Kinderverhalen. (Te gebruiken als er plotseling geen kinderverhaal voorhanden is!) Met dank aan: A. den Boer, Enschede

Transcriptie

1 Kinderverhalen (Te gebruiken als er plotseling geen kinderverhaal voorhanden is!) 2010 Met dank aan: A. den Boer, Enschede

2 Begeren. Wie weet wat het betekent? Iets heel graag willen hebben. Is dat altijd verkeerd? Als jullie samen spelen en de één heeft een auto waar hij mee speelt en de ander wil nu precies ook met die auto spelen. Wat komt daarvan? Maar als Sandra een mooie broek wil, net zo één als haar vriendinnetje en het geld is er niet, maar ze zegt dan spaar ik ervoor. Is dat verkeerd? Of als je heel graag naar opa of oma wilt. Of als je heel graag iemand wilt helpen. Is dat verkeerd? In de 10 geboden staat: Gij zult niet begeren. Mag je dan nooit iets heel graag willen hebben? De zin is niet af die ik zeg, want er staat nog bij: Gij zult niet begeren de vrouw, de knecht, het huis of iets dat van je naaste is. Dat is iets heel anders. Je kunt ook begerig zijn met eten. Als je je bord helemaal vol schept met iets dat je graag lust en het lang niet allemaal opeet dan waren je ogen begeriger dan je buik. Er vloog eens een aalscholver boven zee. Kijk zo ziet hij eruit. Hij zwom in een inham en hij had zo n grote vis gevangen dat hij hem niet naar binnen kreeg. Elke keer probeerde hij om de vis in één keer door te slikken maar het lukte niet. Hij verdronk bijna, zo groot was die vis. Op het laatst moest hij hem loslaten en weer laten zwemmen. Gelukkig leefde de vis nog steeds. Hij is toen een tijd op een stok gaan zitten. Ik denk dat hij moe was van de worstelpartij met de vis. Of misschien was hij wel geschrokken. Dus je kunt goed begeren en slecht begeren. De Here Jezus zegt in de Bijbel dat we mogen begeren, dus graag willen, om bij hem te zijn. De apostel Paulus zegt; ik jaag ernaar. Zo graag wil hij bij Jezus zijn. Willen jullie dat ook? aalscholver met vis

3 Bospad. Is iemand wel eens in een groot bos geweest in het donker? Kun je dan het pad goed zien? Denk je dan ook dat er achter een boom of struik een boos dier of een mens staat? Wat doe je in het bos als je loopt? Kijk je waar je loopt en of je iets ziet? Weet je dat je dan gemakkelijk kunt verdwalen? Als je in het donker op een pad in een bos loopt moet je niet om je heen kijken, maar omhoog, want de bomen boven het pad laten nog een beetje licht door, omdat die bomen wat verder uit elkaar staan. Als je wel eens verdrietig bent of boos, dan lukt het je niet om de goede en mooie dingen te zien. Het is dan donker om je heen. Misschien helpt het je een volgende keer als je naar boven kijkt. God ziet je en kan je helpen! Met hem gaat het lukken om weer de goede dingen te zien en blij te worden.

4 De prins Jezus. Er was eens een prins. Wie weet wat een prins is? Hij woonde in een mooi paleis. De prins werd verliefd op een meisje, maar zij woonde in een krottenwijk. Weten jullie wat een krottenwijk is? Daar wonen mensen die geen geld hebben om een huis te huren en vaak ook geen geld om eten en kleren te kopen. De prins wilde het meisje naar zijn paleis halen om met haar te trouwen en dan kon ze bij hem wonen, maar dat wilden de ouders van het meisje niet hebben. Als hij zegt dat hij zoveel van je houdt, komt hij maar hier wonen, zeiden ze. Denk je dat de prins het deed? Nee, dat wilde hij niet ondanks dat hij het meisje heel lief vond. Ik ken nog een verhaal over een prins. Jullie kennen die prins ook. Het is de Here Jezus. Hij woonde in de hemel en daar is het nog veel mooier dan in een paleis. De Here God en de Here Jezus houden zoveel van de mensen, dat Jezus hier naar de aarde gekomen is om bij ons te wonen. Jezus kwam hier niet in een paleis wonen, maar in een stal. En leefde Jezus nog lang en gelukkig, zoals dat gaat in een sprookje? Nee. De mensen waren hem niet eens dankbaar en ze hebben hem gedood. Er waren er maar een paar die echt van hem hielden. Maar omdat hij voor ons is gestorven kunnen wij straks bij hem wonen. Nu is Jezus weer in de hemel en is hij geen prins meer maar een Koning. En Jezus, de Koning zegt dat hij onze broer is. Is dat niet fijn om zo n grote Broer te hebben?

5 GEVEN Er was vroeger eens een meisje die op een middag een appel wilde eten. Er zat een klein rot plekje aan, dat sneed ze met een mesje weg. Net toen ze een lekkere grote hap uit de appel wilde nemen kwam haar vriendinnetje Sietske binnen. De ouders van Sietske waren arm en een appel kreeg ze daarom ook nooit. Anita, deel jij je appel met Sietske? Maar mama. Dit is mijn appel, zei Anita, maar toen ze zag hoe haar moeder keek, pakte ze snel het mes en sneed de appel in tweeën. Nog keek haar moeder niet blij. Wat was er nu toch aan de hand? Oei, Anita had de appel wel netjes in tweeën gesneden, maar had de kant met het gat aan Sietske gegeven. De beste helft had ze voor zichzelf gehouden! Mama zei: Als je iets weggeeft, moet je het beste weggeven! En dat deed Anita toen ook. Sietske genoot van haar stuk appel. In de Bijbel leren we om met plezier iets weg te geven. In Spreuken staat dit: Wie veel weggeeft wordt steeds rijker en wie gierig is, komt steeds te kort. Toen Jezus op aarde was heeft hij de mensen veel gegeven. Hij stierf zelfs voor ons allemaal. Een groter cadeau kon hij ons niet geven!

6 Handen Waarom hebben we handen? We kunnen er iets mee pakken, mee eten, we kunnen er mee spelen. Maar we praten ook met onze handen. De vis was zóóóó groot. Als je de handen op de rug hebt kun je niet zeggen hoe groot. We kunnen ook met onze handen laten zien of we blij of verdrietig zijn. Kunnen jullie dat laten zien? Wat doe je als je blij, verdrietig, verlegen, bang of boos bent? (Help de kinderen op weg of doe het voor!) Hoera, blij de handen in de lucht. De handen voor de ogen slaan als we verdrietig zijn. Als je verlegen bent tussen de vingers doorkijken. Ben je bang doe je de armen voor je gezicht. Ben je boos weer je af met je handen. Als je om hulp vraagt strek je je handen uit. In de bijbel staat dat we ons naar de Here mogen uitstrekken en als we bidden vouwen we de handen. We vragen dan de Here om hulp of we danken Hem voor wat we krijgen. Denk je dat Hij ons dan wil horen en helpen? Ken je misschien het liedje: Hij heeft de hele, hele wereld in zijn hand? Als iets misschien niet lukt, of je bent verdrietig of bang. Vergeet dan niet dat God alles in zijn hand houdt!

7 Leven. Wanneer er in de herfst zoveel bladeren vallen, lijkt het wel alsof de bomen geen leven meer in zich hebben. De straten, parken en bossen liggen vol met de gekleurde bladeren. Heerlijk is het om door heen te lopen. Lekker sloffen met je schoenen door de bladeren. Waarom laten de bomen de bladeren eigenlijk vallen? Zijn ze ziek? Welnee, gelukkig niet! Als je goed kijkt naar de kale takken zie je dat er al weer nieuwe knoppen op de takken zitten. In de lente als het weer warmer wordt en als er meer licht komt, dan komen er ook weer nieuwe blaadjes aan de boom en begint alles weer van voren af aan. Het verhaal van de boom lijkt wel op het leven van Jezus. Toen de Here Jezus aan het kruis hing en stierf, dachten de discipelen: dit is het einde, nu komt Jezus nooit weer terug. Maar wat gebeurde er? De Here Jezus is weer levend geworden. Hij stond op uit het graf. Hij begon dus opnieuw, niet voor even maar voor altijd! Straks mogen wij ook voor altijd bij hem leven.

8 Kwak het eendje In de lente zijn er veel jonge vogels en ook jonge eendjes. Dit verhaal gaat over Kwak. Kwak denk dat hij de wereld al kent en zwemt soms ver van zijn moeder weg. Zijn moeder roept dan met een soort piep geluid. Maar Kwak denkt er niet aan om terug te gaan. Het is zo spannend op het water. Gelukkig is hij dicht bij het riet. Ineens hoort hij een suizend geluid en daar komt Vincent de Valk naar beneden. Kwak zwemt als een gek naar het riet. Gelukkig hij is veilig. Hij hijgt ervan. Als Vincent weg is zwemt Kwak toch maar weer gauw naar zijn moeder. Hij is nu al dicht bij haar en denkt dat hij veilig is, dan begint zijn moeder wild te zwemmen en te snateren. Zij had Robert de Rat gezien en jaagt hem weg. Kwak zegt tegen zijn moeder: Ik dacht dat er alleen van boven gevaar kwam. Nee, zegt moeder,je moet altijd dicht bij mij blijven, want er is overal gevaar en ik kan je dan leren waar je op moet letten. Kijk daar bij het hoge gras staat Rinus de reiger, die lust ook graag kleine eendjes. Als je groter bent kun je zo langs hem heen zwemmen maar nu ben je nog te klein. Moedereend zorgt voor de kleine eendjes en leert hen om dicht bij haar te blijven en ze leert hen ook waar het gevaar is. Zo zorgt de Here Jezus ook voor ons. Daarom moeten we dicht bij Hem blijven en goed naar hem luisteren als hij ons leert wat in deze wereld gevaarlijk voor ons is.

9 Samen met God. Wie van jullie kan er zwemmen? Hebben jullie ook een diploma gehaald? Als je voor de eerste keer in een zwembad komt wat doen ze dan? Gooien ze je in het water en vertellen ze je dan hoe je moet zwemmen? Nee hè, eerst begin je in een ondiep zwembad en krijg je een band om en/of bandjes om je armen. Vaak zijn je papa of mama er ook bij. Natuurlijk is daar dan ook nog de badjuffrouw of de badmeester. Zij zorgen allemaal dat je niet bang hoeft te zijn en dat je goed luistert en je best doet om te leren zwemmen. Zo is het ook als je God leert kennen. Sommigen van ons kennen God al hun hele leven lang, maar er zijn ook mensen die God nog niet zolang kennen. Wat denk je dat ze meteen al veel uit de bijbel weten en dat ze weten wat God wil dat ze doen? Nee daar hebben ze hulp bij nodig. Wie kunnen hun daarbij helpen denk je? De gemeenteleden, de ouderling, de predikant, maar jullie ook. Jullie kunnen al heel goed laten zien wat Jezus in je leven doet. En denk je ook niet dat God als een soort badmeester kijkt en helpt als dat nodig is? Wij krijgen geen diploma van God als we goed ons best doen om met Hem te leven, maar Hij heeft ons wel mooie belofte gedaan. We mogen straks bij Hem zijn en als we vragen hebben mogen we Hem alles vragen wat we willen weten.

10 GOED ZORGEN VOOR DIEREN Wie van jullie heeft er een huisdier? En wie er geen één thuis heeft, wat is dan je lievelingsdier? Als je een poes, een hond, een cavia of een vis hebt en je geeft die niet te eten of te drinken wat denk je, is dat fout of goed? Toen Jezus de aarde had geschapen kregen de mensen de opdracht om te werken op die aarde. Voor de dieren moest ook gezorgd worden. Luister naar het volgende verhaal over een beer en denk dan goed na of er goed voor hem gezorgd is. In de dierentuin van Rhenen is een berenbos. Wie is daar wel eens geweest? In dat berenbos leven 8 beren. De meeste komen uit de landen van Oost-Europa waar ze werden gebruikt om kunstjes te doen voor de toeristen. Deze beren werden heel slecht behandeld. Nu is daar één beer die in dat grote bos rond kan lopen en spelen met de andere beren, maar deze beer is als babybeer in een veel te kleine kooi gestopt. Hij heeft meer dan 15 jaar niet meer dan 1 stap vooruit en 1 stap achteruit kunnen lopen. (doe dit voor) Ondanks dat hij nu vrij rond kan lopen staat hij nog de hele dag op een kleine stukje grond bij het draad en doet 1 stap vooruit en 1 stap achteruit. Hij heeft zoveel vrijheid en hij ziet het niet eens omdat hij door al die jaren heen van vooruit en achteruit lopen niets anders meer kan. Is dat niet zielig? Hij kan niet genieten van de vrijheid die hij nu heeft. De mensen hebben niet goed voor hem gezorgd. Wij kunnen vanaf vandaag proberen goed te zijn voor de dieren waar we voor mogen zorgen van God.