Uitgebreide documentatie. Uitgebreide documentatie Aanvullend op de informatie in deze catalogus biedt SEW-EURODRIVE u omvangrijke documentatie over het volledige vakgebied van de elektrische aandrijftechniek. Dit zijn in de eerste plaats de publicaties uit de serie "Aandrijftechniek in de praktijk" en de handboeken en catalogi over de elektronisch geregelde aandrijvingen. Verder vindt u op de internetsite van SEW-EURODRIVE (http://www.sew-eurodrive.de) een groot deel van onze documentatie in verschillende talen om te downloaden. Hieronder wordt een lijst gegeven van de voor het selecteren interessante, uitgebreide documentatie. Deze publicaties kunnen bij SEW worden besteld. Aandrijftechniek in de praktijk Het selecteren van aandrijvingen Elektronicadocumentatie EMC in de aandrijftechniek Explosiebeveiliging volgens ATEX 95 Elektronicadocumentatie Systeemhandboek "Decentrale installatie" (MOVIMOT, MOVI-SWITCH, communicatie- en voedingsinterfaces) Systeemhandboek "MOVITRAC 7" Catalogus "MOVITRAC C" Systeemhandboek "MOVIDRIVE MD_6A" Systeemhandboek "MOVIDRIVE compact" Software Selectiesoftware "PRODRIVE" Mechanische remmen Handboek "Remmen en accessoires" 6 Catalogus GX2
Gegevens voor het selecteren van een aandrijving.2 Gegevens voor het selecteren van een aandrijving Gegevens voor het selecteren van de aandrijving Om de componenten voor uw aandrijving eenduidig te kunnen bepalen, dienen bepaalde gegevens bekend te zijn. Dit zijn: Explosiegevaarlijk mengsel van lucht met Omgeving bij de opstellingsplaats van de aandrijving ingedeeld in zones Bestaat de omgeving uit elektrisch geleidend stof met specifieke elektrische weerstand ρ Ω, dan moet een bedrijfsmiddel van de categorie II2D worden toegepast! Maximaal toelaatbare oppervlaktetemperatuur bij stof-luchtmengsels Stof Temperatuurklasse bij gas-luchtmengsels Gas In zone wordt door de klant de ontstekingsbeschermingswijze voorgeschreven als: Alleen bij drukvaste omhulling: Opgave van de explosiegroep n amin Minimum uitgaand toerental [r/min] n amax Maximum uitgaand toerental [r/min] P a bij n amin Uitgaand vermogen bij minimum uitgaand toerental [kw] P a bij n amax Aandrijfvermogen bij maximum uitgaand toerental [kw] M a bij n amin Uitgaand koppel bij minimum uitgaand toerental [Nm] M a bij n amax Uitgaand koppel bij maximum uitgaand toerental [Nm] F R Radiale kracht aan de uitgaande as. Verondersteld wordt dat de kracht halverwege het aseinde optreedt. Wanneer dit niet het geval is gaarne de positie van het aangrijpingspunt en de draairichting van de as opgeven ter rekencontrole. F A Axiale kracht (trek en druk) op de uitgaande as [N] J Last Aan te drijven massatraagheidsmoment [ -4 kgm 2 ] R, F, K, S, W M - M6 Vereiste reductorvorm en bouwvorm ( hoofdstuk Bouwvormen, Woelingsverliezen IP.. Vereiste beschermingsgraad - Omgevingstemperatuur (bij omgevingstemperatuur < 2 C en > ϑ omg [ C] 4 C overleggen met Vector Aandrijftechniek) H Opstellingshoogte [m b. NN] S..,..%ID Bedrijfssoort en relatieve inschakelduur, alternatief kan ook het nauwkeurige lastspel gegeven worden Z Schakelfrequentie, alternatief kan ook het nauwkeurige lastspel gegeven worden [/h] f net Netfrequentie [Hz] U mot U rem Bedrijfsspanning van motor en rem [V] M B Gewenst remkoppel [Nm] Bij het gebruik van een regelaar: gewenste soort regeling en instelbereik [N] - - Gas Stof Drukvast omhulsel 'd' Verhoogde veiligheid (e) Uw opgave Gas Stof 2 2 22 (niet geleidend) 22 (geleidend) T 2 C T 4 C T T2 T T4 IIA IIB IIC 4 5 6 7 8 9 2 4 6 9 2 2 22 Catalogus GX2 7
Gegevens voor het selecteren van een aandrijving Aandrijfgegevens bepalen Om de aandrijving op de juiste wijze te kunnen kiezen zijn als eerste de gegevens van het aan te drijven lastwerktuig (massa, toerental, instelbereik enz.) nodig. Op basis hiervan worden het benodigd vermogen, het koppel en het toerental bepaald. Hulp verschaft de publicatie "Aandrijftechniek in de praktijk, het selecteren van aandrijvingen" of de berekenings-software PRODRIVE. Apparatencategorie, apparatengroep en temperatuurklassen bepalen Voor de selectie van de geschikte explosiebeveiligde aandrijving is kennis van de zone bij de plaats van opstelling en kennis over de ontstekingstemperatuur van de het explosiegevaarlijke mengsel vereist ( gegevens voor de selectie van de aandrijving). De toegelaten apparatencategorie voor aandrijvingen, die in de betreffende zone wordt toegepast, is vastgelegd in EU-richtlijn 99/92/EG (ATEX ): Gas Stof Zone toegelaten apparatencategorie voor toegelaten apparatencategorie voor aandrijvingen Zone aandrijvingen 2G 2 2D 2 2G, G 22 2D, D Voor de definitie van de explosiebeveiligde aandrijving voor gasvormig risicopotentiaal zijn verder de temperatuurklassen T tot T6 van belang. Voor een omgeving met ontstekingsgevoelig stof worden maximale oppervlaktetemperaturen van de aandrijving vastgelegd. De maximaal toelaatbare oppervlaktetemperatuur moet volgens EN 528-- worden bepaald. Alle door SEW-EURODRIVE aangeboden reductoren en motoren voor exposiegevaarlijke omgeving behoren tot de apparatengroep II. Voor de apparatengroep I (ondergrondse toepassing) levert SEW-EURODRIVE geen elektrische aandrijvingen. Het kiezen van de juiste aandrijving Met het berekende vermogen en toerental van de aandrijving en rekening houdend met verdere mechanische eisen kan nu de geschikte aandrijving worden gekozen. 8 Catalogus GX2
De volgorde bij het selecteren. De volgorde bij het selecteren Voorbeeld Het onderstaande volgordediagram toont schematisch de procedure bij de selectie van een aandrijving, die gevoed wordt door een frequentieregelaar. Noodzakelijke informatie over de aan te drijven machine gegevens van de aan te drijven applicatie ( gegevens voor de selectie van de aandrijving) berekening van de bewegingscyclus Berekening van de gegevens op de uitgaande as koppels uitgaande as vermogens uitgaande as uitgaande toerentallen radiale en axiale krachten Selectie van de aandrijving selectie van het type reductor (R, F, K, W, S) bij motor gevoed door het net: bepaling van de noodzakelijke bedrijfsfactor keuze van de motorreductor overeenkomstig selectietabellen van de betreffende apparatencategorieën bij motor gevoed door frequentieregelaar: bepalen van het noodzakelijke motortoerental aan de hand van de reductoroverbrengingsverhouding en het verlangde regelbereik (max. ingaande toerental reductor = r/min, alleen 4-polige motoren toegestaan) let op het gereduceerde motorkoppel voor motoren van de categorieën IID en IIG aan de frequentieregelaar keuze van de benodigde motorbouwgrootte en van de frequentieregelaar keuze van de motorreductorcombinatie overeenkomstig selectietabellen van de betreffende apparatencategorieën let op de noodzakelijke optie TF bij motoren gevoed door een frequentieregelaar Opties selecteren rem remweerstand terugloopblokkering encoder Controleren, of de toelaatbare radiale en axiale krachten niet worden overschreden de maximaal toelaatbare remarbeid per schakeling niet wordt overschreden de toelaatbare schakelfrequentie niet wordt overschreden 4 5 6 7 8 9 2 4 6 9 2 2 22 Catalogus GX2 9
Rendement van SEW-reductoren.4 Rendement van SEW-reductoren Het rendement van reductoren wordt in hoofdzaak bepaald door wrijving in de vertanding en de lagers. U dient er rekening mee te houden dat het rendement bij het opstarten van een aandrijving altijd lager is dan het rendement bij het bedrijfstoerental. Zeer nadrukkelijk is dit het geval bij wormwiel- en Spiroplan haakse reductoren. R-, F-, K- reductoren Bij rechte, vlakke, en kegelwielreductoren ligt het rendement, afhankelijk van het aantal tandwieltrappen, tussen 94% (-traps) en 98% (-traps). S- en W- reductoren De vertandingen van wormwiel- en Spiroplan -reductoren veroorzaken een groot aandeel aan glijdende wrijving. Om die reden kunnen deze reductoren hogere vertandingsverliezen en dus lagere rendementen tonen dan die van R-, F-, of K-reductoren. Dit is afhankelijk van de volgende factoren: overbrengingsverhouding van de worm- resp. Spiroplan -trap ingaand toerental temperatuur van de reductor De SEW-wormwielreductoren zijn ontworpen als gecombineerde tandwiel-wormwieloverbrenging en hebben om die reden een duidelijk beter rendement dan een pure wormwielreductor. Bij zeer grote overbrengingsverhoudingen van de wormwiel- resp. de Spiroplan -trap kan het rendement η <,5 worden. Zelfremmendheid Bij terugwerkende koppels aan de wormwiel- of Spiroplan -reductoren wordt het rendement η = 2 - /η, dus duidelijk ongunstiger dan het rendement in voorwaartse richting η. Indien het rendement in voorwaartse richting η,5 is, dan is de wormwiel- resp. de Spiroplan -reductor zelfremmend. Enkele van de SEW-wormwielreductoren met de grootste overbrengingsverhoudingen zijn statisch zelfremmend. De Spiroplan -reductoren zijn deels ook dynamisch zelfremmend. Wanneer de remwerking van de zelfremmendheid technisch benut dient te worden gelieve u ons te raadplegen. 4 Catalogus GX2
Rendement van SEW-reductoren Inloopproces Bij nieuwe wormwiel- en Spiroplan -reductoren zijn de tandflanken nog niet volledig glad. Daarom is tijdens het inloopproces de wrijvingshoek groter en daarmee het rendement lager dan tijdens later bedrijf. Dit effect wordt sterker naarmate de overbrengingsverhouding toeneemt. De volgende waarden dienen tijdens het inloopproces van het in de tabellen vermelde rendement afgetrokken te worden: Worm Spiroplan i-bereik η-reductie i-bereik η-reductie -gangig ca. 5... 28 ca. 2% ca. 4... 75 ca. % 2-gangig ca. 2... 75 ca. 6% ca. 2... ca. % -gangig ca. 2... 9 ca. % ca. ca. 8% 4-gangig - - ca. ca. 8% 5-gangig ca. 6... 25 ca. % ca. 8 ca. 5% 6-gangig ca. 7... 25 ca. 2% - - Het inloopproces duurt normaal ca. 24 uur. Wormwiel- en Spiroplan -reductoren bereiken de in de lijst vermelde nominale rendementen wanneer: de reductor volledig ingelopen is, de reductor de nominale temperatuur bereikt heeft, met het voorgeschreven reductorsmeermiddel is gevuld en de reductor in het gebied van zijn nominale belasting werkt. 4 5 6 7 8 9 2 4 6 9 2 2 22 Catalogus GX2 4
Bedrijfsfactor.5 Bedrijfsfactor Bepalen bedrijfsfactor Met de invloed van het lastwerktuig op de reductor wordt door de bedrijfsfactor f B met voldoende nauwkeurigheid rekening gehouden. De bedrijfsfactor wordt bepaald als afhankelijke van de bedrijfstijd per dag en van de schakelfrequentie Z. Daarbij wordt afhankelijk van de massaversnellingsfactor met drie verschillende stootgraden rekening gehouden. De voor uw toepassing juiste bedrijfsfactor kunt u uit afbeelding 2 aflezen. De uit dit diagram bepaalde bedrijfsfactor moet kleiner dan of gelijk zijn aan de SEWbedrijfsfactor volgens de keuzetabellen. f B 24* 6* 8*.8.7.6.5.4..2.7.6.5.4..2...6.5.4..2...9.8 2 4 6 8 2 4 (III) (II) (I) Z [/h] ** Afbeelding 2: bedrijfsfactor f B 5AXX * Dagelijkse bedrijfsduur in uren/dag ** Schakelfrequentie Z: tot de schakelingen behoren alle aanloop- en remprocessen evenals omschakelingen van lage naar hoge toerentallen en omgekeerd. Stootgraad Massaversnellingsfactor Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie stootgraden: (I) gelijkvormig, toelaatbare massaversnellingsfactor,2 (II) ongelijkvormig, toelaatbare massaversnellingsfactor (III) sterk ongelijkvormig, toelaatbare massaversnellingsfactor De massaversnellingsfactor wordt op de volgende wijze berekend: alle externe massatraagheidsmomenten Massaversnellingsfactor = massatraagheidsmoment aan de motorzijde "Alle externe massatraagheidsmomenten" zijn de massatraagheidsmomenten van het lastwerktuig en de reductor gereduceerd naar de motoras. Voor het reduceren naar de motoras wordt met de volgende formule gerekend: n J X = J x ( ) n M 2 J X J n n M = het op de motoras gereduceerde massatraagheidsmoment = massatraagheidsmoment betrokken op het uitgaand toerental van de reductor = uitgaand toerental van de reductor = motortoerental "Massatraagheidsmomenten aan de motorzijde" zijn de massatraagheidsmomenten van de motor en, indien aanwezig, van de rem. Bij een grote massaversnellingsfactor (>), grote speling in de overbrengingselementen of grote radiale krachten kunnen bedrijfsfactoren f B >,8 optreden. U gelieve dan Vector Aandrijftechniek te raadplegen. 42 Catalogus GX2
Bedrijfsfactor Bedrijfsfactor: SEW-f B Voorbeeld Massaversnellingsfactor 2,5 (stootgraad II), 4 bedrijfsuren /dag (aflezen bij 6 h/d) en schakelingen/h leiden volgens afbeelding 2 tot de bedrijfsfactor f B =,5.De gekozen motorreductor dient volgens de keuzetabellen een SEW-f B =,5 of groter te hebben. Wormwielreductoren Voorbeeld Het bepalen van het maximaal toelaatbare continue koppel M amax en de daaruit afgeleide bedrijfsfactor f B = M amax /M a is niet genormaliseerd en sterk fabrikantafhankelijk. De SEW-reductoren bieden met een SEW-bedrijfsfactor f B = de hoogste mate aan veiligheid en betrouwbaarheid voor wat betreft de oneindige levensduur op vermoeiingssterkte (uitzondering: wormwielslijtage bij wormwielreductoren). Een bedrijfsfactor SEW-f B < (SEW-f B <,2 bij Spiroplan W-reductoren met levensmiddelenveilig smeermiddel) is niet toegestaan. De SEW-bedrijfsfactor is onder omstandigheden niet vergelijkbaar met de opgaven van andere reductorfabrikanten. U gelieve ons in geval van twijfel te raadplegen. Bij bedrijf met frequentieregelaar verandert de bedrijfsfactor SEW - B toerentalafhankelijk. U gelieve ons in dit geval te raadplegen. Bij wormwielreductoren dient naast de bedrijfsfactor f B uit afbeelding 2 nog met twee andere bedrijfsfactoren rekening worden gehouden. Dit zijn: f B = bedrijfsfactor voor de omgevingstemperatuur f B2 = bedrijfsfactor vanuit de inschakelduur De extra bedrijfsfactoren f B en f B2 kunnen aan de hand van de diagrammen van afbeelding worden bepaald. Bij f B wordt op identieke wijze als bij f B rekening gehouden met de stootgraad..6 f B.4. (II) (III).2.8..6-2 - 2 C 4 2 4 6 8 %ED Afbeelding : extra bedrijfsfactoren f B en f B2 ID (%) = 56AXX De voor wormwielreductoren geldende totale bedrijfsfactor wordt als volgt berekend: f Btot = f B f B f B2 (I) Belastingstijd in min/h 6 De motorreductor met de bedrijfsfactor f B =,5 uit het vorige voorbeeld dient een wormwielmotorreductor te zijn. Omgevingstemperatuur ϑ = 4 C f B =,8 (aflezen bij stootgraad II) Belastingstijd = 4 min/h ID = 66,67% f B2 =,95 De totale bedrijfsfactor bedraagt f Btot =,5,8,95 =,98 De gekozen wormwielmotorreductor dient volgens de keuzetabellen een SEW-f B =,98 of groter te hebben. f B2 4 5 6 7 8 9 2 4 6 9 2 2 22 Catalogus GX2 4
Radiale en axiale krachten.6 Radiale en axiale krachten Bepaling van de radiale kracht Bij het vaststellen van de radiale kracht dient rekening gehouden te worden met de op het aseinde gemonteerde overbrengingselementen. Voor de verschillende overbrengingselementen dienen de volgende toeslagfactoren f Z gehanteerd te worden. Overbrengingselement Toeslagfactor f Z Opmerkingen Tandwielen. < tanden Kettingwielen.4 < tanden Kettingwielen.25 < 2 tanden Smalprofiel V-riemwielen.75 Invloed van de voorspankracht Vlakke riemen 2.5 Invloed van de voorspankracht Tandriemwielen.5 Invloed van de voorspankracht De radiale kracht op de motor- of reductoras wordt dan op de volgende wijze berekend: F R M d d f Z = radiale kracht in N = koppel in Nm = nominale diameter van het aangebouwde overbrengingselement in mm = toeslagfactor Toelaatbare radiale kracht De toelaatbare radiale krachten worden bepaald op basis van de nominale levensduur L H (volgens ISO 28) volgens de kogellagerberekening. Voor bijzondere bedrijfsomstandigheden is op verzoek de bepaling van de nominale levensduur mogelijk op basis van de gemodificeerde levensduur L na. In de keuzetabellen van de motorreductoren worden de toelaatbare radiale krachten F Ra opgegeven voor de uitgaande assen van voetreductoren met volle as. Voor andere uitvoeringen gelieve u ons te raadplegen. De opgaven zijn gebaseerd op een krachtaangrijppositie in het midden van het aseinde (bij haakse reductoren gebaseerd op de A-zijdige uitgaande as). Voor de krachtaangrijphoek α en de draairichting is uitgegaan van de meest ongunstige posities. Bij K- en S-reductoren in de bouwvorm M met kopvlakzijdige wandbevestiging is slechts 5 % van F Ra volgens de keuzetabellen toelaatbaar. Kegelwielmotorreductoren K67 en K7 in de bouwvormen M tot M4: bij bevestigingen van de reductor afwijkend van de weergave op de bouwvormbladen is maximaal 5 % van de in de keuzetabellen vermelde waarde voor de radiale kracht van F Ra toelaatbaar. Rechte motorreductoren in voet/flensuitvoering (R..F): bij koppeloverdracht via de flensbevestiging is maximaal 5 % van de in de keuzetabellen vermelde radiale kracht F Ra toelaatbaar. 44 Catalogus GX2
Radiale en axiale krachten Grotere toelaatbare radiale krachten Definitie van de krachtaangrijping Uit berekening met de juiste krachtaangrijphoek α en de draairichting kan eventueel een grotere radiale kracht worden toegelaten. Verder zijn door de inbouw van versterkte lagers, vooral bij R-, F-, en K-reductoren grotere krachten op de uitgaande as mogelijk. U gelieve ons in dit geval te raadplegen. De krachtaangrijping wordt overeenkomstig de volgende afbeelding gedefinieerd: α α X F X 4 5 6 7 F A 8 9 Afbeelding 4: definitie van de krachtaangrijping 255DXX F X F A = toelaatbare radiale kracht ter plaatse van x [N] = toelaatbare axiale kracht [N] 2 Toelaatbare axiale krachten Indien geen radiale kracht wordt uitgeoefend dan is in het algemeen F A (trek of druk) 5% van de radiale kracht volgens de keuzetabellen toelaatbaar. Dit geldt voor de volgende motorreductoren: rechte motorreductoren met uitzondering van de R... tot R..67... vlakke en kegelwielmotorreductoren met volle as met uitzondering van F97 wormwielmotorreductoren met volle as. U gelieve Vector Aandrijftechniek te raadplegen bij alle andere reductoruitvoeringen en wanneer wezenlijk grotere axiale krachten of gecombineerde radiale en axiale krachten optreden. 4 6 9 2 2 22 Catalogus GX2 45
Radiale en axiale krachten Omrekening radiale kracht indien deze niet aangrijpt in het midden van de as F XL op lagerlevensduur Bij een aangrijppositie buiten het midden van de uitgaande as moeten de toelaatbare radiale krachten met de volgende formules berekend worden. De kleinste van de beide waarden F xl (op lagerlevensduur) en F xw (op assterkte) is de toelaatbare waarde voor de radiale belasting ter plaatse van x. Let op, dat de berekeningen voor M amax gelden. F xl = F Ra a b + x [N] F xw op assterkte F = xw c f + x [N] F Ra = toelaatbare radiale kracht (x = l/2) voor voetreductoren volgens de selectietabel in [N] x = afstand van de asborst tot waar de kracht aangrijpt [mm] a, b, f = reductorconstanten voor het omrekenen van de radiale kracht [mm] c = reductorconstante voor het omrekenen van de radiale kracht [Nmm] x F X F Ra l/2 F xl F Ra d d l x 256BXX Afbeelding 5: radiale kracht F x bij aangrijping buiten het midden 46 Catalogus GX2
Radiale en axiale krachten Reductorconstanten voor het omrekenen van de radiale kracht Type reductor RX57 RX67 RX77 RX87 RX97 RX R7 R R27 R7 R47 R57 R67 R77 R87 R97 R R R47 R67 F27 F7 F47 F57 F67 F77 F87 F97 F F27 F7 K7 K47 K57 K67 K77 K87 K97 K K27 K7 K67 K7 W2 W S7 S47 S57 S67 S77 S87 S97 a [mm] 4.5 52.5 6.5 7.5 86.5 2.5 72. 88.5 6.5 47.5 68.5.7 26.7 255.5 285.5 4.5 42 45 9.5 2.5.5.7. 2.8 26 5 7.5 442.5 52 2.5.5 69.7. 2.8 252 9 7.5 44.5 59 62.5 72.5 98.5 9.5.5 4 224 28.5 26. b [mm] 2.5 27.5.5.5 6.5 42.5 52. 68.5 8.5 9 2.5.5.7 66.7 95.5 2.5 258.5 297 45 84.5 98.5 2.5.7 4. 65.8 2 28 288.5 7.5 47 98.5 2.5 4.7 4. 65.8 92 249 288.5 8.5 44 496.5 56.5 78.5 89.5 98.5 2 49 9 22.5 256. c [Nmm].5 5 2.42 5.95 5 7.69 5.4 6 2.47 6 4.67 4 6.527 4.56 5.24 5 2.44 5.77 5 2.5 5.97 5 8.47 5.9 6 2.6 6 6.4 6 8.65 6.26 7. 5.7 5.78 5 5.49 5 4.2 5 7.87 5.9 6 2.9 6 4.2 6 9.45 6.5 7.4 5.78 5 6.8 5 4.2 5 7.69 5.64 6 2.8 6 5.5 6 8. 6. 7.88 7.4 7 f [mm] 4.2 9.7 48.9 5.9 62..8 2 4.4 4 6. 4 6. 4. 5 2.4 5.4 5 5.26 5.68 6 2.54 6 d [mm] 2 25 4 5 6 2 2 25 25 5 5 4 5 6 7 9 2 25 25 5 4 5 6 7 9 2 25 5 4 5 6 7 9 2 6 9 2 2 2 25 5 45 6 7 I [mm] 4 5 6 8 2 4 4 5 5 6 7 7 8 2 4 2 2 5 5 6 7 8 2 4 2 2 5 6 7 8 2 4 2 2 25 2 4 4 4 5 6 7 9 2 4 4 5 6 7 8 9 2 4 6 9 2 De waarden voor de niet vermelde uitvoeringen worden op aanvraag verstrekt. 2 22 Catalogus GX2 47
RM-reductoren.7 RM-reductoren Projectering Bij het selecteren van de rechte motorreductoren met de verlengde lagerpot RM dient u met grotere radiale en axiale krachten te rekenen. U gelieve de volgende selectievolgorde aan te houden: Start van het selecteren Bepaling van toepassingsgegevens: Vermogen Koppel Uitgaand toerental Radiale kracht ( F)/Ax Q iale kracht Fa Hefboomarm (maat x) Minimale bedrijfsfactoren kiezen bijv.: f f Bmin =,5 voor L h. h Bmin = 2, voor L h 25. h andere eisen op aanvraag Reductorgrootte kiezen op basis van minimale gewenste bedrijfsfactor: f Bmin f B(reductor) a = omrekeningsfactor uit tabel b = omrekeningsfactor uit tabel c F = reductorconstante uit tabel F a = optredende axiale kracht tijdens bedrijf F F = reductorconstante uit tabel F Q = optredende radiale kracht F Ra = toelaatbare radiale kracht (bij x = mm) uit tabel F XF = toelaatbare radiale kracht van het huis (flensuitvoering) F XL = toelaatbare radiale kracht volgens lagerlevensduur x = afstand van krachtaangrijping tot asborst Volgende reductorgrootte kiezen Controle radiale kracht (lager/as)? F Q F XL = F Ra a/(x+b) nee ja Maat x < 5 mm? M = F B ja nee Controle radiale kracht (flens)? F Q F XF = c F(fBmin) /(F F +x) nee ja Volgende reductorgrootte kiezen nee nee F RQ Axiale kracht controleren? F a F a(fbmin) nee (F Q x/ F a )< ja Fa/Ma > ja Aansluitmaat controleren ja Niet-standaard oplossing aanvragen bij SEW Extra voorzieningen nodig? ja Benodigde extra voorzieningen bepalen: dubbele reductorafdichting dry-well uitvoering (speciale voorziening) lekkagedetectie (speciale uitvoering) nasmeerbare lagers (speciale uitvoering) nee Einde toepassing selecteren Afbeelding 6: RM-reductoren selecteren 5979ANL 48 Catalogus GX2
RM-reductoren Toelaatbare radiale en axiale krachten De toelaatbare radiale krachten F Ra en axiale krachten F Aa worden voor verschillende bedrijfsfactoren f B en nominale levensduur L H opgegeven. f Bmin =,5 / L h = h RM57 RM67 RM77 RM87 f Bmin = 2, / L h = 25 h n a [/min] < 6 6-25 26-4 4-6 6- -6 6-25 25-4 F Ra [N] 4 4 4 4 4 45 4 4 F Aa [N] 8 97 7 565 445 8 F Ra [N] 575 575 575 58 575 585 59 6 F Aa [N] 9 9 9 92 747 587 55 F Ra [N] 2 2 2 2 2 2 2 22 F Aa [N] 22 22 94 4 922 72 67 F Ra [N] 97 97 97 97 98 99 2 2 F Aa [N] 26 4 894 8 RM97 F Ra [N] 298 298 298 299 5 6 8 F Aa [N] 4 6 27 2 9 26 964 78 RM F Ra [N] 42 42 42 42 42 42 58 8 F Aa [N] 48 4 2 955 9 RM F Ra [N] 87 87 87 87 722 56 98 675 F Aa [N] 7 7 7 576 469 44 56 24 RM47 F Ra [N] 6 864 F Aa [N] 7 7 697 584 456 8 28 8 RM67 F Ra [N] 46 46 46 46 46 47 - - F Aa [N] 7 7 7 6 45 69 - - RM57 RM67 RM77 RM87 n a [/min] < 6 6-25 26-4 4-6 6- -6 6-25 25-4 F Ra [N] 4 4 4 4 4 4 4 42 F Aa [N] 2 96 75 65 4 5 26 22 F Ra [N] 59 59 59 595 59 595 6 65 F Aa [N] 8 2 958 7 558 446 46 29 F Ra [N] 2 2 2 2 2 22 22 22 F Aa [N] 2 4 9 97 667 528 4 7 F Ra [N] 2 2 2 2 2 2 69 F Aa [N] 246 92 4 6 89 6 549 486 RM97 F Ra [N] 4 4 4 5 7 8 254 24 F Aa [N] 284 22 62 6 885 684 58 476 RM F Ra [N] 4 4 4 4 4 5 28 299 F Aa [N] 2 248 8 978 8 595 562 RM F Ra [N] 885 885 885 88 566 42 2 524 F Aa [N] 7 599 48 79 8 256 2 RM47 F Ra [N] 4 4 4 4 4 82 685 844 F Aa [N] 7 66 459 99 5 279 24 226 RM67 F Ra [N] - - F Aa [N] 7 65 56 78 268 26 - - 4 5 6 7 8 9 2 4 6 9 2 2 22 Catalogus GX2 49
RM-reductoren Omrekeningsfactoren en reductorconstanten Type reductor a b c F (f B =.5) c F (f B = 2.) F F RM57 47 47 226 264 277 RM67 47 47 2476 2 297.5 RM77 5 2528 25747 4.5 RM87 6.5 56.5 498 529 44 RM97 6 6 96 24 48 RM 69 69 67 652 554.5 RM 8 88 2529 25996 65 RM47 9 9 87 9 756 RM67 9.5 89.5 4296 4654 869 Voor de berekening van de toelaatbare radiale kracht F xl ter plaatse van x mm gelden voor RM-motorreductoren de volgende omrekeningsfactoren en reductorconstanten: Gewichtstoename RM-reductoren Type Gewichtstoename ten opzichte van RF, met de kleinste RF-flens m [kg] RM57 2. RM67.8 RM77 25. RM87 29.7 RM97 5. RM 88. RM. RM47 67.4 RM67 95.4 5 Catalogus GX2