12.0. Vaststellen verslag raadsvergadering van

Vergelijkbare documenten
BESLUITENLIJST RAADSVERGADERING van dinsdag 14 februari 2017

Openbare vergadering van de raad van de gemeente Houten, gehouden op 8 maart 2018 om uur in de raadzaal van het gemeentehuis van Houten

Agendapuntnr.: Renswoude, 27 oktober Nr.: Behandeld door: M.H.T. Jansen Onderwerp: Verordening Tegenprestatie Renswoude 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Oldambt 2016

Gescand archief. Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Van Datum Pfh. Steller tel.nr. Programma Registratie nr. Stuk

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Raadsvoorstel Nummer:

10.0. Voordracht benoeming griffier

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.18 november 2014, nummer: 14/987;

Notitie raadsvragen in soorten en maten

I org MBAN SZ Nr Houten, 11 december 2012 t34 Onderwerp: Notitie aan de slag met behoud van uitkering en tegenprestatie

F. Buijserd burgemeester

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za /DV , afdeling Samenleving;

Voorstel aan : Gemeenteraad van 24 november Door tussenkomst van : Raadscommissie van 11 november Nummer : 62

Nr Houten, 7 februari 2012

Effectrapportage sancties

VOORSTEL AAN DE RAAD. Portefeuillehouder wethouder R. Bergsma

gelet op artikel 36 en artikel 8 lid 2 van de Participatiewet en artikel 2 van de verordening individuele inkomenstoeslag Castricum 2015;

07.0. Notitie aan de slag met behoud van uitkering en tegenprestatie

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Onderwerp : Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Beverwijk

03.0. Verordeningen Wet werk en bijstand aangepast op de wet aanscherping WWB

Praat met de Gemeenteraad Zakboekje voor inwoners en instellingen

Raadsvoorstel. Aanleiding. Datum

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017

Datum: 3 november 2014 Portefeuillehouder: M. Klein

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 13 september 2016 in de raadzaal

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Voorstel voor de Raad

vast te stellen de hierna volgende Verordening tegenprestatie Alkmaar 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie ) De raad van de gemeente Haarlem;

Raadsvoorstel agendapunt

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Peel en Maas

Raadsvoorstel Raadsvoorstel Voorstelnummer: Houten, 2 oktober 2014

VOORSTEL AAN DE RAAD. Uitvoeringsplan Wet Werk en Bijstand Volgnr Portefeuillehouder wethouder B. van Vessem

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HILVERSUM Behorende bij Verzamelverordening inkomensvoorzieningen Hilversum 2016 en artikel 36 Participatiewet

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 11 mei 2010 om uur in de raadzaal

Gemeenteraad Landsmeer

Raadsvoorstel: Onderwerp: Vaststelling Meerjarenbeleidsplan Participatiewet Regio Alblasserwaard- Vijfheerenlanden

Raadsmededeling - Openbaar

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel. Onderwerp: Beleidsplan Participatiewet, zes verordeningen Participatiewet en de Wet maatregelen WWB

Beslispunt: 1. Verordening cliëntenraad sociale zekerheid gemeente Woudrichem 2010 vast te stellen.

Olst-Wijhe, 10 maart 2015 doc. nr.: Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen Olst-Wijhe

: invoering Participatiewet in Oost-Groningen

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Afwezig m.k.:gerard van Krevel (penningmeester), Françoise Vaartjes, Ashley Timmer- Gerdsen(secretaris).

Raadsvoorstel Zeewolde

Concept-Besluitenlijst

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 16 ONDERWERP

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening tegenprestatie Sociale Zekerheid 2015, gemeente Drimmelen

Aan: Het College van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Leiden Postbus PC Leiden

Tegenprestatie naar Vermogen

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet; b e s l u i t :

25.0. Vaststellen verslag van de vergadering van de raad van 9 juni 2015

Openbare vergadering van de raad van de gemeente Houten, gehouden op 27 juni 2017 om uur in de raadzaal van het gemeentehuis van Houten

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 GR Ferm Werk

Toelichting. Bestuurlijke boete

agendanummer afdeling Simpelveld VI- 36 Burgerzaken 19 augustus 2009

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2015/4

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2012/64

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer] gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet;

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 5 april 2017 ALDUS VASTGESTELD 12 APRIL Initiatiefvoorstel raadswerkgroep pilot regelarme bijstand

omdat WerkSaam beleid vast moet stellen over de wettelijke tegenprestatie

Joan de Haan

Praat met de Gemeenteraad

Maassluis. gemeente IMMO. fractie VVD en PVDA Postbus 55 p/a griffie gemeente Maassluis ADV /Z Gemeente Maassluis

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., nummer:. ;

Beleidsregel tegenprestatie Participatiewet 2015

Raadsvoorstel. Agendapunt: 9. Onderwerp: WWB Portefeuillehouder: wethouder I.T.J.M. Wolsing

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet,

Registratienummer: GF Datum: 3 september 2009 Agendapunt: 7

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvergadering : 17 december 2012 Agendanr. 16. Beslispunt De "Verordening Verrekening boete bij recidive Stadskanaal 2013" vaststellen.

HOE WERKT DE GEMEENTE? Het beïnvloeden van beleid en besluitvorming

Vergadernotitie voor de Drechtraad van 16 juni 2010

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014;

overwegende dat het noodzakelijk is om de wijze van verrekening van de bestuurlijke boete bij recidive bij verordening te regelen;

Raadsvoorstel. Ill. Onderwerp: Herijking armoedebeleid

3.0. Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten (Utrecht)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum),

Besluitenlijst raad 26 mei 2016.

College van burgemeester en wethouders gemeente Leiden t.a.v. mevrouw G Diender postbus PC Leiden

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. Participatiewet 2015

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. vast te stellen de VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE.

Raadsbesluit. De gemeenteraad van gemeente Leudal. Agendapunt 8. Gezien het voorstel van het college d.d. 11 november 2014 nummer.

4. Ten aanzien van de conceptmeerjarenbegroting uw zienswijze kenbaar maken aan het bestuur van WOZL.

Transcriptie:

12.0. Vaststellen verslag raadsvergadering van 16-12-2014 Inhoudsopgave 12.0. Vaststellen verslag raadsvergadering van 16-12-2014... 2 Raadsverslag reguliere raad van 16-12-2014... 3

12.0. Vaststellen verslag raadsvergadering van 16-12-2014

12.0. Vaststellen verslag raadsvergadering van 16-12-2014 Raadsverslag reguliere raad van 16-12-2014

V E R S L A G Openbare vergadering van de raad van de gemeente Houten, gehouden op 16 december 2014 om 19.30 uur in de raadzaal van het gemeentehuis van Houten Inhoudsopgave RCV14.015 Inhoudsopgave RCV14.015... 1 Tabel aan- en afwezigen... 2 1. Opening... 3 2. 2014-087 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging tijdelijk benoemd raadslid... 3 3. 2014-088 Ontslag en benoeming commissielid... 3 4. Vaststellen van de agenda... 3 DEBATRAAD... 3 5. 14GR0595 Initiatiefvoorstel fracties D66, CDA, HA!, GroenLinks, VVD, PvdA, SGP en ITH over de aanpak verkeersveiligheid en verkeersoverlast op de Odijkseweg... 3 6. 2014-078 Vaststellen afstemmingsverordeningen Participatiewet en IOAW/IOAZ... 4 7. 2014-079 Vaststellen verordening individuele inkomenstoeslag... 9 8. 2014-068 Startnotitie groot onderhoud en vervanging beheer openbare ruimte (BOR) 2014-2024... 12 9. 2014-075 Het herbestemmen van het woonhuis en de schuren aan de Veerweg 2 in Schalkwijk... 25 SCHORSING... 25 BESLUITVORMENDE RAAD... 25 10. Heropening... 25 11. 14GR0595 Initiatiefvoorstel fracties D66, CDA, HA!, GroenLinks, VVD, PvdA, SGP en ITH over de aanpak verkeersveiligheid en verkeersoverlast op de Odijkseweg... 25 12. 2014-078 Vaststellen afstemmingsverordeningen Participatiewet en IOAW/IOAZ... 25 13. 2014-068 Startnotitie groot onderhoud en vervanging beheer openbare ruimte (BOR) 2014-2024... 25 14. 2014-079 Vaststellen verordening individuele inkomenstoeslag... 26 15. 2014-075 Het herbestemmen van het woonhuis en de schuren aan de Veerweg 2 in Schalkwijk... 27 16. 2014-072 Wet markt en overheid... 27 17. 2014-073 Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs... 27 18. 2014-077 Belastingverordeningen 2015... 27 19. 2014-076 Wijziging gemeenschappelijke regeling VRU... 27 20. 2014-080 Maandelijkse begrotingswijziging december 2014... 27 21. LTM14.10 Vaststellen geactualiseerde lijst openstaande toezeggingen en moties voor de raad van 16 december 2014... 27 22. RCV14.014 Vaststellen van het verslag van de vergadering van de raad van 25 november 2014... 27 23. List14.011 Vaststellen doorlopende lijst van ingekomen stukken en mededelingen voor de raad van 16 december 2014... 27 24. Sluiting.... 27 Bijlage: Toezeggingen... 29

2-29 Voorzitter W.M. de Jong, burgemeester Griffier F.E.H.M. Backerra Tabel aan- en afwezigen Leden Partij Opmerkingen A.M. Dekker-Groen D66 P.A.M. de Laat D66 Aanwezig vanaf 19.57 uur E. van Luling D66 E.M.H. Noteborn-Hendriks D66 P. Steehouwer D66 E.W.O. van Vliet J.C.W. van Doorn-van Bijlevelt F.G.J. van der Meij D66 ITH ITH G. Zandbergen ITH W. Zandbergen ITH Dagniaux, M.G. VVD Y. van Dijk-Hessing VVD E.G.J. Stiekema R.C.P. Vis VVD VVD W. Boersma-Zandbergen CDA J.N. de Jong R.M. Pelleboer E.J. Visser Biesheuvel, A. CDA CDA CDA PvdA J. Dubbink PvdA A.E. van Loon T.E. Corporaal PvdA GroenLinks D.J.P. Jimmink GroenLinks Raadslid na beëdiging onder agendapunt 2 M.G.H.M. Hofstee A.A.F. ten Hoeve D.J. van Hoek HA! HA! ChristenUnie J. Smith-Visser ChristenUnie G. van Leeuwen SGP P. Ooms SGP Wethouders M. van Liere wethouder (D66) H.J.C. Geerdes wethouder (VVD) C. van Dalen wethouder (CDA) J.C.H. Rensen wethouder (PvdA)

3-29 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij meldt dat de heer De Laat heeft aangegeven iets later te zullen arriveren. 2. 2014-087 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging tijdelijk benoemd raadslid De voorzitter meldt dat er een commissie is samengesteld om de geloofsbrieven van de heer Jimmink te onderzoeken, bestaande uit de dames Smith en Boersma als lid en de heer Zandbergen sr. als voorzitter. Hij heropent de vergadering na een korte schorsing om de commissie gelegenheid te geven het onderzoek uit te voeren. De heer Zandbergen sr. deelt mee dat de commissie geen wettig beletsel heeft geconstateerd om de heer Jimmink toe te laten tot de raad en feliciteert van zijn kant de heer Jimmink alvast en hoopt op een goede samenwerking. De voorzitter licht toe dat de heer Jimmink opnieuw toetreedt tot de raad vanwege het zwangerschapsverlof van mevrouw De Groot. De heer D.J.P. Jimmink legt in handen van de voorzitter de verklaring en belofte af en is daarmee beëdigd tot raadslid voor de fractie van Groen- Links. De voorzitter feliciteert de heer Jimmink met zijn benoeming en geeft aan dat hij direct zijn raadszetel kan innemen en volwaardig aan de vergadering kan deelnemen. 3. 2014-088 Ontslag en benoeming commissielid De voorzitter merkt op dat de heer Van de Ruit evenals de heer Jimmink een oude bekende in de raad is. De heer A.W. van de Ruit legt in handen van de voorzitter de verklaring en belofte af en is daarmee benoemd tot commissielid voor de PvdA. De voorzitter feliciteert de heer Van de Ruit met zijn benoeming en wenst hem succes met zijn werk. 4. Vaststellen van de agenda De voorzitter constateert dat de overige fracties kunnen instemmen met een voorstel van ITH om zonder debat over de herbestemming van het woonhuis en de schuren aan de Veerweg 2 te Schalkwijk te besluiten onder agendapunt 15 en agendapunt 9 daarmee te laten vervallen. De agenda wordt aldus vastgesteld. DEBATRAAD 5. 14GR0595 Initiatiefvoorstel fracties D66, CDA, HA!, GroenLinks, VVD, PvdA, SGP en ITH over de aanpak verkeersveiligheid en verkeersoverlast op de Odijkseweg De heer Van Vliet (D66) memoreert dat het voorliggende initiatiefvoorstel van vrijwel alle fracties tweemaal aan de orde is geweest in rondetafelgesprekken, één keer met een volle publieke tribune waarbij veel vragen zijn beantwoord, de tweede keer lag het advies van het college erbij, wat ook is besproken en waar ook vragen over zijn beantwoord. Vanavond wordt het initiatiefvoorstel als sluitstuk in de raad behandeld. Er zit een amendement bij dat aanstonds zal worden verspreid. Met dit amendement wordt gevolg gegeven aan het collegeadvies om het opdrachtgeverschap vanuit de raad onder te brengen bij twee raadsleden, die dit blijven aansturen en tevens als aanknopingspunt voor overleg fungeren voor de onafhankelijk procesregisseur die dit gaat doen in de wijk. In het amendement wordt voorgesteld om de heer Hofstee en hemzelf daartoe aan te wijzen. Verdere toelichting op het initiatief is na de behandeling aan de rondetafel niet nodig tenzij er nog vragen zijn, die hij graag zal beantwoorden. Amendement 055-2014 luidt als volgt: Raadsvoorstelnr.: 14GR0595 Onderwerp: Initiatiefvoorstel Aanpak verkeersveiligheid en overlast Odijkseweg De raad van de gemeente Houten in de vergadering bijeen d.d. 16 december 2014; Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: aan het voorgenomen besluit het volgende beslispunt toe te voegen:

4-29 - 4. Als vertegenwoordiging vanuit de raad, die zal fungeren als opdrachtgever namens de initiatiefnemers, te benoemen de heren Eric van Vliet (D66) en Michel Hofstee (HA!). Ondertekend door Eric van Vliet (D66). De heer Van der Meij (ITH) memoreert dat ITH al sinds 2006 met dit onderwerp bezig is. Hij vraagt of er ook beperkingen zijn aan de mogelijke oplossingen waaraan gedacht kan worden zoals een extra aansluiting op de Rondweg. Is dat soort oplossingen op voorhand uitgesloten? De heer Van Vliet (D66) antwoordt dat een dergelijke oplossing niet op voorhand uitgesloten is. De beide raadsleden zullen het proces ingaan met de procesregisseur, die 3 partijen gaat betrekken: omwonenden, ondernemers en de gemeente. Omdat de gemeente partij in dezen is, fungeert de gemeenteraad als opdrachtgever en kunnen de benoemde raadsleden vanuit de raad inbrengen en aangeven wat er wel en niet kan. Dat wordt vervolgens in het gesprek met de omwonenden en de ondernemers besproken. Uiteindelijk komt daar een bepaald resultaat uit. De gemeente kan dus ook zaken inbrengen, maar het eindresultaat komt in deze raad, die dan kan kijken wat hij met de uitkomsten van dit traject wil. Daarbij zal ook het college als dagelijks bestuur van de gemeente gevraagd worden om advies c.q. een voorstel over wat haalbaar is. De heer Van Hoek (CU) zou de vraag van de heer Van der Meij ook graag beantwoord zien door de wethouder. De afgelopen jaren roerde het college zich stevig wat verkeerskundige oplossingen betreft. Vindt wethouder Van Dalen op dat punt alles mogelijk? Wethouder Van Dalen kan kort zijn over het initiatiefvoorstel na de bespreking in het rondetafelgesprek. Hij waardeert de steun die er voor dit initiatiefvoorstel is, de ChristenUnie heeft het om een of andere reden niet heeft mede ondertekend maar wel aangegeven ook voor te zijn, de steun kan dus raadsbreed genoemd worden en dat werkt wel zo gemakkelijk. Er zijn zoals gezegd geen beperkingen aan de voorkant. Dat maakt deze nieuwe manier van werken ook juist mooi, want ook alles wat in het verleden is bedacht, werkt aan de voorkant niet belemmerend. In die zin zit alles hier in, en zijn de rollen zoals geduid, inclusief die van het college als financieel opdrachtgever en gesprekspartner. Wat hem betreft kan de uitvoering van het initiatief hiermee van start gaan. De raad acht dit onderwerp voldoende besproken voor besluitvorming hedenavond. 6. 2014-078 Vaststellen afstemmingsverordeningen Participatiewet en IOAW/IOAZ De heer Van Loon (PvdA) heeft 3 opmerkingen bij deze verordening. Ten eerste wordt er in de verordening wel heel erg vaak gesproken over "plichten"; mensen in deze doelgroep hebben daarnaast ook rechten. Zo wordt bijvoorbeeld in de verplichtingen sterk ingezet op een eventueel te leveren tegenprestatie. De effectiviteit van een gedwongen tegenprestatie is nihil, zo bleek ook uit een gisteren gepubliceerd onderzoek van een promovendus in Amsterdam: bij de 66 onderzochte personen resulteerde de verplichte tegenprestatie in welgeteld één geval in een vaste baan. In de informatie van WIL staat het uiteindelijk wel goed weergegeven, namelijk dat men naar vermogen moet meedoen aan de samenleving. Dat is de insteek die gekozen moet worden. Het tweede punt waar hij op in wil gaan is de fraude. De ombudsman heeft er enkele weken geleden op gewezen dat het belangrijk is om de verwijtbaarheid te toetsen en geen sancties op te leggen als een cliënt zelf geen invloed heeft op de situatie waaruit zogenaamde fraude ontstaat. De cliëntenraad heeft daar in haar advies ook op gewezen, die aanbeveling wil de PvdA dan ook erg graag nogmaals onder de aandacht van de wethouder brengen. Tot slot is de PvdA wat verbaasd over de gang van zaken rondom dat advies van de cliëntenraad: had dat nu echt niet anders gekund? De PvdA zal het voorstel daarom ook steunen. De heer Dagniaux (VVD) vraagt of de heer Van Loon vindt dat een tegenprestatie per se tot een baan moet leiden. Bij een tegenprestatie kan het ook gewoon gaan om het verrichten van maatschappelijk nuttige werkzaamheden tegenover de uitkering die men ontvangt. De heer Van Loon (PvdA) vindt het belangrijk dat mensen meedoen aan de samenleving; of dat tot een baan leidt of niet is in dit verband wellicht niet zo relevant. Aan de andere kant is dat wel vaak de insteek die wordt gekozen. De boodschap van de PvdA is eigenlijk dat men naar vermogen moet meedoen aan de samenleving. Dat vermogen hangt dus af van de cliënt en niet van de verordening. Mevrouw Smith (CU) heeft hier ook een vraag over. De heer Van Loon spreekt over een verplichting tot een tegenprestatie, terwijl in de reactie van WIL stond te lezen dat zij graag wil "verleiden tot". Ze vraagt of de PvdA daar dan toch nog kanttekeningen bij heeft. De heer Van Loon (PvdA) antwoordt dat dat niet het geval is. De PvdA zal de

5-29 verordening steunen, maar vindt dat de verordening wel heel erg inzet op de plichten. De WIL en de cliëntenraad hebben precies goed aangegeven hoe zij dat willen doen en in de informatie van WIL aan haar cliënten wordt het ook goed weergegeven, daar is de PvdA op zichzelf blij mee, maar met de verordening en de manier waarop die is ingestoken is de PvdA niet zo blij. De heer Dagniaux (VVD) vraagt of hij goed begrijpt dat ook de PvdA niet tegen een eventueel opgelegde tegenprestatie is. De heer Van Loon (PvdA) antwoordt dat de PvdA niet per se tegen een opgelegde tegenprestatie is maar zoals hij al aangaf is de effectiviteit daarvan erg gering tot volledig afwezig, daarom is de PvdA er geen groot voorstander van en gaat zij ervoor dat mensen vooral moeten meedoen naar eigen vermogen: dat vindt de PvdA het belangrijkst. De heer Dagniaux (VVD) zegt dat de VVD vanuit haar kernwaarden sociale rechtvaardigheid belangrijk vindt, voor mensen die dat echt nodig hebben moeten er adequate voorzieningen zijn en blijven. Rechten dienen echter altijd gekoppeld te zijn aan verantwoordelijkheden. De verordeningen die voorliggen, betreffen die verantwoordelijkheden: het is noodzakelijk om expliciet vast te leggen welke consequenties zijn verbonden aan het niet voldoen aan verplichtingen, gekoppeld aan het recht op een uitkering. De VVD vindt het in dezen merkwaardig dat er reeds 12 maanden na een verwijtbare gedraging verjaring optreedt, wat de VVD betreft zou die termijn 3 jaar moeten zijn. Het waarborgen van draagvlak voor voorzieningen voor mensen die dat echt nodig hebben, is hierbij immers gebaat. De VVD zou graag zien dat de wethouder de genoemde termijnen aanpast. Tot slot dient hij ter correctie van een verwijzingsfout in de verordening een amendement in. Amendement 056-2014 luidt als volgt: Raadsvoorstelnr.: 2014-078 Onderwerp: Afstemmingsverordening IOAW/IOAZ De raad van de gemeente Houten in de vergadering bijeen d.d. 16 december 2014; Ondergetekende stelt het volgende amendement voor: - In de Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ WIL in artikel 8 (pagina 3): Hoogte en duur van de Verlaging: De verlaging, bij gedragingen als bedoeld in artikel 8 wordt vastgesteld op te wijzigen in De verlaging, bij gedragingen als bedoeld in artikel 7 wordt vastgesteld op: Ondertekend door Marcel Dagniaux (VVD) en André van Loon (PvdA). De heer Steehouwer (D66) resumeert dat vanavond 2 van de 5 verordeningen in het kader van de Participatiewet ter tafel liggen. Dat de cliëntenraad van WIL op hoofdlijnen positief adviseert over deze verordeningen, is voor D66 een belangrijk punt. In een reactie op dat advies schrijft het algemeen bestuur van WIL dat er zorgvuldig en terughoudend wordt opgetreden in het geval van verwijtbaar gedrag van een cliënt; cliënten worden altijd eerst gehoord voordat ze eventueel een waarschuwing krijgen of er een maatregel wordt genomen. D66 hecht grote waarde aan deze werkwijze. De fractie kan zich goed vinden in de wijze waarop de tegenprestatie ingestoken is: eerst uitgaan van verleiden en niet van verplichten. D66 mist echter in deze verordening een toekomstvisie en een integrale kijk op de Participatiewet. Het meerjaren beleidsplan Werk en Inkomen staat pas volgend jaar op de rol. De belangrijkste opgave van de Participatiewet moet volgens D66 nog ingevuld gaan worden wat betreft thema's als: hoe betrek je bedrijfsleven, MKB-ers, maatschappelijk initiatief en organisaties zoals de Krachtfabriek en Van Houten & Co erbij, om ervoor te zorgen dat er goede en voldoende arbeidsplaatsen komen; wat is de rol van de sociale wijkteams op het gebied van werk en inkomen - meer dan de helft van de sociale wijkteams in Nederland heeft inmiddels een taak op dit gebied; wat is de voorbeeldrol van de gemeente als werkgever; en: hoe kan men omgaan met de mogelijke verdringingseffecten op een krappe arbeidsmarkt. Kortom, D66 stemt wel in met de verordening, maar wil graag een toezegging van de wethouder om het meerjaren beleidsplan Werk en Inkomen zo snel mogelijk te agenderen in de gemeenteraad. Hij vraagt of de wethouder kan aangeven in welke raad dit aan bod komt. De heer Corporaal (GL) constateert dat het echte probleem in Nederland is dat er voor te veel mensen te weinig banen zijn: 100.000 banen op 650.000 werklozen. Van werklozen wordt ver-

6-29 wacht dat zij twee keer per maand solliciteren. Dat zijn 1 miljoen zinloze sollicitatiebrieven, elke maand opnieuw. Toch blijft men van uitkeringsgerechtigden verwachten dat ze zich beter inspannen door te solliciteren op banen die er niet zijn. Dat is frustrerend, demotiverend, en ook gewoon ontzettend stom. Terwijl er een circuit in stand wordt gehouden van training en coachen van werklozen naar banen, worden vacatures ook zonder al deze ondersteuning gewoon ingevuld. In WILskracht no. 4 wordt melding gemaakt van extra banen voor mensen met weinig kans op werk. Dat lijkt goed nieuws, maar is het voor het grootste deel van het klantenbestand helemaal niet. Als je als 55-plusser aanspraak denkt te kunnen maken op deze extra banen, kun je dat vergeten, want de aandacht gaat niet uit naar jou. WIL doet steeds minder voor mensen die wel in staat zijn om te werken, maar geen werk hebben, en daaronder lijden. Het probleem van de werklozen is eigenlijk een probleem van de falende maatschappij. Als men dat uitgangspunt omarmt, geeft men veel meer aandacht aan iemand zonder werk. Afgelopen vrijdag waren wethouder Rensen, collega-raadslid Jane Smith en hijzelf bij een effectevaluatie van de VNG naar het functioneren van de Krachtfabriek, de Houtense vrijplaats voor werkwillenden. Hij ervoer daar opnieuw hoe waardevol het is om mensen te willen zien vanuit het uitgangspunt dat ze belangrijk zijn en meetellen, ook al hebben ze geen werk. De vraag die hier vanavond niet hoeft te worden beantwoord maar wel gesteld moet worden, is dan ook of men langzamerhand niet toe moet naar een heel ander systeem van werkverdeling, of zelfs naar een situatie waarin iedere gezonde Nederlander van 27 jaar of ouder die een uitkering aanvraagt, een basisbeurs krijgt en verder met rust wordt gelaten in plaats van enorm op zijn huid gezeten te worden. De GroenLinks-fractie vindt het fijn dat in de reactiebrief namens het algemeen bestuur van WIL op het advies van de cliëntenraad wordt gesproken van een terughoudend sanctiebeleid. GroenLinks vindt dat de uitkeringsgerechtigden deze informatie dan ook horen te krijgen, maar leest daar in WILskracht niets over. De sussende toon in de brief staat bovendien totaal haaks op de sanctieverordening, die door sommigen met een eufemisme een afstemmingsverordening wordt genoemd. De heer Dagniaux (VVD) vraagt of de heer Corporaal niet met hem deelt dat de bewuste inspanningsverplichting om 2 sollicitatiebrieven per maand te schrijven mensen een juiste training geeft, structuur in hun leven biedt en hen betrokken houdt bij de arbeidsmarkt - ook als er op dit moment geen concrete kans op werk is. Twee of zelfs vier sollicitatiebrieven schrijven per maand, is dat nu zo'n opgave - zo vraagt hij. De heer Corporaal (GL) geeft aan het antwoord op deze vraag te zullen meenemen in zijn betoog. In het rapport "Geen fraude, toch boete" heeft de nationale ombudsman recentelijk gewezen op het opleggen van disproportionele boetes door uitvoeringsinstanties, waaronder gemeentelijke sociale diensten. Voor betrokkenen zijn deze boetes onbegrijpelijk: als je vergeet te solliciteren of niet kunt bewijzen dat je het hebt gedaan, wordt je gestraft. Heb je iets verkeerd begrepen, of beschik je nog niet over de juiste informatie, of ben je een paar dagen te laat zijn door omstandigheden, dan wordt je gestraft. Als je die mensen zwaar aanpakt, leidt dat tot onzekerheid en wantrouwen richting de overheid. Hoge boetes leiden juist tot apathie en woede en ontmoedigen de gewenste gedragsveranderingen. De heer Dagniaux (VVD) vraagt of de heer Corporaal niet ook vindt dat als er regels zijn, die gehandhaafd moeten worden. De heer Corporaal (GL) antwoordt dat de heer Dagniaux uit zijn betoog kan afleiden dat GroenLinks vindt dat men naar een ander systeem toe moet, waarbij men niet verder gaat op de weg van plichten, plichten, plichten, maar meer het model van welzijn nieuwe stijl gaat volgen waarbij werkwillenden ondersteund worden. De heer Dagniaux (VVD) stelt een wedervraag. Als je het niet eens bent met het systeem van stoppen voor rood licht, moet je dan gewoon maar door rood licht gaan rijden om dat systeem veranderd te krijgen? De heer Corporaal (GL) antwoordt dat het systeem op dit moment zo zwaar wordt gemaakt dat wanneer iemand door rood licht rijdt, zijn uitkering wordt afgepakt. Er worden buitenproportionele sancties tot 100% van een hele maanduitkering in het vooruitzicht gesteld. Weliswaar zegt de wethouder in zijn brief sussend dat WIL die sanctie van 100% niet zal opleggen en dat WIL wil verleiden en verlokken, maar laat men dat dan doen in de verordening - dat gebeurt nu niet. De heer Van Loon (PvdA) heeft moeite met het feit dat de heer Corporaal een systeemverandering voorstelt. Dat is op de schaal van Houten helemaal niet aan de orde. Aan de orde is het vaststellen van de verordening. Daarmee zal het systeem niet veranderen. Hij vindt het betoog van de heer Corporaal een beetje een praatje voor de vaak. De heer Hofstee (HA!) deelt deze opmerking van de heer Van Loon. De heer Ooms (SGP) kreeg in het rondetafelgesprek van de cliëntenraad geen antwoord op de vraag naar een voorbeeld van buitensporige sanctionering van de kant van WIL. De stevige taal van GroenLinks lijkt niet gebaseerd op concrete casussen. De heer Dagniaux (VVD) denkt dat de heer Corporaal rechthebbenden op uitkeringen geen dienst bewijst door op deze manier het systeem ter discussie te stellen. Alle partijen

7-29 vinden dat er een sociaal vangnet moet zijn. Met wat GroenLinks aan het systeem veranderd wil zien, bestaat er kans dat het draagvlak voor dat vangnet afbrokkelt. Verder benadrukt hij dat de verordening sancties alleen in het vooruitzicht stelt; hij zou het met de heer Corporaal eens zijn als men deze sancties achteraf met elkaar zou afspreken. De heer Corporaal (GL) antwoordt dat raadsleden ook politici zijn, zij kunnen het beleid wat Den Haag oplegt opduwen maar ook omver duwen. Als beleid wat Den Haag oplegt verkeerd is, moeten raadsleden het signaal afgeven dat het anders kan. En het kàn anders. GroenLinks is ervan overtuigd dat WIL als sociale dienst ook voor positieve activering van mensen is, maar ervaart dat niet uit de daden en de concreet voorliggende sanctieverordening. Als men als gemeente positief gedrag beloond wil zien moet positief nieuws ook gemeld worden, maar de nieuwsbrief van WIL meldt helemaal niets over mensen die aan een baan gekomen zijn; die gaat alleen over plichten en wat je moet doen om aan een uitkering te komen. Afrondend, vindt hij het tijd om te erkennen dat het idioot is om dit systeem in stand te houden. GroenLinks denkt dat de afstemmingsverordening eerder participatie ontmoedigt en mensen zich doet afkeren van de samenleving. Er zijn steeds meer daklozen, ook dit jaar weer, mensen van wie de uitkering niet meer hoeft, die het zelf verder wel bekijken. Zijn ex is één van hen, en hij is daar oprecht geëmotioneerd over. Zij wil niets meer met de maatschappij te maken hebben en gaat maar ergens op het platteland wonen. Hun kinderen hebben het nakijken. GroenLinks stemt tegen de afstemmingsverordening. De heer Dagniaux (VVD) wil los van individuele emoties nogmaals ferm afstand nemen van het betoog van de heer Corporaal. Hij betwijfelt of de heer Corporaal de rechthebbenden hiermee een dienst bewijst. Dit soort geluiden kan leiden tot onzekerheid en afbrokkeling van draagvlak voor het systeem van uitkeringen voor mensen die die juist zo nodig hebben. De heer Corporaal (GL) vraagt of de heer Dagniaux echt denkt dat 25 sollicitatiebrieven per jaar versturen nog steeds goed is om mensen die al 4 jaar zonder werk zitten en geen enkele keer voor een nader gesprek zijn uitgenodigd te blijven motiveren, als 55-plusser. Hij denkt dat de heer Dagniaux en hijzelf echt een andere taal spreken en niet tot elkaar komen. De heer Dagniaux (VVD) vraagt of hij hieruit moet begrijpen dat de heer Corporaal de categorie 55-plus wil afschrijven. De heer Corporaal (GL) hoopte duidelijk te hebben gemaakt dat hij die mensen juist wil omarmen, welkom wil heten in de maatschappij, wil uitnodigen om mee te doen niet via sanctioneringen maar door ze aan te moedigen en goede initiatieven vanuit die groep positief in het licht te zetten. Sociale diensten zouden de wijze waarop vrijwilligerswerkers zich inzetten moeten omarmen en daar positief over berichten. Daar ziet hij nog helemaal niets van terug. De heer Ooms (SGP) snapt dit betoog en ook dat de huidige regeling niet altijd leidt tot werk. Hij weet hoe frustrerend dit voor bijvoorbeeld zijn schoonvader is, die zonder werk zit. Men moet de verplichting ook flexibel zien, een netwerkbijeenkomst zou bijvoorbeeld ook een vinkje moeten kunnen opleveren bij een uitkeringsinstelling. Bij de verordening gaat het om een breed palet van gedragingen van mensen die echt over de schreef gaan, zoals mensen die schreeuwen of zich gewelddadig uiten aan het loket en dergelijke. Deze verordening is bedoeld juist om dat soort gedragingen niet te tolereren. Je moet ergens een lijn trekken. Hij is het helemaal met de inzet van de heer Corporaal eens dat dit anders zou moeten, maar bijvoorbeeld als het gaat om de actie van de heer Corporaal om meer Nederlanders aan het werk te krijgen in de fruitsector, moet men constateren dat die gewoon niet te vinden zijn. Dus ergens is lichte dwang nodig om Nederlanders werk te gaan laten doen wat ze vertikken te doen. Hij pleit er wel voor om een bepaalde balans te houden. De heer Corporaal (GL) zou akkoord gaan met de verordening als beide elementen daarin in balans waren. De fractie van GroenLinks vindt de balans de laatste jaren echter te ver doorgeschoten naar de kant van de plichten en vindt het daarom tijd voor een grens. Zijn pleidooi was emotioneel, maar hij vindt dat ook echt. Mevrouw Smith (CU) begrijpt het pleidooi van de heer Corporaal voor welzijn nieuwe stijl en vraagt of de heer Corporaal naast het goede dat al gebeurt in vrijwilligerswerk nog andere lichtpuntjes kan aanwijzen die wel in deze verordening zitten. De heer Corporaal (GL) ziet lichtpuntjes in de maatschappij ontstaan, maar eerder ondanks de gemeente en buiten de gemeente om, dan dankzij en bij de gemeente. De heer W. Zandbergen (ITH) constateert dat de voorliggende verordening geheel conform de landelijke wetgeving is en er vanuit dat perspectief gedegen uitziet. Wel is ITH met de cliëntenraad van oordeel dat het voorstel zich sterk richt op de plichten en niet op de rechten. Dat is weliswaar conform de wet, en ITH is ook voorstander van handhaving, maar vraagt de wethouder toch om bij de uitvoering rekening te houden met schrijnende gevallen, zoals verwoord door de nationale ombudsman. Zo wordt voorkomen dat goedwillende inwoners verder in de problemen geraken, wat niet alleen slecht is voor de betrokken inwoners, maar ook niet

8-29 goed is voor de gemeente Houten. ITH vraagt of de wethouder dit kan toezeggen. Zijn tweede en laatste punt is dat de inspanningsverplichting van de uitkeringsgerechtigde wat ITH betreft noodzakelijk is en ook logisch als er voldoende werkgelegenheid is. Gelet op de huidige economische laagconjunctuur betekent het vragen van een inspanningsverplichtingen aan uitkeringsgerechtigden ook een inspanning van de gemeente. Indachtig het advies van de Raad van State bij de invoering van de Participatiewet vraagt ITH zich af hoe men als gemeente invulling gaat geven aan het arbeidsmarktbeleid in relatie tot deze verordening; dat is immers van grote invloed op het gemeentelijke re-integratiebeleid. Ten aanzien daarvan sluit ITH zich graag aan bij de opmerking van D66, die dit afzet tegen het meerjarenperspectief en -beleid werk en inkomen. De heer Ooms (SGP) vindt de vraag van de heer Zandbergen voor schrijnende gevallen terecht, maar is benieuwd of de heer Zandbergen concrete aanwijzingen heeft dat WIL daar op dit moment niet goed mee omgaat. De heer Zandbergen (ITH) antwoordt dat hij zelf bij een grote uitvoeringsorganisatie werkt. In elke uitvoeringsorganisatie komen schrijnende gevallen voor c.q. kunnen die zich in de toekomst voordoen, zegt ook de nationale ombudsman. Het enige wat ITH van de wethouder vraagt, is om daar alert op te zijn. Wethouder Van Dalen resumeert dat de vaststelling van de verordening voorligt maar is ook blij met de vele vragen die naar voren komen over het totale beleid van WIL. Hij wijst er, ook in antwoord op de vraag van de heer Steehouwer, nogmaals op dat dit alles in het eerste kwartaal van 2015 aan de orde zal komen bij het meerjaren beleidsplan van WIL, inclusief nog vrij nieuwe onderwerpen zoals tegenprestatie, onbeschut werk en dergelijke. Er wordt nog even naar de beste vorm gezocht gelet op de vele discussie die daar terecht nog over is. Met deze herhaalde toezegging wil hij een aantal onderwerpen dat vanavond gepasseerd is tot dat moment parkeren. De term "afstemmingsverordening" is misschien wat misleidend maar het gaat dus om de verordening die wordt toegepast op het moment dat verwijtbare gedragingen worden geconstateerd bij mensen die een uitkering ontvangen. Inderdaad gaat het in dezen over plichten. Het stelsel van uitkeringen hangt aan elkaar van draagvlak. Dat heeft te maken met plichten en overigens vooral ook vele rechten. Op het moment dat er verwijtbare gedragingen gepleegd worden, wordt er een sanctie toegepast en moet dat ook gewoon gebeuren. Hoe dat gebeurt en in welke mate, staat in de verordening. Het is echter niet zo dat dit maar makkelijk wordt toegepast. Hij proeft dat uit het betoog van de heer Corporaal, maar dat is helemaal niet aan de orde. Hij maakt ook bezwaar tegen het beeld wat de heer Corporaal neerzet van WIL als het om de toepassing van deze sancties gaat. Langs de lijnen van doelmatigheid en rechtmatigheid wordt, als er aanleiding bestaat om dat te onderzoeken, een dossier aangelegd en vinden gesprekken plaats. Betrokkene wordt een aantal keren uitgenodigd om bewijsstukken te overleggen. Als de eindconclusie is dat er een verwijtbare gedraging is gepleegd, wordt er een sanctie toegepast; de mate waarin staat zoals gezegd in deze verordening. Dat doet een ambtenaar - zo kwam in het rondetafelgesprek ook nog even aan de orde - niet op eigen houtje, maar geschiedt via het 4 of 6 ogen principe: er kijkt iemand mee. Er wordt dus niet zomaar gesanctioneerd. Hij kan ook melden dat het percentage toepassingen van sancties bij WIL ver onder het landelijk gemiddelde ligt, WIL valt dus zeker niet te kenschetsen als een hardvochtige organisatie die er maar op uit is om fraudes te bestraffen. Wel is het zo - zoals de minister ook aan de Kamer heeft geschreven naar aanleiding van de gevallen waarover de Nationale Ombudsman heeft gerapporteerd - dat de nadruk nog teveel heeft gelegen op de kleinere gedragingen en te weinig op de opzettelijke fraude. De minister gaat de wetgeving daar ook op aanpassen. In de verjaringstermijnen - die de heer Dagniaux aan de orde stelde - zit ook dat onderscheid. Voor de feiten die het bij deze verordeningen betreft, geldt een termijn van een jaar. Daarbij moet ook in ogenschouw genomen worden wie het betreft, want sancties toepassen bij mensen die al weinig geld hebben, heeft nadrukkelijk meer gevolgen dan dat bij anderen zou kunnen hebben. Als het gaat om zwaardere gedragingen en opzettelijke fraude komt men al snel in het strafrecht terecht en is deze verordening niet van toepassing maar komt de sociale recherche om de hoek kijken. Hij zou er zelf niet voor voelen om de termijn van 1 jaar op te rekken naar 3 jaar, dat is bij deze categorieën toch wel erg lang. Tegenprestatie en andere onderwerpen komen dus in het eerste kwartaal van 2015 aan de orde. Hiermee heeft hij ook opnieuw aangegeven wat hij vindt van het advies van de cliëntenraad als het gaat om de rechten en plichten. De heer Corporaal (GL) vindt de woorden van de wethouder opnieuw geruststellend, tegelijkertijd blijft de tekst van wat voorligt, dat niet. GroenLinks zou het op prijs stellen als de wethouder toezegt om ook in de rapportage te laten zien welk percentage er bij sancties op de uitkering is ingehouden op individueel niveau. GroenLinks hoopt dan te kunnen zien dat dat meevalt, maar wil dat wel graag kunnen controleren. Wethouder Van Dalen ant-

9-29 woordt dat hij uiteraard geen casuïstiek kan aanreiken. In de kwartaalrapportage die de raad heeft gekregen, staat te lezen om hoeveel gevallen het gaat en welk bedrag ermee gemoeid is. Dat zijn de indicatoren die nu gerapporteerd worden. Hij kan wel kijken of aanscherping van de kwartaalrapportage op het punt van de toepassing van de verschillende categorieën uit de verordening mogelijk is, maar nooit boetepercentages terugkoppelen tot op individueel niveau. De heer Dagniaux (VVD) hoorde in de discussie van zojuist en ook bij de wethouder de opmerking dat een uitkeringsgerechtigde een sanctie harder voelt. Zijns inziens is het wezen van een sanctie, dat je die voelt. De verordening is helder. Mensen kunnen dat ook weten, worden daar naar hij aanneemt, ook op gewezen door WIL. Op het moment dat iemand toch willens en wetens een regel overtreedt, heeft dat consequenties. Met hardvochtigheid heeft dat zijns inziens niets te maken. De heer Corporaal (GL) vraagt of de heer Dagniaux wel beseft welke consequentie een sanctie heeft voor degene die dit treft. De heer Dagniaux (VVD) hoopt dat betrokkene de volgende keer beter gaat opletten. De heer Corporaal (GL) vraagt of de heer Dagniaux kan voorrekenen waar betrokkene dan van moet leven. De heer Dagniaux (VVD) vindt niet dat WIL die vraag hoeft te beantwoorden. De regeling is klip en klaar. Mensen hebben allerlei rechten. De wethouder geeft terecht aan dat deze verordeningen gaan over plichten. Hij weet niet of de heer Corporaal het woord "plicht" vervelend vindt, maar bij rechten horen volgens hem gewoon plichten. Op het moment dat je je willens en wetens niet aan een plicht houdt heeft dat consequenties, en moet je die voelen. Daar ben je zelf bij. De heer Corporaal (GL) wil hierover als laatste opmerking kwijt dat wanneer je volgens WIL de inspanningsverplichting overtreedt om arbeid te verkrijgen, je volgens de verordening voor 100% gekort kunt worden op je uitkering oftewel één hele maand uitkering. Als je leeft van een uitkering, heb je geen vet op de botten, kom je gelijk in de problemen door die ene maand. Als de heer Dagniaux zegt dat betrokkene dat dan zelf maar op moet lossen, betekent dat dan dat betrokkene maar moet gaan stelen of zo? De heer Dagniaux (VVD) vindt dit stemmingmakerij. Iemand die strafrechtelijk de regels overtreedt, gaat de bak in. Dat heeft ook allerlei consequenties voor zijn of haar gezin, voor mensen die daar niets aan kunnen doen. Daar kan men echter vervolgens niet het systeem op inrichten. Tegenover een overtreding staat een sanctie. De voorzitter stelt vast dat de heren Corporaal en Dagniaux hierin duidelijk van mening verschillen, wat eigenlijk ook niet verwonderlijk is gelet op hun politieke achtergronden. Hij geeft de wethouder gelegenheid hierover eventueel nog iets te zeggen. Wethouder Van Dalen wil nog opmerken dat wat voorligt, niet voor niets afstemmingsverordening heet. De sanctie wordt afgestemd op de personen die het betreft. Er kan geen misverstand over zijn dat sancties gevoeld zullen worden, zo werkt dat met sancties. Tot slot dankt hij de heer Dagniaux voor zijn opmerkzaamheid ten aanzien van de verordeningtekst. Met amendement 056-2014 kan het foutje dat er nog in zat, hersteld worden. De raad acht dit onderwerp voldoende besproken voor besluitvorming hedenavond. 7. 2014-079 Vaststellen verordening individuele inkomenstoeslag De heer Dagniaux (VVD) heeft bij het vorige agendapunt al aangegeven dat de VVD hecht aan adequate voorzieningen voor hen die dat echt nodig hebben. Wel is de VVD, evenals tijdens het debat over de collectieve ziektekostenverzekering, alert op de opeenstapeling van kortingen, toeslagen en tegemoetkomingen, met name met het oog op de zgn. armoedeval. Opvallend in het voorstel is dat mensen die op de peildatum een opleiding volgen of hebben gevolgd, blijkbaar per definitie niet in aanmerking komen voor deze toeslag. De VVD vindt dit niet bepaald een positieve prikkel om een opleiding te volgen, terwijl dat bijna per definitie de manier is om verderop te komen en je kansen te vergroten. Hij vraagt een reactie van de wethouder daarop. De heer Van Loon (PvdA) zegt dat de PvdA deze verordening zal steunen, maar wel met een amendement drie kleine wijzigingen voorstelt. De PvdA zou ten eerste de peildatum gewijzigd willen zien, om te zorgen dat mensen de toeslag kunnen aanvragen als ze zien aankomen dat ze daar recht op gaan hebben. Als de verordening wordt vastgesteld zoals die voorligt, wordt een dergelijke vroegtijdige aanvraag afgewezen omdat de peildatum dan nog niet bereikt is, en dat zou jammer zijn. De aanvrager kan het op die manier plannen. De tweede wijziging is een vrij technische: de bepaling dat het dagelijks bestuur van WIL een formulier kan vaststellen. Dat was in het collegevoorstel niet helemaal duidelijk. De derde wijziging, tot slot, betreft Art. 6. Zoals dat nu voorligt kan het bestuur van WIL in feite de hele verordening buiten wer-

10-29 king stellen. Dat kan niet de bedoeling zijn geweest. Daarom stelt de PvdA voor om die verordening buiten werking te stellen in individuele gevallen. Amendement 057-2014 luidt als volgt: Raadsvoorstelnr.: 2014-079 Onderwerp: Verordening individuele inkomenstoeslag De raad van de gemeente Houten in de vergadering bijeen d.d. 16 december 2014; ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: De onder punt 1 genoemde verordening als volgt aan te passen: 1. In artikel 1: peildatum: datum waarop een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt te vervangen door: peildatum: datum waarop in enig jaar het recht op de individuele inkomenstoeslag ontstaat ; 2. In artikel 2: een door het dagelijks bestuur vastgesteld formulier te vervangen door een door het dagelijks bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom vastgesteld formulier ; 3. In artikel 6: Het dagelijks bestuur van Werk en Inkomen kan de artikelen 3 en 4 buiten toepassing laten te vervangen door Het dagelijks bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom kan de artikelen 3 en 4 in individuele gevallen buiten toepassing laten ; en deze wijzigingen mee te nemen in de toelichting op de verordening. Ondertekend door André van Loon (PvdA). Mevrouw Smith (CU) begrijpt het verhaal over de peildatum nog niet helemaal. De heer Van Loon (PvdA) antwoordt dat mensen kunnen zien aankomen dat zij op een bepaalde datum 3 jaar een minimaal inkomen hebben gehad. Volgens de verordening zoals die voorligt, zouden ze echt moeten wachten totdat de peildatum is bereikt, terwijl ze met dit amendement gefaciliteerd worden om de aanvraag alvast in te dienen. Als de peildatum ingaat, kan de toeslag ingaan. Zodoende kunnen mensen daar van tevoren op plannen. Mevrouw Smith (CU) concludeert dat puur wordt beoogd dat men niet hoeft te wachten op de toeslag, immers, men krijgt die anders met terugwerkende kracht uitgekeerd. De heer Van Loon (PvdA) beaamt die conclusie. De heer Dagniaux (VVD) vraagt de heer Van Loon of dit niet een verkeerd signaal kan zijn aan mensen die zien aankomen dat ze bijvoorbeeld over 4 of 5 maanden 3 jaar langdurig werkloos zijn, om zich daar in het zicht van deze toeslag maar bij neer te leggen. De heer Van Loon (PvdA) sluit dat niet uit, maar schat in dat de burgers van Houten daar anders tegenaan kijken. De heer Corporaal (GL) vraagt of hij correct begrijpt als strekking van dit amendement dat mensen die al 2 tot 2,5 jaar van een uitkering leven eigenlijk al aan het eind van hun middelen zijn, dringend extra budget nodig hebben en zich de maand overbrugging tot de uitbetaling met terugwerkende kracht niet meer kunnen veroorloven. De heer Van Loon (PvdA) kan zich goed voorstellen dat dergelijke situaties zich voordoen, daarom pleit de PvdA-fractie ervoor om de toeslag toe te kennen du moment dat daar recht op ontstaat. De heer Ooms (SGP) resumeert dat mensen in de bijstand het niet breed hebben en er daarom allerlei regelingen zijn om hen en, indien aanwezig, hun kinderen, bij te staan en mogelijkheden te geven actief te participeren in de samenleving. Recentelijk heeft de raad een besluit genomen over een collectieve verzekering; in 2014 was er de koopkrachttegemoetkoming, je hebt de U-pas, en voor mensen met kinderen is er de tegemoetkoming in de kinderopvang en de schoolkosten. Verder is er in speciale gevallen de bijzondere bijstand, en laat men ook particuliere initiatieven niet vergeten, zoals de voedselbank. De SGP stemt in met voorliggend voorstel om mensen die 3 jaar of langer in de bijstand zitten, een inkomenstoeslag te geven, zij vindt een vangnet voor de kwetsbaren belangrijk. De SGP wil twee opmerkingen plaatsen. Deze regeling is echt bedoeld voor minima tot 110% van het sociaal minimum. Waarom gaat de SGP nu tot 110%, terwijl zij onlangs nog voor een motie stemde om minima tot 130% van het sociaal minimum bij te staan met een collectieve verzekering? Bij dat laatste ging het om een risicoafdekking, terwijl het nu om een toeslag gaat. Dat is een wezenlijk verschil. Er zijn mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt die van minder moeten rondkomen dan mensen in de bijstand, omdat ze geen beroep mogen doen op alle regelingen die er voor mensen in de bijstand zijn. De SGP vindt het evenwicht in het voorstel daarom voldoende geborgd, en zal voor het voorstel stemmen. De heer Corporaal (GL) constateert dat veel gemeenten de toeslag beperken tot de categorie bijstandsgerechtigden tot 110% van het sociaal minimum,

11-29 net zoals de heer Ooms bepleit. De cliëntenraad adviseert echter toch om vooral te kijken of dat niet hoger kan, en in Houten zijn de huren ook behoorlijk prijzig. Mensen komen dus ook eerder in de problemen. Ook als men op 120% van het sociaal minimum zit, houdt men niet veel besteedbaar inkomen over. Er zijn steden waar de huren veel schappelijker zijn. Hij legt de heer Ooms voor of dat geen reden is om toch niet een beetje ruimer te gaan kijken. De heer Ooms (SGP) geeft toe dat de huren hoog zijn, maar wijst er nogmaals op dat er ook mensen met werk zijn die aan de onderkant zitten terwijl ze niet met allerlei regelingen geholpen worden, zoals bijstandsgerechtigden. De heer Dagniaux (VVD) zegt dat de VVD het uiteraard geheel met de SGP eens is om de toeslag te beperken tot de categorie bijstandsgerechtigden tot maximaal 110% van het sociaal minimum, maar vindt het niet erg consistent dat de SGP die 110% nu wel hanteert en dat bij de collectieve ziektekostenverzekering niet deed. De heer Ooms betoogt wel dat het om risicoafdekking gaat, maar of je nu een tegemoetkoming in een premie geeft of een toeslag op het inkomen, maakt netto in euro's inkomen niet veel uit. De heer Van Loon (PvdA) vraagt zich ook af welke mensen een zodanig laag salaris hebben dat zij onder de bijstandsnorm komen. Is deze toeslag niet ook voor die categorie bedoeld? - zo vraagt hij de heer Ooms of wellicht eerder nog de wethouder. De heer Ooms (SGP) denkt niet dat de VVD en de SGP het erg oneens zijn, hij legde al uit dat als je zorgkosten hebt, je daar niet voor kiest: dat is een risico, terwijl het hier om een toeslag gaat. De heer Van der Meij (ITH) merkt, enigszins terzijde, op dat blijkens een artikel in een NRC van vorige week van de hand van wethouder Van Dalen het toenemend aantal vluchtelingen in Houten de gemeente 150.000,- meer zal kosten dan zij daar van het Rijk voor krijgt. Hij vraagt of dat op deze toeslag betrekking heeft. De heer Corporaal (GL) betreurt het dat er niet toch gekeken is naar verruiming van de doelgroep tot minima op 120% van het sociaal minimum. GroenLinks is wel blij dat het armoedeonderzoek begin volgend jaar wordt geagendeerd en zou dan heel graag onderzoeken of het wel verruimd kan worden. Op dit moment zit het er dan dus even niet in. Wethouder Van Dalen antwoordt dat de vraag over de opleiding te maken heeft met het perspectief op inkomensverbetering. Iedereen heeft altijd een opleiding gevolgd, maar in de individuele casus wordt gekeken of er recentelijk een opleiding is gevolgd en of dat vertaald kan worden als perspectief op inkomensverbetering. Dit is wat hij er in algemene zin op kan antwoorden, op individueel niveau kan hij het nu niet bekijken. De discussie over de doelgroepgrens van 110% van het sociaal minimum en hoger volgt zoals gezegd later, juist ook omdat je dat percentage niet bij elke verordening of regeling apart bekijkt, maar altijd in samenhang met andere regelingen. De ene regeling laat wel een verhoging van die grens toe, de andere niet. Je moet het stelsel van regelingen altijd in zijn onderlinge samenhang met bijbehorende effecten bekijken. De kwestie van de vluchtelingen die aan de orde kwam in het artikel in de NRC is inderdaad een zijpad, heeft met de voorliggende verordening niets te maken. Als daar al financiering bij moet, komt dat niet uit deze regeling. De heer Dagniaux (VVD) is met betrekking tot het antwoord over de opleidingen nog niet geheel overtuigd. Hij vraagt de wethouder om in te gaan op de zinsnede "die een opleiding volgen of gevolgd hebben". Het kan niet zo zijn dat iemand die ooit een opleiding gevolgd heeft, daarmee per definitie niet meer in aanmerking komt voor wat voor toeslag dan ook. Wethouder Van Dalen zei al dat dit in zijn algemeenheid niet kan worden gesteld, maar de verordening ziet er ook op dat je in individuele gevallen kijkt of het perspectief op inkomensverbetering ook aan de orde is. Daar hoort ook opleiding bij als specifiek voorbeeld, zeker als je die nu volgt, want dan heb je, zo is de veronderstelling, perspectief en dat geldt ook voor recente opleidingen die gevolgd zijn. Het kan niet zo zijn dat je alleen maar als je een opleiding volgt, dat perspectief hebt. Dat perspectief heb je ook als je recentelijk een opleiding hebt gevolgd. De heer Dagniaux (VVD) zegt dat de VVD voor een duidelijke verordening is met duidelijke taal. De VVD vindt de verordening ook grotendeels wel duidelijk, maar vindt dat de wethouder hier wat onduidelijkheid laat ontstaan. Hij kan wat in de verordening staat, gewoon niet anders lezen als dat men een opleiding - gefinancierd door een bepaalde regeling - volgt of gevolgd heeft. Er staat niet bij "recentelijk gevolgd" of "een half jaar geleden heeft gevolgd". Hier ontstaat zijns inziens duidelijk een grijs gebied. De heer Corporaal (GL) zou meteen de vertaalslag willen maken of de wethouder positief kan staan tegenover een amendement waarin het laatste stuk over "gevolgd hebben" verwijderd wordt en het te beperken tot mensen die een

12-29 opleiding volgen. Daarmee zou de verwarring verwijderd worden. Wethouder Van Dalen stelt zich op het standpunt dat, juist omdat het op individueel niveau bekeken wordt, het onderwerp hier benoemd is. Hij ziet zelf geen aanleiding om de verordening op dit punt te veranderen. De heer Corporaal (GL) zou dan graag een amendement indienen samen met de heer Dagniaux, naar hij aanneemt. Dit zou mondeling kunnen. De voorzitter beaamt dat mondeling indienen van een amendement mogelijk is. Het moet dan wel even heel precies gebeuren. De heer De Jong (CDA) denkt dat een dergelijk amendement op ruimere steun kan rekenen. De voorzitter stelt fracties die zich op dit punt kunnen verenigen voor om het amendement dan even in de schorsing op te stellen. De heer Van Loon (PvdA) memoreert zijn vraag of mensen met werk ook voor de toeslag in aanmerking kunnen komen, dit naar aanleiding van de bijdrage van de heer Ooms. Wethouder Van Dalen antwoordt dat de formulering is dat men 3 jaar van een inkomen moet hebben geleefd op 110% van het wettelijk minimum. Wie daar onder valt, valt eronder. Zo eenvoudig is het. Desgevraagd door de voorzitter, is zijn reactie op het amendement van de PvdA dat hij zeker niet tegen is op het wijzigingsvoorstel ten aanzien van punt 2 en 3. Als het gaat om de peildatum, blijft de periode van 3 jaar toch wat hij is en ziet hij niet de negatieve effecten die de heer Dagniaux schetst. Hij kan amendement 057-2014 dus ondersteunen. De raad acht dit onderwerp voldoende besproken voor besluitvorming hedenavond. 8. 2014-068 Startnotitie groot onderhoud en vervanging beheer openbare ruimte (BOR) 2014-2024 De heer Zandbergen sr. (ITH) is zeer geschrokken van de financiële uitkomsten van deze startnotitie: in 2014 een tekort van ruim 1,5 mln. oplopend tot ruim 2 mln. in 2018. In 2012 en 2013 werden systematisch bedragen niet aan de voorziening BOR toegevoegd; bij de begroting van 2013 ging het zelfs om 660.000,-. ITH had daar stevige kritiek op, daarin gesteund door de VVD bij monde van de heer Moors. Naar nu blijkt, was dat een volstrekt verkeerde manier van bezuinigen, die eigenlijk alleen diende om de Begroting 2013 sluitend te maken; creatief boekhouden noemt ITH dat. Toenmalig wethouder Van Dalen vond deze ingreep echter verantwoord, de voorziening BOR was op niveau en was de komende 5 jaar voldoende gevuld. Bovendien werd vanaf 2014 een bedrag van 1 ton extra gestort in de voorziening, oplopend tot 0,5 mln. in 2018. Niets aan de hand, dus; zie ook de raadsnotulen van november 2012. De Rkc kwam dit jaar in haar rapport "Van groei- naar beheergemeente" tot eenzelfde conclusie. De Rkc, gevoed met informatie uit dit huis, zei dat "de begroting voor de komende 5 jaren te ruim noch te krap" was. Wel werd de kanttekening gemaakt dat het risico bestaat dat na 5 jaar een toename van middelen noodzakelijk is. In de risicoparagraaf van de Begroting 2015 staat geen woord over de omvang van deze financiële risico's. Heel bizar is het ook dat er over de jaren 2012 en 2013 geld is overgehouden op de openbare ruimte. ITH vraagt zich af of de wethouder het zelf nog wel snapt. Dan echter rolt, vanuit het niets, dit lijk uit de kast en blijken er miljoenentekorten te zijn vanaf, let wel, 2014. ITH hecht aan een adequaat beheer van de openbare ruimte, hecht aan behoud van civieltechnische kunstwerken zoals de brug aan de Lijnzaadoord, Maïsoord. Dat kost geld, zo beseft ITH ook. Maar hoe is omgegaan met de voorziening van het BOR? Dat kan gelet op hoe het gegaan is, niet goed geweest zijn. Het is zeer ten koste gegaan van een zorgvuldig beheer van de openbare ruimte. ITH heeft nog een opmerking. Het raadsvoorstel inzake de startnotitie dateert van 14 oktober jl. Het college was dus toen al volledig op de hoogte van de grote nadelige financiële gevolgen van deze notitie. Begin november, 2 weken later, heeft de raad de begroting vastgesteld maar naar nu blijkt, op basis van onvolledige informatie; ITH kan tot geen andere conclusie komen. Wat vindt de wethouder hiervan, hoe verklaart hij dit? Vindt de wethouder niet ook dat de raad eigenlijk een tekortbegroting heeft vastgesteld? Hoe kwalificeert de wethouder dit proces van de afgelopen jaren? Vindt de wethouder dat de raad adequaat en volledig is geïnformeerd? ITH hoort graag de mening van de wethouder hierover. De heer Vis (VVD) zegt dat het jaarlijks structurele tekort om uitvoering te kunnen blijven geven aan het groot onderhoud en de vervanging binnen de openbare ruimte ook de VVD zorgen baart, met name ook over het structurele karakter van de financiële tekorten op de korte en lange termijn. Er is de VVD alles aan gelegen om op de korte termijn die keuzes te kunnen maken, zodat er op de lange termijn geen financiële tekorten meer zijn. Hij vraagt of de wet-