Kamerbrief van staatssecretaris S. Dekker aan de Eerste Kamer d.d. 26 februari 2013. Bijlagen bij de brief: voortgangsrapportage, rapport leerlingenvervoer van Sardes en onderzoek inspectie naar expertisebekostiging. Samenvattend overzicht van de Kamerbrief inclusief de voortgangsrapportage. Zoals vaker wordt ook in deze brief en voortgangsrapportage weinig informatie gegeven over cluster 2. Schuingedrukte tekst geeft toevoeging informatie cluster 2 In de brief gaat de staatssecretaris in op de stand van zaken van de invoering van passend onderwijs. De staatssecretaris concludeert dat het traject op koers ligt maar dat er nog veel moet gebeuren. Er is een intensief invoeringsprogramma en ondersteuningstraject voor de samenwerkingsverbanden. De focus ligt nog vooral op de bestuurlijke en organisatorische inrichting. De komende tijd, zegt de staatssecretaris toe, zal er ook meer aandacht zijn voor de inhoud, de expertise en de samenhang. Er wordt aanvullende wetgeving aangekondigd. (inmiddels is er een Algemene maatregel van bestuur gepubliceerd als internetconsultatie) De landelijke arbitrage commissie is geïnstalleerd. Deze kan worden geraadpleegd bij geschillen tussen scholen binnen de samenwerkingsverbanden. In de juni brief geeft de staatssecretaris meer duidelijkheid over de aansluiting tussen onderwijs en AWBZ zorg, eerder een wens van de Tweede Kamer. Naar aanleiding van het onderzoek naar de verantwoordelijkheid over het leerlingenvervoer, uitgevoerd door Sardes, concludeert de staatssecretaris dat dit voorlopig de verantwoordelijkheid blijft van de gemeenten. Voorlopig is er geen draagvlak binnen de samenwerkingsverbanden om deze taak toebedeeld te krijgen. Te zijner tijd zal dit punt opnieuw worden bekeken. In opdracht van OCW heeft de inspectie onderzoek gedaan naar de inzet van de zogenoemde expertisebekostiging. De inspectie concludeert dat de gelden ten goede komen aan de leerlingen. De bekostiging wordt niet beëindigd. Wel kunnen middelen effectiever worden besteed. Het ministerie gaat met de betreffende besturen in overleg. Samenvatting Voortgangsrapportage Passend Onderwijs, bijlage bij Kamerbrief 26 februari 2013 1. Wat is de uitdaging? In de rapportage wordt de achtergrond van de invoering van passend onderwijs nog een keer toegelicht: Voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een passende plek binnen het onderwijs. Belangrijk is de invoering van de Zorgplicht en Samenwerkingsverbanden. In het primair onderwijs worden de huidige 240 samenwerkingsverbanden Weer samen naar School omgevormd tot 76 samenwerkingsverbanden passend onderwijs. In het voortgezet onderwijs blijven er van de huidige 83 samenwerkingsverbanden nog 74 over. De REC s worden opgeheven, cluster 3 en 4 sluiten aan bij SWV. Doel van de samenwerkingsverbanden is om een samenhangend geheel van ondersteuning en voorzieningen te bieden, binnen en tussen scholen zodat voor alle leerlingen een passend onderwijsprogramma kan worden geboden. Samenvattend overzicht van de Kamerbrief inclusief de voortgangsrapportage. GE/SIM/2013/14387 1
Cluster 2 scholen moeten gaan samenwerken in instellingen. Inmiddels zijn de besturen in onderling overleg en tekenen zich 5 instellingen in oprichting zich af. De instellingen worden verantwoordelijk voor het onderwijs en de ondersteuning aan de auditief en/of communicatief beperkte leerlingen die toelaatbaar zijn tot cluster 2. De toelaatbaarheid wordt bepaald door de ernstmaat van de stoornis en de onderwijsbehoefte van de leerling. Ondersteuningplan Ondersteuningsplan: Hoe komt passend onderwijs eruit te zien? De scholen in een samenwerkingsverband stellen minstens eenmaal in de vier jaar een ondersteuningsplan op, waarin zij afspraken vastleggen over de organisatie en bekostiging van de onderwijsondersteuning. Die afspraken beslaan in ieder geval: * de basisondersteuning, die alle scholen binnen het samenwerkingsverband bieden; * de schoolprofielen, waarin scholen aangeven wat zij kunnen bieden aan basis- en extra ondersteuning; * de organisatie van de extra ondersteuning die bovenschools wordt georganiseerd; * de toelating van leerlingen tot het speciaal basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs; * en de verdeling en besteding van de middelen. Cluster 2 maakte een handreiking voor het overleg met de samenwerkingsverbanden in het kader van het ondersteuningsplan, te downloaden van de website. Samenwerking: met wie werken de samenwerkingsverbanden samen? Passend onderwijs vraagt inzet van alle betrokken partners rond het kind, zoals de leraar, de ouders en de gemeente. Vandaar dat ouders en leraren (verenigd in de ondersteuningsplanraad) moeten instemmen met het ondersteuningsplan. Ook moet het samenwerkingsverband op overeenstemming gericht overleg voeren met de betrokken gemeente(n). Parallel aan de invoering van passend onderwijs worden nog drie decentralisaties voorbereid waarbij de verantwoordelijkheid wordt verlegd naar de gemeente. Dat zijn de decentralisatie van de jeugdzorg, de decentralisatie van de AWBZ en de Participatiewet. In alle decentralisaties gaat het om kwetsbare kinderen, jongeren en gezinnen, die extra begeleiding nodig hebben thuis, op school en bij werk. Deze decentralisaties zijn nog niet volledig uitgewerkt. Een goede samenwerking tussen gemeente en samenwerkingsverband is bij al deze trajecten van belang. Cluster 2: ook de samenwerking met de instellingen i.o. is van belang! Hier ligt een belang voor het onderwijs én voor de zorginstellingen. Toezicht door de inspectie: het nieuwe toezichtskader De inspectie gaat toezicht houden op de uitvoering van de taken door de samenwerkingsverbanden. Het toezicht door de inspectie is risicogericht. Dat wil zeggen dat alleen bij samenwerkingsverbanden die slecht scoren op bepaalde indicatoren, nader onderzoek wordt gedaan. Daarnaast doet de inspectie jaarlijks een kwaliteitsonderzoek bij een steekproef uit de samenwerkingsverbanden. Voor het toezicht op de samenwerkingsverbanden gelden de volgende indicatoren: 1. het aantal thuiszitters (niet-deelnemers aan onderwijs); 2. de spreiding en doorstroom in het onderwijs; 3. inspectieoordelen over scholen in het samenwerkingsverband; 4. signalen die de inspectie krijgt van ouders, scholen, zorginstellingen; 5. het ondersteuningsplan, de jaarverslagen en de verdeling van middelen; 6. de deskundigheid in de school en bij leraren op het gebied van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Samenvattend overzicht van de Kamerbrief inclusief de voortgangsrapportage. GE/SIM/2013/14387 2
Cluster 2: Er is niet een expliciet geformuleerd toetsingskader voor de instellingen i.o. anders dan het reguliere toezicht. In de wet zijn de taken opgenomen van de instellingen i.o. Cluster 2 zal zich over de inzet en de uitgaven moeten verantwoorden. Leerwegondersteunend en praktijkonderwijs (lwoo/pro) In het regeerakkoord is opgenomen dat het lwoo/pro onderdeel gaat uitmaken van de systematiek van de samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs. Ook is er een taakstelling opgenomen van 50 mln. In februari 2013 wordt een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de uitwerking hiervan. Passend onderwijs in cluster 1 en 2 De scholen en instellingen voor kinderen met een visuele, auditieve en communicatieve beperking (cluster 1 en 2), gaan niet deelnemen aan de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Cluster 2, wordt net als cluster 1 landelijk georganiseerd en gebudgetteerd. De instellingen bieden zowel ondersteuning en begeleiding aan leerlingen met een visuele, auditieve en communicatieve beperking op reguliere scholen als op het (voortgezet) speciaal onderwijs. Cluster 2 krijgt weliswaar een eigen landelijke regeling, maar afstemming tussen samenwerkingsverbanden en cluster 2 is van belang. De leerlingen aan wie cluster 2 ondersteuning biedt, zijn leerlingen waarvoor de samenwerkingsverbanden zorgplicht hebben. In het referentiekader is opgenomen dat de samenwerkingsverbanden moeten afstemmen met cluster 1 en 2. Naast de ondersteuning en begeleiding in het reguliere onderwijs biedt cluster 2 ook ondersteuning binnen het MBO (zie hieronder) Passend onderwijs in het mbo Ook van instellingen in het mbo wordt gevraagd om hun studenten passend onderwijs te bieden. Vanwege de specifieke kenmerken van die sector is het in het mbo wel anders geregeld dan in het primair en voortgezet onderwijs. Zo ontbreekt de zorgplicht en worden er geen samenwerkingsverbanden ingericht. De mbo instellingen moeten op basis van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte doeltreffende aanpassingen doen in zowel opleidingen als examens. Net als in het primair- en voortgezet onderwijs, vervalt de landelijke indicatiestelling. De mbo-instellingen moeten zelf hun ondersteuningsaanbod gaan vormgeven en organiseren. Kernvraag is wat de student nodig heeft om zijn mbo-studie te kunnen volgen en afronden, in plaats van wat zijn beperking is. Instellingen moeten studenten (en ouders) op tijd laten weten welke ondersteuning ze kunnen verwachten om de opleiding succesvol te kunnen afronden. De extra begeleiding en ondersteuning leggen student en bevoegd gezag vast in de onderwijsovereenkomst, die door beiden wordt ondertekend. De middelen die nu zijn gemoeid met de leerlinggebonden financiering worden toegevoegd aan het gehandicaptenbudget van de mbo-instellingen. Om deze uitdaging aan te kunnen, is samenwerken ook voor het mbo onontbeerlijk. Denk hierbij aan samenwerking met de scholen en samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs, de gemeenten, UWV-werkpleinen, werkgevers en hulpverleningsinstanties. Cluster 2 heeft tot taak de studenten in het MBO, die op grond van zijn onderwijsbehoefte toe laatbaar is tot cluster 2 een onderwijsarrangement te bieden en indien nodig de inzet van een tolkvoorziening. Cluster 2 hoeft geen pakket onderwijs ondersteuning aan het MBO te bieden want de middelen die hiervoor beschikbaar zijn, zijn toegevoegd aan het gehandicaptenbudget van de mbo-instelling Samenvattend overzicht van de Kamerbrief inclusief de voortgangsrapportage. GE/SIM/2013/14387 3
2. Waar staan we nu? Passend onderwijs in het primair en voortgezet onderwijs De voortgang van de invoering van passend onderwijs in het primair en voortgezet onderwijs wordt continu gevolgd. Voor de halfjaarlijkse voortgangsrapportages wordt een monitor uitgevoerd die de voortgang op dat moment weergeeft. Uit de monitor blijkt dat alle samenwerkingsverbanden hard werken aan de bestuurlijke en inhoudelijke voorbereiding voor passend onderwijs. Dat is een belangrijke stap op weg naar een zorgvuldige invoering. Er zijn wel grote verschillen tussen samenwerkingsverbanden in de wijze en de snelheid waarmee passend onderwijs wordt vormgegeven. Voornaamste aandachtspunt is dat de samenwerking van de schoolbesturen met ouders, leraren en gemeenten veelal nog moet worden opgestart. Vorming van de samenwerkingsverbanden: de bestuurlijke inrichting Eerste mijlpaal in het invoeringstraject is 1 november 2013. Uiterlijk op die datum dient de bestuurlijke inrichting van de samenwerkingsverbanden te zijn gerealiseerd, in de vorm van een rechtspersoon. De samenwerkingsverbanden stellen hiertoe statuten op. Daarin staat onder andere welke besturen deelnemen, de vorm die het samenwerkingsverband krijgt (stichting of vereniging) en hoe besluitvorming verloopt, inclusief de stemverhoudingen. Samenvattend overzicht van de Kamerbrief inclusief de voortgangsrapportage. GE/SIM/2013/14387 4
Op www.passendonderwijs.nl staat een teller met de acutele stand van opgericht samenwerkingsverbanden. In de meeste samenwerkingsverbanden zijn werkgroepen ingericht om het ondersteuningsplan uit te werken. De meesten moeten er nog mee aan de slag gaan. Het overleg met ouders en personeel is in deze samenwerkingsverbanden dan ook nog niet formeel ingezet. In december 2012 is een steunpunt medezeggenschap ingericht. OCW geeft aan dat de komende periode extra aandacht zal zijn voor de afstemming met ouders en leerkrachten binnen de samenwerkingsverbanden bij het inrichten van het ondersteuningsplan. Er zijn checklisten gemaakt en stappenplannen voor het overleg dat de samenwerkingsverbanden moeten aangaan met de gemeenten t.b.v. het op overeenstemming gericht overleg. Scholen in het samenwerkingsverband moeten de door hun geformuleerde basisondersteuning allemaal kunnen bieden. Ruim de helft van de VO Samenwerkingsverbanden hebben de basisondersteuning beschreven, tegen een derde binnen het primair onderwijs. Voor een overzicht van de elementen die in het ondersteuningsplan beschreven moeten worden en de stand van zaken binnen de samenwerkingsverbanden, wordt verwezen naar de bijlage bij deze samenvatting. Experimenten OCW is met de samenwerkingsverbanden VO in Utrecht en Helmond en het samenwerkingsverband PO in Haarlem in overleg om al een jaar eerder te kunnen starten met passend onderwijs. Zij zullen dan vanaf 1 augustus de zorgplicht krijgen en verantwoordelijk worden voor de toewijzing en bekostiging van extra onderwijsondersteuning. In deze experimenten wordt vooral gelet op de ervaringen van het proces en de inhoudelijke uitvoeringstechnische zaken. 35 voorlopers: samenwerking tussen gemeenten en onderwijs Doel van deze voorloper trajecten is de afstemming en samenwerking tussen onderwijs (passend onderwijs) en gemeenten / jeugdzorg te verbeteren. Passend Onderwijs in cluster 2 In de voortgangsrapportage is een het bericht overgenomen over de samenwerking van de 12 schoolbesturen (de brief noemt 11) in instellingen i.o. De wet voorziet in een overgangsperiode. Tot 1 augustus 2015 verzorgen de huidige scholen het onderwijs, per die datum zijn de instellingen hiervoor verantwoordelijk. Passend Onderwijs in het MBO De MBO instellingen moeten de interne ondersteuningsstructuur herdefiniëren. Kernvraag daarbij is wat de student nodig heeft om zijn MBO opleiding te kunnen volgen en afronden. De MBO Raad heeft hiervoor themabijeenkomsten georganiseerd en kenniskringen opgezet. De website passendonderwijs.nl wordt uitgebreid met informatie over de invoering van passend onderwijs in het MBO. De intentie is om meer samenwerking te zoeken tussen MBO instellingen en het VO zodat doorlopende ondersteuningslijnen gerealiseerd kunnen worden, o.a. door verbetering van de informatieoverdracht. Er zijn 5 MBO instellingen die meedoen in de voorlopertrajecten onderwijs zorg rondom het thema: overgang onderwijs naar werk. Aandacht wordt ook besteed aan het feit dat voor studenten met een extra ondersteuningsbehoefte het vinden van een goede plek voor beroepspraktijkvorming (bpv) lastig is. Goede voorbeelden worden op de website geplaatst. Samenvattend overzicht van de Kamerbrief inclusief de voortgangsrapportage. GE/SIM/2013/14387 5
Wat gaat het ministerie de komende tijd doen? Het ondersteuningsprogramma voor de (besturen van de) samenwerkingsverbanden is gebaseerd op de samenwerking tussen OCW, andere betrokken ministeries, de sectorraden, de VNG en de ouderorganisaties. De activiteiten zijn gericht op het geven van duidelijkheid over het wettelijk kader; het directe contact met de samenwerkingsverbanden onderhouden; kennis ontwikkelen en te delen via referentiekader en handreikingen; het bevorderen van goede afstemming en samenwerking en het maken van afspraken en het treffen van voorzieningen op landelijk niveau (bijv. personele gevolgen, geschillen) - Genoemd worden verder de website www.passenonderwijs.nl; nieuwsbrieven, nieuwsflitsen. Er zijn vanuit OCW accountmanagers gekoppeld aan samenwerkingsverbanden (informatie, onderlinge uitwisselingen en het signaleren van potentiële knelpunten) Cluster 2 heeft eind februari tijdens een overleg met de accountmanagers de stand van zaken binnen cluster 2 gepresenteerd en de accountmanagers gewezen op het belang van afstemming en samenwerking tussen de samenwerkingsverbanden en cluster 2. - Verwezen wordt naar het referentiekader dat door de sectororganisaties is ontwikkeld en de toolbox met modellen en handreikingen. - De ouder-, leerling- en vakorganisaties hebben een steunpunt medezeggenschap ingericht om het onderwijsveld te informeren over de wijzigingen in de medezeggenschap. Aandachtspunt is het vroegtijdig betrekken van ouders en personeel t.b.v. draagvlak en het soepeler laten verlopen van het formele traject voor instemming op het ondersteuningsplan. - Samenwerkingsverbanden moeten met het speciaal onderwijs (cluster 3 en 4 GE) afspraken maken over personeel. Decentraal wordt hierover overleg gevoerd met de vakorganisaties. Doel hiervan is dat het huidige personeel binnen het speciaal onderwijs zoveel mogelijk een plek krijgt binnen de nieuwe samenwerkingsverbanden opdat de kennis en expertise behouden blijft. - Er is subsidie beschikbaar voor 2012 2013 voor de samenwerkingsverbanden voor invoering passend onderwijs. (Cluster 1 en 2 hebben deze middelen ook aan kunnen vragen) Ook in 2013-2014 wordt een subsidieregeling opgesteld, de omvang daarvan is afhankelijk van de kosten die gemoeid zijn met de groei van het aantal indicaties voor zware ondersteuning (teldatum 1 oktober 2012) Half januari is een zogenoemd Gateway review uitgevoerd. Het doel hiervan is om te beoordelen of met het ingezette programma het doel wordt bereikt. Vanuit dit onderzoek is een aantal verbeterpunten besproken: - Inhoudelijke doelen! Er is teveel nadruk op alleen de bestuurlijke en organisatorische implicaties en de focus op de datum 1 augustus 2014. Samenwerkingsverbanden hebben te weinig helderheid over de inhoudelijke doelen en kwaliteitseisen na 1 augustus 2014. Het ministerie en de sectororganisaties zijn een traject gestart om de doelen en de (inhoudelijke) kwaliteitseisen te verduidelijken. Geconstateerd wordt dat er een spanningsveld zit: de wet biedt juist veel ruimte voor de inhoudelijke uitwerking door de samenwerkingsverbanden. Er komt daarnaast een groep experts beschikbaar die met de samenwerkingsverbanden bespreken of hun doelen en de voorgenomen activiteiten zoals beschreven in het ondersteuningsplan ook werkelijk passend onderwijs realiseren. De accountmanagers worden beter toegerust om de inhoudelijke gesprekken beter te kunnen voeren. Samenvattend overzicht van de Kamerbrief inclusief de voortgangsrapportage. GE/SIM/2013/14387 6
- Samenhang in activiteiten! Er zijn veel spelers betrokken bij het invoeringsprogramma en de ondersteuningsactiviteiten. Samenhang en regie zijn hierdoor lastig. De betrokken organisaties gaan een totaaloverzicht op stellen met mijlpalen en activiteiten. Dit wordt op www.passsendonderwijs.nl gepubliceerd. Bijlage 1 in de rapportage: Overzicht samenwerkingsverbanden (ook via website passend onderwijs) Bijlage 2 in de rapportage: samenvatting zie blz. 7 Bijlage 3 in de rapportage: schema in deze samenvatting zie blz. 8 Bijlagen bij de samenvatting: overzichten stand van zaken ondersteuningsplannen zie blz. 9 en 10. Samenvattend overzicht van de Kamerbrief inclusief de voortgangsrapportage. GE/SIM/2013/14387 7
Bijlage 2 in de rapportage: Stand van zaken wet- en regelgeving: hieronder samengevat Van kracht: 1 januari 2013 artikelen voor de voorbereiding en invoering passend onderwijs o.a. inrichting samenwerkingsverbanden en de ministeriele regeling over de definitieve regioindeling van de samenwerkingsverbanden. 1 augustus 2013 artikelen over de schoolprofielen. 1 augustus 2014: zorgplicht. Besluit passend onderwijs: Momenteel worden een aantal besluiten uitgewerkt (Algemene Maatregelen van Bestuur) en ministeriele regelingen. In het Besluit Passend Onderwijs worden uitgewerkt : - Voorschriften aan de samenwerkingsverbanden over de deskundigen die moeten adviseren over de toelaatbaarheid voor Sbao en het VSO (voor cluster 2 gelden eigen voorschriften) - Voorschriften over de tijdelijke geschillencommissie - Aanpassen van de regels voor symbiose - Verplicht op overeenstemming gericht overleg Samenwerkingsverbanden, vakorganisaties en (V)SO scholen - Bekostigingsaspecten o.a.: o Vast te stellen bedrag per leerling hoeveel formatie leerkracht en onderwijsondersteunend personeel o Afschaffen reguliere personele groei en groei materiële instandhouding o Vaststellen scholen cluster 2 die in aanmerking komen voor bekostiging als instelling cluster 2 o Percentages voor de verevening. Het besluit voor voorgelegd als internetconsultatie (is inmiddels beschikbaar GE) Na politiek traject, treedt het besluit 1 augustus 2014 in werking. Daarnaast is een ministeriele regeling in voorbereiding waarin de afspraken over de personele gevolgen worden vertaald. Aanvullende wetgeving: Er zijn nog een aantal (technische) wetswijzigingen nodig die geregeld moeten worden voor invoering passend onderwijs. Dat zijn: - Registratie in BRON (basisregistratie onderwijsnummer) van leerlingen die extra ondersteuning krijgen en waarvoor een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld - Mogelijk maken dat ook in het primair onderwijs een orthopedagogisch didactisch centrum (OPDC) ingericht kan worden (aanpassing bepaling over het OPDC in het VO) en de registratie van lln op het OPDC in BRON - Registratie van leerlingen mogelijk maken die een arrangement/begeleiding krijgen in het regulier onderwijs vanuit een instelling voor cluster 1 en 2 - Bepaling in het leerlingenvervoer compleet maken door ernstige gedragsstoornissen toe te voegen - De mogelijkheid opnemen om af te wijken van het minimum aantal uren in het VSO - Het opnemen van een grondslag voor een uitstroommonitor uit het (V)SO op basis van BRON Het streven is deze wet in mei 2013 voor te leggen als internetconsultatie en ook deze wet per 1 augustus 2014 in te laten gaan. Samenvattend overzicht van de Kamerbrief inclusief de voortgangsrapportage. GE/SIM/2013/14387 8
Bijlage 3 in de rapportage: Mijlpalen invoering passend onderwijs binnen de samenwerkingsverbanden. Datum Schooljaar 2012/ 2013 Uiterlijk 1 november 2013 Uiterlijk 1 februari 2014 Uiterlijk 1 mei 2014 Mijlpaal/ actie Inhoudelijke voorbereiding op de invoering van passend onderwijs: Bestuurlijke inrichting (oprichten rechtspersoon) opstellen (concept)ondersteuningsplan inrichten van en overleg voeren met ondersteuningsplanraad overleg met gemeenten. Inrichten rechtspersoon door de samenwerkingsverbanden. Voorleggen ondersteuningsplan aan de ondersteuningsplanraad. Indienen eerste ondersteuningsplan bij de inspectie. Over het plan heeft op overeenstemming gericht overleg plaatsgevonden met de gemeenten en de ondersteuningsplanraad heeft ingestemd met het plan. 1 augustus 2014 invoering zorgplicht, overgangsjaar bekostiging vervallen huidige samenwerkingsverbanden weer samen naar school (wsns) en voortgezet onderwijs (vo) en de regionale expertisecentra de nieuwe samenwerkingsverbanden zijn verantwoordelijk voor toedeling extra onderwijsondersteuning wat betreft de middelen die op dit moment zijn gemoeid met de leerlinggebonden financiering (lgf)/rugzak: deel dat nu naar reguliere scholen gaat, gaat naar de samenwerkingsverbanden. De middelen voor de ambulante begeleiding blijven nog naar (v)so-scholen gaan (tenzij afspraken zijn gemaakt met (v)soscholen ( opting out )) 1 augustus 2015 start nieuwe bekostiging en verevening middelen ambulante begeleiding naar de samenwerkingsverbanden (wel met verplichte herbesteding bij (v)so-scholen, tenzij is gekozen voor opting out ). Dit geldt ook voor de budgetten preventieve en terugplaatsing ambulante begeleiding (PAB en TAB). 1 augustus 2020 Verevening is afgerond. Samenvattend overzicht van de Kamerbrief inclusief de voortgangsrapportage. GE/SIM/2013/14387 9
Bijlagen bij deze samenvatting: Grafiek 3. Stand van zaken ondersteuningsplan in het primair onderwijs Samenvattend overzicht van de Kamerbrief inclusief de voortgangsrapportage. GE/SIM/2013/14387 10
Grafiek 4. Stand van zaken ondersteuningsplan voortgezet onderwijs Samenvattend overzicht van de Kamerbrief inclusief de voortgangsrapportage. GE/SIM/2013/14387 11