Speech Keerpuntfestival Tine de Bloois Beste aanwezigen, hartelijk welkom op het Keerpuntfestival. In deze speech richt ik mij vooral op jullie, de professionals in welzijn en zorg. Mijn verhaal begint in Alphen aan de Rijn. Daar was ik ruim 10 jaar geleden directeur bij de Gemeente. Ik werkte er net een paar maanden, toen Savanna overleed. Ik denk dat jullie allemaal het verhaal van Savanna kennen. Een peuter die door mishandeling door haar ouders om het leven kwam, terwijl het gezin al jaren onder toezicht stond. Het werd een voorbeeld van falende jeugdzorg. De eerste reactie van mijn afdeling toen, was: dit is niet een zaak van ons. De jeugdzorg wordt aangestuurd vanuit de provincie, niet door de gemeente. De burgemeester was het daar niet mee eens. Voor hem was het een zaak van de gemeenschap en dus van ons. Er was groot verdriet in de buurt, onder de bevolking. En er waren ook vragen: Hoe heeft dit kunnen gebeuren? En, wat gaan we doen om dit te voorkomen? Er werd een appèl gedaan op ons, de gemeente. Wij konden ons niet afzijdig houden. En zo pakten we als gemeente de regie. We riepen alle partners bij elkaar en spraken af, dat zaken zoals Savanna niet meer zouden voorkomen als gevolg van gebrekkige samenwerking tussen partijen.
In de praktijk betekende dit de start van casusoverleg rond complexe problematiek, waarbij vele partners aanschoven, maar waarbij de gemeente vaak niet kon doorpakken. Maar het begin was er. Die burgemeester had wel vaker complexe problemen, die naar voren kwamen in het overleg met de politie. Dan vroeg hij mij: Tien, pak jij dit eens op. Het ging bijvoorbeeld om een gezin dat met drie kleine kinderen in een caravan woonde in een boomgaard, in de winter zonder verwarming. Of een vrouw die dakloos was en onder de brug sliep. Of een weggelopen tiener, die geen onderdak had. Ik had geen pasklare oplossingen voor deze problemen, maar ik had wel een medewerker en die heette Ria. Ria is een bijzondere vrouw. Zij ziet eruit als een dame, gekleed in mantelpak en op hakken. Zij is van vele markten thuis: kan een minister ontvangen, maar ze zou ook op de markt kunnen staan. Zij is hartelijk en joviaal, maar vergis je niet. Zij weet precies wat ze wil. Zij is een terriër en laat niet los. Samen met Ria bedacht ik CUS: coördinatie urgente situaties. CUS was een klein slim groepje medewerkers, die naast hun gewone werk in de gemeente aan de slag gingen met probleemsituaties. Het waren ervaren medewerkers, die elke keer opnieuw de ruimte namen om oplossingen te vinden. Dat ging in de praktijk niet zomaar. Je moest er echt op af en ter plekke onderzoek doen. En zo sprong Ria in haar auto om naar het gezin in de caravan te gaan. Zij sprong in haar auto naar de woningcorporatie en ging pas weg als zij een oplossing had. De mevrouw die onder de brug sliep, bracht zij zelf in haar auto naar Leiden naar de opvang. Ria was een echte topper; dit werk was haar op het lijf geschreven. Ria kreeg van mij de ruimte om
haar werk te doen, zoals zij dacht dat het moest. En zij had direct toegang tot de burgemeester als dat nodig was. Maar het werk was in de praktijk best lastig, want ieder domein had eigen regels en budgeten, eigen organen die bevoegd waren. Vaak verzuchtten we: kan dat nu niet anders? Sinds 2015 is het anders. De gemeente heeft nu al deze taken en bevoegdheden gekregen van het Rijk. Daarmee wordt één gezin, één plan, één budget en één regisseur mogelijk. Er ligt een enorme kans om het beter te doen: sneller hulp inzetten, dichtbij huis, zoveel mogelijk in de eigen omgeving. Het moet anders en het kan anders: eenvoudiger en slagvaardiger. Hoe krijgen we dat voor elkaar? Wij bevinden ons in een tijdperk van ingrijpende verandering, van transformatie. Transformatie gaat gepaard met onzekerheid, met zoeken naar nieuwe wegen, met falen en opnieuw proberen. Op deze manier leren we nieuwe wegen te vinden. Dat zoeken naar nieuwe werkwijzen gaat niet vanzelf en is niet gemakkelijk. We leren met vallen en opstaan. Als we dat samen kunnen doen, dan kan de transformatie stimulerend en uitdagend worden. Zo kunnen situaties ontstaan waarin we boven onszelf uitstijgen, waarin we zien dat iets lukt, dat we echt vooruitgang boeken. Wat is er mooier dan dat! Hoe kunnen we dat ideaal van eenvoudiger en slagvaardiger hulp bieden nu bereiken? Wij hebben Ria s nodig Ervaren medewerkers met lef, die erop af gaan, die initiatief en eigenaarschap tonen om een probleem op te lossen. Die door gaan als het niet lukt.
Die goed kunnen luisteren, zich in kunnen leven. Die vooral denken in oplossingen en minder in regels. Die kunnen aansluiten bij de mensen waar het om gaat. Die niet opgeven. In de tweede plaats is er steun en back up nodig Van je leidinggevende, die je de ruimte geeft, die je stimuleert en aanmoedigt. Collega s die je terzijde staan, die je helpen met hun kennis en ervaring. Collega s die ook niet opgeven, maar je stimuleren door te gaan. Er is een organisatie nodig die je de middelen geeft om te werken, die kennis voor je ontsluit en je onvoorwaardelijk steunt. En soms een burgemeester of wethouder die optreedt als dat nodig is Ik denk nog vaak aan Ria. Als zij hier was zou zij ons het volgende meegeven: 1. Laat het doel leidend zijn, niet de regels. 2. Pak je ruimte en organiseer je rugdekking. 3. Bijzondere situaties vragen bijzondere maatregelen. Durf af te wijken. 4. Eigenwijs zijn is een talent, koester het! 5. Gebruik je intuïtie en onderzoek wat er aan de hand is. 6. Weerstand is inherent aan verandering. Bij weerstand of tegenstand: ga op zoek naar het gemeenschappelijk belang, probeer verschillen te overbruggen. 7. Trek alle registers aan interventies open, wees inventief. Vermijd de automatische piloot, elke situatie is uniek. 8. Zorg voor een plek waar je kunt uitblazen, je frustraties kunt uiten en samen kunt lachen. 9. Neem de tijd om te reflecteren en te leren van ervaringen.
Afsluiting: de kern van de transformatie De kern van de transformatie ligt niet in andere wetgeving of bevoegdheden. De kern van de transformatie ligt in onze overtuiging dat een andere ondersteuning van burgers mogelijk is. Waarbij burgers zoveel mogelijk in hun kracht blijven, zelf de regie houden of deze regie herwinnen. Wij kunnen hen daarbij ondersteunen. Dat vraagt vertrouwen in de burgers en in onszelf. Ik wens ons toe dat we meer gaan werken vanuit de kracht van onze kennis en praktijkervaring. En dat we minder werken vanuit de macht van onze positie of de macht van regels. Ik hoop dat dit festival ons allen inspireert om de transformatie in de praktijk vorm te geven.