Tuinstraat 6 te Lochem Adviesnummer : 52 Straat +nr : Tuinstraat 6 Postcode : 7241 AN Huidige functie : woonhuis en werkplaats Oorspr. Functie : woonhuis en werkplaats BESCHRIJVING Historie en ligging: De kleine middenstandsvilla aan de Tuinstraat 6 dateert uit omstreeks 1890 en ontstond kort na de aanleg van de straat ( maart 1890). Deze was voor rekening van de familie Sölner gerealiseerd in de ruime tuin van haar villa ( alhier het latere St.- Gudulagesticht). De Lochemse Spaarbank kocht vervolgens straat en tuin aan. Korte tijd later kwamen deze in handen van de gemeente en werd er huizenbouw ontwikkeld. De benaming Tuinstraat werd vastgesteld tijdens de raadsvergadering van 18 december 1891. Voorheen was dit deel van de binnenstad zeer dun bebouwd met een perifeer karakter. Door de aanleg van de Tuinstraat kwam er een nieuwe toegang tot de binnenstad, met een brug over de voormalige singel, vanuit het oosten, waar net buiten de singel de kastanjelaan tot stand was gekomen. Deze verbinding was mede aangelegd om het nieuwe villapark dat iets verder ten oosten van de binnenstad was gelegen, beter bereikbaar te maken. De Tuinstraat maakt opmerkelijk genoeg een hoek bij de kruising met de Gudulastraat. Bedoeld pand op nr. 6 ligt nabij de aansluiting op laatstgenoemde straat, in het in noord/ zuidrichting verlopende deel van de Tuinstraat. Op de kadastrale kaart van 1832 zijn op de plek van deze straat alleen nog maar ruime tuinen aangegeven. Omstreeks 1885 zijn ze deels verkaveld. De straat is ook tegenwoordig nog een klein straatje met een beperkte verkeersfunctie, waarvan historische bebouwing met eenlaags woonhuizen deels met winkels. Tuinstraat 6 staat geheel vrij, met enige tussenruimte ten opzichte van de belendende panden. De kavel wordt rondom de woning bepaald door een tuin met erf, waarvan het voorste gedeelte via ( nieuwe) hekwerken aansluit op de rooilijn van de straat. Het pand vormt een belangrijk onderdeel van de min of meer gelijktijdig tot stand gekomen reeks vergelijkbaar vormgegeven woningen die zich aan de oostzijde van de straat bevinden. Zoals gezegd ontstond de Tuinstraat 6 rond 1890. Het woonhuis werd in eerste instantie bewoond door de joodse familie A. Polak. Het is uitgevoerd in neorenaissancetrant, met speklagen, een hoofdgestel en van sluitstenen voorziene segmentbogen. Links achter de woning bevindt zich een vrijstaande ( voormalige) schilder werkplaats uit omstreeks 1920, naar ontwerp van de bekende Lochemse architect G.J. Postel ( 1887-1945). In deze tijd zal het pand dus bewoond zijn geweest door een schilder. Opmerkelijk is ook de lage uitbouw die op de achtergevel van de woning aansluit en die mogelijk bestemd was voor de bereiding van schilders benodigdheden. De via het erf naast de woning bereikbare werkplaats is karakteristiek voor de rationalistische vormentaal van Postel die in zijn vroege carrière de invloed onderging van bouwmeesters als H.P. Berlage en K.P.C. de Bazel. Het sobere bakstenen gebouwtje werd voorzien van ramen en deuren met
ruitvormige roedenverdeling alsmede liggende roeden, die verwijzen naar de Amsterdamse School. In de loop van de tijd onderging de woning vooral aan de binnenzijde ingrijpende wijzigingen. De interieurafwerking is grotendeels vernieuwd. Van de originele indeling resteert een gedeelte van de middengang. De overige ruimtes zijn samengevoegd en de opkamer is verdwenen. Het authentieke karakter van de werkplaats bleef daartegen grotendeels gaaf behouden. Zichtbaar was dat de rechter zijgevel hiervan oorspronkelijk een ingang had moeten hebben. Er werd waarschijnlijk al voor de Tweede Wereldoorlog een venster gerealiseerd. Plattegrond en opbouw: Tuinstraat 6 heeft een rechthoekige plattegrond, één bouwlaag, een kelder- en een zolderverdieping. Op de achtergevel sluit links een kleine éénlaags uitbouw aan. De voorgevel: Deze op het westen gerichte gevel heeft een symmetrische indeling en is drie gevelassen breed. Gepleisterde speklagen doorspekken de gevel en sluiten via een dito geboortesteen aan op de segmentbogen. Centraal bevindt zich de hoofdingang die bereikbaar is via een portiek ( met een segmentboog als genoemd, maar zonder boogtrommel). De portiek heeft een vernieuwde ( niet beschermenswaardige) voordeur. Aan weerskanten van de portiek een venster met enkelruits schuifraam. Een verzonken en gepleisterd paneel sluit aan op de lekdorpel van deze vensters. De rechter zijgevel: De gevel ( zuidzijde) bevat links een smal venster met gepleisterde dagkanten en dito strek. Binnen het venster een enkelruits schuifraam, waarvan het onderste gedeelte licht gewijzigd is. Binnen de middenas bevat de gevel een venster met een T- schuifraam. Hieronder een kelderlicht met koekoek. Rechtsboven een klein venster in liggend formaat en met gepleisterde strek. Het venster bevat een 20- ruits raam. De linker zijgevel: De linker zijgevel ( noordzijde) is rechts voorzien van een blindvenster ( met strek en lekdorpel) en bevat links een venster met een T- schuifraam. Achtergevel: De op het oosten gerichte achtergevel heeft links een keukeningang met een stoep met zwart/ rode betegeling. De ingang bevat een vernieuwde ( niet beschermenswaardige) deur en een enkelruits bovenlicht. Rechts binnen de gevel een pui met een dubbele 2-ruits paneeldeur en twee enkelruits bovenlichten. De pui biedt toegang tot een bordes met zwart/ witte betegeling. Alhier een vernieuwde ( niet beschermenswaardige ) houten veranda. Ter hoogte van de middenas is het gevel fries voorzien van een klein trappenhuisvenster met enkelruits raampje. De uitbouw die uiterst links op de gevel aansluit, heeft een zadeldak met gesmoorde kruispannen. Het metselwerk is uitgevoerd in bruine baksteen in ½ steens verband en met platvolle voegen. Aan de voorzijde ( noordzijde) een ingang met vernieuwde ( niet beschermenswaardige) deur en links hiervan een klein venster. Het dak:
De zolderverdieping van de hoofdmassa is opgenomen binnen een schilddak met de nok haaks op de voorgevel. De dekking bestaat uit gesmoorde Oudhollandse pannen. Op het voorschild een versoberde houten dakkapel met een dubbel enkelruits draairaam. Op het rechter schild drie dakkapellen met zinken wangen en licht hellend zadeldakje. De twee laterale dakkapellen bevatten een dubbel 2-ruits draairaam. De centrale dakkapel is voorzien van een dubbel 2-ruits draairaam en een 2-ruits bovenlicht. Op het achterschild bevindt zich rechts een authentiek 2- ruits dakraam en links een modern ( niet beschermenswaardig) dakraam. Interieur: Het interieur van het pand onderging ingrijpende wijzigingen, waardoor de originele indeling grotendeels verloren ging. In hoofdzaak vernieuwde ( niet beschermenswaardige) interieurafwerking. Van de originele indeling resteert het voorste gedeelte van de middengang. Het pand bevat doorgangen met paneeldeuren en profiellijsten. Tuin/ hekwerken/ groenelementen: Het pand is vrijstaand gelegen op een terrein dat is ingevuld als een tuin ( voor- en achterzijde) met diverse groenelementen, alsmede een erf ( linker- en rechterzijde). De voortuin wordt van de straat gescheiden door vernieuwde ( niet beschermenswaardige ) hekwerken. Vrijstaande werkplaats: Links achter de woning bevindt zich een vrijstaande werkplaats. Deze heeft een rechthoekige plattegrond, één bouwlaag en een zadeldak met de nok haaks op de voorgevel. Het dak is gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen. De gevels werden gemetseld in bruine baksteen in ½ steens verband, met platvolle voegen. Ze bevatten smeedijzeren staafankers. Aan de bovenzijde van de gevelopeningen een bakstenen rollaag. Lekdorpels zijn in baksteen uitgevoerd. De voorgevel ( westzijde) van de werkplaats is links voorzien van een brede ingang met een dubbele paneeldeur. Beide deurvleugels bevatten een deurraam met ruitvormige roedenverdeling. Rechts een smalle ingang met een paneeldeur waarin eveneens een deurraam met ruitvormige roedenverdeling. De op het zadeldak aansluitende topgevel bevat een luikopening met een dubbel luik met smeedijzeren gehengen. Per luik een driehoekige opening. In de rechter zijgevel (zuidzijde) bevinden zich drie vensters. Hiervan zijn de twee linker exemplaren elk voorzien van twee 3-ruits draairamen en bovenlichten met ruitvormige roedenverdeling. Het rechtervenster bevat drie 4-ruits ( draai-) ramen. Literatuur/ bronnen: Frank, Cees- Jan, G.J. Postel Hzn. Architect moderne bouwkunst in Lochem 1910-1940, Lochem 1997 ( uitgave Stichting Streekmuseum Lochem) Informatie van de Stichting Streekgeschiedenis Lochem en omgeving.
MOTIVATIE VOOR PLAATSING OP DE GEMEENTELIJKE MONUMENTENLIJST Basisnormen: Het pand voldoet aan de basisnormen. Architectuurhistorische waarde en esthetische waardering 1. Het object heeft een historisch waardevolle kern, van belang voor de ontwikkelingsgeschiedenis van de ( plaatselijke) bouwkunst. - Niet van toepassing. 2. Het object heeft een interessante ( bouw) geschiedenis, die nog afleesbaar is. - Niet van toepassing. 3. Het object valt op door bijzonder gave verhoudingen en/ of materiaalgebruik. - Kleinschalig, laat 19 e eeuws woonhuis, gekenmerkt door een gave hoofdvorm, harmonieuze verhoudingen en markant, voor de bouwperiode typerend afwisselend kleur- en materiaalgebruik, met bakstenen gevels, gepleisterde detaillering en een symmetrische voorgevel met portiek. Symmetrisch ingedeelde voorgevel. De links achter gelegen werkplaats is sober opgezet met bakstenen gevels en een met rode pannen gedekt dak. 4. Het object heeft bijzondere en ( reeds) zeldzame vormen, opvallende bouwonderdelen of details. - Markante symmetrisch opgezette voorgevel, met centrale portiek en schilderachtige detaillering in baksteen en pleisterwerk. Zeldzaamheidswaarde heeft de kleine schilderswerkplaats uit de jaren 20; dit bouwdeel heeft een bijzondere detaillering, vooral wat betreft de gevelopeningen. 5. Het object vertegenwoordigt een ( uitzonderlijk) gaaf voorbeeld van een bepaalde stijl of bouwwijze. - Het pand is vooral wat betreft het exterieur een in vrij gave staat bewaard gebleven voorbeeld van een middenstandswoning uit het einde van de 19 e eeuw, van een binnen de gemeente Lochem destijds gebruikelijk type. Het pand is uitgevoerd in neorenaissancetrant met speklagen, segmentbogen met een sluitsteen en een hoofdgestel. Inwendig vond ingrijpende modernisering plaats. De naastgelegen werkplaats bleef in- en uitwendig in gave staat behouden en werd uitgevoerd in een rationalistische stijl met op de Amsterdamse School stoelende ruitvormige roedenverdeling in ramen en deuren. 6. De ontwerper van het gebouw heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van de plaatselijke bouwkunst. - Het is niet bekend wei het ontwerp leverde van de woning. De omstreeks 1920 gebouwde werkplaats is ontworpen door de bekende en vooraanstaande Lochemse architect G.J. Postel die zowel in Lochem als daarbuiten diverse objecten realiseerde.
Situeringswaarde 7. Het object is bepalend voor het behoud of zichtbaar houden van een historisch gevormde situatie. - Het pand maakt deel uit van een reeks min of meer gelijktijdig ontstane, vrijstaande panden aan de oostzijde van de Tuinstraat, die rond 1890 in een voormalige tuin is aangelegd. De straat ontstond in de periferie van de binnenstad. Ondanks de bouw van het grote verzorgingstehuis ten noordoosten is dit historisch perifere karakter nog min of meer herkenbaar, wat mede wordt bepaald door de bescheiden schaal van de onderhavige panden. 8. Er is duidelijk verband tussen het gebouw en de historische verkaveling. - Het pand werd gebouwd op een nieuwe kavel die was ontstaan door de opdeling destijds van grote oude tuinkavels, aan de nieuw aangelegde Tuinstraat. 9. Het object maakt onderdeel uit van een bijzondere stedenbouwkundige of landschappelijke situatie. - De Tuinstraat heeft nog een historisch laat 19 e eeuws karakter door de verschillende vrijstaande panden van bescheiden schaal die hier staan. Het onderhavige pand vormt een onlosmakelijk onderdeel van deze bebouwing. Samen met de bijbehorende tuin, een nabijgelegen werkplaats en de belendende contemporaine woningen maakt Tuinstraat 6 deel uit van een waardevol historisch ensemble. Sociaaleconomisch en cultuurhistorische waardering 10. De bebouwing is van belang i.v.m. het zichtbaar houden van sociaaleconomische of cultuurhistorische ontwikkelingen of feiten. - Het pand is een goed voorbeeld van een kleine middenstandsvilla uit de late 19 e eeuw. De sociaal- economische betekenis wordt versterkt door de combinatie met een omstreeks 1920 gebouwde ( voormalige) schilderswerkplaats, die wijst op de historische bedrijfsactiviteiten in het betreffende deel van de binnenstad. De objecten weerspiegelen de ideeën over de vormgeving van respectievelijk een woonhuis en een bedrijfsgebouw in een kleinschalige stad, zoals die bestonden in hun ontstaansperiode. Het object TUINSTRAAT, bestaande uit een woonhuis met werkplaats, bezit een groot aantal van bovenstaande historische waarden en is derhalve beschermenswaardig als gemeentelijk monument in de gemeente Lochem. MONUMENTEN ADVIES BUREAU 25-06-2004