Inleiding 3. Hoofdstuk 5 Revalidatie 34 De revalidatiearts 34 De fysiotherapeut 34 De ergotherapeut 35 De logopedist 35 De maatschappelijk werkende 35



Vergelijkbare documenten
Beleid leerlinggebonden financiering

Werkstuk Maatschappijleer Kind met handicap op school

Met de rugzak naar school

Leerroutedocument. Leerroute 5

Protocol Toelaatbaarheid Rugzakleerling

NB. Dit beleid is ook van toepassing op leerlingen met een persoonsgebonden budget van de GGD.

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Passend onderwijs Bergen,Gennep en Mook Informatie voor alle ouders

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T)

De Voorde. School Ondersteunings Profiel (SOP) SO De Voorde Hoofdgebouw: Bazuinlaan EE Rijswijk Tel

Afkorting en uitleg begrippen Passend Onderwijs. Kernbegrippen

BIJLAGE A BIJ BELEIDSPLAN voor het toelaten en verwijderen van leerlingen d.d. november Checklijst gericht op de mogelijke instroom

Schoolondersteuningsprofiel. SO Het Mozaïek. onderbouw

leerling gebonden financiering (LGF) toelating van leerlingen met een handicap in het kader van de leerlinggebonden financiering

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

De ambulant begeleider heeft als eerste zorg het welbevinden van de leerling binnen het regulier onderwijs

Aannamebeleid Emile Weslyschool Maastricht

Mytylschool Prins Johan Friso te Haren Onderwijscentrum De Springplank te Emmen

Protocol aanname- en inschrijving RK BS de Veldhof

Kinderrevalidatie. Informatie voor ouders

MYTYLSCHOOL ROOSENDAAL SCHOOLGIDS SPECIAAL ONDERWIJS

INFORMATIEBLAD 6. College voor de Rechten van de Mens. rubriek: Veel gebruikte termen en afkortingen

Passend Onderwijs. VMBO met leerwegondersteuning Leerwegen: BBL, KBL, TL. pomonavmbo.nl

Bernardusschool. School Ondersteunings Profiel (SOP) SO Bernardusschool Ruijchrocklaan EE s Gravenhage tel

Passend onderwijs. Lid van het dagelijks bestuur, Liesbeth Verheggen

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

Tyltylcentrum De Witte Vogel

Stappenplan en zorgvisie De Vuurvlinder

Libra R&A locatie Leijpark. De Speelbergh. algemene informatie

2. Waar staat de school voor?

21ST CENTURY GLOBAL SCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Meer informatie over de zorg voor kwaliteit kunt u lezen in het document ondersteuningsprofiel bs. St. Jozef Elsloo

Schoolondersteuningsprofiel. De Zevensprong

Preventieve Ambulante Begeleiding

Schoolondersteuningsprofiel

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Visie op ouderbetrokkenheid

Achtergronden van de wet ( knelpunten huidig systeem) en doelen van deze wet:

Schoolondersteuningsprofiel

MYTYLSCHOOL ROOSENDAAL SCHOOLGIDS SPECIAAL ONDERWIJS

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Schets onderwijsprogramma en lessentabel Route 2, jaar vmbo basis

Meer over De Vlinder

Leerroutedocument. Leerroute 1

Ouders, schoolondersteuningsprofiel en medezeggenschap

Uitgangspunt: De indeling van de basisgroepen, instructiegroepen en units behoort tot de bevoegdheid van de school.

Schets van het onderwijsprogramma Route 3, jaar vmbo kader/gl/tl

Schoolondersteuningsprofiel De Maurice Maeterlinckschool Schoolondersteuningsprofiel Maurice Maeterlinckschool- SO/VSO/AB

RICHTLIJNEN TOELAATBAARHEIDSVERKLARING ALMERE

UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN

Schets onderwijsprogramma en lessentabel Route 3, jaar vmbo kader/gl/tl

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland

ontwikkelingsperspectief

Teksten voor de nieuwe website van REC Zeeland t.a.v. INFORMATIE T.B.V. HET ONDERWIJS/ONDERWIJS(DES)KUNDIGEN.

Begrippenlijst (passend) onderwijs (bron:

Dossieranalyse. 2.Opstarten begeleidingstraject nieuwe schooljaar

Voorlichting Passend Onderwijs juni 2013

Schets van het onderwijsprogramma Route 2, jaar vmbo basis

Overgangsprotocol VPCO

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, jaar praktijkschool vso

Schets van het onderwijsprogramma Route 3, jaar havo/vwo

Nieuwsbrief nummer: 1 Datum: 21 november Hoofdpunten:

(V)SO t Kraaienest. School Ondersteunings Profiel (SOP) (V)SO t Kraaienest. Brasserskade NC Nootdorp tel

Beleidsplan bewegingsonderwijs rkbs Maria Datum: Bron: Herziene kerndoelen Basisonderwijs. Bewegingsonderwijs.

Schoolondersteuningsprofiel

Toelichting ontwikkelingsperspectief

toegelaten wordt. Uiteraard zal er in overleg met de ouders altijd naar een oplossing worden gezocht.

Uit het onderzoekskader 2017 van Inspectie van het Onderwijs. Primair onderwijs

Samen leren jezelf te zijn, kansrijk en uniek Wij maken werk van talent!

ZO dichtbij Zorg & Onderwijs passend in de reguliere leeromgeving

Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen

Ambulante Onderwijskundige Begeleiding voor leerlingen en studenten met een visuele beperking

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

31 oktober Martine Joustra

Schoolondersteuningsprofiel. De Zevensprong

Ambulante Onderwijskundige Begeleiding voor leerlingen en studenten met een visuele beperking

ACREON ZORGT VOOR ONDERWIJS

School Ondersteunings Profiel (SOP)

Regeling indicatoren voor toelaatbaarheid VSO Cluster 3: Zeer moeilijk lerend (ZML)

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

AANNAMEPROCEDURE EN CRITERIA DE MONNIKSKAP H/V

Aandachtspunten Leraren passend onderwijs

Figuur 1: Leerlingen in basisonderwijs ( )

Richtlijn Toelaatbaarheid tot het Voortgezet Speciaal Onderwijs

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DEN DIJK

t Kraaienest School Ondersteunings Profiel (SOP) VSO t Kraaienest Brasserskade NC Nootdorp tel

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht

Hoofdstuk 33 : Toelatingsprocedure leerlingen die het voortgezet onderwijs reeds bezoeken

Therapeutische peutergroepen. Algemene informatie

- de criteria en aandachtspunten aan de hand waarvan de plaatsing in de groepen geschiedt; én

Richtlijnen Commissie Leerling Ondersteuning (CLO) Samenwerkingsverband De Liemers po

Begeleiding zieke leerlingen en Passend onderwijs. voor het regulier, primair en voorgezet onderwijs Midden- en Oost-Brabant

De Keerkring. School Ondersteunings Profiel (SOP) SO & AB De Keerkring Chaplinstrook SK Zoetermeer tel

Ondersteuningsprofiel SBO De Baldakijn Stadskanaal

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

ambulante begeleiding: samen vorm geven aan passend onderwijs

De Kleine Prins. Creërt mogelijkheden. Expertisecentrum. Revalideren en naar school? Dat kan! Arrangement De Kleine Prins

WINFORD ARNHEM VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

FUNCTIEBESCHRIJVING LOCATIEDIRECTEUR STICHTING ZML TWOG

Transcriptie:

Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Algemeen 4 Oprichting 4 Bestuur 4 Directie 4 Bestuursfilosofie 4 Opdracht Mytylschool Roosendaal 5 Inspectie van het onderwijs 6 ICT 6 Deskundigheidsbevordering 7 Medezeggenschapsraad 7 Hoofdstuk 2 REC/LGF/Indicatiestelling 8 Informatie inwinnen 9 Plussen en minnen op een rij zetten 9 Uiteindelijke keuze 9 Indicatiestelling 9 Hoofdstuk 3 Organisatie van het onderwijs 12 Schoolplan 12 Organisatie van het onderwijsaanbod 13 Inzet personeel 13 Leerwegen binnen de Mytylschool 15 De leerweg Zeer jeugdigen 16 De leerweg SO 17 De leerweg (Z)MLK 18 De Vormingsgroep 21 Vakonderwijs 23 Ambulante begeleiding 26 Hoofdstuk 4 Leerlingzorg 30 Leerlingzorg: Interne leerlingen 30 Dossierbeheer 33 Verwijdering 33 Hoofdstuk 5 Revalidatie 34 De revalidatiearts 34 De fysiotherapeut 34 De ergotherapeut 35 De logopedist 35 De maatschappelijk werkende 35 Hoofdstuk 6 Personeel 37 Hoofdstuk 7 Ouders 40 Oudervereniging Mytylschool Roosendaal 40 Recht op informatie na echtscheiding 41 Hoofdstuk 8 Financiële zaken 43 Vrijwillige ouderbijdrage: overblijfgeld 43 Tegemoetkoming studiekosten 43 Wajong 43 Persoonsgebonden budget - Zorg in natura 43 Sponsoring 44 Hoofdstuk 9 Arts en gezondheid 45 Hygiënische verzorging 45 Verkoudheid 45 Hoofdluis 45 Medicijnen 45 Hoofdstuk 10 Samenwerking 47 Onderwijs en zorg 47 NSWAC t Kroeven 47 Thuiszorg West-Brabant 49 S&L zorg 49 SDW 50 Stage 52 1

Hoofdstuk 11 Praktische informatie 53 Klachtenreglement 53 Gedragregels 53 Schooltijden 53 Lesuitval 54 Algemene activiteiten 54 Vakantierooster 2007-2008 54 Schoolverzuim 54 Vervoersregeling 56 Het overblijven 57 Abonnementen 57 Verzekeringen 57 Hoofdstuk 12 Overzicht van afkortingen, links en adressen 59 2

INLEIDING Dit is de schoolgids van Mytylschool Roosendaal. Een gids waarmee wij u zo goed mogelijk willen informeren over de belangrijkste zaken in en om de school. U treft vooral algemene informatie over de school De Mytylschool Roosendaal biedt onderwijs en zorg aan leerlingen van 4 tot en met 20 jaar. Wij streven ernaar uw kind in een uitdagende leeromgeving voor te bereiden op zijn toekomst. Een belangrijk onderdeel is het stimuleren van de zelfredzaamheid. Daarnaast willen wij bereiken dat uw kind: geloof en plezier in eigen kunnen heeft; het gevoel heeft dat mensen hem waarderen en graag met hem omgaan; het vertrouwen krijgt dat hij iets zelfstandig kan ondernemen. Doel hierbij is dat de leerlingen op een volwaardige wijze leren participeren in de samenleving. Middels Ambulante begeleiding bieden wij ondersteuning aan leerlingen met een LGF in het regulier onderwijs. Mocht u na het lezen van deze schoolgids nog nadere informatie willen hebben, neem dan gerust contact met ons op. Gerad Kusters, directeur Mytylschool Ons onderwijsprogramma is afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerlingen, zowel op het verstandelijke als op het emotionele vlak. Wij besteden aandacht aan het verwerven van kennis en sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Ook opgroeien in een multiculturele samenleving hoort hierbij. Verder stimuleren wij de creatieve ontwikkeling. Naast onderwijs bieden wij onze leerlingen revalidatie en/of ondersteuning bij wonen, werken, leren en vrije tijd. 3

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Oprichting In 1958 richtten in West-Brabant ouders van gehandicapte kinderen een afdeling op van de Bond voor Ouders van Spastische Kinderen (BOSK). Zij wilden een onderwijsmogelijkheid creëren voor hun kinderen in hun eigen regio. De toestemming voor de oprichting van de Mytylschool in Roosendaal werd verleend in 1962. Op 1 juni 1962 startte de school onder de naam St. Ignatius in de Laan van Brabant. Omdat het aantal leerlingen groeide, werd dit gebouw al snel te klein. De eerste steen voor een nieuw gebouw werd gelegd op 13 juni 1975 aan de Gezellelaan 13 te Roosendaal. Bestuur De school valt onder het bestuur van de Stichting R.K. Mytylschool. Het schoolbestuur is als volgt samengesteld: De heer M.A.J.M. Nelen voorzitter De heer B.A. Leffers secretaris De heer P.C.A.M. Etman penningmeester De heer J.J.G.M. Biskop bestuurslid De heer C.G.A. Mattheussens bestuurslid De heer H. Wouters bestuurslid Het correspondentieadres is: Schoolbestuur R.K. Mytylschool, p/a Gezellelaan 13, 4707 CC Roosendaal Directie De directie bestaat uit: De heer G.J.J. Kusters Mevrouw I. Nelen Bestuursfilosofie directeur adj. directeur Het bestuur draagt - in het belang van ouders of toekomstige ouders van kinderen met een handicap - verantwoordelijkheid voor de school die onder zijn bevoegd gezag staat. Onder kinderen met een handicap dient te worden verstaan: lichamelijk gehandicapten, meervoudig gehandicapten en langdurig zieken. Het bestuur is ervoor verantwoordelijk dat de school een prestatie levert die het tegenover de ouders kan rechtvaardigen. Aangezien de overheid het mytylonderwijs bekostigt, draagt het bestuur er eveneens zorg voor dat de prestatie voldoet aan door de overheid gestelde eisen. Vanuit dat perspectief acht het bestuur het zijn taak om: op hoofdlijnen de doelstelling van het onderwijs vast te stellen; erop toe te zien dat deze op een verantwoorde wijze wordt bereikt. Het bestuur maakt gebruik van het instrumentarium van het Policy Governance Model en de code Goed Bestuur Primair Onderwijs. Het bestuur stelt de directeur in de gelegenheid tot keuzes te komen over de manier waarop de doelen kunnen worden verwezenlijkt. 4

Het bestuur erkent daarmee de professionaliteit van directeur en personeel. Het bestuur realiseert zich dat het verantwoordelijk is voor de keuzes die directeur en personeel op dat vlak maken. Opdracht Mytylschool Roosendaal De Mytylschool Roosendaal is een onderwijsinstelling voor speciaal onderwijs voor leerlingen in de leeftijd van 4 tot 20 jaar met motorische beperkingen, een lichamelijke of meervoudige handicap, of een chronische ziekte Vanwege deze beperkingen, handicap of ziekte zijn de leerlingen onvoldoende in staat deel te nemen aan het regulier onderwijs. We nemen speciale begeleidingsmaatregelen om de leerlingen optimaal te laten profiteren van het onderwijsaanbod binnen het regulier dan wel het speciaal onderwijs. Op een geïntegreerde wijze bieden wij onze leerlingen onderwijs, revalidatie en zorg. Wij streven ernaar onze leerlingen de kennis en vaardigheden te laten ontwikkelen die ze nodig hebben om nu en in de toekomst zo zelfstandig mogelijk te functioneren. Leerlingen (en hun ouders/verzorgers) staan binnen onze onderwijsinstelling centraal. We gaan uit van de individuele mogelijkheden van ieder kind. Wij bieden de leerlingen een ontwikkelingsstimulerende omgeving. Hierdoor kunnen zij zich op cognitief, motorisch, sociaal-emotioneel en praktisch gebied optimaal ontwikkelen. revalidatie en zorg voor iedere leerling opstellen, geeft richting aan de individuele ontwikkeling van de leerlingen. We stellen onze expertise en ondersteuning ook beschikbaar aan derden. Via ambulante begeleiding begeleiden wij leerlingen buiten onze school. We gaan daarbij actief samenwerkingsrelaties aan. De Mytylschool heeft een R.K. identiteit; het handelen binnen de school wordt bepaald door de christelijke identiteit. Binnen het onderwijs en de begeleiding is dit herkenbaar. We anticiperen op relevante (maatschappelijke) ontwikkelingen en vertalen die in ons onderwijskundig beleid en professioneel handelen. De samenhang tussen onderwijs, zorg en revalidatie krijgt voortdurend aandacht, en natuurlijk ook de meerwaarde die de samenhang oplevert. Wij benutten onze middelen efficiënt. Onze organisatie en inzet van personeel is gericht op het bereiken van onze doelstellingen met en voor de leerlingen. De schoolcultuur kenmerkt zich door openheid, flexibiliteit, creativiteit, planmatigheid, afstemming, reflectie op eigen handelen, en het nemen van verantwoordelijkheid. Ons werk vraagt om betrokkenheid en voortdurende aandacht voor het vergroten van vaardigheden en kennis. Voor medewerkers van onze school spreekt het ontwikkelen van relevante competenties vanzelf. De organisatie ondersteunt hen daarin. Het handelingsplan dat we in overleg met ouders, 5

Zij kunnen rekenen op een stimulerende, innovatieve werkomgeving en een transparante organisatie. Het voedingsgebied van de Mytylschool Roosendaal: in het westen tot Reimerswaal en Tholen in het noorden tot Klundert in het oosten tot Etten-Leur in het zuiden tot in België Inspectie van het onderwijs De inspectie van het onderwijs beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs in Nederland. Dit gebeurt o.a. door onderzoek op de scholen. De mytylschool Roosendaal valt onder de Inspectie van het Onderwijs afdeling Breda. Voor informatie kunt u gebruik maken de in Hoofdstuk 12 vermelde website. Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) ICT We onderscheiden op de Mytylschool de inzet van ICT in het gebruik door personeel en het gebruik door leerlingen. Gebruik door personeel Ten behoeve van de interne en externe communicatie over onderwijs en organisatie en interne communicatie over leerlingen is een apart personeelsnetwerk operationeel sinds 2003. In 2008 zal dit netwerk volledig worden vernieuwd. We gaan hierbij uit van de huidige situatie, maar zullen ook meer functionaliteiten in gaan bouwen, omdat er inmiddels veel meer technische mogelijkheden zijn. Ook de website zal geheel worden vervangen door een nieuwe. Gebruik door leerlingen Het tweede netwerk, dat sinds 2006 operationeel is, betreft het leerlingnetwerk. Dit netwerk wordt door de leerlingen voor onderwijs en communicatie gebruikt. De school heeft een werkgroep leerlinggebruik ICT. Binnen leerlinggebruik ICT onderscheiden we drie gebruiksvormen: gebruik van ICT voor ondersteuning van het leerprogramma (educatieve software bij methoden, oefenprogramma s, informatieverwerving voor ICT-onderwijs, enz.); gebruik van ICT als vervanging van pen en papier; gebruik van ICT als prothese (de leerling werkt met de computer en aanpassingen om te kunnen communiceren, vat te krijgen op zijn omgeving, enz.). 6

Dit schooljaar zal het eerste digitale schoolbord zijn intrede doen in de school. In combinatie met de speciaal voor onze leerlingen ontwikkelde software, verwachten wij weer een belangrijk stap te zetten in het educatieve gebruik van technische middelen. In het beleidsplan leerlinggebruik ICT worden de keuzes en procedures rond de aanschaf en introductie van hard- en software verantwoord, alsook de inzet van het personeel. Deskundigheidsbevordering De deskundigheidsbevordering van het personeel is gericht op eerdergenoemde ontwikkelingen. Daarnaast zal er scholing plaatsvinden in het kader van de ARBO- en calamiteitenwetgeving en de individuele professionaliseringsplannen. Medezeggenschapsraad Medezeggenschap op school in de vorm van een medezeggenschapsraad (MR) bestaat al sinds 1982. Op 1 januari 2008 is er een nieuwe Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) van kracht geworden. Een belangrijk gevolg daarvan is dat de schoolbesturen steeds meer beslissingen zelf kunnen nemen. Het bevoegd gezag (bestuur) en de directie bepalen het beleid, maar het is de taak van de MR te adviseren over en in te stemmen met dat beleid. En daarmee zijn meteen de twee rechten van de MR aangehaald, te weten het adviesrecht en het instemmingsrecht. Wie zitten er in onze MR en wat kunnen zij bereiken? Omdat onze school minder dan 250 leerlingen heeft, zegt de wetgever dat de MR moet bestaan uit 6 leden. Drie leden worden door en uit de ouders/verzorgers gekozen en de drie anderen worden gekozen door en uit het personeel van de school. Elk jaar treedt een gedeelte van de raad af volgens een rooster van aftreden en worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Hierover worden ouders en personeel tijdig door de MR geïnformeerd. Binnen de MR wordt gesproken over alles wat met de school te maken heeft. Zolang het maar van algemene en niet van persoonlijke aard is. Het doel is te komen tot openheid binnen de school. Hoewel belangrijke besluiten aan de MR moeten worden voorgelegd, kan de MR gevraagd of ongevraagd standpunten kenbaar maken. Op een ongevraagd voorstel moet de directie /het bestuur dan binnen 3 maanden gemotiveerd reageren. Wanneer antwoorden niet bevredigend zijn, kan de MR in het uiterste geval bij de geschillencommissie aankloppen. Met de bevoegdheden die de MR heeft, kan zij zich uiteindelijk daadwerkelijk inzetten voor het belang van de kinderen, ouders en het personeel. Als ouders meer willen weten over de mogelijkheden en de bevoegdheden en rechten van de MR kunnen zij op school een informatiefolder aanvragen waarin dit alles uitgebreid staat beschreven. 7

De MR is begin dit jaar als volgt samengesteld: de oudergeleding: dhr. M. Kruize, vader van Stijn mevr. S. De Clerck, moeder van Kato de personeelsgeleding: dhr. P.A.M. van der Horst mevr. M. Roksnoer dhr. K. Poldermans secretaris voorzitter 8

HOOFDSTUK 2 REC/LGF/INDICATIESTELLING De regeling Leerlinggebonden Financiering (LGF) is op 1 augustus 2003 in werking getreden. Deze regeling verbetert de mogelijkheden voor integratie van leerlingen met een ernstige beperking in het basis- en het voortgezet onderwijs. De ouders krijgen een grotere vrijheid een school voor hun kind te kiezen. Zij kunnen een school kiezen die speciaal is toegerust voor het onderwijs aan leerlingen met een beperking. Maar zij kunnen ook kiezen voor een reguliere school, waarbij een aantal extra uren voor de speciale begeleiding gefinancierd wordt uit het leerlinggebonden budget. De beslissing over het recht op een plaats in het speciaal onderwijs of op het leerlinggebonden budget ligt in handen van de Commissies voor de Indicatiestelling. Deze commissies zijn onafhankelijk van de speciale scholen, maar wel gekoppeld aan Regionale Expertisecentra (REC's). In de Wet op de Expertisecentra (WEC) is beschreven hoe de toekenning van de extra onderwijszorg in Regionale Expertisecentra is geregeld. Een Regionaal Expertisecentrum (REC) is een samenwerkingsverband van scholen voor speciaal onderwijs, die zorgen voor de kwaliteit en de spreiding van het speciale onderwijs. Per regio is een REC ontstaan. In deze REC's wordt de kennis en deskundigheid van de speciale scholen in de regio gebundeld. De REC's zijn onderverdeeld naar onderwijscluster: cluster 2: voor kinderen met communicatieve handicaps; cluster 3: voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap (LG: lichamelijk gehandicapt, LZ: langdurig Ziek; MG: meervoudig gehandicapt); cluster 4: voor kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen. De REC's verzorgen speciaal onderwijs in de regio en bieden ambulante begeleiding aan reguliere scholen waar kinderen met een handicap les krijgen. De Mytylschool Roosendaal valt onder het REC West-Brabant. In dit REC zitten de volgende scholen: de Mytylschool te Roosendaal LG + LZ + MG de Kameleon te Roosendaal ZMLK + MG St. Liduina te Breda ZMLK + MG de Schalm te Breda LG + MG de Openluchtschool te Breda LZ cluster 1: voor kinderen met visuele handicaps; 9

Informatie inwinnen Om een weloverwogen keuze te kunnen maken tussen de verschillende soorten onderwijs is het van belang dat ouders over voldoende informatie beschikken. Daarom raden wij ouders allereerst aan informatie in te winnen over verschillende scholen. Ouders kunnen van een aantal scholen schriftelijke informatie opvragen, zoals schoolgidsen en brochures en boeken over het onderwerp. Verder zijn andere ouders van kinderen met een handicap vaak een bron van informatie. Plussen en minnen op een rij zetten Op een gegeven moment hebben ouders genoeg informatie verzameld en weten ze wel zo ongeveer wat de voor- en nadelen van beide onderwijsmogelijkheden zijn. Maar hoe maken ouders nu voor zichzelf een goede afweging van de plussen en minnen? Hieronder staat een aantal factoren die ouders bij hun afweging mee kunnen laten spelen. De (handicapspecifieke) mogelijkheden en beperkingen van het kind. Ouders kennen hun kind zelf het beste en weten wat het wel en niet aankan. Reistijd en afstand. Scholen voor speciaal onderwijs zijn vaak verder weg dan reguliere scholen. Kan het kind die langere reistijd aan? De relatie met (niet-)gehandicapte leeftijdgenootjes. Hoe belangrijk vinden de ouders het dat hun kind ook met nietgehandicapte leeftijdsgenootjes leert omgaan? Onderwijs afgestemd op de handicap van de leerling. In hoeverre hechten de ouders daar waarde aan? Therapieën onder schooltijd: zijn die mogelijk? De mogelijkheden in het voortgezet onderwijs. Wat is er mogelijk na het basisonderwijs? Invloed op het gezin. Vinden ouders het prettig dat al hun kinderen, gehandicapt of niet, naar dezelfde school gaan of juist niet? Uiteindelijke keuze Op basis van alle verzamelde informatie en de afweging van plussen en minnen die daarop volgt, kunnen ouders een uiteindelijke keuze maken. Zie ook de in Hoofdstuk 12 genoemde website. Indicatiestelling Op de mytylschool zitten leerlingen met een indicatie LG, een indicatie LZK of een indicatie MG Om in aanmerking te komen voor één van deze indicaties moet de leerling voldoen aan specifieke criteria. De Commissie voor Indicatiestelling beoordeelt of een leerling hieraan voldoet. De indicatieprocedure verloopt als volgt. Ouders nemen contact op met de school en krijgen een trajectbegeleider toegewezen. De trajectbegeleider maakt met de ouders een afspraak voor een intakegesprek. De aanmeldingsformulieren worden door de ouders en de verwijzende instellingen ingevuld. 10

Relevante gegevens die bij andere instellingen bekend zijn worden, met toestemming van de ouders, opgevraagd. Eventueel wordt aanvullend onderzoek verricht. Het dossier wordt verstuurd naar de Commissie voor Indicatiestelling (CvI). De CvI stelt vast of de leerling voldoet aan de vastgestelde criteria, neemt een indicatiebesluit en stelt de beschikking op. Ouders worden op de hoogte gebracht van het besluit van de CvI. Bij een positieve beschikking maken de ouders de keus voor plaatsing op de Mytylschool of voor plaatsing binnen regulier onderwijs met ambulante begeleiding. Als ouders voor dit laatste kiezen komt hun kind in aanmerking voor een leerlinggebonden budget (een rugzakje ). Wanneer ouders kiezen voor plaatsing op de Mytylschool wordt er door de trajectbegeleider in overleg met de ouders afgesproken wanneer hun kind geplaatst wordt. De geldigheidstermijn van de LG en LZK beschikking is 3 jaar en van de MG-beschikking 4 jaar. Als de leerling na het verstrijken van deze termijnen nog steeds in aanmerking komt voor onderwijs op de Mytylschool of voor een Leerling Gebonden Financiering dan moet weer een indicatietraject worden gestart. Bij deze (her)indicatie wordt hetzelfde traject doorlopen als bij de indicatie. 11

HOOFDSTUK 3 ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS Schoolplan In het schoolplan moet het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en de wijze waarop de kwaliteit van het onderwijs wordt bewaakt aan de orde komen. Het schoolplan is bedoeld als aanleiding voor scholen om na te denken over eigen beleidskeuzes, zodat de kwaliteit van het onderwijs ook in de toekomst kan worden gewaarborgd. Het schoolplan is een instrument voor het toezicht door de onderwijsinspectie. In het schoolplan zullen naast het bestaande beleid van het schoolbestuur ook de voornemens op de verschillende beleidsterreinen en hun onderlinge samenhang naar voren kunnen komen. Het schoolplan wordt hiermee een soort 'basisdocument' dat ook voor de MR een belangrijke bron voor informatie kan zijn. In dit basisdocument vormen de taken van de school het uitgangspunt voor het formuleren van huidig beleid en het maken van beleidskeuzes. Anders dan de schoolgids is het schoolplan een vierjaarlijks plan en wordt het niet aan ouders of leerlingen verstrekt. Het ligt uiteraard wel ter inzage. De belangrijkste taken van de Mytylschool zijn: het geven van onderwijs, opvoeding en pedagogische begeleiding aan leerlingen met een lichamelijke, meervoudige handicap of chronische ziekte, al dan niet in combinatie met andere functionele beperkingen; gelegenheid bieden aan leerlingen om zich via arbeidsoriëntatie te bekwamen in diverse werkzaamheden, waardoor zij op termijn kunnen deelnemen aan het (begeleid) arbeidsproces; het verzorgen van ambulante begeleiding van leerlingen in het (speciale) basis- en voortgezet onderwijs; het realiseren van een flexibele onderwijsinrichting; het zeker stellen en vergroten van de kwaliteit van het onderwijs zoals dat door de school gegeven wordt. Het aanbod van de Mytylschool kenmerkt zich door: het ontwikkelen van de mogelijkheden van ieder kind en het zo goed mogelijk leren omgaan met de bestaande beperkingen; het stimuleren van de cognitieve ontwikkeling; het ontwikkelen van de sociaal-emotionele vaardigheden; het uitbreiden van de praktische vaardigheden; het bevorderen van de zelfredzaamheid; het werken in kleine groepen op een eigen niveau en naar eigen mogelijkheden; het interdisciplinair samenwerken waarbij onderwijs en revalidatie gezamenlijke doelstellingen nastreven; het geven van therapieën onder schooltijd; het werken volgens een handelingsplan. 12

Organisatie van het onderwijsaanbod In de organisatie van het onderwijsaanbod willen wij optimaal tegemoet komen aan de specifieke kindkenmerken en de daarbij behorende hulpvragen. Centraal staat het aanbieden van passend onderwijs aan onze leerlingen in een leeromgeving die hem/haar uitdaagt. Het onderwijs aan de Mytylschool kan worden onderverdeeld in vier leerwegen: de leerweg ZJ de leerweg SO de leerweg (Z)MLK de Vormingsgroep Dit schooljaar starten wij met 11 basisgroepen. Binnen iedere groep omvat het programma de onderwijsgebieden zoals de wet deze beschrijft voor het Speciaal Onderwijs (kerndoelen S.O.) en/of het ZML-onderwijs (kerndoelen ZML). De onderwijsgebieden in alle groepen omvatten de volgende vakgebieden: leergebiedoverstijgende vakgebieden zoals: o zintuiglijke en motorische ontwikkeling o sociaal-emotionele ontwikkeling o leren leren; omgaan met media en technologische hulpmiddelen; praktische redzaamheid; Nederlandse taal; rekenen en wiskunde; oriëntatie op mens en wereld; bewegingsonderwijs; kunstzinnige oriëntatie. Afhankelijk van de groep en de leerweg kunnen de accenten en prioriteiten binnen het programma verschillen. Zo wordt er binnen het vakgebied oriëntatie op mens en wereld in de hoogste groepen van de leerweg SO, leerweg ZMLK en de vormingsgroep extra aandacht besteed aan het bevorderen van actief burgerschap. Inzet personeel De groepen bestaan gemiddeld uit tien kinderen. De groepen binnen de leerweg (Z)MLK zijn kleiner qua aantal dan de groepen binnen de leerweg SO. De groepen worden bemand door de leerkracht en de onderwijsassistent. De leerkracht is verantwoordelijk voor het onderwijs en bewaakt het evenwicht tussen revalidatie en onderwijs. De leerkracht wordt gezien als de hoofdaannemer van het onderwijsleerproces. Tevens is hij/zij de vaste aanspreekpersoon voor ouders/verzorgers. De onderwijsassistent is verantwoordelijk voor verzorgende taken t.a.v. de leerlingen, huishoudelijke taken, busbegeleiding en onderwijsondersteunende taken. Deze worden altijd uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de leerkracht. Daarnaast is het voor een leerkracht mogelijk om op 2 momenten per jaar onderwijsondersteuning aan te vragen. Het doel van onderwijsondersteuning is een antwoord te geven op de vraag van de leerkracht en/of de onderwijsassistent door middel van het verrichten van onderzoek, het geven van behandeling en het uitbrengen van advies. 13

Zo krijgen de leerkracht en/of de onderwijsassistent meer bagage en inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van het kind. Hierdoor kunnen zij gerichte ondersteuning geven om de ontwikkeling van het kind met betrekking tot schoolse activiteiten te bevorderen. Onderwijsondersteuning kan o.a. verleend worden door: ergotherapie op de onderwijsgebieden schrijven, tekenen en handvaardigheid, fijn motorische vaardigheden, omgaan met hulpmiddelen/ aanpassingen/voorzieningen, praktische redzaamheid en mobiliteit; de vakleerkracht bewegingsonderwijs op het gebied van ruimtelijke oriëntatie, conditietraining; logopedie op het gebied van ondersteuning in het leesproces, auditieve training, mondelinge taalvaardigheid, non-verbale communicatie, sociale vaardigheidstraining; fysiotherapie op het gebied van beleving van de handicap, zwemonderwijs, grof motorische vaardigheden; ambulante begeleiding op het gebied van School Video Interactie begeleiding. Handicapbeleving In de afgelopen jaren is het project handicapbeleving vormgegeven vanuit drie onderdelen: informatie voor de ouders/verzorgers en mensen in hun omgeving; informatie voor het kind/ jong volwassene; informatie rondom seksualiteit. De werkgroep ouders heeft informatie verzameld voor kinderen en hun ouders. Deze informatie kan nuttig zijn in het dagelijks leven van een kind met een beperking. Ouders kunnen op school informatie inzien over ziektebeelden en de gevolgen hiervan, voorzieningen, aangepaste vakanties, vrijetijdsbesteding, patiëntenverenigingen, fondsen, en relevante internetsites. De werkgroep informatie voor het kind/ jong volwassene heeft in de infotheek twee leskisten staan met boeken, video s en folders die geschreven zijn voor het kind met een beperking en eventuele broertjes of zusjes. De kisten zijn ingedeeld in materiaal voor de onderbouw en materiaal voor de midden-/bovenbouw. De boeken en video s worden in de klassen gebruikt als ondersteunend lesmateriaal. In de afgelopen jaren is binnen de Mytylschool het project Dit ben ik ontwikkeld. Het project gaat over wie je bent en hoe je in je omgeving functioneert (thuis en op school): omgaan met jouw mogelijkheden en beperkingen. Wanneer kinderen of ouders geïnteresseerd zijn in de boeken, video s en folders uit de leskisten bestaat de mogelijkheid deze te lenen. Voor eventuele vragen kunnen ouders contact opnemen met de leerkracht of maatschappelijk werk. Zie voor interessante internetsites hoofdstuk 12. 14

Leerwegen binnen de Mytylschool ZEER-JEUGDIGEN Groep 1 Groep 2 SO Groep 1 Groep 2 ZMLK Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 ZMLK + VG VORMINGSGROEP 15

De leerweg Zeer Jeugdigen In de leerweg ZJ bieden wij onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 4 tot maximaal 8 jaar, functionerend op basisschoolniveau, moeilijk lerend niveau of zeer moeilijk lerend niveau. Toelating De leerweg ZJ bestaat uit: leerlingen die vanwege hun lichamelijke handicap en/of chronische ziekte het reguliere onderwijs (nog) niet kunnen volgen. leerlingen die vanwege leerproblemen en/of sociaal-emotionele problemen het reguliere onderwijs niet kunnen volgen. leerlingen die naast een lichamelijke handicap een verstandelijke handicap kunnen hebben. leerlingen die naast een lichamelijke handicap, één of meer andere handicaps hebben. leerlingen die zich kenmerken door zeer complexe hulpvragen, veroorzaakt door ernstige handicaps. Doel Zicht krijgen op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling en het aanleren van peuter/kleutervaardigheden nodig voor het volgen van onderwijs passend bij het ontwikkelingsperspectief van de desbetreffende leerling. Instroom De instroom geschiedt vanuit thuis, peuterspeelzaal, peuter+groep, reguliere basisschool, speciale basisschool, MKD of OPD/KDC. Alle leerlingen hebben een LG/LZ/MG-beschikking (indicatie) vallend onder cluster 3. Uitgangspunten Binnen het onderwijs in deze groepen worden steeds thema s gekozen die aansluiten bij de interesse en de ervaringswereld van de kleuters. Bij de onderwijsactiviteiten hanteren wij de kerndoelen S.O. en de kerndoelen ZML. Al spelend leren de kinderen en doen zij hun ervaringen op. Aspecten van de brede ontwikkeling (zoals samen spelen en werken; communiceren, initiatieven nemen en plannen maken) worden verbonden aan kennis en vaardigheden. De diverse activiteiten zijn met elkaar verbonden en hebben een onderlinge samenhang. Tevens wordt het vergroten van de zelfstandigheid voortdurend gestimuleerd, zowel op het gebied van het werken in de lessen als op het gebied van praktische redzaamheid, zoals aankleden, toiletgang, eten en drinken. 16

Het onderwijsaanbod Het programma van de onderbouw omvat de volgende onderwijsgebieden: zintuiglijke en motorische ontwikkeling sociaal-emotionele ontwikkeling leren leren ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit praktische redzaamheid spelontwikkeling omgaan met media en technologische hulpmiddelen Nederlandse taal rekenen bewegingsonderwijs oriëntatie op mens en wereld kunstzinnige oriëntatie: o beeldende vorming o muziek en bewegen o dramatische vorming Uitstroom Mogelijkheden zijn plaatsing op KDC/OPD, de leerweg SO of de leerweg (Z)MLKvan de Mytylschool, een andere vorm van speciaal onderwijs, of plaatsing in het reguliere (speciaal) basisonderwijs. De leerweg SO Binnen de leerweg SO bieden wij onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 6/8 tot maximaal 14 jaar, functionerend op basisschool- en moeilijk lerend niveau. Toelating De leerweg SO bestaat uit: leerlingen die vanwege hun lichamelijke handicap en/of chronische ziekte het reguliere onderwijs (nog) niet of niet meer kunnen volgen. leerlingen die vanwege leerproblemen en/of sociaal-emotionele problemen het reguliere onderwijs niet kunnen volgen. leerlingen met een lichamelijke handicap en/of chronische ziekte, die in staat zijn om het onderwijsprogramma van het reguliere onderwijs, in een aangepast tempo, te volgen. leerlingen die functioneren op basisschool of moeilijk lerend niveau. Doel Leerlingen maken die vaardigheden eigen, waardoor het volgen van algemeen vormend vervolgonderwijs, een beroepsopleiding of voortgezet (speciaal) onderwijs mogelijk wordt. Instroom Instroom geschiedt vanuit de leerweg ZJ, het (speciaal) basisonderwijs of een andere vorm van speciaal onderwijs. Alle leerlingen hebben een LG of LZ-beschikking (indicatie) vallend onder cluster 3. Uitgangspunten Binnen de leerweg SO staan de onderwijskundige principes centraal. Kinderen die vanuit de ZJ-stroom in deze stroom worden geplaatst, moeten toe zijn aan het programma van tenminste aanloop groep 3 van het basisonderwijs. Het pedagogisch klimaat is zodanig dat een leerling uitgedaagd en gestimuleerd wordt tot zelfstandig 17

functioneren en het dragen van eigen verantwoordelijkheid (zelfbepaling). Daarbij wordt rekening gehouden met de motorische capaciteiten en de leeftijd. In de leerweg SO wordt een passend onderwijsaanbod aangeboden; dit betekent concreet dat kinderen functionerend op regulier basis en moeilijk lerend niveau een onderwijsaanbod krijgen zoals dat geformuleerd is onder de kerndoelen voor het S.O. Het onderwijsaanbod Binnen het programma van de leerweg SO komen de volgende onderwijsgebieden aan bod: sociaal-emotionele ontwikkeling leren leren omgaan met media en technologische hulpmiddelen praktische redzaamheid Nederlandse taal rekenen en wiskunde bewegingsonderwijs oriëntatie op mens en wereld: o oriëntatie op ruimte (aardrijkskunde) o oriëntatie op tijd (geschiedenis) o oriëntatie op mens en samenleving o oriëntatie op natuur en techniek kunstzinnige oriëntatie: o tekenen en handvaardigheid o muziek o spel en beweging Binnen het onderwijs in de leerweg SO bestaat het grootste gedeelte van de dag uit werken aan rekenen, taal en lezen. Bij deze vakken wordt gedifferentieerd instructie gegeven of worden kinderen in kleine groepjes op niveau ingedeeld. Bij een complexe reken- of leesproblematiek kan ervoor gekozen worden het vak in de leerweg (Z)MLK te laten volgen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de zaakvakken zoals geschiedenis, aardrijkskunde, SOVA training, biologie en verkeer. Uitstroom Uitstroom vindt plaats op maximaal 14-jarige leeftijd naar het Voortgezet (Speciaal) Onderwijs of naar de interne vormingsgroep. Indien mogelijk stromen ze tussentijds door naar een andere vorm van speciaal basisonderwijs of het reguliere basisonderwijs (al dan niet met ambulante begeleiding). Op 12/13-jarige leeftijd brengt de Commissie van Begeleiding (CvB) een individueel advies uit met betrekking tot de verdere schoolloopbaan. De leerweg (Z)MLK Binnen de leerweg (Z)MLK bieden wij onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 6/8 tot maximaal 14 jaar, functionerend op zeer moeilijk lerend niveau. Toelating De leerweg (Z)MLK bestaat uit: leerlingen die, naast een lichamelijke handicap en/of chronische ziekte, één of meer andere handicaps hebben. leerlingen met een lichamelijke en/of chronische ziekte, die vanwege leerproblemen en/of sociaalemotionele problemen het onderwijs op moeilijk lerend niveau niet kunnen volgen. 18

er is sprake van een lichte tot ernstige verstandelijke handicap: IQ < 70. Door de meervoudige handicap zijn de ontwikkelingsmogelijkheden beperkt en is er sprake van een blijvende achterstand op één of meer ontwikkelingsgebieden. leerlingen die zich kenmerken door zeer complexe hulpvragen, veroorzaakt door ernstige handicaps. Binnen de leerweg (Z)MLK onderscheiden we een extra groep, de ZMLK+ groep. Deze groep bestaat uit: leerlingen die zich kenmerken door zeer complexe hulpvragen, veroorzaakt door ernstige handicaps. kinderen met een ontwikkelingsperspectief van maximaal 24 maanden of een problematiek van vergelijkbare zwaarte: o Kinderen met een (zeer) ernstig motorische beperking (primair focaal motorische neurologische stoornis) en een verstandelijke beperking. o Kinderen met (diep) ernstig verstandelijk beperking in combinatie met een ernstige motorische beperking. o Kinderen met (diep) ernstig verstandelijk beperking en een lichte / matige motorische beperking. o Kinderen met (diep) ernstig verstandelijke beperking met vergelijkbare begeleidingsbehoefte (autisme, epilepsie, zintuiglijke handicap, chronische ziekte, overig). o Kinderen met matig verstandelijk beperking met vergelijkbare begeleidingsbehoefte: autisme, epilepsie, zintuiglijke beperking, chronische ziekte, overig. Doel Leerlingen die vaardigheden eigen maken, waardoor het volgen van algemeen vormend vervolgonderwijs mogelijk wordt. Instroom Instroom geschiedt vanuit de leerweg ZJ, de leerweg SO, het reguliere (speciaal) onderwijs of een andere vorm van speciaal onderwijs. Alle leerlingen hebben een MG-beschikking (indicatie) vallend onder cluster 3. Uitgangspunten Binnen de leerweg (Z)MLK staan de onderwijskundige en pedagogische principes centraal. Het pedagogisch klimaat is zodanig dat een leerling uitgedaagd en gestimuleerd wordt tot zelfstandig functioneren en het dragen van eigen verantwoordelijkheid (zelfbepaling). Daarbij wordt rekening gehouden met de motorische capaciteiten en de leeftijd. Leerlingen, die functioneren op een zeer moeilijk lerend niveau bieden wij een onderwijsaanbod aan zoals dat geformuleerd is binnen de kerndoelen ZML. Het onderwijsaanbod aan leerlingen functionerend op zeer moeilijk lerend niveau dient te voldoen aan 2 voorwaarden, namelijk betekenisvolle leerinhouden en functionaliteit. Bij alle lessen wordt daarom de vraag gesteld: 19

Welke vaardigheden heeft deze leerling nodig om zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren als jong volwassene in een begeleide woon-werkomgeving of dagbesteding?. Kennis en vaardigheden zijn direct verbonden met elkaar. Het onderwijsaanbod Het programma van de leerweg (Z)MLK omvat de volgende onderwijsgebieden: zintuiglijke en motorische ontwikkeling sociaal-emotionele ontwikkeling leren leren omgaan met media en technologische hulpmiddelen praktische redzaamheid ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit taal en communicatie rekenen en wiskunde bewegingsonderwijs oriëntatie op mens en wereld: o oriëntatie op ruimte o oriëntatie op tijd o oriëntatie op mens en samenleving o oriëntatie op natuur en techniek kunstzinnige oriëntatie: o tekenen en handvaardigheid o muziek o dramatische vorming Binnen de gehele leerweg (Z)MLK is er veel aandacht voor het leren van sociale vaardigheden, de emotionele ontwikkeling en het vergroten van de zelfstandigheid op alle gebieden. Binnen de ZMLK+ groep sluit het onderwijs aan bij de belevingswereld van de kinderen. Het onderwijsaanbod is afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling en is zo ingericht dat de leerling een ononderbroken ontwikkelingsproces kan doorlopen. Afhankelijk van de ontwikkelingsmogelijkheden leren de kinderen rekenen, taal en (picto)lezen. Deze vakken nemen de ochtenden in beslag. In de middag wordt in groepsverband aandacht besteed aan sociale vaardigheidstraining, oriëntatie op mens en wereld, bewegingsonderwijs en kunstzinnige oriëntatie. Uitstroom Uitstroom vindt plaats op maximaal 14-jarige leeftijd naar het Voortgezet (Speciaal) Onderwijs of naar de interne vormingsgroep. Op 12/13-jarige leeftijd brengt de Commissie van Begeleiding (CvB) een individueel advies uit met betrekking tot de verdere schoolloopbaan. 20

De vormingsgroep In de vormingsgroep bieden wij onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 14 tot maximaal 20 jaar functionerend op zeer moeilijk lerend niveau. Toelating De vormingsgroep bestaat uit: leerlingen die, naast een lichamelijke handicap en/of chronische ziekte, één of meer andere handicaps hebben. leerlingen met een lichamelijke en/of chronische ziekte, die vanwege leerproblemen en/of sociaalemotionele problemen het onderwijs op moeilijk lerend niveau niet kunnen volgen. er is sprake van een lichte tot ernstige verstandelijke handicap: IQ < 70. Door de meervoudige handicap zijn de ontwikkelingsmogelijkheden beperkt en is er sprake van een blijvende achterstand op één of meer ontwikkelingsgebieden. in deze leerweg zitten ook leerlingen die zich kenmerken door zeer complexe hulpvragen, veroorzaakt door ernstige handicaps. Doel Het doel is gericht op het bereiken van een zo groot mogelijke mate van sociale en praktische zelfredzaamheid. De leerling wordt voorbereid op het leven en werken binnen een beschermende omgeving. Instroom Instroom geschiedt vanuit zowel de hoogste groepen uit de leerweg SO als uit de leerweg (Z)MLK. Daarnaast is ook instroom vanuit regulier (speciaal) onderwijs mogelijk. Uitgangspunten Binnen de vormingsgroep vormen de volgende uitgangspunten de basis: afstemming van het programma op de beleving van de maatschappelijke werkelijkheid in en buiten de school; nabootsing van praktische, alledaagse situaties, in een omgeving die de ontwikkeling stimuleert; het creëren van een onderwijssituatie, waarin o praktisch werken een belangrijke plaats inneemt; o samenwerken belangrijk is; o er aandacht is voor de instandhouding van aangeleerde cognitieve vaardigheden; o er aandacht is voor de ontwikkeling van een reëel zelfbeeld; o leerlingen, ouders/verzorgers, revalidatie en school samen nadenken over de toekomst, de mogelijkheden en onmogelijkheden van de leerling, en samen daarover beslissingen nemen. In de vormingsgroep gaan de onderwijs- en ontwikkelingsprogramma s gewoon verder, maar iedere leeftijdsfase vraagt een eigen benadering en aanpak en daar ligt in eerste instantie de belangrijkste verandering. Een puber ontdekt zichzelf, verzet zich tegen zo moet het en zo hoort het, en heeft sterker dan in eerdere leeftijdsfasen de behoefte dingen zelf te ervaren en te ontdekken. 21

De vormingsgroep werkt bewust en systematisch verder aan alle aspecten van zelfstandigheid. Ze doen dit door datgene wat de leerlingen tot nu toe geleerd hebben zoveel mogelijk praktisch toe te passen. De leerlingen leren zelf initiatieven te nemen. Ze leren eigen verantwoordelijkheden aan te gaan. Ook leren ze bewuster met de eigen toekomst om te gaan en zich erop voor te bereiden. Daarnaast is er ruimte voor het onderhouden van reeds aangeleerde cognitieve vaardigheden. Het onderwijsaanbod Binnen de vormingsgroep wordt het volgende vakkenpakket aangeboden: sociaal-emotionele ontwikkeling leren leren omgaan met media en technologische hulpmiddelen taal en communicatie rekenen en wiskunde bewegingsonderwijs oriëntatie op mens en wereld: o oriëntatie op ruimte o oriëntatie op tijd o oriëntatie op mens en samenleving o oriëntatie op natuur en techniek o oriëntatie op arbeid arbeidstoeleiding kunstzinnige oriëntatie: o tekenen en handvaardigheid o muziek o dramatische vorming Naast bovengenoemd vakkenpakket komen alle leerlingen in aanmerking voor een interne stage (taken). De leerlingen gaan dan vaardigheden die ze beheersen onder begeleiding toepassen binnen de school. Sommige leerlingen komen, naast de interne stage, na verloop van tijd in aanmerking voor een externe stageplaats. Binnen het onderwijsaanbod van de vormingsgroep staat functionaliteit voorop. Bij de lessen wordt daarom de vraag gesteld: Welke vaardigheden heeft de leerling nodig om na de schooltijd zo zelfstandig mogelijk te functioneren in een begeleide woon-werkomgeving, dagbesteding en in hun vrije tijd? Uitstroom Uitstroom vindt uiterlijk plaats voor de 20-jarige leeftijd naar een activiteitencentrum, een dagverblijf voor ouderen, werkprojecten of het werkvoorzieningschap. Vakonderwijs Bewegingsonderwijs Alle kinderen krijgen twee keer per week bewegingsonderwijs. De lessen worden gegeven door een vakleerkracht bewegingsonderwijs en vaak is de leerkracht of de onderwijsassistent bij de lessen aanwezig. De inhoud van de lessen is afhankelijk van de groep waarin een kind zit. Bij de jongste kinderen ligt het accent op het opdoen van bewegingservaring. 22

In de groepen daarna wordt er steeds gestructureerder gewerkt aan de (persoonlijke) ontwikkeling van: de diverse bewegingsvormen: lopen, balanceren, springen, rollen, klimmen/klauteren en zwaaien/ schommelen, werpen en vangen; spelvormen: tikspelen, doelspelen zoals hockey of voetbal, stoeispelen/judo en slagbalvormen; bewegen op muziek. In de hogere groepen zal het accent steeds meer op de spelontwikkeling komen te liggen. Belangrijk hierbij is tevens het omgaan met spelregels, en met winnen en verliezen. De kinderen zullen in een groepje zelfstandig spelsituaties moeten creëren. Sociale aspecten zijn dus erg belangrijk bij bewegingsonderwijs. Bij alle ontwikkelingen houden we steeds rekening met de individuele mogelijkheden van de kinderen. De vakleerkracht bewegingsonderwijs kan, indien gewenst, ouders adviseren met betrekking tot een sportclub. De vormingsgroepen hebben één gymles per week, opgezet in de vorm van een sportproject. De leerlingen komen daarbij in aanraking met verschillende sportmogelijkheden buiten de school, met als doel dat ze sport als vorm van vrijetijdsbesteding kiezen. De jongeren gaan dan bv. naar de sportschool, de hockeyvereniging of naar het zwembad. Naast al deze klassikale lessen hebben we, mits nodig, op school nog een aantal groepen met een speciaal programma dat is gericht op de verbetering van de rolstoelvaardigheid, conditie en ruimtelijke oriëntatie. T.a.v. gymkleding hanteren we de volgende afspraken: alle kinderen nemen gymkleding (T-shirt, indien mogelijk ook een sportbroek) mee naar de gymlessen; geen schoenen met zwarte zolen, tenzij het kind speciale (orthopedische) schoenen heeft; geen horloges, kettingen, ringen, oorbellen, enz. aanhouden tijdens de les. Zwemmen In principe hebben alle kinderen die op school zitten één keer per week zwemles. Aan de start van het schooljaar wordt de zwemplanning gemaakt. Hierbij wordt gekeken naar vervoer (plaatsen in de bus), de ruimte in kleedkamers bij het zwembad en het aantal beschikbare personeelsleden. Hieruit ontstaan de plaatsen voor het inplannen van de leerlingen. 23

De leerlingen worden ingedeeld op kalenderleeftijd van oudste naar jongste. Is de lijst vol, dan komen de overige leerlingen op de wachtlijst te staan. Als er in de planning een plaats vrij komt, dan is de eerst volgende leerling op de wachtlijst aan de beurt. Dit vindt altijd plaats in overleg met de ouders. De leerlingen kunnen les krijgen van de vakleerkracht, een fysiotherapeut, een zwemdocent van het zwembad of een leerkracht van de Mytylschool. Het uiteindelijke doel van het zwemmen is dat de kinderen watervreesvrij zijn en zich kunnen redden met een zwemslag die is afgestemd op hun mogelijkheden; de kinderen zich prettig voelen in het water en plezier beleven aan het bewegen in het water. We streven ernaar de kinderen, indien mogelijk, een erkend diploma te laten halen. Dit kan een regulier vaardigheidsdiploma zijn (van spetter- tot C- diploma), of een schooldiploma met betrekking tot deelaspecten. De leerlingen van de vormingsgroep gaan een aantal keren per jaar zwemmen in het kader van het sportproject. Type-onderwijs Sinds enkele jaren bieden wij de mogelijkheid tot vergroting van de typevaardigheid en/of het behalen van het officiële typediploma. Op grond van een aantal criteria wordt bepaald welke leerling voor hoe lang in aanmerking komt voor het type-onderwijs. Deze lessen worden één keer per week op de donderdagmorgen gegeven. Aan het begin van het schooljaar stellen de leerkracht en de vakleerkracht typen groepjes samen. De leerlingen moeten de mogelijkheid hebben thuis frequent te oefenen. Doel Oriëntatie: de leerling maakt kennis met het typonderwijs. De leerling behaalt het certificaat sneltypen (geen officieel diploma). De leerling behaalt het officiële typediploma blind typen. Groep 1: Oriëntatie Criteria voor aanmelding bij de oriëntatiegroep. Het didactisch niveau: de leerlingen moeten een redelijke woordenschat, lichaamsbesef en ruimtelijke oriëntatie hebben. Het niveau is vergelijkbaar met een leerling basisonderwijs groep 3-4; Een kalenderleeftijd van 8 jaar. Wanneer er sprake is van een stoornis waarbij de leerling motorisch afhankelijk wordt van een typmachine of computer, is het mogelijk hiervan af te wijken. Groep 2: Certificaat Leerlingen die na 4 maanden door kunnen stromen naar de typgroep certificaat moeten aan de volgende criteria voldoen. Een redelijke oog-handcoördinatie. Het didactisch niveau: de leerlingen moeten een redelijke woordenschat, lichaamsbesef en ruimtelijke oriëntatie hebben. Het niveau is vergelijkbaar met een leerling basisonderwijs groep 3-4. 24

Een kalenderleeftijd van 8 jaar. Wanneer er sprake is van een stoornis waarbij de leerling motorisch afhankelijk wordt van een typmachine of computer, is het mogelijk hiervan af te wijken. De leerling moet gemotiveerd zijn en het huiswerk in voldoende mate maken. De leerling moet in staat zijn in een groep instructie te volgen en zelfstandig te werken. De leerling moet kunnen omgaan met gedeelde aandacht. (Wanneer een leerling op dit onderdeel uitvalt, maar voldoet aan alle andere criteria, is het mogelijk onderwijsondersteuning van ergotherapie op individueel niveau aan te vragen.) De maximale groepsgrootte is 7 leerlingen. Na maximaal één jaar wordt het type-onderwijs definitief afgesloten met of zonder certificaat. Groep 3: Typediploma Voor het behalen van een officieel typediploma moet een leerling 100 120 aanslagen per minuut kunnen maken. Het totale pakket bestaat uit 12 lessen. Leerlingen moeten aan de volgende criteria voldoen: Een goede oog-handcoördinatie. Een kalenderleeftijd van 8 jaar. Wanneer er sprake is van een stoornis waarbij de leerling motorisch afhankelijk wordt van een typemachine of computer is het mogelijk hiervan af te wijken. De leerling moet gemotiveerd zijn en het huiswerk in voldoende mate gemaakt hebben. Concreet betekent dit dat de leerling per les tien bladzijdes als huiswerk moet verwerken. De leerling moet in staat zijn in een groep instructie te volgen en zelfstandig te werken. De leerling moet kunnen omgaan met gedeelde aandacht. (Wanneer een leerling op dit onderdeel uitvalt, maar voldoet aan alle bovenstaande, is het mogelijk onderwijsondersteuning van ergotherapie op individueel niveau aan te vragen.) De maximale groepsgrootte is 7 9 leerlingen. Na maximaal anderhalf jaar wordt het typeonderwijs definitief afgesloten met of zonder diploma. Ambulante begeleiding Inleiding Ambulante begeleiding vanuit de Mytylschool is gericht op een zo optimaal mogelijke integratie van kinderen met motorische en/of lichamelijke problemen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Het uiteindelijke doel van de ambulante begeleiding is de belemmeringen die deze leerlingen ervaren, weg te nemen of te verminderen en/of de leerling op een adequate wijze om te leren gaan met zijn beperkingen en eigen mogelijkheden. Ambulant begeleiders richten zich vooral op leerkrachten en docenten. Door middel van observaties, onderzoek, begeleidingsgesprekken, cursussen en studiedagen wordt geprobeerd - via de leerkrachten en docenten - voor de leerling een optimaal onderwijsaanbod uit te stippelen en uit te voeren. 25

Om hun taak goed te kunnen uitvoeren zijn de ambulant begeleiders regelmatig aanwezig op de scholen. Soorten ambulante begeleiding Er zijn drie soorten ambulante begeleiding. De Rugzak Ambulante Begeleiding (RAB). Bij deze vorm van ambulante begeleiding komt de leerling in aanmerking voor de leerlinggebonden financiering (ook wel rugzak genoemd). De rugzak wordt toegekend door de Commissie voor Indicatiestelling (CvI). Om in aanmerking te komen voor de rugzak moet de leerling voldoen aan vastomlijnde criteria. De omvang van de rugzak wordt per schooljaar vastgesteld. Voor iedere leerling die een rugzak heeft en die ambulant wordt begeleid wordt een begeleidingsplan opgesteld. Daarnaast ondersteunt de ambulant begeleider de reguliere school en ouders bij het opstellen en uitvoeren van het wettelijke verplichte handelingsplan. De Terugplaatsings Ambulante Begeleiding (TAB) Deze vorm van ambulante begeleiding is gericht op leerlingen die vanuit de Mytylschool in het regulier onderwijs worden geplaatst en die geen recht (meer) hebben op een rugzak. Hun problematiek is niet meer van dien aard dat zij in aanmerking komen voor een indicatie. Deze leerlingen kunnen één jaar worden begeleid. De Preventieve Ambulante Begeleiding (PAB) Deze vorm van ambulante begeleiding is bedoeld voor leerlingen met motorische en/of lichamelijke problemen die niet voldoen aan de criteria voor de leerlinggebonden financiering. Via ambulante begeleiding wordt voorkomen dat de beperkingen van deze leerlingen zo ernstig worden dat een rugzak moet worden aangevraagd. Activiteiten van de ambulante begeleiding Ambulant begeleiders van de Mytylschool hebben deskundigheid en expertise op een aantal terreinen. Bij de begeleiding worden de volgende gebieden onderscheiden: begeleiding bij het schrijfonderwijs begeleiding bij het bewegingsonderwijs begeleiding op sociaal-emotioneel gebied begeleiding kleine motoriek en ADL ondersteuning bij aanvraag voorzieningen en regelingen cursussen en scholing coördinatie van de hulp Begeleiding bij het schrijfonderwijs Vaak worden leerlingen aangemeld met schrijfproblemen. Leerling hebben een onleesbaar handschrift, schrijven te snel of juist te langzaam. De ambulante begeleider informeert, adviseert en ondersteunt de school bij het opstellen van een individueel handelingsplan. Het uitvoeren van grondig onderzoek naar de aard van de schrijfproblemen of schrijfmoeilijkheden is vaak noodzakelijk om goede adviezen te kunnen geven. N.a.v. het onderzoek geeft de ambulant begeleider suggesties voor de inhoud en organisatie van het handelen. 26