Praktijkinstructie Ontwerp technische infrastructuur 4 (CIN11.4/CREBO:50129)



Vergelijkbare documenten
Praktijkinstructie Oriëntatie op de informatie-analyse 4 (CIN08.4/CREBO:50131)

Praktijkinstructie Beheer en installatie computersystemen/administratie 3 (CIN06.3/CREBO:50191)

Praktijkinstructie Beveiliging informatiesystemen

Praktijkinstructie Geautomatiseerde informatievoorziening - beheer 3 (CIN02.3/CREBO:50170)

Praktijkinstructie Geautomatiseerde informatievoorziening

3 (ICT10.3/CREBO:53271)

Praktijkinstructie Externe transportplanning 3 (CLO12.3/CREBO:50196)

Praktijkinstructie Ondersteuning aanschaf en gebruik educatieve software 2 (CIN17.2/CREBO:53095)

Praktijkinstructie Magazijnbeheer 3 (CLO07.3/CREBO:50201)

Praktijkinstructie Transportmanagementondersteuning

Geautomatiseerde informatievoorziening - beheer 3 GEAUTOMATISEERDE INFORMATIEVOORZIENING - BEHEER 3 (CIN02.3/CREBO:50170)

Praktijkinstructie Helpdesk 4 (ICT08.4/CREBO:53255)

Netwerkbeheerder. Mbo-kwalificaties in de sector ICT. Netwerkbeheerder

Praktijkinstructie Bedrijfseconomische beroepsvorming - financiering 3 (CBA10.3/CREBO:50142)

Praktijkinstructie Beheer en installatie computersystemen 2 (CIN07.2/CREBO:53093)

Praktijkinstructie Planning en organisatie 3 (CSE04.3/CREBO:50215)

Praktijkinstructie Helpdesk 3 (ICT08.3/CREBO:53269)

Praktijkinstructie Industriële automatisering 4 (ICT09.4/CREBO:53258)

Leidinggeven 4 LEIDINGGEVEN 4 (CAL08.4/CREBO:53091)

Praktijkinstructie Stenografie 3 (CSE10.3/CREBO:50177)

Praktijkinstructie Installatie software 2 (ICT03.2/CREBO:53251)

Praktijkinstructie Onderhoud en beheer netwerken 3

Praktijkinstructie Dataverwerking 1 (CSE02.1/CREBO:50236)

Praktijkinstructie Installatie software 3 (ICT03.3/CREBO:53273)

Project Fasering Documentatie Applicatie Ontwikkelaar

Externe transportplanning 3 EXTERNE TRANSPORTPLANNING 3 (CLO12.3/CREBO:50196)

Praktijkinstructie Datacommunicatie 4 (ICT06.4/CREBO:53265)

Magazijnbeheer 4 MAGAZIJNBEHEER 4 (CLO07.4/CREBO:50150)

Praktijkinstructie Onderhoud en beheer informatiesystemen 2 (ICT04.2/CREBO:53252)

Voorraadbeheer 2 VOORRAADBEHEER 2 (CLO06.2/CREBO:50228)

Materials handling 3 MATERIALS HANDLING 3 (CLO08.3/CREBO:50200)

Praktijkinstructie Onderhoud en beheer netwerken 4 (ICT07.4/CREBO:53263)

Planning en organisatie 3 PLANNING EN ORGANISATIE 3 (CSE04.3/CREBO:50215)

Planning en organisatie 4 PLANNING EN ORGANISATIE 4 (CSE04.4/CREBO:50185)

Praktijkinstructie Personeelsadministratie 3 (CSE09.3/CREBO:50178)

SDM II - System Development Methodology II. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V.

Praktijkinstructie Industriële automatisering 3 (ICT09.3/CREBO:53270)

Praktijkinstructie Tekstverwerking 1 (CSE12.1/CREBO:53139)

Praktijkinstructie Installatie software 4 (ICT03.4/CREBO:53256)

TALIS. Basis systeemeisen. Versie 3 Approved CREATED WITH

Praktijkinstructie Fiscaal administratief beheer 4 (CBA07.4/CREBO:50171)

Praktijkinstructie Medisch secretariaat 3 (CSE07.3/CREBO:50180)

Praktijkinstructie Installatie hardware 3 (ICT02.3/CREBO:53262)

Checklist basisontwerp SDM II

Materials handling 4 MATERIALS HANDLING 4 (CLO08.4/CREBO:50149)

Voorbeelden van taken op de werkplek voor de ICT-medewerker. Kwalificatie: Medewerker beheer ICT

Praktijkinstructie Voorraadbeheer 3 (CLO06.3/CREBO:50202)

Zakelijke communicatie 3 ZAKELIJKE COMMUNICATIE 3 (CAL04.3/CREBO:50111)

Zakelijke communicatie MVT 1 - keuzetaal 1, 2 ZAKELIJKE COMMUNICATIE MVT 1 - KEUZETAAL 1, 2 (CAL05.1, CAL06.1/CREBO:50238, 50206)

Praktijkinstructie Bedrijfsoriëntatie 1 (CAL01.1/CREBO:50240)

Transportmanagementondersteuning 3 TRANSPORTMANAGEMENTONDERSTEUNING 3 (CLO10.3/CREBO:50197)

Praktijkinstructie Leidinggeven 4 (CAL08.4/CREBO:53091)

Praktijkinstructie Kantoorautomatisering 4 (ICT11.4/CREBO:53259)

TALIS. Systeemeisen Basis. Versie 3.0 Approved CREATED WITH

Medewerker beheer ICT

Zakelijke communicatie 1 ZAKELIJKE COMMUNICATIE 1 (CAL04.1/CREBO:50239)

Bedrijfsgegevens. Bedrijfsnaam. Vestigingsadres. Postcode vestigingsadres. Vestigingsplaats. Over hoeveel vestigingen beschikt uw bedrijf totaal?

een besparing van 20% tot 65% in veel gevallen mogelijk is!

MBO-beroep in beeld. Netwerkbeheerder mbo-beroep, niveau 4. Bent u HR-adviseur? Bent u praktijkopleider, begeleidt u een stagiair?

Productieplanning 4 PRODUCTIEPLANNING 4 (CLO04.4/CREBO:50137)

Voorbeeld Praktijkopdracht. Bibliotheekmedewerker niveau 4

Praktijkinstructie Onderhoud en beheer informatiesystemen 4

Kwalificatiebeschrijving Applicatieontwikkelaar (CREBO-code: 10907)

Productieplanning 3 PRODUCTIEPLANNING 3 (CLO04.3/CREBO:50189)

Het blijvend belang van faxverkeer De functie van een Fax Server Hoe werkt een Fax Server?

Inkopen/bestellen 3 INKOPEN/BESTELLEN 3 (CLO02.3/CREBO:50153)

Draaiboek Invoering Basisregistratie Personen l Afnemers

Stappenplan Oplevering hosted voice

CORRESPONDENTIE EN MONDELINGE CONTACTEN MVT 3 - KEUZETAAL 1, 2 (CSE06.3, CSE11.3/CREBO:50213, 50212)

TALIS. Basis systeemeisen. Versie 3.4 Approved CREATED WITH

Functieprofiel: Beheerder ICT Functiecode: 0403

Voorraadbeheer 4 VOORRAADBEHEER 4 (CLO06.4/CREBO:50151)

Inkoopbeleid en -planning 3 INKOOPBELEID EN -PLANNING 3 (CLO03.3/CREBO:50155)

Beveiliging van gebouwen en eigendommen 3 BEVEILIGING VAN GEBOUWEN EN EIGENDOMMEN 3 (CBE08.3/CREBO:56186)

Communicatie 2 COMMUNICATIE 2 (CBE05.2/CREBO:55111)

Wireless Leiden. Project Brief x

Correspondentie 4 CORRESPONDENTIE 4 (CSE05.4/CREBO:50184)

Werken zonder zorgen met uw ICT bij u op locatie

Medewerker administratieve processen en systemen

Planning & Control. Inleiding. Inhoudsopgave

CORRESPONDENTIE EN MONDELINGE CONTACTEN MVT 4 - KEUZETAAL 1, 2 (CSE06.4, CSE11.4/CREBO:50181, 50176)

Bedrijfscalculaties 4 BEDRIJFSCALCULATIES 4 (CLO13.4/CREBO:50148)

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ICT FUNCTIONEEL (INFORMATIE) BEHEERDER VERSIE 1 MEI 2012

IP Businessmanager voor gevorderden

Volksverzekeringen 4 VOLKSVERZEKERINGEN 4 (CJU06.4/CREBO:50104)

Dienstplanning en organisatie 3 DIENSTPLANNING EN ORGANISATIE 3 (CBE37.3/CREBO:56185)

Het Galvano Offerte- en Orderprogramma (GOOP ) FEITEN EN CIJFERS. 1. Introductie. 2. Hoofdpunten van GOOP. Januari 2014

ICT-beheerder. Mbo-kwalificaties in de sector ICT. ICT-beheerder

Functioneel ontwerp. Een introductie. Algemene informative voor medewerkers van SYSQA B.V. Almere

Offerte / Gemeente Breda / Versie 2.0

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol

Bedrijfsoriëntatie 1 BEDRIJFSORIËNTATIE 1 (CAL01.1/CREBO:50240)

Praktijkinstructie Installatie hardware 2 (ICT02.2/CREBO:53250)

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

VPN LAN-to-LAN IPSec. Vigor 1000, 2130 en 2750 serie

Praktijkinstructie Assembleren van hardware 2 (ICT14.2/CREBO:56099)

Voorbeelden van taken op de werkplek voor ICT- en mediabeheer. Kwalificatie: ICT-beheerder

VPN LAN-to-LAN PPTP Protocol

Ant: B Dit is het doel van het proces.

Functienaam : ICT-medewerker Sector : Strafgevangenis en Huis van Bewaring / Unit Bedrijfsvoering / Bureau ICT Schaal :

Transcriptie:

instructie Ontwerp technische infrastructuur 4 (CIN11.4/CREBO:50129)

pi.cin11.4.v1 ECABO, 1 december 1997 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overneming of reproductie: ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT

Inhoud Inleiding 3 Taak 1 Opstellen functioneel ontwerp (eindterm 3) 5 Taak 2 Opstellen technisch ontwerp (eindterm 2 en 5) 8 Taak 3 Opstellen plan van aanpak (eindterm 1) 11 Taak 4 Documenteren (eindterm 6) 13 Ontwerp technische infrastructuur 4

Ontwerp technische infrastructuur 4 Praktijk

Inleiding Afgelopen decennium is er veel veranderd in de manier van werken. In de jaren tachtig was het gezamenlijk gebruik maken van dezelfde gegevens voorbehouden aan grote mainframes of minisystemen. De PC was een stand-alone en zelfstandig werkend apparaat, waarbij diskettes de enige mogelijkheid vormden om gegevens en informatie uit te wisselen. In het begin van de jaren negentig kwam de explosie van netwerkgebruik op PC-niveau. Gebruikers konden hiermee op transparante wijze gebruik maken van centrale gegevensbestanden en printers. Inmiddels is het technisch mogelijk om PC-netwerken te koppelen aan bijvoorbeeld Unix-systemen of AS400- netwerken. De term WAN (Wide Area Network) krijgt met de komst van Internet, Intranet en Extranet een nieuwe dimensie. Technisch is het inmiddels mogelijk een infrastructuur te ontwerpen en te bouwen, waarbij het voor de gebruiker niet meer uitmaakt met welk systeem of platform hij of zij werkt. De benodigde informatie kan met elk willekeurig ander systeem worden uitgewisseld. Deze ontwikkeling betekent voor u als ontwerper van de technische infrastructuur een uitdaging, aangezien u de meest optimale, efficiënte maar vooral meest functionele infrastructuur uit de bijna onuitputtelijke mogelijkheden van de techniek dient uit te werken, zodat binnen uw organisatie de komende jaren de informatievoorziening optimaal kan plaatsvinden. In taak 1 leert u een functioneel netwerkontwerp op te stellen. Vervolgens leert u in taak 2 een technisch ontwerp op te stellen en de ontwikkel- en exploitatiekosten van het netwerk in kaart te brengen. In taak 3 leert u een plan van aanpak op te stellen voor het realiseren van uw netwerkontwerp en tot slot leert u in taak 4 de bijbehorende documentatie bij te houden. Opmerking: Alle opdrachten zijn systeem- platform- en versie-onafhankelijk. Afhankelijk van het systeem of de systemen die u aantreft in uw organisatie kan uw praktijkopleider een keuze maken uit de volgende platforms: - Novell - Windows (3.11, 95 en/of NT) - OS/2 - Banyan Vines - Unix-of aan Unix verwante Operating Systems en/of - VMS. Afhankelijk van deze keuze kunnen de werkplannen, de activiteitenlijsten en de opdrachten verder gedetailleerd worden. Bespreek dit uitvoerig met uw praktijkopleider vóór aanvang van uw werkzaamheden! Ontwerp technische infrastructuur 4 3

Ontwerp technische infrastructuur 4 4

Taak 1 Opstellen functioneel ontwerp Het implementeren van een (nieuwe) technische infrastructuur begint met het opstellen van het functioneel ontwerp aan de hand van eisen en wensen van het management en de overige gebruikers. In deze taak leert u allereerst om deze eisen en wensen te verzamelen en te (her)formuleren naar concrete doelstellingen. Vervolgens beoordeelt u de technische haalbaarheid van deze doelstellingen. Tot slot leert u een conceptontwerp op te stellen dat u presenteert aan het management. Doel Aan het eind van deze taak kunt u: een functioneel netwerkontwerp opstellen (eindterm 3) Werkplan Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Stel een vragenlijst op om de eisen en wensen m.b.t. de technische infrastructuur vast te stellen. Stap 2 Inventariseer de eisen en wensen t.a.v. de nieuwe of aan te passen infrastructuur en de klachten m.b.t. het huidige informatiesysteem door middel van interviews en/of enquêtes. Stap 3 Definieer functionele eisen. Stap 4 Beoordeel de technische haalbaarheid van het functioneel ontwerp. Stap 5 Zoek naar mogelijke alternatieven. Stap 6 Formuleer aanbevelingen. Stap 7 Stel een conceptontwerp op. Stap 8 Presenteer het conceptontwerp. Vragen Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1. Heeft uw organisatie een beleidsplan, een informatieplan (ICT-plan) en/of een automatiseringsplan? Zo ja, vat de plannen in hoofdlijnen samen. 2. Maakt uw organisatie of de afdeling(en) waarvoor uw werkt, momenteel al gebruik van een geïntegreerde gekoppelde technische infrastructuur? Zo ja, beschrijf kort de omvang. 3. Is van het huidige TI-systeem een functioneel ontwerp beschikbaar? Zo ja, bestudeer dit. 4. Zijn er in uw organisatie doelstellingen geformuleerd met betrekking tot een nieuwe of aangepaste functionaliteit van de technische infrastructuur? Zo ja, wat zijn de belangrijkste vernieuwingen? 5. Welke functionaris is binnen uw organisatie verantwoordelijk voor het ontwerp en onderhoud van het huidige informatiesysteem? 6. Maakt uw organisatie gebruik van verschillende platforms? Zo ja, van welke en zijn deze geïntegreerd? 7. Wordt er op dit moment al elektronisch gecommuniceerd met bijvoorbeeld klanten of leveranciers? Zo ja, met welke hulpmiddelen? 8. Heeft de organisatie een eigen web-site? Zo ja, wie heeft de home-pages ontworpen en gebouwd? Wie is verantwoordelijk voor het (technisch) onderhoud van de web-site? Taak 1 Ontwerp technische infrastructuur 4 5

Is deze web-site gekoppeld met het LAN en het Internet? Zo ja, hoe is de toegangsbeveiliging geregeld (technisch, softwarematig, procedureel)? Opdrachten De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bedrijf/organisatie op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1. Stel een vragenlijst op voor het houden van interviews. Gebruik hierbij zowel gesloten vragen (enquêtemodel) als open vragen. Verwerk in deze lijst de volgende punten: - de huidige functionaliteit van de technische infrastructuur (TI) - recente wijzigingen in de uitvoering van de individuele taakstelling van medewerkers - te verwachten wijzigingen in de taakuitvoering in de nabije toekomst - de mate waarin het TI-systeem nu en in de toekomst in staat is informatie te genereren - het gebruik van het systeem: elektronische communicatiemogelijkheden, behoefte aan e-mailfaciliteiten, EDI-koppelingen met klanten en/of leveranciers, koppelingen met het gegevensmodel (OBDC), platformintegratie, responsietijden, enz. - het beheer van het systeem: de ondersteuning, het onderhoud van de hard- en software, centraal gegevensbeheer e.d. - overige eisen en wensen van de gebruikers op ICT-gebied - een algemeen oordeel in de vorm van een cijfer over de onderzochte aspecten. Bespreek de vragenlijst met uw praktijkopleider en stel deze zo nodig bij. Zorg voor een (aangepaste) vraagstelling waarbij u zoveel mogelijk technische termen vertaalt in voor de gebruikers en managers begrijpelijke taal. Overleg met uw praktijkopleider of de bron van de gegevens al dan niet anoniem moet blijven. Stel de betrokkenen daarvan ook op de hoogte. Neem de interviews af. Maak hierbij uiteraard gebruik van de vragenlijst. Laat de betrokkenen (indien mogelijk) vooraf de gesloten vragen beantwoorden. Tijdens het interview stelt u de open vragen. 2. Formuleer op basis van de verzamelde gegevens functionele eisen waaraan een nieuwe infrastructuur of een aanpassing/uitbreiding van het huidige TImodel moet voldoen. Concretiseer de volgende aandachtspunten: - prestaties - capaciteit - betrouwbaarheid - veiligheid - platformintegratie (bij meerdere Operating Systems per werkplek) - gebruiksvriendelijkheid - toekomstgerichte eisen (en wensen). Bespreek uw werk met uw praktijkopleider en stel e.e.a. zo nodig bij. Taak 1 Ontwerp technische infrastructuur 4 6

3. Onderzoek globaal de technische haalbaarheid van de geformuleerde eisen. Beschrijf in hoeverre het wellicht mogelijk is om een aantal zaken te realiseren binnen de huidige infrastructuur. Ligt de nadruk bijvoorbeeld op uitbreiding van performance, verbetering van de beveiliging van het huidige systeem of zijn er grote(re) investeringen nodig in infrastructuur, hardware en/of software? Zoek tevens naar mogelijke alternatieven, waarmee min of meer hetzelfde eindresultaat kan worden behaald. 4. Formuleer op grond van uw onderzoek aanbevelingen met betrekking tot het functioneel ontwerp en bespreek deze uitvoerig met uw praktijkopleider. 5. Stel een concept-functioneel-ontwerp op waarin u de volgende aandachtspunten opneemt: - formele doelstelling - alle verzamelde eisen - de technische haalbaarheid - mogelijke alternatieven - per alternatief een indicatie van de benodigde aanpassing of uitbreiding van infrastructuur, hardware en software - mogelijke doorlooptijd van een implementatietraject. Bij grote organisaties is het functioneel ontwerp doorgaans gedetailleerder dan bij een (relatief) kleine organisatie. Bespreek de specifieke invulling van deze opdracht met uw praktijkopleider. 6. Pas in overleg met uw praktijkopleider het conceptontwerp aan en voorzie het tot slot van een overzichtelijke en representatieve lay-out. 7. Presenteer samen met uw praktijkopleider het functioneel ontwerp aan het management. Vraag uw praktijkopleider het ontwerp mondeling te mogen toelichten tijdens het eventuele afdelingsoverleg met het management. Taak 1 Ontwerp technische infrastructuur 4 7

Taak 2 Opstellen technisch ontwerp Aan de hand van het (inmiddels goedgekeurde) functioneel ontwerp leert u in deze taak eenvoudige technische specificaties voor de infrastructuur op te stellen. Tevens leert u de kosten voor de ontwikkeling (inclusief aanschaf) en exploitatie van het te installeren of uit te breiden netwerk in kaart te brengen. Mogelijk wordt u opgedragen om een kostenraming te maken voor verschillende alternatieven. Op grond van de prijs/prestatie-verhouding kan het management vervolgens een definitieve beslissing nemen. Doel Aan het eind van deze taak kunt u: eenvoudige technische specificaties voor de infrastructuur van een netwerk opstellen (eindterm 5) de kosten van de ontwikkeling en exploitatie van een netwerk globaal in kaart brengen (eindterm 2) Werkplan Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Stel per alternatief technische specificaties op met betrekking tot: - computersystemen (servers en werkstations) - communicatieapparatuur - datacommunicatieapparatuur - netwerkbesturingssoftware. Stap 2 Werk een netwerkconfiguratieschema uit. Stap 3 Breng per alternatief een globale raming van de kosten in kaart. Vragen Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1. Van welke computerarchitectuur maakt de organisatie momenteel gebruik (mainframe, mini en/of micro)? Wordt er gewerkt met emulatietechnieken? Zo ja, welke? 2. Welke netwerkarchitectuur en topologie wordt momenteel binnen de organisatie gebruikt (inclusief interne telefoonlijnen)? 3. Van welke generatie zijn de processoren van de aanwezige werkstations (386, 486, Pentium, MMX)? Wat zijn de maximale uitbreidingsmogelijk-heden (upgrading processor, intern geheugen, videogeheugen)? 4. Is de huidige (grafische) gebruikersinterface technisch en functioneel in staat om aan de nieuwe eisen te voldoen? 5. Welke standaardprogrammatuur is momenteel in gebruik? Zijn deze programma s geïntegreerd in een suite? Zo ja, in welke suite en welke versie? 6. Welke telefooncentrale is in gebruik? Heeft deze centrale koppelingsmogelijkheden met de eigen technische infrastructuur? 7. Maakt de organisatie gebruik van ISDN-verbindingen? Zo ja, voor welke toepassingen? 8. Welke programmatuur is binnen het bedrijf reeds aanwezig (en in gebruik): - aansturingssoftware zoals:. HTML- en Java-editors Taak 2 Ontwerp technische infrastructuur 4 8

. FTP-managers - applicatiesoftware t.b.v.:. Internetgebruik. Electronic mail. Document Management. Work Flow Management. Groupware. tele- of videoconferencing? Opdrachten De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bedrijf/organisatie op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1. Stel de technische specificaties op voor het functioneel ontwerp. Specificeer de volgende onderdelen: - computersystemen:. (dedicated) servers (file server, print server, application server, back-up server, mail server, communication server, proxyserver etc.). werkstation: PC s, NC s en/of terminals. inbelstation t.b.v. remote access. docking station - communicatieapparatuur:. in- of extern (fax)modem. ISDN-adapter. netwerkkaart. gateway/repeater/router/bridge/hub/switch/concentrator/patch panel. telefooncentrale - datacommunicatieverbindingen:. kabels. telefoonlijnen (inclusief ISDN) - netwerkbesturingssoftware (t.b.v. LAN, MAN en/of WAN) - bouwkundige voorzieningen:. kabelgoten. geventileerde ruimtes t.b.v. server(s) Geef per onderdeel aan: - aantallen - capaciteit - fysieke en logische koppelingen (protocol). 2. Werk op grond van bovenstaande technische specificaties een netwerkconfiguratieschema uit. Beperk de uitwerking van het (hoofd)schema tot één pagina of sheet, zodat bijvoorbeeld via een presentatie de hoofdlijnen eenvoudig gepresenteerd kunnen worden. Werk verdere details eventueel uit in subschema s. Gebruik zo mogelijk speciaal voor deze toepassing Taak 2 Ontwerp technische infrastructuur 4 9

ontwikkelde software. 3. Bespreek de technische specificaties en het configuratieschema met uw praktijkopleider en breng eventueel verbeteringen aan. Werk op verzoek van uw praktijkopleider ook eventuele alternatieve ontwerpen uit. 4. Maak een globale raming van de kosten met betrekking tot de verdere ontwikkeling en exploitatie van het netwerkmodel. Specificeer de volgende onderdelen: - ontwikkelingskosten:. selectie. aanschaf (inclusief prognose van technische en economische levensduur en vervangingskosten). koppeling tussen LAN en WAN. installatie. opleiding. opstellen procedures t.b.v. de systeem- en acceptatietest, te nemen beveiligingsmaatregelen en het beheer. ingebruikneming - exploitatiekosten (operationele kosten):. onderhoud en beheer. gebruik (verbruik). 5. Voeg in overleg met uw praktijkopleider de technische specificaties, het netwerk-configuratieschema en de kostenraming samen tot een geïntegreerd concept-technisch-ontwerp. Voorzie het tot slot van een overzichtelijke en representatieve lay-out. 6. Presenteer, samen met uw praktijkopleider, het technisch ontwerp aan het management. Vraag uw praktijkopleider het ontwerp mondeling te mogen toelichten tijdens het eventuele afdelingsoverleg met het management. Taak 2 Ontwerp technische infrastructuur 4 10

Taak 3 Opstellen plan van aanpak Als het functioneel en technisch ontwerp zijn afgerond en goedgekeurd, moet een begin worden gemaakt met de realisatie van de plannen. In deze taak leert u voor het implementatietraject plannen op te stellen om de werkzaamheden voor te bereiden, de technische infrastructuur daadwerkelijk te installeren en te operationaliseren en vervolgens te onderhouden en te beheren. Doel Aan het eind van deze taak kunt u: een plan van aanpak opstellen voor het realiseren van een netwerkontwerp (eindterm 1) Activiteitenlijst Lees de activiteitenlijst door om een beeld van de taak te krijgen. - Maak volgens richtlijnen in het beleidsplan en het daarvan afgeleide ICT-plan een plan van aanpak voor de diverse stadia van de realisatie van een netwerkontwerp. - Stel planningen (deelnemers, tijdsduur, beschikbare faciliteiten e.d.) op voor de uitvoering en voortgang van werkzaamheden binnen de verschillende fasen van het netwerkontwerp. Vragen Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1. Hoe is de systeem- en gebruikersdocumentatie opgezet? 2. Is er binnen uw organisatie op dit moment een (nieuw) netwerksysteem in ontwikkeling? Zo ja, in welke fase bevindt het project zich? Zo nee, wordt er binnenkort een nieuw project gestart? 3. Welke methodiek voor projectontwikkeling gebruikt uw organisatie? 4. Welke rol spelen de gebruikers bij de totstandkoming van (aanpassingen aan) het netwerksysteem? Nemen ze ook actief deel aan de realisatie van projecten? 5. Wat zijn de ervaringen van uw organisatie met betrekking tot tijdsplanningen bij automatiseringsprojecten? Worden planningen meestal gehaald of lopen deze soms uit? Opdrachten De opdrachten zijn een uitwerking van de activiteitenlijst. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bedrijf/organisatie op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat de activiteitenlijst moet worden aangepast. Pas de activiteitenlijst in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1. Overleg met uw praktijkopleider welke activiteitenplannen voor een (komend) netwerkimplementatieproject moeten worden opgesteld. Denk hierbij aan het inplannen van medewerkers en deskundigen, doorlooptijd, benodigde faciliteiten, e.d. Dit kunnen ook activiteiten zijn die gericht zijn op kleine aanpassingen aan het huidige netwerk. Taak 3 Ontwerp technische infrastructuur 4 11

2. Maak samen met uw praktijkopleider een keuze uit de volgende mogelijkheden: - plannen van de voorbereidingsfase:. opstellen van een invoeringsplan, een opleidingsplan, een communicatieplan en/of een testplan. opstellen van een plan voor het samenstellen van de systeemdocumentatie en/of de gebruikersdocumentatie - plannen van de realisatiefase:. bestellen en installeren van de apparatuur en programmatuur. uitvoeren van de systeemtest en de acceptatietest. testen van de infrastructuur en de netwerkprogrammatuur. voorbereiden van eventuele organisatorische wijzigingen (inclusief de wijzigingen voor systeembeheer). ontwikkelen van de gebruikersdocumentatie en/of systeemdocumentatie - plannen van de implementatiefase:. opleiden van de gebruikers. overdragen van het systeem aan de gebruikers en aan het systeembeheer. buiten werking stellen van oude (deel)systemen - plannen van de fase gebruik en beheer :. zorgen voor (blijvende) betrokkenheid van de gebruikers. plannen van periodiek onderhoud. voorkomen en herstellen van systeemstoringen. bewaken van beveiligingsvoorzieningen. evalueren van het netwerksysteem. Neem minimaal onderstaande gegevens op in de op te stellen plannen: - doelstellingen - op te leveren producten (gedetailleerd) - aard en omvang van de activiteiten - plaats van de activiteit in het geheel van activiteiten - benodigde documentatie en faciliteiten - tijdsplanning (met minimale en maximale duur), rekening houdend met aan elkaar voorafgaande, gelijktijdige en op elkaar volgende activiteiten - inzet van in- en externe informatiedeskundigen en van (gevorderde) gebruikers - parameters om na afronding te meten of de opgeleverde producten aan de gewenste kwaliteitsnormen voldoen. Taak 3 Ontwerp technische infrastructuur 4 12

Taak 4 Documenteren Het methodisch en planmatig bijhouden en registreren van netwerkontwerp- en implementatieactiviteiten is een tijdrovende aangelegenheid. Deze tijdsinvestering zal in de toekomst echter ruimschoots worden goedgemaakt door de tijdsbesparing opgeleverd door snellere installatie, eenduidige inrichtingsprocedure en sneller inzicht in mogelijke optimalisatie, enz. Kortom, geïnvesteerde tijd in kwaliteit van de systeemdocumentatie levert in de toekomst meer tijd op voor een goede onder-steuning van het werkproces. Doel Aan het eind van deze taak kunt u: de documentatie van een netwerk bijhouden (eindterm 6) Activiteitenlijst Lees de activiteitenlijst door om een beeld van de taak te krijgen. - Onderhoud draaiboeken als onderdeel van het calamiteiten- of uitwijkplan. - Inventariseer in hoeverre de (groeps)licenties van de TI-software nog toereikend zijn. - Hanteer garantie- en servicebepalingen. - Constateer en registreer afwijkingen op de bedrijfsstandaard. - Onderhoud de configuratieschema s. Vragen Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1. Hoe en waar wordt er in uw organisatie documentatie bijgehouden m.b.t. inrichting, gebruik en beheer van het netwerksysteem? 2. Heeft uw organisatie een draaiboek met daarin te ondernemen acties bij calamiteiten? 3. Waar zijn alle licenties, onderhoudscontracten en verdere afspraken met leveranciers gearchiveerd? Opdrachten De opdrachten zijn een uitwerking van de activiteitenlijst. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bedrijf/organisatie op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat de activiteitenlijst moet worden aangepast. Pas de activiteitenlijst in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1. Tijdens de implementatie van het TI-project is de systeemdocumentatie voortdurend gewijzigd. Neem deze systeemdocumentatie nu aandachtig door en onderzoek op detailniveau of de documentatie nog actueel is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: - onderhoud - draaiboeken als onderdeel van het calamiteiten- of uitwijkplan - inventarisatie hardwarecomponenten a.d.h.v. het configuratieschema - softwareconfiguratie per server en werkplek - systeeminstellingen zoals node en/of IP-adressen, instellingen van Taak 4 Ontwerp technische infrastructuur 4 13

printers (en printerqueues) en faxen en de instellingen van hubs, repeaters, routers, patchpanels e.d. - gebruikte protocollen per werkplek en per gebruiker als hun is toegestaan om vanaf verschillende werkplekken in te loggen - beveiliging zoals autorisatie, back-up en ups. Pas waar nodig de documentatie aan. Rapporteer periodiek aan uw praktijkopleider en stel, waar nodig, verbeteringen voor. Taak 4 Ontwerp technische infrastructuur 4 14