Instapmodule ter voorbereiding op het werken met Nieuwsrekenen

Vergelijkbare documenten
Instapmodule ter voorbereiding op. Instapmodule. het werken met Nieuwsrekenen

Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules (zie ww.nieuwsrekenen.nl bij Basismateriaal ).

Thema: Problemen voor V&D. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: Kinderboekenweek. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: Prijs voor The Voice. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Instapmodule Niveau A2

Thema: WK voetbal in Brazilië. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: Oorlog in Syrië. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules: Download & prints Instapmodules Nieuwsrekenen.

Thema: Eurovisie Songfestival. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Thema: Sinterklaas. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: Ramadan. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: Eurovisie Songfestival Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Thema: Problemen voor V&D. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Thema: Verdwenen vliegtuig Maleisië. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Thema: Nelson Mandela overleden. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: Drones: vliegtuigjes zonder piloot

Thema: Koningsdag Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Thema: Zelfrijdende vrachtwagens. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Thema: Drones: vliegtuigjes zonder piloot. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: Weekblad Donald Duck 60 jaar. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: Halloween. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

- Duploblokjes en legoblokjes (nodig bij het oplossen van de rekenvraag)

Thema: Wereldwijd internet via ballonnen

Thema: de mosasaurus. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: de mosasaurus. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: Zomertijd. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: Serious Request. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: Nieuw biljet van vijf euro. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: De watersnoodramp. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: Nieuwe regels voor voetbal. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Instapmodule Niveau A1

Instapmodule Niveau AA

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week november 2013 Handleiding niveau A, les 1 en 2

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken)

Reis door het zonnestelsel

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Handleiding niveau B. week 7 9 februari 2009 handleiding niveau B

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken)

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Handleiding Les 1: Wat kun je doen aan de plastic soep?

Reis door het zonnestelsel

De Olympische Winterspelen in Sotsji Vragen stellen (laatste keer in week 46, Orkaan Filipijnen) Getallenschema (selecteren en ordenen)

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Potloden, doppen en papier

LES: Vergroting. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Hoe vaak past het? (zie p. 5) rood kleurpotlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Halloween en Sint-Maarten beschrijven

LES: Vallende sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad "Groter of kleiner" (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

week 15 8 april 2013 handleiding niveau A CED-Groep - Marije Berding Dwerggras 30, Rotterdam

LES: Snelle sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week september 2013 Handleiding niveau A, les 1 en 2

Lesbrief begrijpend lezen (Nieuwsbegrip) tekst groep 5 en 6

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week september 2013 Handleiding niveau B, les 1 en 2

LES: Getallenfabriek 2

Reis naar andere hemellichamen

Lesbrief begrijpend lezen groep 5 en 6 (Nieuwsbegrip)

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

Een verhaal schrijven dat zich afspeelt in 2050

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

Handleiding Strategieles Voorspellen niveau A

Voor de extra kijk- en luisteropdracht: voor iedere leerling een kopie van het Stappenplan Luisteren en Kijken (verderop in deze handleiding).

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

Vaste aanpak contextopgaven met Vakbegrip en Nieuwsrekenen

Begeleide interne stage

Google naar Instructieposter, kies daar goede voorbeelden uit (korte en krachtige teksten, afbeeldingen) die u in bij opdracht 2 kunt gebruiken 1.

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

LES: Wie van de drie? 2

Een overtuigende tekst schrijven

Sportkleding beschrijven

LES: Toverboek 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Tover een getal (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie: een brief aan de minister

Automatisering, oorzaken en gevolgen

Welke oplossingen zijn er? (1)

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Politie waarschuwt voor speelgoedwapens Strategie Doel

Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen. Introductiefase bij de eerste les: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?

Wat doe je in deze les?

Handleiding niveau C. week 24 8 juni 2009 handleiding niveau C

Een verhaal schrijven

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Genoeg ruimte? In de methodes

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

Transcriptie:

Instapmodule Instapmodule ter voorbereiding op het werken met Nieuwsrekenen september 2013 www.nieuwsbegrip.nl

Inleiding De instapmodule is bedoeld als voorbereiding op het werken met Nieuwsrekenen. Het Stappenplan Als u met uw leerlingen begint met werken met Nieuwsrekenen moet u hen leren om te werken met het Stappenplan. Aan te raden is om tijdens een aantal lessen via hardopdenken voor te doen hoe met het Stappenplan gewerkt moet worden. Vervolgens proberen leerlingen in tweetallen opgaven op te lossen aan de hand van het Stappenplan. Tenslotte kunnen de leerlingen er zelfstandig mee aan de slag. Het Stappenplan: hardopdenkend voordoen Start u met Nieuwsrekenen, dan moeten de leerlingen leren met het Stappenplan te werken. Een goede manier hiervoor is het hardopdenken door de leerkracht. U begint met het hele Stappenplan Nieuwsrekenen op het digibord te laten zien. Vertel wat het doel van het Stappenplan is en wat de stappen betekenen. Het zijn de vier stappen die je moet nemen om tot een oplossing van een rekenvraag van Nieuwsrekenen te komen: Hierna volgt een uitgewerkt voorbeeld van een Nieuwsrekenles. In dit voorbeeld is uitgewerkt hoe de leerkracht het werken met het Stappenplan hardop denkend kan voordoen. En hoe vervolgens leerlingen daar met begeleiding en uiteindelijk zelfstandig mee aan de slag gaan. 2

Uitgewerkt voorbeeld Deze uitgewerkte Nieuwsrekenles gaat over het bestuderen van de planeten en manen met een telescoop. Het betreft een Nieuwsrekenopgave waarin aan de hand van één context drie rekenvragen moeten worden beantwoord. Dit is een van de drie opgaven van de Nieuwsrekenles voor niveau AA (groep 4) uit week 12 van 2013. De les begint met een uitgebreide bespreking van de context. Vervolgens doet u hardop denkend voor hoe u met het Stappenplan de eerste rekenvraag beantwoordt. Vervolgens gaan de leerlingen begeleid aan de slag met de tweede rekenvraag. En tot slot maken ze zelfstandig de laatste rekenvraag bij deze context. Het bespreken van de context Voorkennis ophalen over het onderwerp Met enkele vragen haalt u voorkennis op over het onderwerp. Wie weet wat planeten zijn? Welke ken je? Hoe kun je naar planeten en sterren kijken? Hebben de leerlingen weleens van een telescoop gehoord? Er is een hele grote nieuwe telescoop in Chili neergezet. Dat is in Zuid-Amerika. Met deze telescoop kunnen ze misschien wel planeten en sterren ontdekken die we nog niet kennen. Laat vervolgens eventueel het Nieuwsbegripfilmpje zien, dat hoort bij dit onderwerp. Zie www.nieuwsbegrip.nl (week 12, 2013, Jeugdjournaal). Stel eventueel nog een paar vragen over het Nieuwsbegripfilmpje. Stappenplan Nieuwsrekenen Laat het Stappenplan op het digibord zien. Vertel wat het doel van het Stappenplan is en wat de stappen betekenen. De vier stappen moet je nemen om tot een oplossing van een rekenvraag van Nieuwsrekenen te komen: U laat het opgavenblad op het bord zien (zorg ervoor dat de rekenopgaven nog even bedekt zijn en dat alleen de tekst te zien is) terwijl het papieren Opgavenblad en het Stappenplan worden uitgedeeld. 3

Tekst en schema lezen U leest de tekst voor terwijl de leerlingen met u meelezen. Tijdens het lezen geeft u hardop denkend aan wat u te binnen schiet. U zegt bijvoorbeeld na het lezen van de titel dat deze tekst over planeten en manen gaat en dat u wel een aantal planeten kent: Mars en Saturnus bijvoorbeeld. Daar hebben we het net over gehad. U kent echter maar één maan. Dat is de maan die je elke avond ziet. Blijkbaar zijn er nog meer manen. Geef aan dat u eerst maar eens verder leest. Na de eerste zin vertelt u wat u weet over een telscoop. Dat hij lijkt op een grote verrekijker. Na het lezen van de tekst bespreekt u het schema: hoe moet je het schema lezen en wat staat er precies in? Rekenbegrippen arceren U geeft aan dat u in de tekst de getallen en de woorden die met rekenen te maken hebben, arceert. U zegt dat het altijd goed is om met de getallen en hoeveelheden te beginnen: acht planeten, één van die planeten, één maan, één of meer manen. U zegt dat er ook andere rekenwoorden in staan: allemaal, sommige andere planeten. U legt uit waarom u de betreffende woorden arceert: het gaat om woorden die met een hoeveelheid te maken hebben. De leerlingen arceren de woorden ook. Geef aan dat er in het schema ook een heleboel getallen staan. Die hebben allemaal te maken met hoeveelheid. Die arceert u niet, omdat het hele schema eigenlijk met rekenen te maken heeft. Nadat u de tekst en het schema besproken heeft, vertelt u dat u nu het verhaaltje en het schema begrepen heeft. Rekenvraag 1a: Samen Op het bord laat u opgave 1 zien en u leest deze voor: Welke planeten hebben meer manen dan Neptunus? Ze willen dus de namen weten van de planeten die meer manen hebben dan de planeet Neptunus. Ik snap nu ook de rekenvraag. Ik kan dus door naar Stap 2. Wijs op Stap 2: Ik ga nu kijken of ik erachter kan komen welke planeten dat zijn. Leg uit dat er vaak meer manieren zijn om tot een oplossing te komen. U vertelt nu hardop denkend welke manier u kiest. Terwijl u hardop denkt, schrijft u de manier op het bord (zie voorbeeld hiernaast). U zegt dat u nog weet dat in het schema onder de tekst te vinden was hoeveel manen elke planeet heeft en dat u daar dus eerst gaat kijken. Ik zoek eerst de planeet 4

Neptunus op. Ik zie dat die 13 manen heeft. Daar zet ik even een rondje om. En dan is de vraag welke planeten meer manen hebben. Dan moet ik dus in de rechterrij zoeken naar getallen die groter zijn dan 13. Die getallen vink ik even aan en dan bekijk ik welke namen van planeten daarbij horen. De getallen die groter zijn dan 13, zijn: 27, 62 en 63. En dan is het antwoord niet moeilijk meer. Wijs op de derde Stap. Het beantwoorden van de rekenvraag is nu eigenlijk niet zo moeilijk meer: de namen van de planeten die horen bij de aantallen manen 27, 62 en 63, zijn: Schrijf nu het antwoord op het bord op het Opgavenblad. Doe dat in de context van het verhaal. Het antwoord is dus: de planeten Uranus, Saturnus en Jupiter. Daarna schrijven de leerlingen het antwoord bij opgave 1a. Kijk nu samen met de leerlingen nog even naar Stap 4 van het Stappenplan. U gaat nu controleren of uw antwoord goed kan zijn. Lees de eerste rekenvraag nog eens voor en herhaal die in eigen woorden. Kijk vervolgens kritisch naar het antwoord dat u geformuleerd hebt bij Stap 3. Zou dit antwoord kunnen kloppen? Concludeer dat het er goed uitziet en dat uw antwoord dus kan kloppen. Rekenvraag 1b: Proberen Bij de tweede rekenvraag werken de leerlingen in tweetallen onder begeleiding van de leerkracht. Het betreft een nieuwe rekenvraag bij de context die al besproken is bij de eerste rekenvraag. Bij Stap 1 lezen ze samen nog eens het verhaaltje door en ook de nieuwe rekenvraag. Begrijpen ze wat er gevraagd wordt? Bij Stap 2 lossen ze ieder voor zich de nieuwe rekenvraag op. Ze noteren hun berekening en maken eventueel een tekening. Hierna vergelijken ze hun aanpak. Bij Stap 3 noteren ze hun antwoord op het opgavenblad. Bij Stap 4 controleren ze of hun antwoord kan kloppen. Is de uitkomst misschien opvallend groot of juist heel klein? Antwoord opgave 1b: 60 manen minder Rekenvraag 1c: Zelf De leerlingen gaan zelfstandig (individueel of in tweetallen) aan de gang met de derde rekenvraag 1c, ook weer met behulp van het Stappenplan. Terwijl de leerlingen aan het werk zijn, loopt u rond. Zo nodig geeft u de leerlingen aanwijzingen. Ter afronding inventariseert u de aanpakken en antwoorden van de leerlingen en bespreekt die nog even kort. Let erop dat de antwoorden vertaald zijn naar de context. Evalueer ook de manier van (samen)werken en het zelfstandig werken. Antwoord opgave 1c: 25 manen meer 5