Onderwerp : Kaderstelling beleidsplannen Jeugdzorg en Wmo (en het persoonsgebonden budget)

Vergelijkbare documenten
: Beleidsplan en verordeningen Jeugd/Wmo

: Beleidsplannen en verordeningen Wmo, Jeugd en PGB

GEMEENTE BEDUM. RAAD : 4 december 2014 AGENDAPUNT : 7 RV NUMMER : 063. ONDERWERP : Jeugd en Wmo 2015

Aan de gemeenteraad, Vergadering: 2 december 2014 Agendanummer: 11

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

: Actualisatie begroting beleidsagenda sociaal domein BMWE 2016

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

Persoonsgebonden budget (pgb) Informatiebijeenkomst Gemeente Houten

Jeugdhulp in Nissewaard

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

Kenniscafé Utrecht Stand van Zaken Jeugdwet

*ZE9BA7CFE22* Raadsvergadering d.d. 23 september 2014

Verslag informatiebijeenkomstjeugdzorg Winsum, 3 juni 2015

Informatieavond Beleidsstukken Wmo 2015 en Jeugdwet

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 3 juni 2014 Agendapunt: 3


Wmo beleid

Zelftest Basisteam Jeugd -

Transitie en transformatie Jeugdzorg. Themabijeenkomst 16 september 2013

De Jeugdwet en pleegzorg: transitie en transformatie?!

1. Inleiding. 1.1 Waarom dit beleidsplan?

Onderwerp : Transitiearrangement Jeugdzorg regio Noordoost Brabant.

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

: Regionaal Transitie Arrangement Jeugdzorg. Korte inhoud : Regionaal Transitie Arrangement Jeugdzorg

Gemeenten moeten daarbij mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen en voorkomen dat inwoners op ondersteuning aangewezen zijn.

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling transitiearrangement (RTA) regio Noordoost Brabant.

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 (hierna: verordening)

De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen. André Schoorl Programma stelselherziening jeugd

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Hoofdstuk 2. Gemeente

Wmo beleid

Nadere regeling. persoonsgebonden budget

Wet maatschappelijke ondersteuning januari 2015

Verordeningen Jeugd en Wmo Wmo-raden

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans

Samenvatting Gebundelde Krachten

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp

Raadsvoorstel. Koers in het sociale domein. Maatschappelijke participatie kaderstelling Koers in het sociale domein

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015

gelet op artikel 2, artikel 4, artikel 7 en artikel 12 van de Jeugdverordening gemeente IJsselstein 2015;

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, subsidies en inkoop

Kansrijk opgroeien in Lelystad

Stand van zaken beleidskeuzes sociaal domein. Transities & Transformatie Commissie Samenleving 7 oktober 2013

Toelichting stand van zaken decentralisaties sociaal domein. Commissie sociaal domein 9 september 2014

Onderwerp : Verordeningen Wmo en Jeugdhulp BMWE gemeenten 2017

Registratie code : 14B *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere

Kwaliteit. 1 Inleiding. 2 De wettelijke voorwaarden. 2.1 Jeugdwet

Maatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat

Regiemodel Jeugdhulp 2015

Informatiebijeenkomst VGN Stand van Zaken Jeugdwet

Doetinchem, 18 juni Voorstel: Kennisnemen van de stand van zaken Financiële uitwerking RTA Jeugdzorg en de budgetverdeling voor 2015

CL IËNT. Regelt de aanspraak op zorg voor mensen die een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Gemeente Westvoorne AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Beleidsplan 3 Decentralisaties

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

De eerste contouren van de Wmo 2015

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten,

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : Openbaar Onderwerp : Beleidskader Sociaal Domein

Wmo 2015 door Tweede Kamer

Transitie Jeugdzorg. Woerden, 17 oktober 2013

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Bijlage 2 Factsheet en ontwikkelagenda gemeente Ridderkerk

Wmo beleid

Factsheet Wmo Drechtsteden. Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Samen werken aan het Haagse jeugdbeleid Denis Vink, afdeling Jeugd

: 3 december 2013 : 16 december : dhr. J.L.M. Vlaar :

= Besluitvormende raadsvergadering d.d. 19 december 2013 Agendanr.. No.ZA /DV , afdeling Samenleving.

RAADSBESLUIT: BESLUIT:

Aan de raad. Status: ter besluitvorming

Regiobijeenkomst. Wmo februari 2014

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

PGB in de Wmo en Jeugdwet in 2016

Raadsvoorstel Zaaknr:

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties

KANSRIJK OPGROEIEN IN LELYSTAD

Wat is Jeugdhulp? Kaders, uitgangspunten en inkoop, directeur sociaal domein Informatiebijeenkomst Raad 11 oktober 2017

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015

Informatieve bijeenkomst

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

Visie/Uitgangspunten sociaal domein regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

Financiën Sociaal Domein

Medisch specialist ziekenhuis

*ZE9CFF87C44* Raadsvergadering d.d. 25 november 2014

De Wmo en de decentralisaties

Presentatie De nieuwe WMO. Raimond de Prez Wethouder Zorg en Wijken

Jeugd. Sociaal Domein Jeugd Werk Zorg. 1 september 2014, verordening Jeugdhulp

Transcriptie:

Nummer : 12-16.2014 Onderwerp : Kaderstelling beleidsplannen Jeugdzorg en Wmo (en het persoonsgebonden budget) Korte inhoud : De gemeenteraad wordt voorgesteld om kaders te stellen met betrekking tot de beleidsplannen Wmo en Jeugd (en het persoonsgebonden budget). Uithuizen, 22 september 2014. AAN DE RAAD Aanleiding Op 4 december worden de beleidsplannen Wmo, Jeugdzorg en PGB in de raad behandeld. Met dit raadsvoorstel krijgt u de mogelijk om voorafgaand kaders te stellen bij genoemde beleidsplannen. Naast de decentralisaties Jeugdzorg en Wmo is er nog de decentralisatie van de participatiewet. Ook hierover zult u te zijner tijd voorstellen ter besluitvorming ontvangen. Op 1 januari 2015 krijgen gemeenten extra verantwoordelijkheden door de decentralisatie van taken door de rijksoverheid. Deze verantwoordelijkheden hebben betrekking op de drie gebieden: jeugdzorg, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (afgekort: AWBZ) en de participatiewet. De zogenaamde drie decentralisaties (afgekort: 3D). Deze decentralisaties gaan gepaard met flinke kortingen op het budget. De combinatie van nieuwe taken en forse bezuinigingen stelt gemeenten voor een enorme opgave. De gemeenten Bedum, De Marne, Winsum en Eemsmond (afgekort: BMWEgemeenten) zijn zich gezamenlijk aan het voorbereiden op deze decentralisaties en de nieuwe taken, die hun inbedding in het sociaal domein moeten gaan krijgen. De decentralisaties bieden de BMWE gemeenten de mogelijkheid om hulp beter af te stemmen op wat mensen nodig hebben, omdat de gemeenten in de toekomst een breed palet aan zorg en ondersteuning bieden. Daarnaast willen de BMWE- gemeenten meer uitgaan van wat mensen zelf kunnen. De nieuwe uitdaging is om een oplossing te vinden die past bij de mogelijkheden, behoeften en vragen van mensen. In de nota 3 D BMWE staat op hoofdlijnen aangegeven hoe de BMWE gemeenten aan de organisatie en implementatie van deze decentralisaties in het sociaal domein verder vorm en inhoud willen geven. De gemeenteraad heeft op 6 maart 2014 besloten in te stemmen met deze nota. Daarnaast heeft u besloten mee te doen aan het Regionaal Transitie Arrangement. Op basis hiervan zijn momenteel voor de deelgebieden jeugdzorg en AWBZ beleidsplannen (met daaraan gekoppeld het PGB beleid) in voorbereiding. Belangrijk onderdeel van dit beleidsproces vormt de kaderstelling door de gemeenteraad. Met dit voorstel willen we de raad graag in de gelegenheid

2 stellen om kaders te stellen voor de genoemde beleidsvelden. Hiertoe worden onderstaand verscheidene voorstellen aan u voor gelegd. Voor deze kaderstelling liggen de conceptplannen vertrouwelijk voor u ter inzage bij de griffie. Jeugdzorg Gemeenten zijn al een aantal jaren verantwoordelijk voor lokaal preventief jeugdbeleid. Met de decentralisatie van jeugdzorg krijgen gemeenten de verantwoordelijkheid voor alle vormen van jeugdhulp (inclusief jeugdreclassering en jeugdbescherming). Met andere woorden: de gemeenten worden ook verantwoordelijk voor alle zwaardere vormen van jeugdhulp. De nieuwe taken voor de gemeenten bestaan alle uit ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen, psychische problemen en stoornissen, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering en de adviseringen en verwerking van meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling. De wijziging in de jeugdzorg is bedoeld om meer in te zetten op preventie, eigen verantwoordelijkheid en op het benutten van eigen kracht en het sociale netwerk van kinderen en hun ouders zodat er minder zware zorg nodig is. Eigen kracht staat voor het vermogen van individuen om het leven (of situaties) optimaal vorm te geven en problemen op te lossen of draaglijk te maken. Het gaat er om kinderen en jongeren naar vermogen mee te laten doen. De kansen van kinderen en hun opvoeders staan centraal en niet langer de problemen. Investeren in de eigen kracht van gezinnen is de komende jaren een prioriteit voor de BMWE regio. Daarnaast zijn ontzorgen, normaliseren en niet onnodig medicaliseren belangrijke doelstellingen van de nieuwe jeugdwet. Jeugdhulp moet snel en op maat worden ingezet- dicht bij huis- om zo het beroep op gespecialiseerde zorg te verminderen. Dit vraagt om een goede samenwerking rond gezinnen: 1- gezin, 1- plan, 1- regisseur onder andere door het ontschotten van budgetten. Voorts wordt met de jeugdwet het wettelijk recht op zorg vervangen door een jeugdhulpplicht voor gemeenten. Deze jeugdhulpplicht houdt in dat indien een jeugdige hulp nodig heeft, een gemeente deze hulp moet bieden. Een aantal taken op het gebied jeugdzorg is relevant voor het gehele sociale domein en dit vergt afstemming met de overige beleidsterreinen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het ontwikkelen van een goede methodiek om vorm te geven aan 1 gezin- 1 ondersteuningsplan. Ook krijgen gemeenten samen met het onderwijs de plicht om te zorgen voor een goede verbinding tussen het passend onderwijs en de jeugdhulp (op basis van de wet op het passend onderwijs). Passend onderwijs betekent dat scholen een passende onderwijsplek moeten zoeken voor kinderen die dit nodig hebben. Dit biedt kansen om de uitvoering zo dicht mogelijk bij de jeugdige te laten plaatsvinden. Om de eerdergenoemde doelen te bereiken is samenwerking met de overige Groninger gemeenten nodig om enerzijds te voldoen aan wettelijke voorschriften en anderzijds om een kwalitatief hoogwaardige zorginfrastructuur te realiseren. Daarom nemen de BMWE- gemeenten deel aan het Regionaal Transitie Arrangement (afgekort: RTA). Het RTA bevat afspraken tussen de

3 gemeenten in de provincie Groningen en instellingen over de inrichting van het nieuwe, door gemeenten aangestuurde, jeugdstelstel. Het inhoudelijke kader voor het nieuwe jeugdstelsel in de provincie Groningen vormt het Groningen Functioneel Model (afgekort: GFM). Op grond hiervan gaan de Groninger gemeenten en instellingen de transitie en transformatie gemeenschappelijk oppakken. Deze samenwerking maakt het mogelijk om de jeugdzorg te continueren, de infrastructuur te waarborgen en de frictiekosten als gevolg van de transitie te beperken. Het RTA wordt gebruikt om tot 2018 met de aanbieders en de gebruikers toe te groeien naar een nieuw gemeentelijk aangestuurd jeugdstelsel. In de BMWE regio blijft de structuur van het Centrum voor Jeugd en Gezin Noord Groningen (afgekort: CJG) de basis voor de gedecentraliseerde jeugdzorg. Het CJG Noord Groningen werd in 2010 gerealiseerd en bestaat momenteel uit de kernpartners Jeugdgezondheidszorg, Jongerenwerk Barkema & de Haan, MJD, SW&D, MEE Groningen en (tot eind 2014) BJZ. Het CJG Noord Groningen krijgt een belangrijke rol in de signalering en preventie, het leveren van basisondersteuning, casuscoördinatie en in het doorgeleiden naar intensieve zorg. Ook huisartsen, praktijkondersteuners, het onderwijs en voorschoolse voorzieningen zijn belangrijke voor de tijdige signalering van problemen bij jongeren en hun ouders. De BMWE gemeenten vinden het belangrijk dat er een goede verbinding is tussen het CJG Noord Groningen en deze partijen. Daarom wordt er naar gestreefd om de zorgroutes van deze verschillende partners en het CJG Noord Groningen op elkaar af te stemmen. Op wat langere termijn werken de BMWE gemeenten toe naar één integrale toegang voor alle ondersteuningsvragen van inwoners. Het CJG wordt op deze manier door ontwikkeld tot een samenwerkingsnetwerk voor alle basisondersteuning. Voorgestelde kaders Jeugdzorg Gelet op het voorgaande worden de volgende (beleidsmatige) kaders op het deelterrein jeugdzorg voorgesteld: - De komende jaren prioriteit geven aan het investeren in de kracht van gezinnen en het eigen netwerk; - Vragen en problematiek rondom opgroeien en opvoeden zoveel mogelijk de-medicaliseren, ontzorgen en normaliseren van afwijkend gedrag; - Vroegtijdig (jeugd) hulp aanbieden; - Zorgdragen voor vermindering van regeldruk en ruimte bieden aan professionals; - Optimale samenwerking met huisartsen, voorschoolse voorzieningen en het onderwijs; - Op elkaar afstemmen van de zorgroutes van verschillende partners en het CJG Noord Groningen; - Voorkomen van situaties waarin verschillende hulpverleners ongecoördineerd met één gezin bezig zijn; - Basis voor de gedecentraliseerde jeugdzorg blijft de structuur van het Centrum voor Jeugd en Gezin Noord Groningen (afgekort: CJG); - Doorontwikkeling CJG tot een samenwerkingsnetwerk voor alle basisondersteuning; - Uitvoeren van jeugdhulp met de beschikbare (rijks)middelen.

4 AWBZ begeleiding naar de wet maatschappelijke ondersteuning (afgekort: Wmo) Op 1 januari 2015 treedt de nieuwe Wmo 2015 in werking. Hiermee vervalt de huidige Wmo 2007. Met de Wmo 2015 krijgen de gemeenten de verantwoordelijkheid voor de georganiseerde ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen. Hierbij zijn belangrijke uitgangspunten het organiseren van zorg en ondersteuning dichterbij de burger, het meer benutten van de eigen kracht en het sociale netwerk van burgers en het zoveel en zolang mogelijk thuis ontvangen van die zorg en ondersteuning. Om invulling te kunnen geven aan deze nieuwe taken hebben de BMWE gemeenten na overleg met verschillende betrokken partijen het model Wmo 2015 ontwikkeld. Hierin is de toegang tot en de ondersteuning aan de hand van drie niveaus vorm gegeven. De drie niveaus zijn: 1. Het dagelijks leven: Het gaat hierbij om het leven van alle dag en om de burger en zijn sociale netwerk. De BMWE gemeenten willen bereiken dat mensen steeds meer op elkaar kunnen terugvallen. 2. Algemene voorzieningen: Voor veelvoorkomende ondersteuningsvragen worden algemene voorzieningen die voor iedereen beschikbaar zijn ontwikkeld. 3. Maatwerkvoorzieningen: Niet alle inwoners redden het (helemaal) zelfstandig en hebben individuele ondersteuning nodig. Hiervoor worden zogenoemde maatwerkvoorzieningen ontwikkeld. Het kan hierbij gaan om een hulpmiddel, maar ook om professionele ondersteuning. Bij deze maatwerkvoorziening wordt altijd de keuze tussen Zorg in Natura (afgekort: ZIN) en Persoonsgebonden Budget (afgekort: PGB) geboden. De gemeente is verantwoordelijk voor het organiseren van een laagdrempelige toegang tot ondersteuning. De toegang tot ondersteuning bestaat uit een netwerkorganisatie van professionals. De ondersteuning dient snel en efficiënt en dicht bij de burger te worden ingezet. Verder zijn er onafhankelijke cliëntondersteuners die inwoners kunnen helpen bij het formuleren van hun ondersteuningsvraag. In de nieuwe wet is voor bestaande cliënten een overgangsrecht opgenomen. Dit overgangsrecht houdt in dat cliënten die op 1 januari 2015 een geldige indicatie hebben hun zorg en ondersteuning behouden tot de einddatum van deze indicatie, maar uiterlijk tot 31 december 2015. De BMWE gemeenten werken samen met de andere gemeenten in de Provincie Groningen om de continuïteit van de ZIN te borgen binnen het zogenaamde continuïteitsarrangement. In dit arrangement is niet alleen de continuïteit van zorg voor bestaande cliënten geregeld, maar ook voor nieuwe cliënten die zich vanaf 1 januari 2015 tot de BMWE gemeenten wenden voor maatschappelijke ondersteuning. Uitgaande van het arrangement worden zorgaanbieders gevraagd mee te werken aan de transitie van de zorg. Opgemerkt wordt dat het continuïteitsarrangement alleen betrekking heeft op het deel ZIN. Voor inwoners die een PGB ontvangen wordt per 2015 het

5 trekkingsrecht ingevoerd. Dit betekent een wijziging in de uitbetaling. Voortaan wordt het budget beheerd door de Sociale Verzekeringsbank. De BMWE gemeenten zijn zich ervan bewust dat de inwoners met veel veranderingen te maken krijgen met als mogelijk gevolg een opeenstapeling van effecten. De BMWE gemeenten willen voorkomen dat inwoners tussen wal en schip vallen. Daarom zal voor noodhulp worden gezorgd. Dit betekent dat wanneer direct ondersteuning nodig is, deze direct kan worden ingezet. De Wmo loketten van de BMWE gemeenten blijven de laagdrempelige, integrale toegang tot maatschappelijke ondersteuning. De BMWE gemeenten hebben ervoor gekozen om de bestaande voorzieningen in eerste instantie niet te veranderen. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld het algemeen maatschappelijk werk, mantelzorg en vrijwilligersondersteuning in 2015 in de huidige vorm zullen blijven bestaan. Verder dient de ondersteuning van goede kwaliteit te zijn en in veilige omstandigheden en tijdig te worden geleverd. Door de VNG worden verschillende aspecten van de kwaliteit nader uitgewerkt. Hierbij kan gedacht worden aan: inspectie, toezicht, prestatiemeting, klachtrecht en vertrouwenswerk. De BMWE gemeenten wachten deze nadere uitwerking af. De BMWE gemeenten gaan kwantitatieve en kwalitatieve prestatieafspraken met de gecontracteerde zorgaanbieders monitoren. Ook worden periodiek tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd. Een randvoorwaarde voor het aanbieden van een integrale dienstverlening in het kader van de decentralisaties is het kunnen delen van gegevens. Hierbij is het van belang dat inwoners erop moeten kunnen vertrouwen dat de BMWE gemeenten zorgvuldig en op transparante wijze omgaan met persoonsgegevens wanneer zij bepaalde zorg of dienstverlening ontvangen. De privacy risico s voor de inwoners moeten hierbij worden geminimaliseerd. Met betrekking tot gegevensbeveiliging is het uitgangspunt dat de gegevensuitwisseling tenminste voldoet aan de baseline informatiebeveiliging gemeenten. Voorgestelde kaders AWBZ begeleiding naar de Wmo Gelet op het voorgaande worden de volgende kaders voorgesteld: - Model Wmo 2015 vormt de basis waarop de toegang tot de ondersteuning vorm en inhoud krijgt; - Bestaande voorzieningen zoals bijvoorbeeld het algemeen maatschappelijk werk, mantelzorg en vrijwilligersondersteuning behouden in 2015 hun huidige vorm; - Voorkomen dat inwoners tussen wal en schip vallen; - Ondersteuning voor mensen organiseren in samenhang één gezin, één plan, één regisseur; - Zorgen voor een ruim aanbod van ondersteuning voor klanten; - Ondersteuning wordt van goede kwaliteit en in veilige omstandigheden en tijdig geleverd; - Minimaliseren van privacy risico s voor inwoners; - De continuïteit en de kwaliteit van zorg mogen onder het geheel van transitie, transformatie en bezuinigingen niet in het geding komen.

6 Persoonsgebonden budget beleid (in de jeugdwet en Wmo 2015) In de nieuwe jeugdwet en Wmo 2015 zijn bepalingen opgenomen over het persoonsgebonden budget. Zo worden gemeenten verplicht om de mogelijkheid van het PGB te creëren. In tegenstelling tot de Wmo wordt in de jeugdwet gesteld dat de algemene kwaliteitseisen voor zorg geleverd door een jeugdhulpaanbieder ook gelden voor het PGB. Het PGB is naast ZIN een instrument om tot individueel maatwerk te komen en om mensen zoveel mogelijk regie over hun eigen leven te geven. Daarnaast vergroot het PGB de keuzevrijheid. Binnen de wettelijke kaders hebben gemeenten mogelijkheden om eigen keuzes met betrekking tot de PGB s te maken. Op deze manier kunnen gemeenten experimenteren met nieuwe zorgaanbieders en nieuwe vormen van jeugdhulp en ondersteuning. Uitgangspunt van de BMWE gemeenten is een uniform PGB beleid. Dit zorgt voor een soepele overgang van een jeugd- PGB naar een Wmo- PGB wanneer cliënten meerderjarig worden. De BMWE gemeenten verstrekken in principe ondersteuning aan burgers in de vorm van ZIN. Maatwerk kan er om vragen dat de ondersteuning wordt verleend in de vorm van een PGB. Voor zorg die in redelijkheid verwacht mag worden van het eigen netwerk (eigen kracht) wordt geen indicatie en dus geen PGB verstrekt. De gemeentelijke inzet is om de duur van een PGB beschikking afhankelijk van de situatie (maatwerk) te bepalen. Onderdeel van het ondersteuningsplan zijn (tussentijdse) evaluatiemomenten waarbij gekeken wordt of een PGB nog passend is. Het PGB wordt toegewezen op basis van een intensief persoonlijk klantcontact. De hoogte van en eventuele differentiatie binnen de tarieven mogen gemeenten zelf bepalen. Het tarief moet wel toereikend zijn om de zorg en ondersteuning in te kopen. De BMWE gemeenten kiezen er voor om in het overgangsjaar 2015 de tarieven te koppelen aan de ZIN tarieven waarbij geldt dat het PGB budget in redelijkheid toereikend moet zijn en de cliënt in staat moet zijn om te wennen aan de mogelijk lageren tarieven na 2015. Het kiezen voor een PGB dient altijd een bewuste en vrijwillige keuze van de aanvrager te zijn. Gemeenten hebben een verplichting om ervoor te zorgen dat de cliënten worden geïnformeerd over de mogelijkheid om te kiezen voor een PGB en de gevolgen van deze keuze. De informatie moet vindbaar, toegankelijk, betrouwbaar, authentiek en volledig zijn. Met de invoering van de jeugdwet en de Wmo 2015 verandert voor de huidige cliënten de toegang tot en de aanspraak op jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning. De BMWE gemeenten willen zorgvuldig omgaan met de belangen van de huidige cliënten. Daarom zullen de gemeenten in 2015 met alle cliënten in gesprek gaan over hun ondersteuningsbehoefte. Alle cliënten waarvoor het onderzoek uitwijst dat ondersteuning vanuit de Wmo 2015 of de jeugdwet noodzakelijk is krijgen uiterlijk op 1 januari 2016 een nieuwe beschikking. In de periode van het overgangsrecht staat centraal dat de cliënt zijn of haar huidige indicatie met het budget moet kunnen verzilveren. Met andere woorden: de BMWE gemeenten zullen de toegekende PGB rechten in het overgangsjaar respecteren.

7 Voorgestelde kaders Persoonsgebonden budget beleid Gelet op het voorgaande worden de volgende kaders: - uitgangspunt is een uniform PGB beleid; - zorgvuldig omgaan met de belangen van de huidige cliënten; - vindbare, toegankelijke, betrouwbare, authentiek en volledige informatie verstrekken over de mogelijkheid om te kiezen voor een PGB en de gevolgen van deze keuze; - met een PGB worden geen mensen uit het sociaal netwerk gefinancierd, tenzij dit tot betere en meer effectieve ondersteuning leidt; - sturen op cliëntvriendelijke benadering; - de verantwoording voor de besteding van het PGB ligt nadrukkelijk bij de cliënt zelf; - monitoren van de ervaringen met PGB; - inhoud van de zorg niet primair laten bepalen door de beschikbare middelen; - vooralsnog worden geen aanvullende voorwaarden geformuleerd; - vooralsnog geen koppeling van een maximum tarief van het PGB aan het ZIN tarief; - een PGB dient toereikend te zijn; - geleverde zorg is toereikend maar in bijzondere situaties blijft aanvullende maatwerkvoorziening mogelijk; - toezien op juist gebruik van PGB en wanneer hiertoe aanleiding is handhavend optreden zulks met inachtneming van zorgvuldigheid en de situatie van de cliënt; - respecteren van de toegekende PGB rechten in het overgangsjaar. Financiën De budgetten die samenhangen met de nieuwe taken behorend bij de Wmo 2015 worden in 2015 verdeeld op basis van historische uitgaven en maken deel uit van het sociaal deelfonds. Verder is een procentuele verdeling vastgesteld waarbij 16,1 procent beschikbaar is voor onder andere sociale wijkteams, ondersteuning en waardering mantelzorgers en doventolk. Voor continuïteit AWBZ-Wmo is 83,9 procent van de budgetten beschikbaar. De verdeling van het beschikbare budget jeugdwet 2015 vindt plaats op basis van historische gegevens over het gebruik van jeugdhulp op gemeentelijk niveau. Het grootste financiële risico voor de gemeenten ligt bij de PGB s. Cliënten die onder het overgangsrecht vallen kunnen niet gekort worden op hun PGB. Ondertussen laten de cijfers al tekorten zien. Het hoge tekort bij de PGB jeugd is het gevolg van het hoge percentage PGB in de BMWE gemeenten. Hierover dienen zo mogelijk afspraken met het Rijk te worden gemaakt.

8 De tekorten op de PGB's zijn als volgt: 1. Wmo Kosten PGB obv Vektis PGB budget verschil Bedum 619.272 582.438-36.834 De Marne 1.304.824 849.484-455.340 Winsum 878.434 783.404-95.030 Eemsmond 2.213.468 1.591.722-621.746 Totaal 5.015.998 3.807.048-1.208.950 2. Jeugd Tabel 1.3: Resultaat pgb 2015 Gemeente Budgetten 2015 Kosten pgb 2012 Resultaat Bedum 637.212 1.104.641-467.429 De Marne 790.433 1.025.580-235.147 Winsum 1.070.730 2.017.459-946.729 Eemsmond 1.458.840 2.343.457-884.617 Totaal 3.957.215 6.491.137-2.533.922 Bron: Brief gemeenten budgetrekening RTA Voorstel De raad wordt voorgesteld om: in te stemmen met de voorgestelde kaders ten aanzien van de beleidsplannen Jeugdzorg en Wmo (en het persoonsgebonden budget). Burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsmond, M. van Beek, burgemeester B.L. Meijer, secretaris