaat

Memorie van toelichting

Werken met indicatoren binnen AHOVOS

Transcriptie:

MANAGEMENTOVEREENKOMST DEPARTEMENT WERK & SOCIALE ECONOMIE 2011 2015

MANAGEMENTOVEREENKOMST DEPARTEMENT WERK & SOCIALE ECONOMIE 2011 2015 1 LIJST MET AFKORTINGEN 4 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN 5 Art. 1 Ondertekenende partijen 5 Art. 2 Voorwerp van de overeenkomst 5 Art. 3 Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst 5 Art. 4 Definities 5 HOOFDSTUK 2. MISSIE, VISIE EN KERNTAKEN 7 Art. 5 Missie van het Departement 7 Art. 6 Visie van het Departement 7 Art. 7 Kerntaken van het Departement 7 HOOFDSTUK 3: BELEIDSKADER: ENGAGEMENTEN INZAKE HET REGEERAKKOORD, DE BELEIDSNOTA EN HET WERKGELEGENHEIDS EN INVESTERINGSPLAN. 9 Art. 8 SD1: Het Departement WSE volgt de uitvoering van de beleidsprojecten van de Vlaamse Regering en de ministers van Werk en Sociale Economie systematisch op. 9 Art. 9 SD2: Het Departement WSE is verantwoordelijk voor de uitvoering van 25 van de 66 beleidsprojecten Werk en Sociale Economie 9 HOOFDSTUK 4: ENGAGEMENTEN INZAKE DE BELEIDSONTWIKKELING, OPVOLGING EN EVALUATIE EN DE HANDHAVING 10 Art. 10 SD 3: Beleidsontwikkeling van naaldje tot draadje 10 Art. 11 SD 4: Lange termijn scenario s voor Werk en Sociale Economie in een internationale en Europese context 11 Art. 12 SD 5: Het Departement WSE zorgt voor een systematische opvolging van de beleidsuitvoering, het rapporteert en geeft advies hierover, met het oog op een tijdige bijsturing en evaluatie van programma s en maatregelen. 12 Art. 13 SD 6: Het Departement WSE staat in voor een continue monitoring van de belangrijkste trends en ontwikkelingen op de Vlaamse arbeidsmarkt, met het oog op een onderbouwde voorbereiding, bijsturing en evaluatie van het beleid Werk en Sociale Economie. 13 Art. 14 SD 7: Een effectief en efficiënt handhavingsbeleid 13 De afdeling Inspectie van het Departement Werk en Sociale economie (sociaalrechtelijke inspectie) bereidt haar controles voor, voert ze uit en evalueert ze, en dit op kwaliteitsvolle wijze met het oog op een efficiënte en effectieve toepassing van de regelgeving, het ondersteunen van en het meewerken aan de evaluatie van het werkgelegenheidsbeleid en het beleid sociale economie. 13 HOOFDSTUK 5: ENGAGEMENTEN INZAKE DE BEHEERS EN BELEIDSCOÖRDINATIE 16 HOOFDSTUK 6: ENGAGEMENTEN INZAKE DE BELEIDSUITVOERING 18 HOOFDSTUK 7: ENGAGEMENTEN INZAKE DE INTERNE WERKING VAN HET DEPARTEMENT WSE 20 Art. 17 SD 10: HR beleid van het Departement 20 Art. 18 SD 11: Het Departement verhoogt verder de maturiteit van de eigen organisatie aan de hand van verbetertrajecten. 21 Art. 19 SD 12: Het Departement zet projecten op om binnen de interne werking meetbare efficiëntie en effectiviteitswinsten te boeken 21 Art. 20 SD 13: Het Departement spant zich in om de kwaliteit van en de tevredenheid over de dienstverlening verder te verhogen en waar nodig remediërende acties te ondernemen. 22 HOOFDSTUK 8: FINANCIËLE ENGAGEMENTEN VAN HET DEPARTEMENT 23 Art 21. Het Departement engageert zich, bij het nastreven van de organisatiedoelstellingen, tot het realiseren van de in de begroting voorziene ESR saldo 23 HOOFDSTUK 9: ENGAGEMENTEN VAN DE FUNCTIONEEL BEVOEGDE MINISTERS 24 Art. 22 Financiële bepalingen 24 HOOFDSTUK 10: OPVOLGING EN RAPPORTERING 25 Art. 23: Het Departement engageert zich om de uitvoering van deze managementovereenkomst accuraat op te volgen en erover te rapporteren 25 HOOFDSTUK 11: AANPASSINGEN MANAGEMENTOVEREENKOMST OPSCHORTENDE VOORWAARDEN 26 BIJLAGEN 27 Bijlage 1: Beleidsprojecten Werk en Sociale Economie 28 Bijlage 2: Wetgevend kader Departement WSE 29 Bijlage 3: Methodiek tevredenheidsmeting Departement WSE 35 2

Bijlage 4: Methodiek van de strategische boordtabel uit te voeren controles in het kader van het handhavingsbeleid 37 Bijlage 5: Indicatorentabel opvolging resultaten 39 3

Lijst met afkortingen BNTCO: Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding BR: Beleidsraad DAR:Dienst Algemeen Regeringsbeleid EAD: Evenredige Arbeidsdeelname en Diversiteit ERSV: Erkend Regionaal Arbeidsverband ESR: Europees Systeem van nationale en regionale Rekeningen HR: Human Resources HRM: Human Resources Management IAVA: Agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie ILO: Internationale Arbeidsorganisatie IMF: Internationaal monetair fonds IPA: Interprofessioneel akkoord MOVI: Management in de Vlaamse overheid OD: Operationele doelstellingen OESO: Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling OV&W: Onderwijs, Vorming en werk RESOC: Regionaal Sociaal Economisch Overlegcomité RIA: Regulariseringsimpactanalyse SD: strategische doelstelling SERR: Sociaal Economische Raad van de Regio SVR: Studiedienst Vlaamse Regering VAPA: Vlaamse actieplan voor personen in armoede VAPH: Vlaamse Agentschap voor Personen met een Handicap VESOC: Vlaams Economische en Sociaal overlegcomité VIA: Vlaanderen in actie VIONA: Vlaams Interuniversitaire onderzoeksnetwerk arbeidsmarktrapporteringen VR: Vlaamse Regering VRIND: Vlaamse Regionale Indicatoren VTE: Voltijds equivalent VTO: Vorming Training Opleiding WIP:Werkgelegenheids en investeringsplan WSE: Werk en Sociale Economie 4

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Art. 1 Ondertekenende partijen Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de Vlaamse minister(s) van Werk en Sociale Economie, de heer Philippe Muyters en mevrouw Freya Van den Bossche, hierna de ministers te noemen, enerzijds en het Departement Werk en Sociale Economie, vertegenwoordigd door de leidend ambtenaar van het Departement Werk en Sociale Economie, de heer Dirk Vanderpoorten, secretaris generaal, hierna respectievelijk het Departement WSE en de secretaris generaal te noemen, anderzijds wordt de volgende managementovereenkomst afgesloten: Art. 2 Voorwerp van de overeenkomst Deze managementovereenkomst is gesloten als een concretisering van de taakstelling van het Departement zoals in algemene termen verduidelijkt in het Kaderdecreet van 18 juli 2003, artikel 4 en het Organisatiebesluit Vlaamse Regering 3 juni 2005, art. 30. De overeenkomst is ook een concretisering van het Charter Politiek Ambtelijke Samenwerking van 9 december 2009, omwille van de gesignaleerde behoefte aan een doeltreffende organisatie van de beleidsondersteunende capaciteit in de administratie. Het charter omvat ook afspraken over bevoegdheden en verantwoordelijkheden, over samenwerking en wederzijdse afstemming. Een meer concrete invulling wordt gegeven in het ondernemingsplan dat het Departement WSE jaarlijks afsluit met de functioneel bevoegde ministers. Art. 3 Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst Deze managementovereenkomst gaat in op 1 januari 2011en loopt tot 31 december 2015. Indien bij het verstrijken van een managementovereenkomst geen nieuwe overeenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande managementovereenkomst van het Departement WSE stilzwijgend verlengd tot het ogenblik waarop een nieuwe managementovereenkomst in werking treedt. Om in te spelen op wijzigende omstandigheden kan tijdens de duur van deze managementovereenkomst op verzoek van één van de ondertekenende partijen, en conform de modaliteiten vermeld in hoofdstuk 11 Aanpassing van de managementovereenkomst bij deze overeenkomst, een addendum aan de managementovereenkomst worden gevoegd om bepalingen toe te voegen, te wijzigen of te schrappen. Art. 4 Definities Voor de toepassing van deze managementovereenkomst wordt verstaan onder : De bijzondere wet : de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen; 5

Het Beleidsdomein Werk en Sociale Economie : het beleidsdomein zoals het, in uitvoering van artikel 2 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, werd vastgesteld door de artikelen 2 en 25 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie. Het beleid inzake Werk en Sociale Economie : het beleid zoals omschreven in artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, en dat betrekking heeft op de volgende aangelegenheden : 1 het tewerkstellingsbeleid, vermeld in artikel 6, 1, IX, van de bijzondere wet, met inbegrip van het tewerkstellingsbeleid van mindervaliden; 2 de professionele vorming a) de beroepsomscholing en bijscholing, vermeld in artikel 4, 16, van de bijzondere wet, met inbegrip van de middenstands en ondernemersopleiding, maar met uitzondering van de land en tuinbouwvorming en van de leertijd; b) de beroepsopleiding, de omscholing en de herscholing van mindervaliden, vermeld in artikel 5, 1, II, 4, van de bijzondere wet; 3 de sociale economie; 4 het gebruik van de talen voor de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en hun personeel, alsmede de door de wet en de verordeningen voorgeschreven akten en bescheiden van ondernemingen, vermeld in artikel 129, 1, 3, van de Grondwet. Strategische doelstellingen (SD) : De strategische doelstellingen geven de grote, lange termijnobjectieven weer die binnen de looptijd van deze managementovereenkomst moeten gerealiseerd worden. Ze worden verder verfijnd in operationele doelstellingen. Operationele doelstellingen (OD) : De operationele doelstellingen definiëren het concrete engagement zoals opgenomen in de strategische doelstellingen. De realisatie van de operationele doelstellingen wordt via de te behalen resultaten opgevolgd. Ondernemingsplan : Het jaarlijks ondernemingsplan concretiseert en specificeert de resultaten die in een bepaald jaar moeten gehaald worden. De basis voor de opmaak van het ondernemingsplan is deze managementovereenkomst en eventueel andere engagementen die het Departement WSE en de functioneel bevoegde ministers afspreken. 6

Hoofdstuk 2. Missie, visie en kerntaken Art. 5 Missie van het Departement Wij streven naar de realisatie van volgende missie: Ons deskundig en klantvriendelijk team maakt ondersteuntbeleidenhoudt toezicht op de uitvoering er van, met als passie meer en beter werk voor iedereen in Vlaanderen. Art. 6 Visie van het Departement Wij streven naar de realisatie van volgende visie: We zijn een beleidscoördinatiecentrum dat door zijn brede terreinkennis en netwerken het beleid verheldert en inspireert met antwoorden op uitdagingen van vandaag en morgen. Art. 7 Kerntaken van het Departement In het kader van de uitvoering van haar missie en visie definieerde het Departement WSE in haar strategisch plan 2010 2015 4 kerntaken: 1. beleidsontwikkeling Het Departement onderkent in een vroeg stadium tendensen op vlak van werk en sociale economie en voorspelt ze waar mogelijk. We spelen op die tendensen in met beleidsvoorstellen en reiken telkens opnieuw relevante en innovatieve ideeën aan. Beleidsvoorstellen onderbouwen we met onderzoek en cijfers. We ontsluiten daarbij alle mogelijke kennis en cijferbronnen in overleg met onze Vlaamse partners en waar mogelijk en relevant ook samen met internationale partners. Beleidsontwikkeling veronderstelt tot slot een juridische onderbouw aan de hand van decreten en besluiten. Het Departement biedt daarbij een degelijke en zorgvuldige juridische ondersteuning aan. 2. handhaving De sociaalrechterlijke inspecteurs van het DepartementWSE controleren in alle onafhankelijkheid de toepassing en naleving van decreten en besluiten op het terrein in Vlaanderen. Met sensibilisatie en deskundig advies dragen ze bij tot een betere en correcte invulling van het beleid op het terrein. Zij rapporteren over hun werkzaamheden en geven indien nodig overtredingen en misbruiken aan met het oog op sancties. 3. beleidsopvolging en evaluatie Eenmaal het beleid op de sporen gezet of gestart met bepaalde experimenten, moet de uitvoering ervan opgevolgd en geëvalueerd worden. We gaan efficiëntie, effectiviteit en draagvlak van en voor het beleid na. Opvolging en evaluatie kunnen leiden tot bijsturing van het beleid en waar nodig tot nieuwe beleidsontwikkelingen. Het Departement voert deze kerntaak uit in alle objectiviteit, op een transparante wijze en met respect voor de uitvoerders van het beleid. 7

4. Beheers en beleidscoördinatie We nemen binnen het beleiddomein WSE de verantwoordelijkheid op om de organisatiebrede opdrachten, van toepassing op het beleidsdomein WSE, optimaal te coördineren. Dit doen we in samenspraak met en met respect voor de eigenheid van elke entiteit van het beleidsdomein. We bewaken de kwaliteit van de op te leveren producten en bevragen op regelmatige tijdstippen de tevredenheid over de kwaliteit. 8

Hoofdstuk 3: Beleidskader: engagementen inzake het regeerakkoord, de beleidsnota en het Werkgelegenheids en Investeringsplan. De beleidsengagementen voor het beleidsdomein Werk en Sociale Economie zijn vervat in verschillende beleidsdocumenten: regeerakkoord, VIA, beleidsnota Werk, beleidsnota Sociale Economie, Vlaamse Werkgelegenheidsakkoorden (vb. WIP), organisatiebrede actieplannen. Alle engagementen uit die politieke beleidsdocumenten zijn opgenomen in één tabel getiteld Strategische beleidsprojecten Werk en Sociale Economie. Goedgekeurd op de Beleidsraad Werk en Sociale Economie van 14 september 2010. Deze tabel, opgenomen in bijlage 1, bevat 3 niveau s: 5 strategische doelstellingen, door de Vlaamse Regering goedgekeurd zoals afgesproken in opvolging van het Regeerakkoord/VIA (versterkt inzetten op activering, werkzaamheid en eindeloopbaan, competenties versterken en loopbanen ondersteunen, versterken en hervormen van de sociale economie, partnerschappen versterken) 18 operationele doelstellingen, ter uitvoering van de 5 strategische doelstellingen. 66 beleidsprojecten, ter uitvoering van de strategische en operationele doelstellingen.telkens met een aanduiding van trekkers, concrete mijlpalen/gebeurtenissen, status en meewerkende partijen. In dit hoofdstuk geven we aan voor welke resultaten het Departement WSE zich in dit kader engageert. Art. 8 SD1: Het Departement WSE volgt de uitvoering van de beleidsprojecten van de Vlaamse Regering en de ministers van Werk en Sociale Economie systematisch op. 1.OD 1.1: Met het oog op een systematische opvolging van de beleidsprojecten, ontwikkelt het Departement WSE een interactieve monitoringstool, waarin de uitvoerende agentschappen rechtstreeks rapporteren over de voortgang van de beleidsprojecten. Resultaat 1 Oplevering monitoringstool tegen februari 2011. 2. OD 1.2: Twee maal per jaar wordt een stand van zaken van uitvoering van de beleidsprojecten met een beleidsappreciatie bezorgd aan de minister van Werk en Sociale Economie. Resultaat 2 In juni en december wordt een stand van zaken van uitvoering van de beleidsprojecten met een beleidsappreciatie bezorgd aan de ministers van Werk en de minister van Sociale Economie. Art. 9 SD2: Het Departement WSE is verantwoordelijk voor de uitvoering van 25 van de 66 beleidsprojecten Werk en Sociale Economie 1. OD 2.1: Het Departement voert de activiteiten uit zoals uitgetekend in beleidsprojecten uit met de nummers 11, 23, 24, 27,28, 33, 34, 35, 36, 40, 41, 44, 45, 48, 50, 52, 53, 56, 57, 59, 60; 63, 64, 65, 66. Resultaat 3 Uitvoering zoals gepland 9

Hoofdstuk 4: Engagementen inzake de beleidsontwikkeling, opvolging en evaluatie en de handhaving In dit hoofdstuk worden de resultaten, op het vlak van de beleidsvoorbereiding evaluatie en handhaving, opgenomen waarvoor het Departement WSE zich engageert om ze binnen de looptijd van deze managementovereenkomst te realiseren.de op te leveren resultaten worden systematisch gemeten op vlak van tijdigheid (doorlooptijden) en kwaliteit/tevredenheid rond de opgeleverde producten volgens de methodologie en timing opgenomen in bijlage 3. De verdere concretisering wordt opgenomen in het jaarlijks ondernemingsplan.voor de opvolging van de verschillende resultaten wordt de opvolgingstabel, zoals opgenomen in bijlage 5 gebruikt. Art. 10 SD 3: Beleidsontwikkeling van naaldje tot draadje Vertrekkende van het regeerakkoord zorgt het Departement in overleg met de agentschappen en andere stakeholders voor de ontwikkeling van het beleid Werk en Sociale Economie. 1. OD 3.1: We leveren een gecoördineerd voorstel voor de beleidsnota s Werk en Sociale Economie rekening houdend met de input van de agentschappen en de kabinetten. Resultaat 4 Er is een gecoördineerd en afgestemd voorstel voor de beleidsnota s Werk en Sociale Economie in 2014 binnen de deadline bepaald door de VR. 2. OD 3.2: We leveren een gecoördineerd voorstel voor de beleidsbrieven Werk en Sociale Economie rekening houdend met de input van de agentschappen en de kabinetten. Resultaat 5 Er is jaarlijkseen gecoördineerd en afgestemd voorstel voor de beleidsbrieven Werk en Sociale Economie binnen de deadline bepaald door de VR (doorgaans eind september begin oktober) (uitgezonderd het jaar van de beleidsnota) 3. OD 3.3: We zorgen voor de evaluaties van de beleidsmaatregelen werk en sociale economie zoals opgenomen in het jaarlijks ondernemingsplan. Resultaat 6 De evaluaties worden opgeleverd conform de afgesproken timing met de bevoegde kabinetten in het jaarlijks ondernemingsplan. 4. OD 3.4: We zorgen voor geplande beleidsadviezen zoals opgenomen in het jaarlijks ondernemingsplan. Resultaat 7 De adviezen worden opgeleverd conform de timing afgesproken met de bevoegde kabinetten in het jaarlijks ondernemingsplan. 5. OD 3.5: We zorgen voor ad hoc beleidsadviezen conform de afspraken met de bevoegde kabinetten. Hieronder verstaan we vragen op korte termijn die niet voorzien werden in het jaarlijks ondernemingsplan. Resultaat 8 De adviezen worden opgeleverd conform de timing afgesproken met de bevoegde kabinetten. 10

6. OD 3.6: We zorgen voor een zo kwalitatief mogelijk ontwerp van antwoord op parlementaire vragen, mondelinge vragen en vragen om uitleg, rekening houdend met de input van de agentschappen binnen de afgesproken procedure in de beleidraden. Resultaat 9 De ontwerpen van antwoord worden opgeleverd conform de specifieke aangegeven timing per vraag en conform de routing van de procesbeschrijving zoals goedgekeurd op de BR WSE. Art. 11 SD 4: Lange termijn scenario s voor Werk en Sociale Economie in een internationale en Europese context Het Departement zorgt in samenwerking met de agentschappen en andere stakeholders voor de ontwikkeling van lange termijn scenario s voor werk en sociale economie. Een nauwgezette opvolging van internationaal relevante ontwikkeling, een situering van het Vlaamse beleid in Europees verband en de regievoering over een wetenschappelijk onderzoeksprogramma op het terrein van werk en sociale economie maken hier deel van uit. 1. OD 4.1: We leveren een bijdrage aan het regeerakkoord in samenwerking met de agentschappen Resultaat 10 Er is een binnen het beleidsdomein afgestemde bijdrage regeerakkoord voor het beleidsdomein WSE in 2014. 2. OD 4.2: We zorgen voor een nauwgezette opvolging van het Europees Werkgelegenheidsbeleid en van de relevante Europese regelgeving. Resultaat 11 Binnen de 6 maanden na de publicatie van nieuwe relevante regelgeving is er een analyse van de impact ervan op de WSE regelgeving. 3. OD 4.3: We zorgen voor een systematische opvolging van het Europees en internationaal werkgelegenheidsbeleid met het oog op een mogelijke beïnvloeding van het Europees werkgelegenheidsbeleid enerzijds en een Vlaamse beleidsvertaling anderzijds. Resultaat 12 De Vlaamse beleidsstandpuntenterzake worden op vraag en binnen de vooropgestelde deadlines (bepaald door de federale overheid) en in overleg met de kabinetten van de ministers geformuleerd. 4. OD 4.4: We leveren onderbouwde bijdrages voor meerjarenprogramma s zoals het Vlaams hervormingsprogramma, toekomst Cohesiebeleid, rekening houdend met de input van agentschappen en stakeholders (en de toetsing van beleidsintenties/maatregelen in het licht van deze doelstellingen) Resultaat 13 Er zijn bijdrages voor meerjarenprogramma s conform de afgesproken timing in het jaarlijks ondernemingsplan. 5. OD 4.5: We vertalen de resultaten van afgerond VIONA en Steunpunt WSEonderzoekin een advies aan de minister en gebruiken het in beleidsadviezen, beleidsbrieven, en andere beleidsdocumenten Resultaat 14 Er is binnen de maand na goedkeuring van elk afgerond onderzoek een beleidsadvies geformuleerd voor de minister. 11

Art. 12 SD 5: Het Departement WSE zorgt voor een systematische opvolging van de beleidsuitvoering, het rapporteert en geeft advies hierover, met het oog op een tijdige bijsturing en evaluatie van programma s en maatregelen. 1. OD 5.1: We volgen Europese/internationale beleidsprogramma s op, rapporteren en geven advies hierover. Resultaat 15 Er is een jaarlijkse bijdrage voor het Vlaams en nationaal hervormingsprogramma in uitvoering van de Europa 2020 strategie, volgens de timing vastgelegd door de VR/DAR. Resultaat 16 Er zijn rapporteringen op vraagvan en binnen de timing opgelegd door het kabinet/de minister m.b.t. vragen van Europese instanties en supranationale organisaties (vb. OESO, IMF, ILO) over trends en ontwikkelingen in het Vlaams werkgelegenheidsbeleid. 2. OD 5.2: We volgen de uitvoering van het Vlaams Regeerakkoord 2009 2014 en Vlaanderen in Actie (ViA) op, en we rapporteren en geven advies hierover. Resultaat 17 Er is een halfjaarlijkse rapportering m.b.t. de opvolging van het Vlaams Regeerakkoord en VIA op basis van de hiertoe vastgestelde strategische doelstellingen en mijlpalen, volgens de opgelegde timing door de VR/DAR. Resultaat 18 Er is een jaarlijkse bijdrage en er zijn bijdragen op vraag voor de indicatoren van het beleidsdomein WSE die deel uitmaken van het Pact 2020, o.m. via de jaarlijkse VRIND publicatie, volgens opgelegde timing door de SVR (Studiedienst Vlaamse Regering) 3. OD 5.3: We volgen de uitvoering van de beleidsprojecten in uitvoering van het regeerakkoord, VIA, de beleidsnota s Werk en Sociale Economie, de Vlaamse werkgelegenheidsakkoorden (vb. WIP) op, geven hierover een beleidsappreciatie en rapporteren hierover aan ministers van Werk en Sociale Economie. Resultaat 19 Elk jaar in juni en december wordt een stand van zaken van uitvoering van de beleidsengagementen met een beleidsappreciatie bezorgd aan de minister van Werk en de minister van Sociale Economie Resultaat 20 Er zijn rapporteringen op vraag van en binnen de deadlines vooropgesteld door het kabinet/de minister t.b.v. de VESOC partners i.v.m. de voortgang van de Vlaamse werkgelegenheidsakkoorden. 4. OD 5.4: We rapporteren over de bijdrage van WSE aan organisatiebrede/horizontale beleidsprogramma s Resultaat 21 Er is een jaarlijkse bijdrage aan volgende actieplannen: het Vlaamse actieplan voor personen in armoede (VAPA), het Vlaams actieplan voor Gelijke Kansen, het ouderenbeleidsplan, de Vlaamse Strategie voor Duurzame Ontwikkeling,, volgens de door de VR opgelegde timing. 5. OD 5.5: We rapporteren over de uitvoering van de beheersovereenkomsten van/samenwerkingsovereenkomst met de agentschappen. Resultaat 22 Er is een jaarlijkse evaluatie van de beheersovereenkomst/samenwerkingsovereenkomst van de agentschappen, volgens de timing vastgelegd in de beheersovereenkomsten/samenwerkingsovereenkomst. 12

Art. 13 SD 6: Het Departement WSE staat in voor een continue monitoring van de belangrijkste trends en ontwikkelingen op de Vlaamse arbeidsmarkt, met het oog op een onderbouwde voorbereiding, bijsturing en evaluatie van het beleid Werk en Sociale Economie. 1. OD 6.1: Het Departement WSE staat in voor de verzameling, verwerking en ontsluiting van kerncijfers voor de Vlaamse arbeidsmarkt. Hierbij gaat bijzondere aandacht naar de lokale/subregionale, sectorale en categoriale ontsluiting van cijfers (als inhoudelijke specialisatie) en naar benchmarking (als gehanteerde methodiek). Resultaat 23 Het productgamma (cijferreeksen, publicaties/rapporten, bijdragen aan het e zine, bijdragen aan de beleidsadviezen/beleidsbrieven, ) zoals jaarlijks vastgelegd in het ondernemingsplan wordt tijdig afgeleverd. Resultaat 24 Er wordt 3 jaarlijks een gebruikersonderzoek georganiseerd, meer bepaald een bevraging van onze belangrijkste gebruikers/afnemers over hun wensen, verwachtingen m.b.t. monitoring (en de mate waarin deze reeds ingelost zijn). 2. OD 6.2.: Het Departement WSE voert haar aandeel uit met betrekking tot het maken van de arbeidsrekening en boordtabellen voor de arbeidsmarkt in een samenwerkingsverband met het Steunpunt WSE. Resultaat 25 Er is jaarlijks een bewerking van data tot cijferreeksen voor de arbeidsrekening en er zijn een aantal boordtabellen gemaakt volgens de planning en timing zoals jaarlijks vastgelegd in het ondernemingsplan. Resultaat 26 Er zijn minstens 2 bijdragen per jaar in het tijdschrift Over.Werk (huidige steunpuntperiode). 3. OD 6.3: het Departement WSE coördineert de activiteiten m.b.t. de evaluatie van het huidige steunpunt WSE en de mogelijke taken van een nieuw steunpunt WSE, doet een inhoudelijke inbreng en zorgt schrijft de eindteksten in dit kader. Resultaat 27 Er is een evaluatierapport van de huidige steunpuntwerking en een advies mbt de invulling van een nieuw steunpunt conform de timing en de richtlijnen van de Vlaamse regering. Dit gebeurt in samenwerking met de stuurgroep strategisch arbeidsmarktonderzoek. Art. 14 SD 7: Een effectief en efficiënt handhavingsbeleid De afdeling Inspectie van het Departement Werk en Sociale economie (sociaalrechtelijke inspectie) bereidt haar controles voor, voert ze uit en evalueert ze, en dit op kwaliteitsvolle wijze met het oog op een efficiënte en effectieve toepassing van de regelgeving, het ondersteunen van en het meewerken aan de evaluatie van het werkgelegenheidsbeleid en het beleid sociale economie. 1. OD 7.1: Kwaliteitsvolle controles worden voorbereid en uitgevoerd op basis van een strategisch boordtabel opgenomen in het jaarlijks ondernemingsplan. Resultaat 28 Jaarlijks een strategische boordtabel volgens de methodiek bijgevoegd in bijlage 4. Resultaat 29 Een mogelijke bijsturing van de strategische boordtabel in functie van wijzigingen van de parametersopgenomen in de methodiekbeschrijving bijgevoegd in bijlage 4. 13

Resultaat 30 Resultaat 31 Resultaat 32 Elk jaar vanaf mei wordt maandelijks een overzicht per materie van het aantal uitgevoerde controles gerapporteerd aan de ministers in functie van de realisatie van de strategische boordtabel. In functie van de beleidsprioriteiten en de risicodimensies wordt jaarlijks in het ondernemingsplan de dekkingsgraad vastgelegd van het aantal te controleren dossiers per beleidsmaterie. Tegen 2015 wordt er gestreefd naar een vermindering van de noodzakelijke tijd uitgedrukt in % mensdagen per VTE voor niet kerngerichte taken voor de sociaalrechterlijk inspecteurs van 16,9% in 2010 naar 12,5%. 2. OD 7.2: De te controleren beleidsmateries en subjecten worden bepaald en gedetecteerd op basis van een deskundig onderbouwde risicoanalyse. Resultaat 33 Vanaf 2011 worden de te controleren beleidsmateries vastgelegd in de strategische boordtabel (Art. 14 1.), bepaald op basis van een macroanalytische risicoanalyse. Resultaat 34 Vanaf 2013 zullen de controles uitgevoerd op beleidsmaterie/submaterie niveau allen mede gepland worden op basis van een jaarlijkse risicoanalyse op materie niveau. 3. OD 7.3: Er wordt er een intern controlebeleid uitgewerkt en geïmplementeerd. De personeelsleden en inspecteurs die gevat worden door de deontologische code passen deze rigoureus en consequent toe. Resultaat 35 Een jaarlijks intern controle verslag met betrekking tot de realisaties, evoluties en vaststellingen van het organisatiebeheerssysteem dat ter kennisgeving wordt overgemaakt aan de functioneel bevoegde ministers. Resultaat 36 De deontologische code wordt toegepast 4. OD 7.4: Uitwerken van een nieuw kwaliteitsmodel voor de Vlaamse Sociale Inspectie. Resultaat 37 Eind 2013 is er een nieuw kwaliteitsmodel operationeel dat zowel het uniform inspectieoptreden, het elektronisch inspectiedossier, het intern controlebeleid en de organisatiebeheersing aanstuurt. De planning, ontwikkeling en implementatie van dit nieuw kwaliteitsmodel wordt jaarlijks bepaald in het ondernemingsplan. 5. OD 7.5: Het Elektronisch inspectiedossier wordt verder uitgebouwd tot een performante en logische applicatie die de volledige cyclus van een inspectiedossier digitaliseert voor alle beleidsmateries. Resultaat 38 Tegen eind 2011 iser een integraal elektronisch inspectiedossier die de volledige cyclus van een inspectiedossier voor alle beleidsmateries informatiseert. 6. OD 7.6: Een netwerk en samenwerkingsverbanden wordt verder uitgebouwd. Resultaat 39 Verzekerde deelname aan de acties en vergaderingen (inclusief de regionale interventiegroepen) in 11 arrondissementele cellen in uitvoering van de programmawet I van 27 december 2006. Resultaat 40 Verzekerde deelname aan de algemene raad der partners en op uitnodiging aan het directiecomité van de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst. Resultaat 41 Voorzitterschap van de periodieke vergaderingen MOVI inspectie en de participatie in de daarbij horende subwerkgroepen. 7. OD 7.7: Periodiek wordt er gerapporteerd over de werkzaamheden, de terreinervaringen en vaststellingen, de mate en toepassingswijze van de uitgevoerde controles en van potentiële controlemethodieken. 14

Resultaat 42 Resultaat 43 Resultaat 44 Resultaat 45 Het jaarlijkse inspectierapport conform het decreet van 30 april 2004 tot uniformisering van de toezichts, sanctie en strafbepalingen die zijn opgenomen in de regelgeving van de sociaalrechtelijke aangelegenheden, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest bevoegd zijn. Jaarlijkse bijdrage in de respectieve beleidsbrieven/beleidsnota s met betrekking tot het inspectieoptreden en het handhavingsbeleid. Volgens het ondernemingsplan geplande onderzoeken/adviezen met betrekking tot potentiële controlemethodieken en valkuilen bij nieuwe beleidsontwikkelingen. Vanuit de terreinkennis en uitgevoerde controles, materiegerichte nota s over vaststellingen en structurele knelpunten met betrekking tot de beleidsuitvoering. 8. OD 7.8: Het Departement neemt kwalitatieve en eenvormige beslissingen in het kader van de procedure administratieve geldboeten. Resultaat 46 Beslissingen in overeenstemming met de doorlooptijden die zijn bepaald in de procesbeschrijving en in overeenstemming met de dienstorder (indicatieve lijst met richtbedragen). Resultaat 47 Rapportering van de procedure administratieve geldboeten via het jaarrapport inspectie. Resultaat 48 3 jaarlijkse kwalitatieve beoordeling van het proces door een externe auditor. 15

Hoofdstuk 5: Engagementen inzake de beheers en beleidscoördinatie In dit hoofdstuk worden de resultaten, op het vlak van de beheers en beleidscoördinatie, opgenomen waarvoor het Departement WSE zich engageert om ze binnen de looptijd van deze managementovereenkomst te realiseren.de op te leveren resultaten worden systematisch gemeten op vlak van tijdigheid (doorlooptijden) en kwaliteit/tevredenheid rond de opgeleverde producten volgens de methodologie en timing opgenomen in bijlage 3. De verdere concretisering wordt opgenomen in het jaarlijks ondernemingsplan. Voor de opvolging van de verschillende resultaten wordt de opvolgingstabel, zoals opgenomen in bijlage 5 gebruikt. Art. 15 SD 8: B BTW: Beheers en beleidscoördinatie met toegevoegde waarde Het Departement staat in voor een optimale coördinatie van alle organisatiebrede beheers en beleidsopdrachten en maatregelen van toepassing op het beleidsdomein WSE. 1. OD 8.1: Coördinatie en secretariaat voor de beleidsraden Werk, Sociale Economie, en Werk en Sociale Economie gedurende deze legislatuur. Resultaat 49 de organisatie van 2 gemeenschappelijke beleidsraden (BR) WSE, 10 BR Werk en 2 BR Sociale economie met relevante agenda en volgens de timing en procedure zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement, opgevolgd via de tevredenheidsmeting 2. OD 8.2: Coördinatie en voorzitterschap van de verschillende managementorganen van het eigen beleidsdomein en coördinatie, voorzitterschap of deelname aan de gezamenlijke managementorganen van OV&W en VAPH. Resultaat 50 de organisatie van 10 managementcomités (maco) WSE, 4 maco OV&W en 1 maco WSE VAPH met relevante agenda en volgens de timing en procedure zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement, opgevolgd via de tevredenheidsmeting 3. OD 8.3: Coördinatie van de procedure en eindredactie van Schriftelijke Vragen, Vragen om Uitleg en mondelinge vragen. Zie Art. 10 6. 4. OD 8.4: Begeleiding en coördinatie van de begrotingscyclus Bij elke initiële begrotingsopstelling en begrotingsherziening levert het Departement WSE volgende producten op:wordt gezorgd voor : Resultaat 51 De opmaak, samenvoeging en eindredactie van een globale ontwerpbegroting per WSE bevoegdheid binnen de deadlines aan de kabinetten. Resultaat 52 Voorbereiding en deelname aan de technische bilaterale besprekingen in samenspraak met de kabinetten. Resultaat 53 Samenvoeging, eindredactie en tijdige opleveringvan het WSE luik van de Memories van Toelichting Resultaat 54 Ondersteuning van de kabinetten /de minister(s) bij de politieke bilaterale begrotingsbesprekingen en bij de bespreking van de ontwerpbegrotingsbesprekingen in de parlementaire commissies en het parlement 5. OD 8.5 : We ondernemen acties om te komen tot een kwaliteitsvolle regelgeving binnen het beleidsdomein WSE. 16

Resultaat 55 Resultaat 56 Resultaat 57 De regelgevende projecten in het beleidsdomein WSE beantwoorden aan de kwaliteitsnormen inzake regelgeving (RIA, wet en taaladvies, vermindering van administratieve lasten). De cijfers inzake kwaliteitsvolle regelgeving houden gelijke tred met andere beleidsdomeinen. Opstelling binnen het beleidsdomein WSE van een jaarlijks voortgangsrapport inzake administratieve lastenverlaging volgens de deadlines opgelegd door de Vlaamse Regering 17

Hoofdstuk 6: Engagementen inzake de beleidsuitvoering Art. 16 SD 9: Het Departement zorgt voor een performante uitvoering van de haar toegewezen beleidsuitvoerende taken. De beleidsuitvoering bestaat voor een deel uit dossierbehandeling.voor elke vorm van dossierbehandeling zijn operationele doorlooptijden vooropgesteld.wij streven ernaar dat voor 95% van dossiers de doorlooptijden worden gerespecteerd. Op basis van een 0 meting in 2011 zullen groeipaden uitgetekend worden om deze norm te halen tegen einde van de managementoverkomst. Mocht blijken dat, op basis van de 0 meting, dat deze norm reedswerd bereikt dan zullen bijkomende verbeteringsprojecten worden opgenomen in het ondernemingsplan. Globale doelstelling is om voor alle dossierbehandeling 95% af te handelen binnen deze doorlooptijden. 1. OD 9.1: Wij zorgen in samenwerking met onze stakeholders voor een inhoudelijke voorbereiding en het afsluiten van de sectorconvenants conform de beleidskaders (regeerakkoord, beleidsnota s, beleidsbrieven) Resultaat 58 Er is in 2012 en 2014 een inhoudelijk kader voor de nieuwe (tweejaarlijkse) generatie sectorconvenants. Resultaat 59 6 maand na het opstarten van de onderhandelingen met sectoren is er in 2012 en 2014 voor 95%van de onderhandelde sectoren een sectorconvenant. 2. OD 9.2: Wij zorgen voor de inhoudelijke en financieel administratieve afhandeling van de besluiten ter subsidiëring van de afgesloten sectorconvenants. Resultaat 60 Het opstellen, vastleggen en betalen gebeurt voor 95% van de subsidiebesluiten binnen de vooropgestelde doorlooptijden (groeipad te bepalen op basis van de nulmeting). 3. OD 9.3:Wij zorgen voor de financieel administratieve afhandeling van de besluiten voor de subsidiëring van de ERSV werking en de inzet van de EAD projectontwikkelaars (kader impulswerking EAD). Resultaat 61 Het opstellen, vastleggen en betalen gebeurt voor 100% van de subsidiebesluiten binnen de vooropgestelde doorlooptijden (groeipad te bepalen op basis van de nulmeting). 4.OD 9.4:Wij zorgen voor de ondersteuning bij het tot stand komen (overleg, onderhandeling, besluitvorming) en de financieel administratieve afhandeling van de 4 structurele EAD projecten (met 17 onderliggende besluiten) als onderdeel van het impulsbeleid EAD. Resultaat 62 In 2012 en 2015 zijn nieuwe protocollen voor de structurele EAD projecten onderhandeld met de stakeholders van het impulsbeleid EAD (sociale partners en eigenorganisaties van kansengroepen) binnen de in het ondernemingsplan voorziene deadline. Resultaat 63 Het opstellen, vastleggen en betalen gebeurt voor 90% van de subsidiebesluiten binnen de vooropgestelde doorlooptijden (groeipad te bepalen op basis van de nulmeting). 18

5. OD 9.5: Wij zorgen via het afsluiten van EAD convenants met de RESOCs/SERRs en het BNTCO en via coaching en samenwerking met intermediaire actoren voor de indiening van diversiteitsplannen en projecten. Resultaat 64 Respectievelijk medio 2011 en 2013 worden de EAD convenants met een looptijd van twee jaar afgesloten tussen de minister en de RESOCs/SERRs en het BNCTO. Resultaat 65 Het aantal goedgekeurde diversiteitsplannen en projecten bedraagt de jaarlijks vastgelegde norm binnen de goedgekeurde budgettaire context (in 2011 is de norm 750). 6. OD 9.6: Wij zorgen voor de inhoudelijke advisering van de ingediende diversiteitsplannen en projecten en de financieel administratieve afhandeling van de besluiten ter subsidiëring van de goedgekeurde diversiteitsplannen enprojecten in het kader van het impulsbeleid EAD. Resultaat 66 Het opstellen, vastleggen en betalen gebeurt voor 95% van de subsidiebesluiten binnen de vooropgestelde doorlooptijden (groeipad te bepalen op basis van de nulmeting). 7. OD 9.7: Regionale toetsing: we leveren binnen de vooropgestelde doorlooptijden een onderbouwd advies aan de Minister over het activerend gehalte van het outplacement aanbod en de begeleidingsmaatregelen in het kader van een collectief ontslag Resultaat 67 100% van de adviezen worden binnen de wettelijk vooropgestelde doorlooptijden bezorgd aan de minister (groeipad te bepalen op basis van de nulmeting). 8. OD 9.8: Wijverzorgen het secretariaat van de VIONA stuurgroep en coördineren de gehele procedure vanaf de VIONA onderzoeksoproep tot en met betaling van afgerond onderzoek. Resultaat 68 Het VIONA budget wordt jaarlijks voor minstens 95% besteed (binnen het budget 2011 is er ruimte voor 5 onderzoeksopdrachten). Resultaat 69 Het opstellen, vastleggen en betalen van de contracten gebeurt voor 95% van contracten binnen de vooropgestelde doorlooptijden. 19

Hoofdstuk 7: Engagementen inzake de interne werking van het Departement WSE Art. 17 SD 10: HR beleid van het Departement 1. OD 10.1: Ontwikkelen van een strategische visie op de HR instrumenten met aandacht voor de kansengroepen Resultaat 70 Een strategisch HR plan tegen begin 2011. Uitvoering via het jaarlijks ondernemingsplan. Resultaat 71 Uitwerking van een strategisch VTO plan met vormingsbudget van 1,9% (IPAnorm) van het personeelsbudget met uitvoering via het jaarlijks ondernemingsplan. Resultaat 72 Jaarlijks opstellen van een diversiteitsplan binnen de deadlines opgelegd door de dienst van de emancipatie ambtenaar Resultaat 73 Minimaal behouden van het aandeel (1/3) vrouwen middenmanagementniveau (afdelingshoofden en teamcoördinatoren) Resultaat 74 We laten geen kansen onbenut om: a. Het aandeel personen van allochtone afkomst in het personeel te behouden op het bestaande aandeel van 4 % en indien mogelijk te verhogen. b. aandeel personen met een arbeidshandicap in het personeel te laten toenemen tot een aandeel van 4,5 %. 2. OD 10.2: De secretaris generaal bepaalt de kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbehoeften van het Departement in het personeelsplan, onverminderd de procedure van administratieve en begrotingscontrole. Voor het bepalen van de in te zetten personeelsaantallen baseert het Departement zich op: De taken die het moet uitvoeren (processen) De resultaten die het wil behalen (output). Resultaat 75 Het Departement WSE engageert zich tegenover de bevoegde minister om het reëel aantal medewerkers, uitgedrukt in VTE, maximaal gelijk te houden en bij voorkeur te verlagen ten opzichte van het reëel aantal VTE in de entiteit op het moment van het ingaan van het Vlaams Regeerakkoord 2009 2014 Vanaf de aanvangsdatum van de managementovereenkomst zal elke verhoging van het reëel aantal VTE, via het jaarlijks ondernemingsplan worden gemotiveerd en ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering of een door haar gemandateerde. De motivatie tot een verhoging zal steeds gepaard gaan met een structureel en haalbaar plan met het oog op een volledige en zo snel mogelijke afbouw van deze toenameten laatste twee jaar voor het einde van de managementovereenkomst. Indien blijkt dat de personeelsuitbreiding als gevolg van nieuw beleid niet kan worden ingevuld door middel van interne rekrutering of verschuivingen van personeel (binnen de departement WSE en in tweede orde binnen het beleidsdomein WSE) zal de behoefte aan bijkomend personeel worden gemotiveerd en voorafgaand worden voorgelegd voor beslissing aan de Vlaamse Regering. Met het gelijk houden of het afbouwen van het aantal medewerkers, worden ook overeenkomstige, niet aangewende begrotingsmiddelen (personeelskredieten en kosten gerelateerd aan de werkplaatsen en de werking) in de entiteit, waar mogelijk, gereduceerd. 20

Resultaat 76 Indien op 1 januari 2011 het reëel aantal VTE hoger ligt dan op 1 juli 2009, zal het Departement WSE een structureel en haalbaar plan voorleggen, gericht op de volledige en zo snel mogelijke afbouw van deze toename, ten laatste op 31 december 2013. Art. 18 SD 11: Het Departement verhoogt verder de maturiteit van de eigen organisatie aan de hand van verbetertrajecten. De lijnmanagers stimuleren elke medewerker om zijn taken en werkmethode en die van zijn dienst in vraag te stellen en verbetervoorstellen te doen. 1. OD 11.1 : Het Departement bouwt haar gedocumenteerd systeem van interne controle/organisatiebeheersing verder uit met het oog op het behouden van maturiteitsniveau 3. 1 En het verhogen op bepaalde deeldomeinen naar 4 Resultaat 77 Documentatie van de processen, communicatie van deze processen en revisie ervan op regelmatige tijdstippen (minimum 1x/jaar). Resultaat 78 Een door IAVA gevalideerd intern controleplan op basis van de Leidraad Organisatiebeheersing begin 2011 en revisie ervan op regelmatige tijdstippen (min. 1x jaar). Resultaat 79 Tegen het einde van de managementovereenkomst voor volgende deeldomeinen het maturiteitsniveau verhogen tot 4: a. Domein Doelstellingen, proces en risicomanagement b. Domein Monitoring c. Domein HRM d. Domein Informatie en communicatie Art. 19 SD 12: Het Departement zet projecten op om binnen de interne werking meetbare efficiëntie en effectiviteitswinsten te boeken 1. OD 12.1 : Het Departementvoert tegen het einde van deze managementovereenkomst projecten uit die de meetbare efficiëntie en de effectiviteit van de organisatie verhogen. Het Departement WSE werkt actief mee aan de gedefinieerde projecten in het kader van het Meerjarenprogramma Slagkrachtige Overheid. De Secretaris generaal is trekker van het sleutelproject modern HR beleid en de Adviseur ICT en Organisatie treedt op als projectleider van het sleutelproject nuttige rationalisatie voor een klantgedreven ICT. Resultaat 80 Resultaat 81 Onderzoek naar de optimale positionering van de beleidsuitvoerende taken binnen het beleidsdomein WSE met het oog op effectiviteitswinst. Tegen het einde van deze managementovereenkomst worden de verschillende processen, zowel van de kerntaken als van de ondersteunende taken doorgelichten waar mogelijk afgeslankt en geoptimaliseerd. In het ondernemingsplan wordt telkens een planning van door te lichten processen en te verwachten winsten opgenomen. 1 Maturiteitsniveau 3 vereist dat de beheersmaatregelenmoeten aanwezig, gestandaardiseerd, gedocumenteerd engecommuniceerd zijn en dat zij moeten worden toegepast. 21

Art. 20 SD 13: Het Departement spant zich in om de kwaliteit van en de tevredenheid over de dienstverlening verder te verhogen en waar nodig remediërende acties te ondernemen. 1. OD 13.1 : Het Departement WSE werkt een methodiek uit om de tevredenheid over haar dienstverlening aanhaar klanten te meten en waar nodig te verbeteren. Resultaat 82 Organisatie vanaf 2011 van een jaarlijks tevredenheidsonderzoek vanaf 2011 over de kwaliteit, tijdigheid en correctheid van de dienstverlening (2011 als nulmeting) met een methodologie en gedefinieerde producten zoals opgenomen in bijlage 3. Resultaat 83 Jaarlijks acties in het ondernemingsplan die de tevredenheid over en de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren. 22

Hoofdstuk 8: Financiële engagementen van het Departement De middelen nodig voor de uitvoering van deze managementovereenkomst worden opgenomen in de jaarlijks door het Vlaams Parlement goedgekeurde begroting. Art 21. Het Departement engageert zich, bij het nastreven van de organisatiedoelstellingen, tot het realiseren van de in de begroting voorziene ESRsaldo 23

Hoofdstuk 9: Engagementen van de functioneel bevoegde ministers Art. 22 Financiële bepalingen De financiële engagementen van de Vlaamse Regering dienen te passen binnen de contraintes van de meerjarenbegroting en de jaarlijks door het Vlaams Parlement gestemde begroting. In het kader van de begrotingscyclus (begrotingsopmaak en controle) wordt door het Vlaams Parlement periodiek over de financiële engagementen gestemd die vertaald moeten worden in het jaarlijkse ondernemingsplan (en waarover gerapporteerd wordt in het jaarrapport). De Vlaamse Regering stelt de financiële middelen ter beschikking van het Departement via de algemene uitgavenbegroting. Het Departement moet het ESR vorderingensaldo behalen, zoals wordt bepaald in het kader van de begrotingscyclus. Een gewijzigd overheidsbeleid en gevallen van overmacht kunnen resulteren in materiële stijgingen van de uitgaven en/of een daling van de inkomsten buiten de controle van het Departement. In deze gevallen streven beide partijen naar een zo evenwichtig mogelijke oplossing, met dien verstande dat te allen tijde een optimale dienstverlening verzekerd kan blijven. 24

Hoofdstuk 10: Opvolging en rapportering Art. 23: Het Departement engageert zich om de uitvoering van deze managementovereenkomst accuraat op te volgen en erover te rapporteren 1. Het Departement staat in voor de rapportering over de uitvoering van de managementovereenkomst Het Departement rapporteert jaarlijksexclusief aan de beide functioneel bevoegde ministers tegen 30 april over de uitvoering van de managementovereenkomst op basis van de zelfevaluatie van het ondernemingsplan. De eindevaluatie van de uitvoering van de managementovereenkomst op basis van de opeenvolgende ondernemingsplannen van alle afgelopen jaren 25

Bijlagen 27

Bijlage 1: Beleidsprojecten Werk en Sociale Economie Opgenomen in apart document getiteld bijlage 1 28

Bijlage 2: Wetgevend kader Departement WSE I. Algemeen kader Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen; Decreet kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003; Decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding"; Decreet van 20 maart 1984 houdende oprichting van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling; decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandig agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming Syntra Vlaanderen; Decreet van 8 november 2002 houdende de oprichting van de vzw ESF Agentschap; Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie; Besluit van de Vlaamse Regering van 21 oktober 2005 tot oprichting van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie; Besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot operationalisering van het beleidsdomein Werk en Sociale Economie; II. Inspectie Wet van 29 maart 1957 houdende goedkeuring van het Internationaal Verdrag nr. 81 betreffende de arbeidsinspectie in de industrie en de handel, aangenomen op 11 juli 1957 te Genève; Wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie (voor de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten (migratie)); Decreet van 30 april 2004 tot uniformisering van de toezichts, sanctie en strafbepalingen die zijn opgenomen in de regelgeving van de sociaalrechterlijke aangelegenheden, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest bevoegd zijn (voor de andere dossiers); III. Migratie/tewerkstelling buitenlandse arbeidskrachten Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 juni 1999 en 20 juli 2000 en de wet van 26 juni 2000; Koninklijk Besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 september 2007; Koninklijk besluit van 2 april 2003 tot bepaling van de modaliteiten van indiening van de aanvragen en van aflevering van de arbeidskaart C; Koninklijk besluit van 23 mei 2006 betreffende de modaliteiten van indiening van de aanvragen en aflevering van de arbeidsvergunningen en arbeidskaarten bepaald in artikel 38quater, 3, van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers; Omzendbrief van 1 april 2003 betreffende de opheffing, ten gevolge van de invoering van de arbeidskaart C, van bestaande omzendbrieven waarbij in een voorlopige arbeidsvergunning werd voorzien; 29

Omzendbrief van 1 maart 2004 betreffende de voorlopige arbeidsvergunningen voor de Afghaanse onderdanen die in België een asielaanvraag hebben ingediend voor 1 januari 2003; Omzendbrief van 1 juni 2007 betreffende de toekenning van arbeidskaart C voor de asielzoekers vanaf 1 juni 2007; Omzendbrief van 17 oktober 2007 betreffende de vrijstellingen van arbeidskaarten voor kaderleden en onderzoekers; IV. Arbeidsbemiddeling, uitzendarbeid, herstructureringen en outplacement Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding; Besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 2009 tot uitvoering van artikel 5, 1, 2, e), van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding Besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2000 tot uitvoering van het decreet van 13 april 1999 met betrekking tot de private arbeidsbemiddeling in het Vlaamse Gewest; Decreet van 13 april 1999 met betrekking tot de private arbeidsbemiddeling in het Vlaamse Gewest; Ministerieel Besluit van 29 september 2000 tot uitvoering van de artikelen 7, 5 en 13, tweede lid van het decreet van 13 april 1999 met betrekking tot de private arbeidsbemiddeling in het Vlaamse Gewest; Decreet van 31 maart 1993 houdende vaststelling van het Charter van de werkzoekende; Decreet van 30 april 2004 houdende het Handvest van de werkzoekende; Decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid V. Personen met een handicap Besluit Vlaamse Regering van 17 november 2006 tot aanpassing van de regelgeving met betrekking tot de integratie op de arbeidsmarkt van personen met een handicap binnen het beleidsdomein Werk en Sociale Economie: Besluit Vlaamse Regering van 15 februari 2008 tot vaststelling van de regels van de erkenning en financiering door de VDAB van de gespecialiseerde trajectbepaling en begeleidingsdienst, de gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdiensten en de gespecialiseerde opleidings, begeleidings en bemiddelingsdiensten; Besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap; Besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1999 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden van de beschutte werkplaatsen; Besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot vaststelling van de voorwaarden voor de goedkeuring en subsidiëring van projecten in het kader van de professionele integratie van personen met een handicap; VI. Tewerkstellingsmaatregelen en stimuli Tewerkstellingsprogramma s Koninklijk besluit nr. 25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet commerciële sector; 30