Inhoudsopgave 8 10 13 16 28 38 40 42 44 46 52 68 76 79 Naar de dierentuin Juliette de Wit Appelboom Jet Boeke met tekst van Arthur van Norden Vliegen Annie M.G. Schmidt met tekeningen van Fiep Westendorp Zaterdag Esther Leeuwrik Klein wit visje Guido Van Genechten Daan en Doortje bij de kapper Marianne Busser en Ron Schröder met tekeningen van Dagmar Stam Gewoon gek Ingrid en Dieter Schubert Kleintje Beer op de wip Harmen van Straaten De speeltuin Harmen van Straaten Het beertje Pippeloentje Annie M.G. Schmidt met tekeningen van Harrie Geelen Api leert zwemmen Tineke van der Stelt Dokter Muis Lucy Cousins Korstjes Lizette de Koning met een tekening van Jeska Verstegen Wesp Miep Diekmann met tekeningen van Thé Tjong-Khing 5
80 82 89 96 100 110 114 116 118 134 137 138 140 152 154 Ruzie goedmaken Ingrid en Dieter Schubert Mats en papa naar het strand Alex de Wolf Een bed voor Juultje Jeska Verstegen Waar is de taart? Thé Tjong-Khing Slaap, Schildpad, slaap Maranke Rinck met tekeningen van Martijn van der Linden Zipla Linda Vogelesang met tekeningen van Els van Egeraat Drollenland Hanne Snel met een tekening van Natascha Stenvert Daan en Doortje in de regen Marianne Busser en Ron Schröder met een tekening van Dagmar Stam Ik doe het lekker toch! Milja Praagman Plastic zak Jet Boeke met tekst van Arthur van Norden Verdriet Miep Diekmann met een tekening van Thé Tjong-Khing Logeren Juliette de Wit Na-apers! Tjibbe Veldkamp met tekeningen van Kees de Boer Dierendag Marianne Busser en Ron Schröder met een tekening van Dagmar Stam nijntje en nina Dick Bruna 6
160 170 176 178 184 186 188 190 196 203 208 210 224 Verkleedfeest Nannie Kuiper met tekeningen van Alice Hoogstad Duim Imme Dros met tekeningen van Ineke Goes Alleen samen Ingrid en Dieter Schubert Verdwaald! Guusje Nederhorst Sinterklaas Juliette de Wit Kleintje Beer maakt een taart Harmen van Straaten De keuken Harmen van Straaten Ik wil een zusje! Anneke Gerbrands met tekeningen van Els van Egeraat Mats en papa in de sneeuw Alex de Wolf Een wigwam Tamara Bos met tekeningen van Sandra Klaassen Stout lief Ingrid en Dieter Schubert Superheld Pim Mark Janssen Kerstmis Juliette de Wit 7
Naar de dierentuin 8
9
Appelboom Een grote hond wil Dikkie Dik pakken. Dikkie Dik klimt vlug in de appelboom. De hond blaft: Ik krijg je wel! Dikkie Dik blaast: Je kan toch niet in de boom klimmen! 10
De hond wacht tot Dikkie Dik naar beneden komt. En Dikkie Dik wacht tot de hond weggaat. De hond valt in slaap, maar toch durft Dikkie Dik niet uit de boom te klimmen. 11
Hij duwt tegen een grote appel. Pats! De appel valt op de kop van de hond. De hond rent weg. Nu kan Dikkie Dik naar huis. 12
Vliegen Er wordt gebeld. Daar is een man. Met een hele grote doos. Jannekes moeder is zo blij. Dat is de stofzuiger, zegt ze. De nieuwe stofzuiger. Jip en Janneke komen gauw kijken. De stofzuiger wordt uitgepakt. Jip wil dadelijk op het knopje drukken. En Janneke pakt het snoer. Afblijven, zegt moeder. Jullie mogen er helemaal niet aankomen. Het is mijn stofzuiger. Mogen we dan de doos? vraagt Janneke. Dat mag. En dat is heerlijk. Want het is een hele grote doos. Jip en Janneke kunnen er samen in. Het is een boot, zegt Jip. Ja, een boot, zegt Janneke. Nee, wacht, geen boot, zegt Jip. Het is een helikopter. 13
Hoe dan? vraagt Janneke. Met de kapstok, zegt Jip. Want er is een oude kapstok in het huis van Janneke. En daar mogen ze altijd mee spelen. En nu haalt Jip de kapstok. En zet hem in de doos. Ziezo, zegt hij. Een echte helikopter. Waar wilt u heen, mevrouw? Naar Parijs, zegt Janneke. Daar gaan we dan, zegt Jip. Z-z-z-z-z-z-z, r-r-r-r-r-r-r, daar gaat ie dan. We zijn al heel hoog. Wacht even, roept Janneke. Mijn kind was ik vergeten. Maar we zijn al in de lucht, zegt Jip. Gaat u dan weer landen, piloot? Want mijn kind staat nog beneden. Nou, vooruit dan maar, zegt de piloot. Voor deze keer dan. Z-z-z-z-z-z-z, r-r-r-r-r-r-r. Ze zijn geland. Ik haal even mijn kind, zegt de mevrouw. En ze komt terug met Poppejans. En met een hoed op. Ziezo, nu gaan we naar Parijs. Het gaat erg hard met een helikopter. En ze spelen zo lang. Net zolang tot Janneke zegt: Ik heb honger. Moeder! roept Janneke. Ik heb honger. O jee, zegt moeder. Ik was het eten helemaal vergeten. Ik was aan het stofzuigen. Jip en Janneke vinden het gek. Een moeder die het eten vergeet. Dat gebeurt nooit. 14
Fiep Amsterdam bv; Fiep Westendorp Illustrations 15
16
Zaterdag Het is zaterdag. Hugo en papa gaan samen naar de markt. Een jas hoeft niet vandaag: er liggen al wel een paar kastanjes, maar het voelt nog warm. Ik wil de stippentas! roept Hugo. Het is de grootste tas. Die kan hij makkelijk dragen, want hij is al drie en ook heel sterk. Bijna de allersterkste van allemaal. Alleen Beer is sterker. Mama roept nog dag en iets liefs, maar Hugo is al weg. Hij weet precies hoe ze moeten lopen: over de kleine brug dicht bij huis, langs de grote bomen, oversteken bij het stoplicht, over de grote brug met de vlaggen, door de lange winkelstraat, aan het eind de hoek om en dan... 17
18
Mmm! Hugo ruikt de geur van vers brood. Bij de bakker koopt papa een groot rond brood. Ze nemen ook nog een zak met bolletjes mee, en drie croissantjes. Als papa betaald heeft, mag Hugo van de bakker een koekje uitzoeken. Hij kiest er een met een dikke roze streep erop. Beer krijgt ook een hapje. Dan lopen ze naar de kraam met groenten en fruit. Papa kiest de groenten en Hugo het fruit. Jammer, er zijn geen aardbeien meer. Die groeien alleen in de zomer. Gelukkig zijn er wel mandarijntjes en appels en peren. Hugo kiest ze alle drie. Van het groentemeisje krijgt hij een knalgroene appel. Lekker zuur! 19
Voor worst gaan ze naar de slager op de hoek van het plein. De winkelmevrouw vraagt of Hugo nu alvast een plakje lust. Natuurlijk lust hij dat! Tegenover de slager staat de kraam van de kaasboer. Tussen hoge stapels gele kazen houdt hij al een stuk omhoog. Het is de lievelingskaas van Hugo, die kopen ze elke week. Stukkie proeven? vraagt de kaasboer. Beer krijgt ook een plak. Hugo proeft de kaas heel goed. Lekker! zegt hij. En dan nu bloemen voor mama! Hugo weet precies welke ze mooi vindt. Hij kiest kleine blauwe bloemetjes, rode besjes en roze rozen. Als de bos af is, krijgt Hugo een blauwe bloem. Net zo blauw als zijn laarzen. 20