Elsendorp: small village, great people Procesevaluatie zorg door en voor het dorp Elsendorp 2009

Vergelijkbare documenten
Dorpsoverleg Elsendorp

Zorg voor en door Elsendorp. 9 maart 2013 Hannie Penninx

Het verhaal van Careyn Het Dorp

Zorgcoöperatie Hoogeloon. Zorgcoöperatieve Ontwikkelingen Brabant

Zorgsteunpunt Heusden

Zorgcoöperatie Hoogeloon

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Zorg Groep Beek en de huisarts, samen goed in ketenzorg

DE PIRAMIDE WERKT BEWEEGT

Geen kunstje maar een kunst

Dit zijn de ingrediënten waar ik op in wil gaan in mijn bijdrage aan deze middag.

Na mijn rondgang door Noord-Brabant zal ik eindigen met een aantal wensen richting de toekomst, waar ik graag met u over in gesprek ga.

Welkom. Presentatie wijkteams in de gemeente Leeuwarden en hoe zij de financiële hulpverlening hebben ingericht

ZORGEN DOE JE SAMEN. Een Brabants programma voor integrale zorg thuis. Mariet Paes

Sociale wijkteams en wijkpilots in Nijmegen

Niet alles verandert in de zorg

Wijkgezondheidsteams Arnhem. 1 November 2013

Sint Annaklooster, de beste zorg bij u in de wijk

Er is een gemeenschap gericht op solidariteit en betrokkenheid gecreëerd

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

AANSTUREN OP BETERE SAMENWERKING TUSSEN PROFESSIONALS EN MANTELZORGERS

met de wmo doet iedereen gewoon mee

Rapportage Onderzoek Mantelzorg

Vrijwilligers maken het verschil. Word ook vrijwilliger bij Zorggroep Almere!

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

Ik heb een vraag over: Voorwoord. Ik voel me thuis niet prettig, kan ik met iemand praten?

Zorgen doen we samen in Noord-Brabant

SAMEN KIEZEN VOOR EEN WIJKGERICHTE AANPAK

Resultaten van een enquête onder de bewoners van Austerlitz - eind 2012

Mantelzorgbeleid Inovum

Thuiszorg Sint Annaklooster. Uw wensen, onze zorg

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Veranderingen in het Sociaal Domein

Veranderingen in ons zorgstelsel per 1 januari Vragen & discussie

Manifest. voor de intensieve vrijwilligerszorg

Bijlage 1 Vragenlijst websurvey

Dit onderzoek heeft als doel het in kaart brengen van de wensen van de cliënt en het waar nodig verbeteren/ optimaliseren van de dienstverlening.

Zorg na uw ziekenhuisopname

HULPDIENST NIJMEGEN. Beleidsnotitie

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz

Iedereen moet kunnen meedoen

Factsheet AWBZ, 24 februari AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten

Verslag Oprichtingsvergadering Coöperatie Austerlitz Zorgt

Producten- en Dienstencatalogus 2017

Mantelzorgbeleid WZU Veluwe 2015

Clientprofielen maatwerkvoorzieningen Kempengemeenten Reusel-De Mierden, Bergeijk, Bladel en Eersel 19 mei 2014

Met elkaar voor elkaar

Samen voor een sociale stad

Onbekommerd wonen in Breda

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Inwoners van gemeente Schiedam laten zien waar goede zorg om draait. december 2018

Zelf doen wat kan en ondersteuning waar moet.

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Plan organisatie ouderenzorg in de wijk of gemeente Regio Zwolle

Wonen, Welzijn en Zorg in het Virtuele Zorghuis

Ouder worden in Maassluis

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

ontdek. De beste zorg voor u, thuis. Informatie over: Thuiszorg

BEREIKBAARHEID EN INFORMATIE

Beleid: 120 B19 Accent op Mantelzorg

Wijkverpleging. Leven op uw manier

Basisarrangement 10. Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 10 (ZZP VV10)

Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen

'Voor mekaar, actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid'

Opvoeding & Ontwikkeling

Eenzaamheid onder ouderen

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

De zorg na uw ziekenhuisopname

De juiste zorg, prettig bij u thuis

Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 oktober 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Kwaliteitskader wijkverpleging

Sfeerimpressie netwerkbijeenkomst Preventie in de Buurt 19 maart 2015 in Haarlem

Stimuleren dat oudere migranten de weg naar voorzieningen voor zorg en welzijn, wonen en inkomen weten te vinden. Dat beoogt Stem van de oudere

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Nazorg na ontslag uit het Refaja ziekenhuis

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij

Sport en bewegen binnen het Sociaal Domein Breng beweging in de drie D s!

Samenwerken aan welzijn

Algemene informatie Wmo

Sociale netwerken. Waarom en hoe?

De Transferverpleegkundige

Goed samenspel met mantelzorgers loont! SharingDay

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

De dorpscoöperatie HollandscheveldVerbindt. Waarom een dorpscoöperatie?

NAASTENPARTICIPATIEBELEID ISZ De Brug

Thuiszorg in Amsterdam

Nieuwe afbakening verzorging kinderen

De zorg na uw ziekenhuisopname

Wet langdurige zorg (Wlz) 2015

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

HOE U DE SAMENWERKING MET MANTELZORGERS VERBETERT

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

AxionContinu heeft ten aanzien van het mantelzorgbeleid de volgende uitgangspunten geformuleerd:

Zorg bij ontslag uit het ziekenhuis. Wat kunnen wij voor u betekenen

Algemeen: Antwoorden in rood op vragen gesteld op de bijeenkomst over zorg in Stadsdorp Rivierenbuurt 13 december 2014.

Rapportage. Cliëntenraden en. Extra bijdragen. AWBZ-instellingen

Organiseren van zorg Niveau 3

Uw zorg in 2015 van TWB Thuiszorg met Aandacht

Zorgen doen we samen in Noord-Brabant

Onderwerpen voor vanavond

Transcriptie:

Elsendorp: small village, great people Procesevaluatie zorg door en voor het dorp Elsendorp 2009 Myrtille Timmers Mariet Paes Hannie Penninx-Donkers December 2010

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG Colofon Redactie en tekst: Myrtille Timmers (beleidsadviseur PRVMZ), Mariet Paes (directeur PRVMZ) en Hannie Penninx-Donkers (dorpsondersteuner Elsendorp). Foto s: Inwoners Elsendorp Uitgave: PRVMZ, s-hertogenbosch, december 2010 Productie: btz s-hertogenbosch ISBN/EAN 978-90-79463-04-6

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE Inhoudsopgave Voorwoord...4 Inleiding...7 1. Achtergrondinformatie kleinschalige dorpsgerichte zorg...9 1.1. Een brede gezondheidsdefinitie...10 1.2. Een zorgcontinuüm...12 1.3. Persoonlijke netwerken...14 1.4. Woon- en werkomgeving...15 1.5. Professionele netwerken...17 1.6. Samenwerking en solidariteit in de samenleving...18 2. Ontstaansgeschiedenis zorg op dorpsniveau in Elsendorp...21 2.1. Dorpsoverleg Elsendorp...21 2.2. Commissie Steunpunt...25 2.3. Commissie Zorg op Maat...26 3. Evaluatie dorpsondersteuner...31 3.1. Rol en profiel dorpsondersteuner...31 3.2. Samenwerken, netwerken en verspreiden...33 3.3. Behandelde zorgvragen...34 3.4. Aanvragen naar Wmo-loket van gemeente...40 3.5. Urenverantwoording...41 4. Evaluatie geïndiceerde zorg...43 4.1. Zorgteam...43 4.2. Huishoudelijke hulp...46 4.3. Verleende zorg...46 4.4. Financiële verantwoording...47 4.5. Klanttevredenheid...49 5. Conclusies en mogelijkheden voor doorontwikkeling...51 5.1. Conclusies...51 5.2. Mogelijkheden voor doorontwikkeling...53 Geraadpleegde literatuur...55

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG Voorwoord Er zijn de laatste jaren een aantal belangrijke veranderingen doorgevoerd in het Nederlandse zorgsysteem. Een aanpassing van de zorgverzekeringswet, een versobering van de AWBZ en de invoering van de Wmo. Veranderingen die leiden tot een kluwen van nieuwe regels, procedures en nieuwe zorgaanbieders. Zorg is bij de ingewikkelde dingen van het leven gaan horen. We zijn veel gaan verwachten van mensen zelf. Zelf kiezen welke zorg de beste is, eigen verantwoordelijkheid nemen om zorg te regelen en zoveel mogelijk met hulp van familie en andere naasten zelf regelen. Als je dit kunt is dit een goede ontwikkeling, maar dat geldt niet voor iedereen. 4 Een andere ontwikkeling is de steeds verder gaande specialisering in de gezondheidszorg. Hierdoor zijn er weinig of geen hulpverleners meer die het totaaloverzicht hebben over de situatie van een patiënt. Niemand signaleert nog een hiaat of knelpunt in de zorg. In één situatie kun je te maken hebben met vele hulpverleners, die van elkaar nier weten wat ze precies doen. Zo kan het gebeuren dat de ene hulp het eten voor iemand die ziek is, komt warm maken en dat een ander datzelfde eten geeft. Hulp betaald vanuit verschillende regelingen. Verschillende vormen van zorg in de thuissituatie staan los van elkaar, zoals de huishoudelijke hulp, de persoonlijke verzorging en het verstrekken van hulpmiddelen. Voor de komst van de Wmo ontving bijna twee derde van de cliënten van de thuiszorg, huishoudelijke hulp van een medewerkster die ook getraind was in het signaleren van problemen. Nu ontvangt nog een derde van de cliënten deze zorg. De huishoudelijke hulp heeft in veel gevallen niet meer de verantwoordelijkheid om veranderingen

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE in de hulpsituatie te signaleren. Daarnaast wordt de indicatie in veel gevallen steeds strakker gesteld en is er voor de thuiszorg die persoonlijke zorg geeft nauwelijks tijd om aandacht te geven aan de totale situatie van iemand of om meer uren hulp te regelen. Fantaserend over hoe het anders zou kunnen, zou je willen dat er per dorp of wijk een zorgteam is, dat bestaat uit vaste wijkverpleegkundigen, verzorgenden en (huishoudelijke) hulpen. Het zorgteam neemt in samenwerking met de huisartspraktijk(en) de totale professionele thuiszorg voor haar rekening en richt zich hierbij op het hele familiesysteem: de persoon die zorg nodig heeft, de mantelzorger en overige leden van een gezin of familie. Het zorgteam is een basisvoorziening, heeft korte communicatielijnen en een eigen verantwoordelijkheid voor het signaleren, indiceren, inzetten en uitvoeren van de noodzakelijke zorg. De zorgteams werken samen met andere hulpverleners (huisartsen, specialisten, paramedici, maatschappelijk werkers), met mantelzorgers, familiehelpers, vrijwilligersorganisaties en seniorenraden. Tevens staan zij in contact met andere instellingen zoals welzijnswerk, woningcorporaties en gemeenten. 5 Dit beeld is geen fata morgana, maar bestaat in de dagelijkse praktijk van het dorp Elsendorp. Een ontwikkeling in gang gezet door de dorpsraad van Elsendorp. Wat kunnen we leren van dit kleine dorp in Noord-Brabant, waar afgelopen jaren vanuit bewoners en sluitend systeem gemaakt is, waarin de informele en professionele zorg samenwerkt en waarin

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG bewoners elkaar aanspreken op onderlinge hulp. Geen zorgelijke verhalen over de teloorgang van de zorg, maar een verhaal van aanpakken en een op maat geneden zorgsysteem ontwikkelen. Voor het opstellen van deze evaluatie zijn vele gesprekken gevoerd. Met leden van de dorpsraad, het zorgteam, met vrijwilligers en ouderen in Elsendorp. Er worden geen namen genoemd op verzoek van de betrokkenen. Wel de naam van Hannie Penninx-Donkers. Zij was een belangrijke informatiebron als lid van de dorpsraad en in haar functie van dorpsondersteuner. Haar naam speelt als een rode draad door het verhaal. Veel informatie is verzameld door deelname aan vergaderingen, bijeenkomsten, gesprekken met huisarts Hoevenaars, gesprekken met ambtenaren en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel, gesprekken met zorginstellingen en met het casusadoptieteam van het ministerie van VWS. In de brochure hebben we tevens enkele theoretische achtergronden geschetst waar het concept van Elsendorp op gebaseerd is. 6 De PRVMZ wil een stimulans geven aan goede voorbeelden van kleinschalige flexibele zorgverlening aan huis. Het concept Elsendorp is een aansprekend voorbeeld voor anderen. Er zou op meerdere plekken gewerkt kunnen worden met de formule van nabije en kleinschalige teams die flexibele, persoonlijke zorg aan huis leveren, tegen relatief lage kosten. Zorgteams die schakelen met de vrijwilliger inzet van bewoners en participatie vergroten. De mensen van Elsendorp worden vaak gevraagd om over hun ervaringen te vertellen op congressen en bijeenkomsten. Met deze brochure hebben zij een handreiking om te laten zien wat hun verhaal is, een verhaal uit een small village met great people.

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE Inleiding Elsendorp: small village, great people. In 2007 was Elsendorp volgens de Vereniging van Kleine Kernen het meest vernieuwende dorp van Nederland. Wat het kleine dorp met grootse mensen allemaal voor elkaar krijgt op het gebied van kleinschalige dorpsgerichte zorg, leest u in deze rapportage. Elsendorp is een relatief jong (± 85 jaar), klein, geïsoleerd dorp met ruim 1.000 inwoners en is één van de zeven kernen van de gemeente Gemert-Bakel. Het dorp heeft nauwelijks openbare voorzieningen. Zo ligt het ver van een ziekenhuis verwijderd, zijn er nauwelijks winkels, moeten de inwoners voor een stadcentrum enkele kilometers overbruggen en zijn er slechts beperkte mogelijkheden ten aanzien van openbaar vervoer. Dit vraagt om veel beweging van mensen waardoor de mate van ondernemendheid van de Elsendorpse bevolking groots is. De inwoners zijn dus van oudsher gewend hun eigen boontjes te doppen. Hierdoor heeft het dorp een zeer sterke sociale infrastructuur ontwikkeld. Maar deze geïsoleerde positie brengt ook knelpunten met zich mee. Zowel jongeren als ouderen verlaten het dorp. Jongeren hebben vaak wensen ten aanzien van woningbouw, voorzieningen en werkgelegenheid die een klein dorp als Elsendorp niet of nauwelijks kan bieden vergeleken met grote plaatsen in de nabije omgeving. Een illustrerend voorbeeld hiervan is dat er gemiddeld maar 2,75 woningen per jaar gebouwd mogen worden terwijl de vraag naar woningen voornamelijk onder jongeren groter is. Ouderen en zorgbehoevende bewoners 7

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG vertrekken vaak noodgedwongen naar omliggende plaatsen vanwege het ontbreken van voldoende zorgvoorzieningen in het eigen kleine dorp. En dat terwijl ze graag in Elsendorp zouden blijven willen wonen. Jongeren én zorgbehoevende ouderen dreigden dus het dorp te verlaten, maar zo ver is het gelukkig niet gekomen dankzij eendracht en saamhorigheid. De afgelopen jaren werden onder andere extra woningen gebouwd, kwam er een multifunctioneel buurtcentrum in het nieuwe schoolgebouw en werden woon-zorg voorzieningen voor ouderen gerealiseerd. Daarnaast zocht het dorp naar een betere aansluiting van de formele en informele zorg. Dorpsondersteuner Hannie Penninx-Donkers vervulde hierbij een belangrijke rol. Zij beantwoordt welzijnsvragen van Elsendorpers (jong en oud), zorgt ervoor dat problemen door of vrijwilligers of professionals worden opgepakt en bemiddelt en/of verwijst hiervoor door. 8 In dit evaluatierapport wordt allereerst een kader van achtergrondinformatie over kleinschalige dorpsgerichte zorg geschetst. Daarna wordt de ontstaansgeschiedenis van het organiseren van de kleinschalige dorpsgerichte zorg in Elsendorp gepresenteerd. Vervolgens bekijken we hoe het proces gedurende het eerste jaar (2009) is verlopen; hoe is de zorg geleverd en door wie, wat zijn behaalde resultaten, wat heeft de aanstelling van dorpsondersteuner opgeleverd en wat zijn knelpunten waar men tegenaan loopt bij het organiseren van kleinschalige dorpsgerichte zorg? Tevens is er door middel van interviews achterhaald hoe cliënten, zorgverleners en vrijwilligers uit het dorp tegen deze vorm van zorg aankijken. Ten slotte worden conclusies gepresenteerd en worden suggesties gegeven ten aanzien van de doorontwikkeling.

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE 1. Achtergrondinformatie kleinschalige dorpsgerichte zorg Er zijn de laatste jaren een aantal belangrijke veranderingen doorgevoerd in het Nederlandse zorgsysteem. Een aanpassing van de zorgverzekeringswet, een versobering van de AWBZ en de invoering van de Wmo. Veranderingen die noodzakelijk zijn om de vergrijzing en de daarmee samenhangende grotere druk op de zorgvoorzieningen op te vangen. Veranderingen die leiden tot een kluwen van nieuwe regels, procedures, nieuwe zorgaanbieders en andere verwachtingen van de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van mensen die hulp nodig hebben en hun naasten. Dit vraagt een ander zorgsysteem. Hierbij kan worden gedacht aan het organiseren van zorg op de schaal van een wijk of dorp, directer contact van een wijkverpleegkundige met de huisarts, aansluiten bij de informele zorg, zeggenschap van cliënten, participatie van burgers, aansluiten bij wonen en welzijn, familiezorg en wijkgericht werken. Hiervan zijn diverse inspirerende voorbeelden in de provincie Noord-Brabant te vinden. Eén daarvan is de aanpak in Elsendorp. In dit hoofdstuk is uitgewerkt welke onderliggende ideeën de uitgangspunten vormen voor een kleinschalige dorpsgerichte aanpak ten aanzien van zorg en welzijn. Hierbij sluiten we aan op algemene inzichten over noodzakelijke veranderingen in de zorg thuis. Hierbij baseren we ons op een brede gezondheidsdefinitie, op een verbinding tussen informele en formele zorg en op een verbinding met wonen, welzijn, werk en educatie. We leren vanuit de goede voorbeelden in Noord-Brabant, dat het vooral om verbindingen en netwerkvorming gaat, dat het om kleinschaligheid en nabijheid, om zelfwerkzaamheid en ondernemingszin van Brabanders zelf gaat. 9

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1.1. EEN BREDE GEZONDHEIDSDEFINITIE 10 Gezondheid is een van de fundamentele rechten van de mens en scoort altijd hoog in de lijsten van wat mensen aangeven als belangrijk in hun leven. Het begrip gezondheid komt in allerlei betekenissen en contexten voor. Gangbaar in de literatuur is de definitie van gezondheid, die de World Health Organization in 1948 formuleerde: Health is a state of complete physical, mental and social well-being and not merely the absence of disease or infirmity (WHO, 1948). Gezondheid is het totaal van interacties tussen biologische, psychologische en sociale factoren. Gezondheid beschouwen als meer dan de afwezigheid van ziekte en gebrek, maakt ruimte voor onderwerpen als belevingsaspecten en kwaliteit van leven. Sociale factoren wijzen op de invloed van omgevingsfactoren; milieu, arbeid, verkeer, maar ook sociaal-economische omgevingsfactoren werken in op gezondheid. De gezondheid van mensen verbetert; we worden steeds ouder. De ongelijke verdeling van gezondheid neemt echter niet af, maar toe. Gezondheidsverschillen komen geconcentreerd voor in bepaalde bevolkingsgroepen zoals mensen zonder betaald werk, allochtonen, dak- en thuislozen, asielzoekers en drugsgebruikers. Ook zijn er grote verschillen tussen groepen chronisch zieken al dan niet met co-morbiditeit en tussen mensen uit de groepen met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke en geestelijke beperking. Daarnaast zijn concentraties van gezondheidsachterstand vastgesteld in bepaalde wijken (Paes e.a., 2010). Naast aantoonbare gezondheidsverschillen bestaan er verschillen in het omgaan met ziekte en gezondheid, verschillen in het hanteren van ziektelast versus draagkracht en verschillen in het gebruik van voorzieningen. Deze verschillen zijn terug te voeren op culturele verschillen (ook binnen één nationaliteit) en/of op het ontbreken van de vaardigheden om op de juiste manier de weg te vinden in het voorzieningencircuit. (Bijna)analfabeten zowel van Nederlandse als buitenlandse afkomst en een groot deel van mensen met een gering opleidingsniveau kunnen niet of nauwelijks omgaan met schriftelijke of digitale informatie. Procedures en richtlijnen van zorgvoorzieningen worden vaak niet begrepen. In de communicatie gaat nogal eens iets mis. Eveneens hebben zij moeite met het verstrekken van adequate informatie aan de hulpverleners en is bekend dat zij in het kader van

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE zelfmanagement van chronische aandoeningen niet over voldoende vaardigheden beschikken. In de benadering van gezondheid zien we verschillen tussen een medische benadering, een leefstijlbenadering en een sociale omgevingsbenadering. Iedere benadering van het begrip gezondheid werpt een licht op bepaalde aspecten en laat andere onderbelicht. Het begrip gezondheid gaat in de medische benadering om het individu en staat voornamelijk in relatie tot pathologie, tot gebrek, tot beschadiging, tot overbelasting. De focus ligt op de behandelbaarheid door professionals. De leefstijlbenadering accentueert wat mensen zelf kunnen doen om gezond te blijven. Hoewel er in de loop der jaren meer aandacht komt voor verschillen tussen mensen en voor de beïnvloeding door de omgeving van de persoon blijft het ijkpunt de manier waarop mensen zelf vorm geven aan hun gezondheid. De sociale omgevingsbenadering focust op het totale systeem waarin een mens zich beweegt en beschouwt gezondheid als positieve kracht in het in beweging houden van het systeem. In deze benadering is gezondheid een relatief begrip in relatie tot andere krachten en krijgt vorm in de relaties tussen mensen en hun omgeving. In deze laatste benadering komt de klassieke WHO-definitie het meest tot zijn recht. De medische benadering is het meest dominant aanwezig in de samenleving. De medische scoop is smal, maar goed onderbouwd met vele onderzoeken en cijfers en besteedt veel aandacht aan kwaliteitsverbetering van interventies. De leefstijlbenadering kampt met het probleem dat de mensen met gezondheidsachterstand en de minst gezonde leefstijl beschikken over de minste vaardigheden om gezond te leven. De sociale omgevingsbenadering gaat uit van een holistische en alles omvattende definiëring van gezondheid (zie Figuur 1), het is een benadering die het moeilijkst te operationaliseren is. 11

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG Figuur 1: Gezondheidsmandala naar Hancock (Cosijn, 1992) 12 In de gezondheidsmandala komt de verwevenheid van gezondheid tot uitdrukking met andere leefdomeinen. Gezondheid is van vele factoren afhankelijk; niet alleen van de zorgsector. In de zorg zal daarom ook gekeken moeten worden naar verbindingen met andere domeinen. 1.2. EEN ZORGCONTINUÜM Idealiter worden zorg en diensten vanuit een continuüm van zorg geboden (zie Figuur 2). Een continuüm waarin geen gaten vallen en waarin vloeiende overgangen bestaan tussen de specialistische zorg, die op een grotere schaal in ziekenhuizen en behandelcentra georganiseerd is, de nabije kleinschalig georganiseerde eerstelijnszorg en de informele zorg, die deel uit maakt van het directe netwerk van mensen.

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE Tot de eerstelijnszorg behoren de huisartsenzorg, verzorging en verpleging aan huis, maatschappelijk werk, paramedische zorg zoals fysiotherapie, diëtetiek, logopedie etc., verloskunde en farmacie. Alhoewel een ontwikkeling gaande is binnen de eerstelijnszorg om deze grootschaliger te organiseren (met name bij de verpleging en verzorging in thuiszorgorganisaties) is kenmerkend voor de eerstelijnszorg dat deze zich in de nabijheid van bewoners bevindt. Bij zelfhulp- en mantelzorg staat het zelfsturend en zelfoplossend zorgvermogen van mensen centraal. Communityzorg is de schakel tussen de zelf- en mantelzorg en de generalistische zorg; daartoe hoort burenhulp, lotgenotencontact en vrijwilligerszorg. Collectieve arrangementen voor zorgbehoeftigen in een wijk zijn ondersteunend naar deze zogenaamde informele zorg. Hierbij kun je denken aan georganiseerd vrijwilligerswerk zoals de Zonnebloem, Rode Kruis, seniorenhuisbezoek, woon-zorg-service-diensten, steunpunten, informatiewinkels, etc. Figuur 2: Zorgcontinuüm (Paes, 2008) Community zorg Zelf- en mantelzorg lotgenotencontact Generalistische zorg Transmurale zorg Specialistische zorg Het hier gepresenteerde continuüm gaat uit van samenwerking tussen de professionele en informele zorg. De drie cirkels aan de rechterkant worden georganiseerd vanuit zorgorganisaties. De twee linkse cirkels niet; zij behoren tot het domein van de civil society. Wonen en welzijn hebben faciliterende en ondersteunende rollen in deze cirkels. In bredere zin is de wijze waarop de samenleving georganiseerd is bijvoorbeeld ruimtelijke ordening tevens van invloed. 13

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1.3. PERSOONLIJKE NETWERKEN Mensen zijn sociale wezens en leven in verbanden. In de huidige tijd liggen de sociale verbanden voor mensen minder vast dan vroeger en duiden we die verbanden aan als sociale netwerken. Sociale netwerken zijn al die mensen waarmee je min of meer duurzaam relaties onderhoudt. Een cirkel geeft die verschillende netwerken schematisch weer (zie Figuur 3). Figuur 3: Sociale steun (Paes, 2008) 14 De contacten die je hebt in de eerste kring zijn voor de meeste mensen de vanzelfsprekende contacten; mensen waar je altijd op kunt terugvallen, mensen waar in je op basis van een persoonlijke relatie vertrouwen in hebt. De eerste cirkel zijn de sociale contacten die het dichtst bij je staan, zoals familie en heel goede vrienden. Deze contacten zijn altijd de basis waar iemand op terugvalt, ook in tijden dat het niet zo goed met je gaat. Nu kan het ook zijn dat die relaties in die eerste kring klein in aantal zijn of bij het ouder worden kleiner geworden zijn. De relaties in die eerste ring kunnen ook niet goed zijn, verstikkend zijn of een slechte invloed op je hebben. Daarom kun je rijker worden doordat je met meer mensen contact

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE hebt die iets verder van je af staan, maar zich wel in je nabijheid bevinden. Je hoort erbij in een buurt, bij een club, bij een kring. Je bent een van hen en als het nodig is help je elkaar, spring je voor elkaar in de bres. Maar ook: je leert van elkaar, en je wordt sociaal sterker. Soms gaan mensen uit die 2e kring tot je 1e kring horen. Dan zijn er de contacten met de derde kring. Bijvoorbeeld je hulpverlener, je huisarts, je leraar, leden van organisaties waar je bij hoort, etc. Die contacten zijn functioneler, er is meestal wat meer afstand tot deze personen. Je relatie staat dan niet op de eerste plaats, maar waarom die relatie er is. In het contact leggen met personen in die 3e kring heb je soms een opstapje of hulp nodig van leden uit je 1e of 2e kring. Over het algemeen zijn de contacten uit de derde kring contacten die niet blijven, maar duren zo lang als nodig is. In Nederland zijn we de laatste decennia vergeten hoe belangrijk die eerste twee cirkels zijn. De aandacht is vooral uitgegaan naar die 3e cirkel als er hulp of steun nodig is; terwijl de drie cirkels van elkaar afhankelijk zijn bij het bieden van de juiste steun en zorg. De professionele zorg kan de waarde en betekenis van de steun uit de eerste twee cirkels niet vervangen; de professionele zorg kan die steun en hulp wel versterken en faciliteren én ervoor zorgen dat wanneer professionele hulp nodig is, deze ook beschikbaar is. Hiervoor is nodig dat de 3e cirkel de beide andere cirkels kent, erkent, er mee afstemt en samen werkt. 1.4. WOON- EN WERKOMGEVING De meeste mensen hebben in hun laatste levensjaren zorg en/of diensten nodig; de meeste kunnen op die manier zelfstandig blijven wonen. Een steeds kleiner percentage gaat naar een verzorgings- of verpleeghuis. Mensen die ziek zijn of gebreken hebben, hebben in sommige situaties aangepaste huisvesting nodig. Dit geldt voor veel ouderen. Er zijn de laatste jaren veel stappen gezet in het fysieke en ICT domein op het terrein van ouderen en wonen. Trapliften, signaleringssystemen, beeld- en spraakcontact op afstand, geen drempels, enz. Aan de sociale en communicatieve kant zijn ook 15

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG ontwikkelingen gaande. Woningcorporaties hebben direct contact met ouderen door de inzet van buurtconciërges, serviceverleners en woonconsulenten. Ook zijn er in appartementencomplexen voor ouderen gemeenschappelijke ruimten gecreëerd, waar ouderen elkaar kunnen ontmoeten; ook als zij slecht ter been zijn. 16 Een Nederlandse sociologe, Blokland, heeft een studie gedaan naar de relatie tussen buurt en gemeenschap. Zij komt tot de conclusie dat de buurt vele betekenissen heeft voor uiteenlopende gemeenschappen in een buurt en daarom kan een buurt niet aan één gemeenschap gelijk gesteld worden. Ook geeft zij aan dat mensen beschikken over meerdere rolrepertoires en vanuit die verschillende rollen op meerdere manieren gebruik maken van de wijk. Tevens kan een centrale voorziening in een buurt in termen van Blokland publieke familiariteit bieden. Publieke familiariteit is er volgens haar in een buurt als mensen elkaar toevallig ontmoeten bij het gebruik van voorzieningen. Wijkbewoners zijn hierdoor bekend met elkaar; niet in de zin van een affectieve relatie, maar ze kunnen elkaar identificeren als wijkbewoners. Toevallige ontmoetingen in een wijkvoorziening dragen bij aan het sociale weefsel van een wijk (Blokland-Potters, 1999). Het blijkt dat mensen zich ergens thuis voelen juist ook door de korte toevallige ontmoetingen. Je voelt je ergens thuis omdat je bij je dagelijkse gang van zaken mensen ontmoet, die je herkent en gedag zegt. Geen mensen die je heel goed kent, maar waar je wel een praatje mee maakt: mensen uit je straat of wooncomplex, de ouder op het schoolplein, de caissière van de buurtsuper, de dame in de bakkerswinkel, de mensen die op dezelfde tijd hun hond uitlaten, de mensen die het vuilnis ophalen, de apothekersassistente, etc. Je ergens thuis voelen is van invloed op je gevoel van veiligheid, je gevoel van welbevinden. Voor deze korte toevallige ontmoetingen zijn het wonen en de woonomgeving van belang. Hoe belangrijk woon- en andere voorzieningen zijn, blijkt uit de initiatieven in de kleine kernen in Noord-Brabant. Daar waar voorzieningen terugkwamen, bleek de uittocht van ouderen die zorg nodig hebben te stagneren. Ouderen kunnen met zorg in hun eigen vertrouwde omgeving blijven.

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE Professionals die in de wijk werken, kunnen een verbindende rol spelen in deze verschillende netwerken van contacten, verbonden aan woon- en werkomgevingen. Het is immers belangrijk dat mensen die eenzaamheid of een behoefte aan hulp en zorg kunnen signaleren ook met dit signaal iets kunnen doen. Al deze personen kunnen zelf iets betekenen door het contact dat ze hebben. Daar waar meer contact, steun of zorg nodig is, kunnen zij via directe communicatie op wijkniveau ervoor zorgen dat hun signaal bij de juiste persoon terecht komt. Dit is zeker van belang als het gaat om kwetsbare mensen of mensen met een klein persoonlijk netwerk. 1.5. PROFESSIONELE NETWERKEN In de zorg aan huis zijn de laatste jaren vele professionals in beeld gekomen. De huisarts als generalist is gebleven, maar wordt tegenwoordig bijgestaan door praktijkondersteuners in de zorg voor chronisch zieken. Zij nemen de uitvoering van grote delen van de geprotocolleerde zorg op zich aan mensen met diabetes, astma/ COPD, hartfalen, depressie, etc. In sommige huisartsenpraktijken of gezondheidscentra werken nurse practitioners voor specifieke taken aan wat genoemd wordt de voorkant van de zorg; zij bemensen bijvoorbeeld spreekuren voor eenvoudige klachten of doen outreachend werk ten behoeve van specifieke doelgroepen zoals daken thuislozen. Voor de huisarts, praktijkondersteuner en nurse practitioner geldt dat zij in eerste instantie gericht zijn op de medische invalshoek en op het individu. De huisarts heeft in meer of mindere mate gestructureerde samenwerking met voor kwetsbare ouderen relevante paraprofessionals, zoals fysiotherapeuten, podotherapeuten, logopedisten, etc. en met de apotheek. 17 De thuiszorg heeft de laatste jaren een ontwikkeling doorgemaakt waarbij verpleegtechnische, verzorgende en huishoudelijke taken steeds verder zijn uitgesplitst en verdeeld, waarbij de laagst mogelijke functionaris ingezet wordt per taak. Deze aanpak resulteert in een groter aantal personen die bij een cliënt in huis komen, waarbij

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG de signalerende en coördinerende taak is verdwenen of onduidelijk is geworden. De inzet van een coördinerende verpleegkundige is momenteel wel aan specifieke situaties verbonden zoals dementiezorg, palliatieve zorg, terminale zorg, etc. Een nieuwe ontwikkeling, die we ook in Noord-Brabant zien, is de terugkeer van de wijkzuster in experimentele projecten. We zien momenteel dat er reacties komen op deze werkwijze van de thuiszorg. Er wordt steeds vaker gekeken hoe de zorg zo georganiseerd kan worden dat het beter aansluit bij de behoeften, mogelijkheden, wensen en voorkeuren van de cliënt. Derhalve wordt er gezocht naar andere vormen van zorg en organisatieprincipes waarbij zowel het informele netwerk van de cliënt (partner, gezin, familie, buurt) als het formele netwerk rond de zorgverlener (huisarts, welzijn, eerste- en tweedelijnszorg) zijn ingebed. Belangrijk hierin is dat deze zorgverlener in de wijk of in het dorp een herkenbaar persoon is en dat diegene professioneel handelt, de regie durft te nemen en te houden en over autonomie beschikt. 1.6. SAMENWERKING EN SOLIDARITEIT IN DE SAMENLEVING 18 Professionele en informele netwerken zijn niet elkaars gelijken. Zij organiseren zich op basis van verschillende uitgangspunten. Wijkorganisaties van vrijwilligers vinden elkaar in gezamenlijke wijkactiviteiten en overleggen zoals wijkraden. Mantelzorgers krijgen steun vanuit steunpunten mantelzorg. Zelfhulpgroepen vinden elkaar in netwerken of steunpunten, opgezet vanuit de zelfhulpbeweging. Zij hebben ieder hun eigen logica, die aansluit bij de autonomiegedachte zoals we tegenkomen in het begrip civil society. Civil society verwijst naar de maatschappelijke samenhang, waarin de samenhang tussen burgers in vrijwillige verbanden centraal staat. In de civil society maken burgers de dienst uit in tegenstelling tot andere domeinen, waarin de overheid of een zorgautoriteit bepalend is. Mensen kiezen er zelf voor om deel uit te maken van deze verbanden. In Noord-Brabant zijn vele van deze netwerken actief. De autonomie gedachte heeft echter nog een andere betekenis; niet op persoonlijk, maar op samenlevingsniveau. Deze betekenis kan uit-

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE gelegd worden met behulp van het begrippenpaar institutionele en situationele logica. Autonome wijkorganisaties, samenwerkingsnetwerken en steunpunten, ontwikkeld vanuit een situationele logica, houdt in primair opereren vanuit betrokkenheid en verbinding. Burgers en maatschappelijke organisaties organiseren zich vanuit hun betrokkenheid of engagement bij een situatie. Vaak gaat het om concrete werkelijkheden, om direct zichtbare of gevoelde problemen of ontwikkelingen. Per situatie ontstaat een manier van werken, die past bij de situatie. Criterium voor succes is of een aanpak ontstaan is die door betrokkenen als zinvol wordt ervaren. Tegenover de situationele logica staat de institutionele logica, waarin steun wordt georganiseerd rondom van te voren bedachte, ontworpen of gedefinieerde rationele modellen. Het succescriterium is dan het aantal deelnemers aan bijeenkomsten en overleggen. In het eerste geval komt de democratische betrokkenheid vanuit een intrinsieke en directe motivatie tot stand; in het tweede geval via de institutionele logica van een overheid of instelling. Bij de institutionele logica hoort de verplichting om de zorg aan iedereen die er recht op heeft te verstrekken en hiervan niemand uit te sluiten. De institutionele zorg is niet afhankelijk van het wel of niet aanwezig zijn van bevlogen mensen in een dorp of wijk; zij dienen te zorgen voor een dekkend netwerk. In Noord-Brabant kennen we enkele zeer actieve zorginitiatieven, voortgekomen uit de civil society, die vanuit hun kracht en intrinsieke motivatie ook professionele zorg gaan organiseren. Voorbeelden zijn onder andere de dorpsregisseur in Elsendorp, de West Brabantse Kruisvereniging, de zorgcoöperatie in Hoogeloon en de dementienetwerken (Paes, 2010). Als burgers zich organiseren in autonome verbanden en actief zijn als vrijwilliger, als lotgenoot of als informeel zorger, dan zit hun kracht in hun intrinsieke motivatie en het is deze kracht die ondersteund moet worden. Overheden en instellingen zouden deze verbanden niet hun institutionele logica moeten opleggen, maar wegen moeten zoeken hoe zij juist de kracht van deze verbanden kunnen ondersteunen; op maat en zo dichtbij mogelijk. Op het niveau van een wijk of een kern is het mogelijk elkaar te kennen, elkaar te vinden en op een eigen wijze vorm aan de samenwerking te geven. 19

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG In een vruchtbare samenwerking tussen de civil society en de institutionele zorg worden ondernemingzin en verantwoordelijkheidszin gecombineerd met het opsporen van de witte vlekken in Noord- Brabant en van de noodzaak om de civil society op de gewenste manier te stimuleren en ondersteunen. Deze steun wordt in samenspraak, vanuit wederzijds vertrouwen, kleinschalig en van onderop georganiseerd; gemeenten hebben hierin een taak. 20

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE 2. Ontstaansgeschiedenis zorg op dorpsniveau in Elsendorp 2.1. DORPSOVERLEG ELSENDORP Om het voorzieningenaanbod te verhogen en te zorgen dat Elsendorp leefbaar blijft, heeft een enthousiaste groep mensen het Dorpsoverleg Elsendorp geïnitieerd. Deze stichting zet zich op allerlei fronten in voor de belangen van Elsendorp en haar inwoners. Het Dorpsoverleg organiseert overleg tussen alle Elsendorpers. Daarnaast vertegenwoordigt het Dorpsoverleg de belangen van Elsendorp bij de gemeente en bij andere instanties. Het Dorpsoverleg zet zich in voor het dorp als geheel, niet voor individuele vragen. Het Dorpsoverleg bestaat uit een bestuur van zeven personen. Het bestuur vergadert maandelijks en ieder kwartaal is er een algemene Dorpsoverlegvergadering die voor alle inwoners van Elsendorp toegankelijk is. Het Dorpsoverleg heeft een aantal doelen gesteld. Voorbeelden hiervan zijn het teweegbrengen van een bevolkingsgroei naar 1.500 inwoners, het realiseren van woningbouw voor zowel jongeren als ouderen, de bouw van een brede school, meer voorzieningen beschikbaar hebben in het dorp en het realiseren van zorg in het eigen dorp. 21 Om deze doelen te bewerkstelligen heeft het Dorpsoverleg een zestal commissies ingericht die zich allen op diverse terreinen van leefbaarheid bezighouden (zie Figuur 4). De commissies leggen jaarlijks verantwoording af aan het bestuur en in iedere commissie is een bestuurslid afgevaardigd.

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG Figuur 4: Organigram Dorpsoverleg Elsendorp Dorpsoverleg Elsendorp Beheercommissie Buurthuis Commissie Jeugdhonk Commissie 1500 PR commissie Commissie Steunpunt Commissie Zorg op Maat 22 De beheercommissie Buurthuis beheert het Buurthuis in de Dompelaar zowel administratief als praktisch. De commissie organiseert diverse activiteiten, plant en regelt het gebruik van de ruimtes, voert de exploitatie inclusief financiële administratie en is verantwoordelijk voor het beheer van de bar en voor het klein onderhoud in het Buurthuis. Dit alles wordt gedaan met behulp van vrijwilligers. Alleen voor de schoonmaakwerkzaamheden ontvangen vrijwilligers een kleine onkostenvergoeding. De realisatie van het Buurthuis de Dompelaar kan als een van de belangrijkste successen van het Dorpsoverleg tot op heden worden gezien. De Dompelaar dient als brede school en herbergt naast basisonderwijs ook diverse welzijnsvoorzieningen zoals een ruimte als buurthuis, een gym- en podiumzaal, een bibliotheekpunt, Een computer- en hobbyruimte, een peuterspeelzaal, kinderopvang en een jeugdhonk. Een bijkomend voordeel is dat het complex gelegen is naast de sportvelden van het dorp. De diverse voorzieningen worden door jong en oud gebruikt. Voornamelijk ouderen maken zolang zij enigszins mobiel zijn volop gebruik van de recreatieve activiteiten in de Dompelaar. Je kunt eigenlijk elke dag wel naar de Dompelaar toe gaan. Er is altijd wel iets te doen, aldus een inwoner van Elsendorp. De commissie Jeugdhonk beheert het jeugdhonk en voert de exploitatie inclusief de financiële administratie. Verder is deze commissie verantwoordelijk voor klein onderhoud aan het jeugdhonk en organiseert het diverse activiteiten. Er is bewust voor gekozen jongeren in de leeftijd van 12 tot 20 jaar in deze commissie zitting te laten hebben om jongeren een stem te geven en mee te laten denken.

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE De commissie 1500 richt zich op de groei van de bevolking in Elsendorp met als streven 1.500 inwoners. Deze commissie vertaalt gemeentelijk beleid ten aanzien van structuurvisie, nieuwbouw en bestaande woningbouw, voorzieningen en werkgelegenheid, naar een Elsendorpse aanpak. Het streven naar 1.500 inwoners is erg idealistisch maar hoogstwaarschijnlijk niet realistisch. In Tabel 1 is te zien hoe de bevolking in Elsendorp over de afgelopen jaren is opgebouwd. In het kader van de vergrijzing en de daarop volgende te verwachte krimp dient er nagedacht te worden of dit streven bijgesteld moet worden. 23

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG Tabel 1: Demografische gegevens Elsendorp 2003 2009 Leeftijd 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 00 64 jaar 855 850 875 875 875 890 895 65 69 jaar 45 45 35 35 30 25 25 70 74 jaar 40 45 45 40 40 40 35 75 79 jaar 25 30 35 35 35 35 40 80 84 jaar 10 10 15 15 25 25 25 85 89 jaar 5 0 5 0 5 5 10 90 94 jaar 0 0 0 0 0 0 0 95 jaar en ouder 0 0 0 0 0 0 0 BEVOLKING TOTAAL 985 995 995 1.010 1.030 1.025 1.035 Aantal 65+ 125 130 135 125 135 130 135 Aantal 75+ 40 40 55 50 65 65 75 Gemiddelde leeftijd bevolking in jaren 36,6 36,6 37,0 37,0 37,6 38,0 38,2 Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Bevolkingsstatistiek De PR commissie poogt Elsendorp meer op de kaart te zetten, zowel in het dorp als daarbuiten. Zij adviseert het Dorpsoverleg en organiseert activiteiten zoals de kermis. Daarnaast bemiddelt de commissie tussen betrokken partijen, verzorgt het de introductie van nieuwe inwoners, organiseert het de Dorpsvernieuwingsprijs, organiseert het een eigen Elsendorpse huisstijl door middel van vlaggen en sjaals en verzorgt het de publiciteit voor het dorp. 24 De twee resterende commissies, de commissie Steunpunt en de commissie Zorg op Maat, richten zich voornamelijk op zorg en welzijn en bijbehorende voorzieningen. Kort gezegd beheert de commissie Steunpunt het steunpunt d n Elsenhof. De commissie is verantwoordelijk voor de exploitatie en voor klein onderhoud in en om het steunpunt. Ook plant en regelt deze commissie het gebruik van de ruimtes en organiseert het activiteiten. Verder ondersteunt de commissie de vrijwilligers, die het steunpunt draaiende houden. Ook in dit geval krijgen vrijwilligers die schoonmaakwerkzaamheden verrichten een kleine onkostenvergoeding. Ten slotte heeft de commissie zitting in de Vereniging van Eigenaren van het complex d n Elsenhof. De commissie Zorg

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE op Maat zet het zorgbeleid op het gebied van mantelzorg, Wmo en PGB gefinancierde zorg in Elsendorp uit. Hiervoor werkt de commissie samen met de particuliere zorgorganisatie Zorgmed en toetst de kwaliteit van de geleverde zorg. Daarnaast stuurt deze commissie de dorpsondersteuner aan. In de volgende paragrafen wordt uitgebreider ingegaan op deze commissies. 2.2. COMMISSIE STEUNPUNT Naast het bovengenoemde succes van de brede school en Buurthuis de Dompelaar, is een tweede belangrijk succes dat het Dorpsoverleg reeds heeft gerealiseerd de aankoop van de locatie waar nu steunpunt d n Elsenhof is gevestigd. In ditzelfde complex zijn in 2006 door woningstichting Goed Wonen tevens 12 zorgwoningen (8 huur- en 4 koopwoningen) gerealiseerd. Het Dorpsoverleg constateert dat met de komst van deze 12 zorgwoningen de uittocht van ouderen uit Elsendorp verminderd is. Ouderen kunnen dus blijven wonen in hun vertrouwde omgeving waar ze geworteld zijn. In de directe nabijheid van het steunpunt staan tevens enkele seniorenwoningen. Dit is mede een beweegreden geweest voor de realisatie van het steunpunt op deze locatie. Het Dorpsoverleg heeft het steunpunt aangekocht voor een bedrag van 50.000 van de woningstichting Goed Wonen en derhalve heeft het Dorpsoverleg geen huurlasten. De aankleding van het steunpunt is door het werven van fondsen gerealiseerd. 25

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG Het dorpsoverleg heeft reeds de volgende voorzieningen ondergebracht in het steunpunt d n Elsenhof. Fysiotherapie: 2,5 dagen per week; pedicure: 1 dagdeel per 2 weken; consultatiebureau: 1 dagdeel per maand consultatiearts en iedere week mogelijkheid voor het bepalen van het gewicht van kinderen; koffie-uurtje voor 55-plussers: 1 keer per week; samen eten maaltijdvoorziening (warme lunch): 1 dag per week; cursus AED waaraan reeds ruim 60 personen hebben deelgenomen; uitleen van hulpmiddelen, zoals rollator, rolstoel, krukken en bedklossen; diverse themabijeenkomsten (incidenteel); huiskamermodel voor spelen van spelletjes, potje kaarten, liederentafel, etc. (mits steunpunt bezetting heeft). De wens van het Dorpsoverleg is om het huiskamermodel van steunpunt d n Elsenhof verder te ontwikkelen zodat de bewoners van Elsendorp hier op ieder moment van de dag terecht kunnen en zelf alles kunnen regelen. 26 Een vrijwilliger steunt dit initiatief: Het huiskamerproject is een mooi initiatief. Het is zinvol dit meer te stimuleren en beter van de grond te krijgen. Mensen willen elkaar opzoeken om samen spelletjes te spelen of lekker een kopje koffie te drinken. Thuis hebben ze de ruimte er niet altijd meer voor. Benut daarom de ruimte in het buurthuis of het steunpunt. Zo stimuleer je dat mensen elkaar ontmoeten. Probeer het huiskamerproject een stukje professioneler te organiseren om continuïteit te bieden. En stem de agenda van de activiteiten ook af op andere agenda s van bijvoorbeeld de KBO en de Zonnebloem. Plan geen activiteiten op hetzelfde tijdstip. 2.3. COMMISSIE ZORG OP MAAT In Elsendorp ervoer men een probleem met de AWBZ-zorg. Deze zorg was zeer versnipperd. Zo kwamen er bijvoorbeeld op één dag meerdere professionals bij cliënten over de vloer. Dag in dag uit nieuwe gezichten. De ene professional kwam voor de toediening

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE van medicijnen of voor het geven van injecties. De ander kwam helpen met de persoonlijke verzorging of met het aantrekken van kousen. En weer een ander kwam voor huishoudelijke hulp. Bovendien kwamen de professionals die zorg en hulp verleenden van buiten het dorp, met als gevolg veel reistijd. De cliënten ervoeren deze versnipperde inzet van vele verschillende personen voor huishoudelijke hulp en voor verzorging en verpleging als een knelpunt en een negatieve ontwikkeling. Professionals hebben geen of slechts beperkte mogelijkheden persoonlijk contact te hebben met de cliënten. Er was geen tijd voor een kopje koffie of een praatje. De professionals dienen zich aan de vele regels te houden en dienen volgens de protocollen en werkroosters te werken waar men niet van af kan of mag wijken. Deze afgenomen betrokkenheid van hulpverleners werd als belangrijkste reden gezien voor de problematiek. Het was daarom de wens van het Dorpsoverleg om zorg voor Elsendorpers te laten uitvoeren door personeel afkomstig uit het dorp op basis van PGB-financieringen, hetgeen ten goede zou komen aan de betrokkenheid naar de cliënten. Deze beweging van integraal welzijn en zorg thuis, naar dorps- en wijkgerichte zorg, wordt gevoed door onder andere de regionale zorgorganisaties en de gemeente. Zij verbinden zich met dorps- en wijkinitiatieven ter verbetering van de leefbaarheid en het behoud van de zorgkracht. Derhalve wilde het Dorpsoverleg verantwoordelijkheid nemen om de zorg voor het dorp in samenwerking met de huisarts en de gemeente Gemert-Bakel op eigen wijze te gaan organiseren om zo een verbeterslag te kunnen maken. Zeker omdat als gevolg van de vergrijzing steeds meer mensen een beroep zullen doen op hulp en zorg (zie Tabel 1 in paragraaf 2.1) en bovengenoemd probleem richting de toekomst steeds urgenter wordt. Zodoende is de commissie Zorg op Maat - waarbij gewerkt wordt aan de invoering van aansluitende hulp en zorg (geïndiceerde zorg), die zoveel mogelijk door dezelfde persoon binnen een cliëntsituatie wordt geboden en uit het eigen dorp of directe omgeving afkomstig is - een belangrijk onderdeel van het Dorpsoverleg geworden. 27 Doelstelling van de commissie Zorg op Maat is het optimaliseren van de zelfredzaamheid en onderlinge hulp van de inwoners van Elsen-

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG dorp waardoor het welzijn van inwoners wordt verhoogd. Het beantwoorden van de hulpvraag van inwoners uit Elsendorp op het gebied van de Wmo door middel van een optimalisering van zelfredzaamheid en informele zorg en optimale afstemming met de professionele instanties. Daarnaast was het doel om met behulp van PGB-financieringen, in het kader van de Wmo en AWBZ, geïndiceerde hulp en zorg te laten uitvoeren door mensen afkomstig uit Elsendorp zelf. 28 Het Dorpsoverleg heeft er bewust voor gekozen geen werkgever te willen zijn en geen coöperatie op te richten. Daarom was het noodzakelijk, om bovengenoemde doelstelling te bewerkstelligen, een zorgorganisatie als samenwerkingspartner te vinden. De commissie Zorg op Maat is met een viertal zorgorganisaties rondom de tafel gaan zitten om de mogelijkheden te bekijken (de Zorgboog, Savant, de Leygraaf en Zorgmed). De belangrijkste voorwaarden die de commissie aan de zorgorganisatie stelde, was dat ouderen tot hun dood in principe in Elsendorp moesten kunnen blijven wonen en dat er meer oog zou komen voor het totale mensbeeld. De twee grote organisaties (de Zorgboog en Savant) konden niet aan de vraag van de commissie voldoen. Zij gaven aan dat het financieel niet haalbaar zou zijn omdat het een kleinschalig project zou worden. Daarnaast wilden of konden zij niet afwijken van hun protocollen en systemen hetgeen voor de commissie een voorwaarde was voor succes. De twee kleinere zorgorganisaties omarmden het idee en waren zeer geïnteresseerd. Uiteindelijk is voor dit project een samenwerking aangegaan tussen het Dorpsoverleg, de huisarts en Zorgmed, een particuliere thuiszorgorganisatie die werkzaam is in de regio Oost-Brabant. Zorgmed levert de AWBZ-zorg en Wmohulp op basis van PGB-financieringen. Verder stuurt de commissie Zorg op Maat zoals gezegd de dorpsondersteuner aan. Het initiatief tot het aanstellen van een dorpsondersteuner is ontstaan uit situaties waarin zowel informele c.q. communityzorg als formele zorg betrokken zijn, het is noodzakelijk dat hier afstemming tussen plaatsvindt. Er is een probleemeigenaar nodig die verantwoordelijk is voor het totale traject van signaal tot de invulling. De commissie Zorg op Maat heeft derhalve de dorpsondersteuner in het leven geroepen. Nadere informatie over de rol- FOTO MARK PETERS

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE len en taken van de dorpsondersteuner is in het volgende hoofdstuk uitgewerkt. Samenvattend kan de werkstructuur binnen de commissie Zorg op Maat als volgt op een grafische manier worden weergegeven (zie Figuur 5). Figuur 5: Werkstructuur Commissie Zorg op Maat Dorpsoverleg (juridisch kader) Commissie Zorg op Maat Huisarts Dorpsondersteuner (afvaardiging Dorpsoverleg) Zorgmed Adviseurs: Mariet Paes Hans Goosens Hans van Dijk Professionals Zorgteam: Huishoudelijke hulp Vrijwilligers Verzorgende hulp Verplegende hulp 29

30 PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE 3. Evaluatie dorpsondersteuner 3.1. ROL EN PROFIEL DORPSONDERSTEUNER Het doel van het inzetten van de dorpsondersteuner is het optimaliseren van de zelfredzaamheid en onderlinge hulp van de inwoners van Elsendorp waardoor het welzijn van de inwoners wordt verhoogd. De dorpsondersteuner beantwoordt de hulpvragen van inwoners uit Elsendorp op het gebied van zorg, Wmo en informele zorg. Ze zorgt bovendien voor een optimale afstemming met de professionele instanties, waardoor formele en informele zorg naadloos op elkaar aansluiten. De dorpsondersteuner is de probleemeigenaar van elke vraag omtrent de informele ondersteuning, zij is verantwoordelijk voor het totale traject van signaal tot de invulling. Door de inzet van een dorpsondersteuner blijven inwoners gevrijwaard van bureaucratische rompslomp. Door de pro-actieve houding van de dorpsondersteuner zal naar verwachting minder professionele en curatieve ondersteuning nodig zijn. De dorpsondersteuner werkt bovendien als een schakel tussen het dorp en de gemeente. De ondersteuner is voor 8 uur per week in dienst bij gemeentelijke welzijnsinstelling Impuls, maar legt binnen het Dorpsoverleg verantwoording af aan de commissie Zorg op Maat. Een belangrijke taak van de dorpsondersteuner is het bespreken van de eigen verantwoordelijkheid van mensen. Door mensen te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid en door het (h)erkennen van de vraag áchter de zorgvraag wordt een sociaal netwerk gecreëerd, waarbij mensen 31

PROVINCIALE RAAD VOOR DE VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG elkaar ondersteunen. De taken van de dorpsondersteuner zijn de volgende. Signaleren, inventariseren, verbindingen maken, organiseren en ondersteunen. Aansluiten bij de Elsendorpse mentaliteit van wederkerigheid, die te omschrijven is als: Ik help jou en dat komt wel een keer goed en Bedankt voor jouw hulp. Ik had het nu nodig en in de toekomst kan ik misschien iets voor jou terug doen. Een open oog en oor hebben naar situaties die te maken hebben met informele ondersteuning, die niet passen in kantoortijden, maar terloops plaatsvinden. Niet zelf de informele ondersteuning gaan invullen, maar zorg dragen door het leggen van nieuwe contacten, zodat de informele ondersteuning op gang komt. Een oogje houden op de informele ondersteuning die vanzelf opgepakt wordt en zich daar niet in mengen; wel alert zijn op overbelastingssituaties. Informele ondersteuning stimuleren en mee organiseren daar waar het niet vanzelf gebeurt. Hierbij rekening houdend met vraag- en acceptatieverlegenheid met betrekking tot het aanvaarden van hulp. Professionals attenderen op situaties waarin zij in actie moeten komen. Registratie en verslaglegging van werkzaamheden. 32 Een andere rol die de dorpsondersteuner in Elsendorp op zich heeft genomen, is het houden van een wekelijks inloopuur. Dit inloopuur is gestart in april 2009. Vanaf dat moment zijn er elf bezoekers binnengelopen en hebben een aantal telefonische consulten plaatsgevonden. Het animo voor het inloopuur is gering. Het blijkt dat mensen de dorpsondersteuner toch wel weten te vinden. Zo vertelde een cliënt: Ik wilde graag wat hulp in het huishouden met wassen, strijken en poetsen. Maar ik werd van het kastje naar de muur gestuurd als ik instanties ging bellen. Dat was ik beu. Toen heb ik eerst een advertentie geplaatst in ons dorpskrantje. Daar kreeg ik één reactie op, maar door een ongeval ging dit uiteindelijk niet door. Daarom heb ik toen maar zelf naar Hannie gebeld. Haar telefoonnummer staat ook in

ELSENDORP: SMALL VILLAGE, GREAT PEOPLE het dorpskrantje. Ik heb toen mijn vraag aan haar voorgelegd. Toen is het snel geregeld. Nu krijg ik al ruim een jaar twee keer per week huishoudelijke hulp. Wekelijks staan de telefoonnummers in een regionale krant en de mensen (her)kennen de dorpsondersteuner tegenwoordig. Dus het merendeel van de zorgvragen komt via telefoon binnen of mensen spreken de dorpsondersteuner aan op straat tijdens een toevallige ontmoeting. Van daaruit wordt een afspraak gemaakt om de zorgvraag nader door te nemen. Derhalve is beslist dat het inloopuurtje per eind 2009 is stopgezet. 3.2. SAMENWERKEN, NETWERKEN EN VERSPREIDEN Om deze taken te kunnen vervullen, is het noodzakelijk dat de dorpsondersteuner regelmatig afstemming heeft met diverse zorgen welzijn professionals die in het dorp actief zijn. Zo doende is in Elsendorp het zogenaamde Hometeam ontstaan. Naast de dorpsondersteuner zitten in dit Hometeam de huisarts van het dorp, de coördinator van het zorgteam en de maatschappelijk werker. Zij komen één maal per zes weken bij elkaar om een goede afstemming van zorg en welzijn te krijgen. Een andere overlegvorm waar de dorpsondersteuner aan deelneemt is het Wijkteam. Het wijkteam van de kernen Elsendorp en Handel komt één keer per kwartaal bij elkaar om over de sociale samenhang van de kernen te praten en bestaat naast de dorpsondersteuner uit de huisartsen van beide kernen, de maatschappelijk werker, een contactpersoon van welzijnsorganisatie Impuls, de wijkagent van de politie en een contactpersoon van stichting Goed Wonen. 33 De dorpsondersteuner geeft aan dat ze zich ook heeft afgevraagd of sommige contacten niet dubbelop zijn. Zo komt zij de huisarts van Elsendorp en de maatschappelijk werker zowel in het Hometeam als in het Wijkteam tegen. Er is echter voor gekozen deze contacten op beide manieren te behouden aangezien in de twee overlegvormen verschillende thema s worden besproken.