Het profiel van de kandidaten op de lijsten bij de Europese verkiezingen van 10 en 13 juni 2004 in de Benelux

Vergelijkbare documenten
Een vergelijkende analyse van de profielen van de kandidaten voor de verkiezingen van 2003, 2004, 2007, 2009 en 2010

De spiegel van de samenleving? Deel II. Het profiel van de effectief verkozenen bij de parlementsverkiezingen van 18 mei Samenvatting

Het profiel van de verkozen kandidaten bij de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober in de 13 Vlaamse centrumsteden

Het profiel van de kandidaten voor de Europese verkiezingen ( )

Het profiel van de kandidaten op de lijsten voor de Vlaamse, Europese en Brusselse verkiezingen van 7 juni 2009

Het profiel van de kandidaten op de lijsten voor de federale verkiezingen van 10 juni 2007

De spiegel van de samenleving? Het profiel van de kandidaten op de lijsten bij de parlementsverkiezingen van 18 mei Samenvatting

Het profiel van de kandidaten bij de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober in de 13 Vlaamse centrumsteden.

Het profiel van de gekozenen bij de federale verkiezingen van 13 juni

Het profiel van de kandidaten op de lijsten bij de Vlaamse, Europese en Brusselse verkiezingen van 13 juni 2004

De verkiezing van de Belgische Europarlementsleden

DE POLITIEKE VERTEGENWOORDIGING VAN VROUWEN NA DE

Het profiel van de gekozenen bij de federale verkiezingen van 10 juni

(licht aangepaste versie, september 2003)

De evolutie van het profiel van de Vlaamse kandidaten voor de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met 2019

Een vergelijkende analyse van het profiel van de kandidaten voor de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met 2014

Welke kandidaten zullen het meest voorkeurstemmen halen?

Verkiezingen - Methodologie

Vrouwen in. de Provinciale Staten. Onderzoeksrapport

Vrouwen in de politiek geactualiseerde versie, januari 2011

Diversiteit in Provinciale Staten

Een aantal simulaties op basis van de Vlaamse, Brusselse en Europese verkiezingen van 13 juni 2004

Simulatie van de zetelverdeling voor het Vlaams Parlement volgens een aantal scenario's inzake de hervorming van het kiesstelsel

De vernieuwing van de Senaat bij de samenvallende verkiezingen van 25 mei 2014

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Lokale en provinciale verkiezingen van 14 oktober 2012 lijsten, kandidaten en mandaten

De politieke deelname van vrouwen na de verkiezingen van 10 juni 2007

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Onderzoek. Diversiteit in de Tweede Kamer 2012

Origine: personen van Noord-Afrikaanse of Turkse origine die zich als gelovig omschrijven en zich het meest verwant voelen met de Islam

Hoeveel mogen de partijen in totaal uitgeven voor de komende verkiezingscampagne?

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Het profiel van de gekozenen bij de verkiezingen van 13 juni

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Stemmen Verkiezingen Europees Parlement 2019

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

De federale wetgevende verkiezingen van 13 juni 2010 in cijfers

Diversiteit in de Provinciale Staten

Persoonlijke gegevens raadsleden

1. Het Europees Parlement: jij kiest mee

Wet van 24 mei 1994 ter bevordering van een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen op de kandidatenlijsten voor de verkiezingen

NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Een analyse van het profiel van de Vlaamse verkozenen bij de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met Gert-Jan Put, Jef Smulders en Bart Maddens

Het profiel van de gekozenen in het Vlaams Parlement na de verkiezingen van 7 juni 2009

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

Gewesten en gemeenschappen

Contents. Politieke Barometer Methodiek 4. Potentieel politici 20. Kiesintenties: Voorkeur 7. Vertrouwen in de regering 24

Persoonlijke gegevens van wethouders

Stemmen Europese verkiezingen 2014

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

GEAUTOMATISEERDE STEMMING VOORSTELLING VAN DE SCHERMEN.

Voorlopige uitslag Amsterdam. Project: Verkiezingen Tweede Kamer 2012 In samenwerking met: Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen

Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014

Provinciale ambtsdragers Inleiding en werkwijze

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER Voordracht van de kandidaten door de kiezers (Art. 22 en 23 BGKWB) 1

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER Voordracht van de kandidaten door de uittredende gemeenteraadsleden. (Art.

De Stemming van 9 juni 2019

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5)

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Sectorfoto Elektriciens: Installatie & distributie PSC

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

LOKALE EN PROVINCIALE VERKIEZINGEN 2012

WERKINGSREGLEMENT Kernteam en werkgroepen : verkiezing en functioneren

VERKIEZING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

VERKIEZING VAN DE BRUSSELSE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

Analysenota politieke situatie Centrumgemeenten inwoners in Vlaanderen

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

Rust en onrust Beperkte vernieuwing van het Provinciaal bestuur in 2015

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

PAV [VERKIEZINGEN 2014]

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

De activiteit in het Brussels Parlement voorbereiden of verwerken in de klas? Niet verplicht, wel leuk!

RONDE 1. De Geschiedenis van het kiesrecht ronde (meerkeuze)

De verkiezingen van 26 mei 2019 Over deze verkiezingen

Het gebruik van de voorkeurstem bij de parlementsverkiezingen van 25 mei 2014

Aan Zijne Majesteit Koning Albert, Koning der Belgen.

Stemmen Provinciale Staten en waterschapsverkiezingen 2019

Eerste Kamerverkiezingen systematiek voorkeurstemmen en lijstverbindingen

Nederlandse Kiescollege FORMULIER C/29 Collegehoofdbureau VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

Splitsing van BHV zonder toegevingen

Inhoud Poll Link via evenement Help! Jong in Hechtel-Eksel

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

ADVIES NR. 106 VAN DE RAAD VAN DE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN OVER DE GEVOLGEN VAN DE NIEUWE DECRETALE REGELGEVINGEN BIJ DE GEMEENTE- EN

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Leenonderzoek Het autolening onderzoek 2017

STEMRECHT IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK

Het gebruik van de voorkeurstem bij de federale parlementsverkiezingen van 13 juni 2010

de nieuwe SENAAT

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 25 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

VERKIEZING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

Verkiezingen. Wat gebeurt er op 07/06/09? Vlaamse - en Europese verkiezingen. Van-A-3 gesteld aan een grote groep. A-3 zal in deze editie proberen het

Overzicht Vlaamse opiniepeilingen sedert 13 juni 2004

omslag FORUM #10/

De laatste peiling voor de verkiezingen en de prognose

LIJST VAN HET VERKIEZINGSDRUKWERK VOOR DE BELGISCHE SENAAT EN KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Laatst gewijzigd op 27 september 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderzoek Verkiezingen Europees Parlement 2014

Transcriptie:

Het profiel van de kandidaten op de lijsten bij de Europese verkiezingen van 10 en 13 juni 2004 in de Benelux Sam Depauw en Steven Van Hecke Afdeling Politologie K.U.Leuven http://www.kuleuven.ac.be/politologie INLEIDING Eind deze week trekken 342 miljoen burgers naar de stembus voor de verkiezing van 732 leden van het Europees Parlement (EP). In België, Nederland en Luxemburg gebeurt dit reeds voor de zesde maal. In de ganse Europese Unie (EU) bijt Nederland - samen met het Verenigd Koninkrijk - de spits af: op 10 juni trekken onze noorderburen naar de stembus. Zondag is het de beurt aan de Belgen en de Luxemburgers. Nederland stuurt 27 vertegenwoordigers naar het EP (4 minder in vergelijking met 1999), België 23 (1 minder - 13 Nederlandstaligen, 9 Franstaligen en 1 Duitstalige) en Luxemburg 6. EU-burgers hebben in de Benelux net zoals elders in de EU stemrecht en kunnen kandidaat zijn - en eventueel verkozen worden - in het land waar ze verblijven. De Europese verkiezingen beroeren de Nederlanders nauwelijks. In 1999 trok slechts 29.9 % van de stemgerechtigden naar de stembus (het op één na laagste cijfer in de EU). Volgens een recente peiling zouden dit jaar 10 % meer kiezers komen opdagen. 1 In België en Luxemburg bestaat er opkomstplicht. In België zijn er gelijktijdig met de Europese stembusslag regionale verkiezingen. De Luxemburgers kiezen op 13 juni ook hun vertegenwoordigers voor het nationale parlement. Hierdoor raakt Europa ondergesneeuwd door regionale en/of nationale (federale) campagnethema s. HET ONDERZOEK Ons onderzoek naar het profiel van de kandidaten is gebaseerd op de lijsten die de partijen in de Benelux hebben ingediend bij de rechtbank en/of het ministerie van Binnenlandse Zaken. Voor België is de data aangereikt door Hans Berghmans (Griffier Secretaris Collegehoofdbureau) en Walter Christiaen (medewerker Hoofdbureau) van de Rechtbank van Eerste Aanleg te echelen. 2 1 European Commission, Eurobarometer 61, Spring 2004, p. 13. 2 De Nederlandse data zijn afkomstig van Gerrit Voerman (Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijnen Rijksuniversiteit Groningen); de Luxemburgse data werden ons bezorgd door Philippe Poirier (Université du Luxemburg).

De analyse heeft betrekking op 452 kandidaten van 27 partijen in vier kieskringen 3 : de liberale partijen VLD en R in België, VVD in Nederland en DP in Luxemburg; de sociaaldemocratische partijen SP.a, PS, PvdA en LSAP; de christen-democratische partijen CD&V, cdh, CDA en CSV; de groene partijen Groen!, ECOLO, GroenLinks en DG; de extreem-rechtse of populistische partijen Vlaams Blok, Front National, Lijst Pim Fortuyn en GAL; enkele kleine linkse partijen zoals de SP in Nederland en DL in Luxemburg; de Nederlandse religieuze partij ChristenUnie; de Vlaamse regionale partijen SPIRIT en N-VA; D66 in Nederland en de seniorenpartij ADR in Luxemburg. Voor elke kandidaat wordt het geslacht, de leeftijd, de woonplaats (provincie voor Nederland en België, regio voor Luxemburg), en het beroep nagegaan alsook het al dan niet bekleden van een politiek mandaat op gemeentelijk of nationaal niveau op het ogenblik van de kandidaatstelling. Deze gegevens zijn afkomstig van de kandidaten en werden, indien nodig, door ons aangevuld en/of verbeterd met het oog op de onderlinge vergelijkbaarheid. Omwille van de socio-culturele gelijkenissen tussen de landen en de aanwezigheid van een grotendeels parallel partijenlandschap, is het zinvol de kandidaten in de Benelux met elkaar te vergelijken. Indien relevant wordt ook het profiel van de kandidaten in het Nederlands vergeleken met de kandidaten voor het Vlaams Parlement (KANDI2004-onderzoek). 4 GESLACHT In België bestaat de wettelijke verplichting dat de helft van de kandidaten van het andere geslacht moet zijn (de eerste twee plaatsen op de lijst uitgezonderd). 49.2 % is vrouw. In Nederland en Luxemburg is dit bij gebrek aan een wettelijke regeling opmerkelijk lager: respectievelijk 31.7 en 33.3 % van de kandidaten zijn vrouw. Tussen de partijen bestaan er grote verschillen. In Nederland bijvoorbeeld telt de lijst van de ChristenUnie slechts twee vrouwen; de Lijst Pim Fortuyn heeft geen enkele vrouwelijke kandidaat. PvdA en GroenLinks hebben bijna voor de helft vrouwelijke kandidaten. Slechts weinig vrouwen kunnen hopen op een zitje in het EP (zie Tabel 1). De meesten onder hen, uittredende Europarlementsleden inbegrepen, bezetten een plaats op de lijst buiten de nuttige volgorde: in België 85.2 % (tegenover 72.3 % mannen); in Luxemburg zelfs 96.4 % (tegenover 89.3 % mannen). In Nederland is de situatie relatief beter: slechts 82.1 % van de vrouwen staat op een onverkiesbare plaats (tegenover 86.3 % mannen). Dit resultaat is vooral te danken aan de PvdA die 5 vrouwen bovenaan haar lijst heeft staan. In België wordt de positie van de vrouwen bijkomend verzwakt door de halvering van de lijststem en de kans dat de lijstduwers (mannen) verkozen raken en/of opgevolgd worden door hoofdzakelijk mannelijke opvolgers. et name Annemie Neyts (VLD), Frédérique Ries (R) en Olga Zrihen (PS) lopen hier gevaar. Dit betekent dat de wettelijke verplichting om de helft van de lijst voor te behouden aan vrouwelijke kandidaten geen positief effect heeft op het aantal vrouwelijke verkozenen. In Vlaanderen is het aantal vrouwen op verkiesbare plaatsen op Europese lijsten (35 %) nagenoeg gelijk aan dat op de Vlaamse lijsten (37.25 %). 3 Nederland, Luxemburg en voor België het Nederlands en Frans. Omwille van het beperkt aantal kandidaten, laten we het Duits buiten beschouwing. Voor de verkiezing van het EP geldt in ganse de EU het proportioneel stelsel. 4 Stefaan Fiers, Jo Noppe, Sam Depauw en Liselotte Libbrecht, Het profiel van de kandidaten op de lijsten bij de Vlaamse, Europese en Brusselse verkiezingen van 13 juni 2004, K.U.Leuven: Afdeling Politologie, 2004, 18p. 2

Tabel 1: Vrouwelijke kandidaten op verkiesbare plaatsen (%) Nederlands Frans Luxemburg Nederland Liberale partij 50.0 (16.7) 46.7 (25.0) 25.0 (100.0) 27.1 (33.3) Sociaal-democratische 50.0 (75.0) 46.7 (25.0) 25.0 (0.0) a 44.4 (62.5) partij Christen-democratische 55.6 (33.3) 53.3 (50.0) 33.3 (0.0) a 30.0 (33.3) partij Groene partij 50.0 (66.7) 46.7 (40.0) 50.0 (0.0) a 47.1 (50.0) Andere linkse partij 50.0 (-) b 37.9 (0.0) a Extreem-rechtse en/of populistische partij 50.0 (0.0) a 46.7 (-) b 0.0 (0.0) a Andere 16.7 (0.0) ac 10.0 (0.0) ad 35.7 (-) be a geen enkele vrouwelijke kandidaat op een verkiesbare plaats / b geen verkiesbare plaatsen / c ADR / d ChristenUnie / e D66 De Luxemburgse cijfers dienen geïnterpreteerd te worden in het licht van het lage absolute aantal verkiesbare plaatsen per partij. LEEFTIJD De gemiddelde kandidaat voor het EP in de Benelux is 48.7 jaar. In vergelijking met België (46.3 jaar) zijn de Nederlandse kandidaten jonger (45.1 jaar) terwijl de Luxemburgse kandidaten ouder (52.2 jaar) zijn. Wellicht speelt in het geval van Luxemburg het relatief beperkt aantal plaatsen op de lijst een doorslaggevende rol. De gemiddelde leeftijd is ook iets hoger op de Franstalige lijsten (48.2 jaar) dan op de Vlaamse lijsten (45.1 jaar). Wat de leeftijdscategorieën betreft, zijn er in de drie landen nauwelijks kandidaten die jonger zijn dan 30 (8.2 %). De oudere leeftijdsklassen zijn daarentegen sterk vertegenwoordigd: 1 op 6 kandidaten is ouder dan 60. Tussen de drie landen bestaan er grote verschillen. In Luxemburg is 36.2 % van de kandidaten ouder dan 60; in België 11.4 %; in Nederland slechts 6.7 %. Het gros van de kandidaten is veertiger (België) of vijftiger (Nederland en Luxemburg). Het overwicht van deze leeftijdscategorieën is bovendien groter voor de kandidaten binnen de nuttige volgorde: meer dan 80 % is veertiger of vijftiger. Kandidaten die jonger zijn dan 40 hebben weinig kans om verkozen te worden, behalve in Nederland (waar de 30-jarige Camile Eurlings CDA-lijsttrekker is). Kandidaten ouder dan 60 hebben eveneens weinig kans op een zitje in het EP. Tot 2004 was Willy De Clercq (VLD) de uitzondering die de regel bevestigde. Is het EP dan toch geen olifantenkerkhof? Vlaams Blok en Lijst Pim Fortuyn hebben meer dan gemiddeld oudere kandidaten op hun lijst staan, terwijl GroenLinks het hoogste aantal kandidaten heeft die jonger zijn dan 30. In Luxemburg telt de christen-democratische CSV meer ouderen dan de seniorenpartij ADR. Leeftijd en geslacht versterken elkaar (zie Tabel 2). Het merendeel van de kandidaten op verkiesbare plaatsen is een mannelijke veertiger of vijftiger. Vrouwen daarentegen zijn relatief sterker vertegenwoordigd in leeftijdscategorieën met weinig kandidaten binnen de nuttige volgorde. Vrouwelijke kandidaten zijn doorgaans jong - wellicht een effect van de doorgedreven mediatisering van de kiescampagnes of (te) oud: eens 60 geworden heeft Nelly aes (SPIRIT) haar verkiesbare plaats moeten afstaan aan haar jongere partijgenote Fauzaya Talhaoui (weliswaar als opvolger) en heeft Annemie Neyts (VLD) vrede moeten nemen met een derde, relatief onzekere plaats. 5 5 Talhaoui wordt wellicht het enige Vlaamse allochtone Europarlementslid. In totaal zijn er in het Nederlands 7 kandidaten van buitenlandse origine (op een totaal van 110). Ter vergelijking: in het Franse zijn dat er 18 op 75 (evenwel zonder garanties op verkozenen); in Nederland 13 op 183; in Luxemburg 14 op 84, doch hoofdzakelijk EU-burgers uit Italië, Spanje en Portugal. 3

Tabel 2 : Leeftijd en geslacht van de kandidaten op verkiesbare plaatsen (rijpercentages) Nederlands Frans Luxemburg Nederland 21-30 jaar 10.9 (0.0) 12.8 (0.0) 1.8 (0.0) 11.9 (3.1) V 18.2 (0.0) 13.9 (0.0) 3.7 (0.0) 23.6 (6.3) 31-40 jaar 16.4 (10.0) 12.8 (0.0) 5.4 (0.0) 23.0 (0.0) V 20.0 (0.0) 38.9 (0.0) 14.9 (0.0) 18.2 (9.4) 41-50 jaar 45.5 (40.0) 7.7 (0.0) 33.9 (42.9) 26.2 31.3) V 36.4 (20.0) 25.0 (20.0) 33.3 (0.0) 21.8 (9.4) 51-60 jaar 20.0 (10.0) 38.5 (53.3) 37.5 (28.6) 34.9 28.1) V 20.0 (15.0) 13.9 (13.3) 33.3 (14.3) 29.1 (12.5) 61+ 7.3 (5.0) 28.2 (13.3) 21.4 (14.3) 4.0 (0.0) V 5.5 (0.0) 8.3 (0.0) 14.8 (0.0) 7.3 (0.0) Totaal 52/52 20 39/36 15 56/27 7 126/55 32 WOONPLAATS 6 In Vlaanderen kan elke provincie rekenen op een verkozene in het EP. Brussel heeft een disproportioneel aantal kandidaten binnen de nuttige volgorde: 5 (terwijl slechts 2.5 % van de Nederlandstaligen in de hoofdstad woont). Dit geldt eveneens voor de Franstalige partijen: in Brussel en Waals-Brabant wonen een disproportioneel groot aantal verkiesbare kandidaten en resideren 4 van de 5 lijsttrekkers. De meer rurale provincies Namen en Luxemburg daarentegen moeten het tussen 2004 en 2009 stellen zonder vertegenwoordiging in het EP. Binnen de partijen is er geen geografische spreiding. Bij VLD/Vivant, SP.a/SPIRIT en CD&V/N- VA, R, PS en ECOLO leveren de provincies van de lijsttrekkers (respectievelijk Oost- Vlaanderen, Vlaams-Brabant, Vlaams-Brabant, Waals-Brabant, Henegouwen en Brussel) ook een tweede kandidaat binnen de nuttige volgorde. In Nederland en Luxemburg is er een duidelijke ruimtelijke concentratie van het aantal kandidaten binnen de nuttige volgorde. In Nederland komt meer dan de helft van het aantal potentieel verkozenen uit de Randstad (provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht). Voor GroenLinks, Lijst Pim Fontuyn en ChristenUnie betreft het hier alle verkiesbare kandidaten; voor PvdA 7 op 9. Alleen het CDA rekruteert de helft van zijn potentieel verkozenen buiten de Randstad. Het volledige noordoosten (Flevoland, Friesland, Groningen en Overijsel) moet het zonder vertegenwoordiging in het EP stellen. 4 kandidaten, waarvan 2 lijsttrekkers (PvdA en D66), wonen officieel in Brussel. In Luxemburg zijn op twee na alle potentieel verkozenen afkomstig van het geïndustrialiseerde zuidwesten. Alleen de liberale DP heeft twee kandidaten binnen de nuttige volgorde uit Luxemburg-stad en het oosten. 6 Voor een vergelijking van de woonplaats wordt enkele rekening gehouden met het maximum aantal kandidaten binnen de nuttige volgorde volgens de voorspelling van Hix & arsch: Simon Hix en ichael arsch, Predicting the Future. The Next European Parliament, Burson-arsteller, 2004, p. 14; 22-23. Voor België gaan we ervan uit dat ook de lijstduwers tot dit maximum behoren maar houden we geen rekening met opvolgersplaatsen. In de analyse van de andere variabelen (geslacht, leeftijd, enz.) houden we wel rekening met de eerste opvolgersplaats. 4

BEROEP Tabel 3 geeft een overzicht van de beroepsactiviteiten van alle Benelux-kandidaten. Tabel 3: De beroepsactiviteit van de kandidaten algemeen profiel Nederlands Frans Nederland Luxemburg Fi % Fi Fi % % Fi % Niet-actieven 6 5.5 7 9.5 9 6.3 4 5.6 Thuiswerkend 1 0.9 0 0 0.0 0.0 0 0.0 Gepensioneerd 3 2.7 5 1 0.7 6.8 0 0.0 Student 2 1.8 2 8 5.6 2.7 1 1.4 Werkloos 0 0.0 0 0 0.0 0.0 3 4.2 Zelfstandigen vrije 11 10.0 5 6.8 29 20.3 5 6.9 beroepen Zelfstandige 5 4.5 2 20 14.0 2.7 2 2.8 Vrij beroep 6 5.5 2 6 4.2 2.7 2 2.8 Landbouwer 0 0.0 1 3 2.1 1.4 1 1.4 Arbeiders 0 0.0 0 0.0 0 0.0 1 1.4 Bedienden kaderleden 31 28.2 18 24.3 47 32.9 6 8.3 Bediende 22 20.0 12 26 18.2 16.2 6 8.3 Kaderlid 9 8.2 6 21 14.7 8.1 0 0.0 Ambtenaren onderwijzend 11 10.0 10 13.5 20 14.0 8 11.1 personeel Ambtenaar 6 5.5 8 19 13.3 10.8 4 5.6 Onderwijzend personeel 5 4.5 2 1 0.7 2.7 4 5.6 Beroepspolitici 47 42.7 33 44.6 19 13.3 47 65.3 Federaal of regionaal 39 35.5 22 19 13.3 29.7 34 47.2 parlementslid Federaal of regionaal 8 7.3 11 0 0.0 14.9 13 18.1 uitvoerend mandaat Kabinets- en 4 3.6 1 1.4 19 13.3 0 0.0 partijmedewerkers Kabinetsmedewerker 4 3.6 1 0 0.0 1.4 0 0.0 Partijmedewerker 0 0.0 0 19 13.3 0.0 0 0.0 Totaal 110 100.0 74 100.0 143 100.0 72 100.0 Van bepaalde beroepen wordt vaak gezegd dat zij zich beter lenen tot het politieke bedrijf: omdat zij kandidaten vertrouwd maken met politieke kwesties, communicatieve vaardigheden oefenen, een netwerk van contacten bijbrengen of flexibele arbeidsuren en uitstapregelingen toelaten. Dit verklaart bijvoorbeeld het grote aantal zelfstandigen, vrije beroepen, ambtenaren en onderwijzend personeel. De grootste groep op de Europese lijsten vormen echter de beroepspolitici (42.7% in het Nederlands en 44.6% in het Frans ). Zij steken daarbij de bedienden en kaderleden naar de kroon, die op de lijsten voor het Vlaams Parlement de grootste groep vormen. eer nog dan in Vlaanderen zetten de Franstalige partijen hun parlementsleden in. Voor het overige zijn de verschillen met de Vlaamse partijen miniem: op de lijsten van het Frans staan net iets meer ambtenaren en niet-actieven. Wel behoort bijna één op drie kandidaten in Nederland tot de bedienden en kaderleden. Omdat hieronder nagenoeg elke werknemer in de privé-sector begrepen wordt, is dit overwicht niet opmerkelijk. Beroepspolitici zijn in Nederland slechts 13.3% van de kandidaten. Ook doen de Nederlandse partijen vaker een beroep op zelfstandigen, vrije beroepen en landbouwers: 20.3% tegenover 10.0% in Vlaanderen. Tot 13.3% van de kandidaten werkt voor de partij of als medewerker van een parlementslid, vaak in het EP. In België zijn het vooral medewerkers op de kabinetten, maar ook dit aantal is beduidend kleiner. 5

Op de korte kandidatenlijsten in Luxemburg staan bijna enkel beroepspolitici. Bijna de helft is parlementslid en 18.1% is lid van de regering. Arbeiders en niet-actieven zijn dan weer scherp ondervertegenwoordigd. Het gaat vooral om gepensioneerden en studenten. Thuiswerkenden en personen zonder beroep zijn nagenoeg geheel afwezig. Dit overwicht van beroepspolitici wordt nog veel groter, wanneer we een blik werpen op de verkiesbare plaatsen. In België worden 80% van de verkiesbare plaatsen ingenomen door parlements- en regeringsleden. In Nederland is dit 62.5%. De andere kandidaten op verkiesbare plaatsen zijn het vaakst bedienden en kaderleden. GEEENTELIJK ANDAAT In ons onderzoek hebben we ook de lokale activiteitsgraad van de verkiezingskandidaten onderzocht. We hebben dat gedaan aan de hand van de gemeentelijke mandaten die zij al dan niet bekleden. Daarbij zijn enkel de politieke mandaten sensu stricto weerhouden: burgemeester, schepen en gemeenteraadslid. Hierdoor werd geen rekening gehouden met OCW-voorzitters of leden van de OCW-raad. De resultaten zijn neergeschreven in Tabel 4. Wel is het belangrijk te onthouden dat burgemeester in Nederland een veeleer ambtelijke functie is. Tabel 4: Aantal kandidaten dat een gemeentelijk mandaat bekleedt Nederlands Frans Nederland Luxemburg Fi % Fi % Fi % Fi % Burgemeester 4 3.6 4 5.3 1 0.6 11 13.1 Schepen 6 5.5 4 5.3 7 3.8 0 0.0 Gemeenteraadslid 31 28.2 18 24.0 18 9.8 18 21.4 Totaal 110 75 183 84 De lokale verankering blijft een belangrijk gegeven voor de kandidaten in België. Wel lijkt een uitvoerend mandaat (burgemeester of schepen) op het lokale niveau moeilijk combineerbaar met een zitje in het Europees Parlement misschien door de maandelijkse verplaatsing naar Straatsburg. Eén op vier kandidaten is daarentegen lid van de gemeenteraad, in het Nederlands nog net iets meer dan in het Frans. Lokale mandatarissen hebben echter niet meer kans om verkozen te worden op 13 juni. Die lokale verankering is ook belangrijk in Luxemburg, maar duidelijk veel minder in Nederland. 13.1% van de Luxemburgse kandidaten is trouwens burgemeester. In Nederland is nauwelijks één op tien kandidaten lid van de gemeenteraad. aar geen van de Nederlandse lokale mandatarissen staat op een verkiesbare plaats. Ook de leden van de Tweede Kamer zijn minder lokaal verankerd dan onze federale en Vlaamse parlementsleden. 6

NATIONAAL ANDAAT Het heeft niet lang geduurd na de eerste rechtstreekse verkiezing van het EP vooraleer er stemmen opgingen dat een onmachtig parlement niet in staat zou blijken valabele kandidaten aan te trekken. Het zou een parlement worden voor would-be s en have-beens. Dit wordt ook in de hand gewerkt doordat Europese verkiezingen maar tweederangs verkiezingen zijn: het zijn verknipte nationale verkiezingen. De thema s in de campagne zijn nationale thema s. Is het dan verwonderlijk dat partijen nationale boegbeelden inzetten? Nederland leert ons echter dat het ook anders kan (zie Tabel 5). Op de Nederlandse lijsten staat slechts één lid van de Tweede Kamer. Daarnaast, echter, is één op tien kandidaten Europarlementslid. Van de verkiesbare plaatsen op de Nederlandse lijsten nemen de uittredende Europarlementsleden 59.4% in. In Nederland zijn de nationale verkiezingen echter nog veraf: ze zijn gepland voor 2007. Tabel 5: Aantal kandidaten dat een nationaal/regionaal mandaat bekleedt Nederlands Frans Nederland Luxemburg Fi % Fi % Fi % Fi % Parlementslid 28 25.5 14 18.7 1 0.5 34 40.5 Regeringslid 3 2.7 5 6.7 0 0.0 13 15.5 Europarlementslid 7 6.4 4 5.3 18 9.8 4 4.8 Totaal 110 75 183 84 In het Nederlands worden 35.0% van de verkiesbare plaatsen ingenomen door uittredende Europarlementsleden. En hier werd al rekening gehouden met de vele schijnkandidaten en opvolgers die daardoor bijna zeker zijn van een zitje. Eens te meer valt op dat nauwelijks één van de lijsttrekkers, waarrond de campagne wordt opgebouwd, Europarlementslid is. Vaak moeten zij zich behelpen via een opvolgersplaats. In het Frans staat op 20.0% van de verkiesbare plaatsen een Europarlementslid. Omgekeerd is 25.5% van alle Vlaamse kandidaten parlementslid op het federale of regionale niveau. Van alle Franstalige kandidaten is 18.7% parlementslid. Hoewel deze parlementsleden net iets meer kans hebben om verkozen te worden, staan velen onder hen niettemin op onverkiesbare plaatsen. In Luxemburg, waar de Europese verkiezingen per definitie samen gehouden worden met de nationale verkiezingen, is het aantal parlements- en regeringsleden op de lijsten nog groter. 40.5% van kandidaten op de Luxemburgse lijsten is nationaal parlementslid. 15.5% is regeringslid: 9 mannen en 4 vrouwen. Drie van hen zijn in principe verkiesbaar. aar wellicht zijn zij net als in België slechts schijnkandidaten, waardoor bijvoorbeeld Europarlementslid Astrid Lulling (CSV) haar zetel alsnog kan behouden. Dit grote aantal is wellicht ook het gevolg van de grote kieskring vergelijkbaar met de Senaatsverkiezingen in ons land en de mogelijkheid tot cumul van beide parlementaire mandaten. 7