Toets POM najaar 2004 1. Geef via je eigen project aan wat het fundamentele verschil is tussen programmeren en ontwerpen. Bij het beantwoorden van deze vraag ga ik ervan uit dat met programmeren bedoelt wordt het opstellen van een PvE, en niet het maken van een LP-model. Aan de hand van een voorbeeld in mijn eigen project zal ik antwoord op deze vraag proberen te geven. Ons project, de Forensische observatie en begeleiding afdeling bestaat uit een gedeelte waar de patiënten zitten, maar ook een gedeelte waar kantoren van de medewerkers zitten. Nu wordt er verwacht van een kantoor dat er voldoende daglicht binnentreedt. Hiervoor staat er in het PvE een eis, namelijk: De daglichttoetreding voor een kantoor binnen de FOBA moet minimaal 400 lux zijn. Dat is een duidelijke eis. Het is uiteindelijk aan de architect die het ontwerp maakt hoe hij die 400 lux wil realiseren. Dat staat expliciet niet genoemd in het PvE. Hier komt het verschil al naar boven: Een PvE bestaat uit een hele reeks eisen en randvoorwaarden, maar geen ontwerpoplossingen. Er had ook kunnen staan: De daglichttoetreding voor een kantoor binnen de FOBA moet minimaal 400 lux zijn. Dit moet gerealiseerd worden door het plaatsen van een daklicht van 1 bij 2 meter, en twee ramen van 1,2 meter bij 1 meter. Deze ramen moeten ten opzichte van elkaar een afstand hebben van 1 meter. Op deze manier blijft er voor de architect niks over om te doen. Het antwoord is duidelijk: Het fundamentele verschil tussen programmeren en ontwerpen is dat het programmeren het opstellen van eisen en randvoorwaarden behelst, maar absoluut geen ontwerpoplossingen moet aandragen. Het ontwerpen is vervolgens het verwoorden van de reeks eisen en randvoorwaarden in een ontwerp. 2. Geef een aantal voorbeelden van eisen uit het door jou opgestelde programma waarvan moeilijk meetbaar is of het uiteindelijk gerealiseerde gebouw aan de betreffende eis voldoet en hoe denk je dat beoordeeld wordt of het gebouw voldoet aan die eisen. Het gaat hier om eisen waarvan later niet te meten is of het gebouw aan de eis voldoet of niet. In ons PvE is er bijvoorbeeld een eis dat het personeel niet het gevoel moet hebben dat het ook opgesloten zit. Ook zit er een eis in dat het interieur een contrast moet hebben met de gevangenissen waar de patiënten vandaan komen. Beide eisen zijn niet te kwantificeren. De enige manier om er achter te komen of het gebouw aan de eisen voldoet is het te vragen aan de gebruikers. Van de tweede eis is natuurlijk wel enigszins te zeggen of eraan voldaan is, door te kijken naar andere gevangenissen, maar het is niet te kwantificeren.
3. In hoeverre is jouw programma marktconform (is het gebouw dat wordt gebouwd volgens het door jou opgestelde programma van eisen geschikt voor een andere organisatie) en licht toe waarom. Dit is lastig te zeggen. Het PvE is in elk geval niet geschikt voor een doorsnee gevangenis. Het gebouw is simpelweg veel kleinschaliger opgezet, op zo n manier dat het mogelijk is om de patiënten veel meer zorg te geven. Wel zou het gebouw en dus het PvE geschikt zijn voor organisaties waar ditzelfde een vereiste is, zoals een TBS kliniek of een psychiatrisch ziekenhuis. Wellicht dat een geheel andere functie kan gedijen in het pand, maar mijns inziens zijn de kamers dan te klein. Je zou met goed fatsoen geen hotelkamer van 10m 2 kunnen verhuren aan toeristen of iets in die geest. Bovendien zou het jammer zijn om al de dure hufterproof afwerking en beveiliging te plaatsen in een functie waar dat niet nodig is. 4. Optimaliseren (engels: optimising) en de optimale uitkomst (engels: the optimum) zijn twee begrippen die relevant zijn voor bouwkundige ontwerpmethoden, m.n. methoden voor het combineren van deeloplossingen uit een programma van eisen voortkomen. Definieer deze twee begrippen en geef twee voorbeelden uit eigen ontwerpprojecten. Optimaliseren is in principe het zoeken van een optimale oplossing. Deze optimale oplossing is de beste oplossing onder de gegeven omstandigheden. De optimale uitkomst is de opsomming van uitkomsten welke voortkomen uit het optimaliseringproces. Een veel gehoorde optimalisering is het optimaliseren van de winst ( of het minimaliseren van de kosten en optimaliseren van de opbrengsten.) Een goed middel om dit optimaliseringproces te versimpelen is het gebruik van LP modellen. Deze modellen zorgen ervoor dat de optimale uitkomst sowieso binnen de gestelde grenzen blijft. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat de bouwkosten van een bepaald project zo laag mogelijk moeten zijn, maar dat tevens de kwaliteit zo hoog mogelijk moet zijn. Wellicht is het zo dat het minimaliseren van de kosten ten kosten gaat van de kwaliteit. Los van elkaar zijn de oplossingen die gevonden zijn wel haalbaar, maar als alle factoren bij elkaar genomen worden is dit niet het geval. De optimale uitkomst behelst de oplossing die aan alle eisen voldoet. Zelf heb ik dit principe expliciet toegepast bij het ontwerpproject voor het 3 e semester bachelor met behulp van LP modellen. Echter, in principe ben je bij elk project bezig met het zoeken naar de optimale uitkomst, de uitkomst die aan alle eisen voldoet.
5. In het vakgebied projectmanagement wordt gesteld dat er een verschil gemaakt moet worden tussen relatief simpele projecten en projecten die zeer complex zijn. Beschrijf kort twee verschillen en geef van elk een voorbeeld uit de bouwkunde. Allereerst denk ik dat een belangrijk verschil is het aantal betrokkenen. Je kan je voorstellen dat een project waar slechts de opdrachtgever bij betrokken is minder complex is dan een project waar tientallen instanties bij betrokken zijn. Deze instanties komen allemaal met regels of met wensen die zij doorgevoerd willen hebben. Dit maakt het zeer complex, en maakt dat er met veel dingen rekening gehouden moet worden. Ten tweede, en dat heeft al enigszins te maken met het eerste verschil dat ik aandroeg, is een project waarbij er met veel eisen en regels gewerkt wordt complexer dan een project waar dit niet het geval is. De bouw van een woonhuis zal bijvoorbeeld minder eisen met zich meebrengen dan de bouw van een gevangenis om maar iets te noemen. 6. Een van de belangrijkste elementen van het managen van een project is de fasering van de besluitvorming. Geef een algemeen schema van deze fasering en illustreer dit met een bouwkundig project. Tot het bestek zijn er 3 beslismomenten. Deze vallen na de 3 verschillende ontwerpfases. (Steeds na het beslismoment kan er pas een begin worden gemaakt met het schrijven van een PvE voor de volgende fase.) Als voorbeeld nemen we een villa. Als eerste zal de opdrachtgever moeten aangeven dat hij een villa wil laten ontwerpen en bouwen. Als hij dit heeft gedaan zal er begonnen worden met een haalbaarheidsstudie en een basis PvE. In dit basis PvE komen de globale zaken te staan, passend bij de conceptfase. Dus niet wat voor soort afwerking er op de trap gebruikt moet worden. Dingen als het aantal lagen en het aantal kamers van de villa zullen hier voorkomen Hierop volgt een structuurontwerp, of schetsontwerp. Hierna kan de opdrachtgever beslissen of hij het project door wil zetten. Hij heeft nu immers enig beeld van de villa, en een indicatie wat het gaat kosten.
Na de beslissing wordt er begonnen met het schrijven van een gedetailleerder PvE, en wel voor het voorlopig ontwerp, gevolgd door het daadwerkelijke voorlopig ontwerp. Deze fase wordt eveneens afgesloten met een beslismoment. De opdrachtgever kan nog steeds afzien van de bouw van de villa, al kan dat al minder gemakkelijk dan aan het einde van het structuurontwerp. Als de opdrachtgever wederom door wil gaan de bouw van de villa, wordt begonnen met het schrijven van het PvE voor het definitief ontwerp. Hierin komen al zeer gedetailleerde zaken in voor, zoals de eerder genoemde afwerking van de trap. Het PvE wordt wederom gevolgd door een ontwerpfase, en wel het definitief ontwerp. Hierna kan de opdrachtgever nog steeds afzien van de bouw van de villa, maar dat gaat steeds lastiger. Er zullen immer steeds meer mensen bij betrokken zijn. Als hij doorzet wordt er gestart met het schrijven van het definitief PvE, gevolgd door de bestektekeningen. Hierna kan begonnen worden met de voorbereidingen voor de werkelijke bouw. 7. Voor projectmanagement is tijdplanning een essentieel instrument. Geef definities van het kritieke pad, routing en parallel processing. Geef voor elk een bouwkundig voorbeeld. - Kritieke pad Een project bestaat uit meerdere activiteiten tussen de start en het einde van het project, waarvan er sommigen tegelijk kunnen worden uitgevoerd. Je kan dus bij wijze van spreken op verschillende manieren van start naar einde. Elke manier om dit te doen kost een bepaalde tijd. De wijze die het langst duurt is het kritieke pad. Immers, die tijd heb je sowieso nodig om het project te doorlopen. De andere activiteiten kunnen dan dus ruimte hebben om uit te lopen, totdat ze langer duren dan hun nevenactiviteit, en zodoende een deel gaan uitmaken van het kritiek pad. Als voorbeeld het schilderen van 2 kozijnen. Dit kan tegelijk worden uitgevoerd, maar kozijn 1 is 2 keer zo groot en kost dus ook 2 keer zoveel tijd. Het kritieke pad loopt dan over kozijn 1, want dat kozijn bepaald de tijd die het project duurt. Als kozijn 2 onverhoopt langer gaat duren dan kozijn 1, wordt kozijn 2 opgenomen in het kritieke pad, en kan kozijn 1 uitlopen. Zo kan het kritieke pad steeds wisselen als er tijdsveranderingen optreden. Kozijn 1, 2 uur Begin Einde Kozijn 2, 1 uur
- Routing De routing is heel simpel gezegd de route die het kritieke pad neemt. In het voorbeeld hierboven dus Begin Kozijn 1 Einde - Parallel Processing Dit is het naast elkaar uitvoeren van activiteiten, zoals het hierboven geschetste naast elkaar kunnen uitvoeren van het schilderen van kozijn 1 en kozijn 2.