Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij

Vergelijkbare documenten
SURITUIN. Verslag Continuteelt Kouseband 2006 Project Surituin, onderdeel Volgroen

Preventie Buxus, bodem en bodemleven

Gladiolen Bakkenproef 2011

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012

Proefresultaten zoete aardappel 2017

C. Meijer BV Lady Anna. Willem in t Anker

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS. Toepassing van wit plasticfolie bij de vroege stookteelt

Bestrijding van slakken in wintertarwe, 2004

Invloed van neerslag op residu na een Ethrel-A bespuiting in zure kers 2007

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Werkbezoek Surituin, oktober 2006 Verslag van werkbezoek oktober aan het ministerie van LVV, afdeling ODLOAV te Paramaribo, Suriname

Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai. H. de Putter

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

3. Rassenproef knolvenkel voorjaarsteelt

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

Proefresultaten zoete aardappel 2016

Bemesting in maïs. Oktober 2011

Inhoudsopgave: AGRITON

Satellietbedrijf Tiems

s 98 c-b Temperatuur- en gietproef bij herfstkomkommers. door: Ir.A.A.M.Sweep, Naaldwijk,1966. Z2J5.303I

Bestrijding van slakken in graszaad, 2004

Effect bemesting op ziekteontwikkeling in stamslabonen industrieteelt. A. Evenhuis, H. Verstegen, J.A.M. Wilms & C.G. Topper

1/25/2018. Resultaten druppelirrigatie diverse gewassen. Inleiding. More crop per drop. Wie ben ik en wat is mijn rol

)EFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Verfijning van irrigatie en bemesting in het Noorden van Limburg met de introductie van druppelirrigatie en fertigatie in asperge en pompoen

Bestrijding van Sclerotinia in stamslabonen en wortelen Proefjaar 2003

Effect vocht op de kwaliteit van asperges

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot

AGRITON INHOUDSOPGAVE:

Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

INTERN VERSLAG. B.H.M. Looman en M.L den Hoed* * Stagiaire MLO-Botanie

Slim omgaan met water en meststoffen door toepassing van sensoren: More Crop per Drop

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN

Eindrapportage project Zuurstofvoorziening substraten

Johan van den Broek Delphy

SNIJBOON ONDER GLAS 2015

D r u p p e l i r r i g a t i e

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine

Het Wortelrapport 2017 De effecten van de toepassing van mycorrhiza, schimmels en bacteriën op de groei van wortels

Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw

Praktijk: Werken aan organische stof met melkveehouders

t IS 2,0 : S3 STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Houdbaarheid van tomaten geteeld in de Denar-kas

Doel van het onderzoek

Na de teelt 18/11/

Werken aan organische stof met melkveehouders. Het hoe en waarom? Nick van Eekeren

Bestrijding van slakken in wintertarwe, 2005

Effect vocht op de kwaliteit van asperges

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE

Slakkenbestrijding in ijsbergsla 2004

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

Zeesla, van lastige bijvangst tot nieuw visserij product: Ulva-mest. Tussenrapportage fase 2. Bemestingstoepassing Ulva

Mycorrhiza. Test met Micosat

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.

Rijenbehandeling in aardappel met Amistar

Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant

Slim omgaan met water en meststoffen door toepassing van sensoren: More Crop per Drop. NVTL Studiedag - 1 maart 2011

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Vernatten en akkerbouw? Olga Clevering (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving) Bram de Vos en Francisca Sival (Alterra)

Duurzame onkruidbeheersing d.m.v. afdekmaterialen onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Aan de slag met erosie

Teelt uit de grond. Overzicht activiteiten PPO-agv Janjo de Haan

ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU

Bestrijding van koolvlieg in radijs

De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse markt te bekomen.

Effect van borium op de hardheid van uien. L. van den Brink

Onderzoek naar effect van zaad primen en vroeg zaaien op opbrengst cichorei; verslag 2006 en eindverslag. Ir. L. van den Brink

a? PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN-

De ka(n)s voor energie: The Big Picture

PROLONG XP IN POOTGOED UITGEVOERD DOOR PROEFTUIN ZWAAGDIJK 2017

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

Watertekort en wateroverschot op hetzelfde bedrijf

Bolontsmetting lelie

BESTRIJDING VAN KASWITTEVLIEG (Trialeurodes vaporariorum) IN TOMAAT

INDUSTRIELE CICHOREI

Teelt de grond uit Bloembollen

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

Bloemkool januarizaai - bestemming verse markt

Teelthandleiding. 7.2 opbrengstprognose

Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, te NAALDWIJK. A 1 R 84. Proef met zaadhoeveelheden bij radijs. door: D.de Ruiter.

Bestrijding van knolvoet in Brassica

Rassenonderzoek witte asperge seizoen

Beproeving mineralenconcentraten en dikke fractie op bouwland

Inventarisatie omstandigheden optreden zwarte vlekken in peen

Maarten Waterloo, Guus Braam en Wyncko Tonckens APRIL 2016

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen

'Z^XIOW. Naaldwijk,1969- FSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

SNIJBOON ONDER GLAS 2015

NIEUW. De stikstofstabilisatie voor een verhoogde efficiëntie van stikstof in drijfmest

Resultaten meerjarenproef: bewerking van de ploegzool bij nietkerende grondbewerking (NKG)

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Transcriptie:

Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij Onderzoek naar een gelijkmatiger exportaanbod van Surinaamse groenten Inleiding De productie en het export aanbod van Surinaamse groenten verloopt onregelmatig gedurende het jaar. Dit is één van de factoren die een succesvolle productie en export van tropische groenten in Suriname in de weg staan. Het klimaat in Suriname kent een aantal kritieke perioden voor de teelt. Zowel de grote en kleine natte periode waarbij wateroverlast kan optreden als de tussenliggende perioden met droogte, kunnen teeltproblemen geven. De productie en continu aanvoer kunnen wellicht zo veel mogelijk veilig gesteld worden door: a) aanleg van eenvoudige irrigatie om het gewas van water te voorzien in droge perioden, b) afdekken van teeltstrook met plastic folie in natte perioden tegen overvloedige regen naast de al toegepaste standaard maatregelen teelt op bedden en afvoer van het overtollige water via de greppels of trenzen. Om te komen tot een meer gelijkmatige productie over het jaar, is afgelopen jaren teeltonderzoek uitgevoerd, binnen het project Surituin, onder auspiciën van het Surinaamse Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV). Opzet en uitvoering In het onderzoek zijn de invloed van volgende teeltmaatregelen getoetst: - Irrigatie; in perioden van droogte, - Bodem afdekking; afdekking van de teeltstrook met plastic folie, - Irrigatie + Bodem afdekking; een combinatie van bovenstaande maatregelen, - Onbehandeld; niet geïrrigeerd noch bodem afdekking, als vergelijking. Voor de uitvoering van de proeven is, in overleg met de exporteurs, het voorbeeldgewas kouseband gekozen omdat dit een belangrijke exportgroente is. Gepland was een opvolging van meerdere teelten kouseband om gedurende 2 jaar de invloed van de teeltmaatregelen goed in beeld te krijgen. In 2005 is er water gegeven met sproeiers op een 30 cm hoge poot. De teelt in 2005 verliep in een periode van voldoende maar niet overmatige neerslag. De teelt verliep snel en er hoefde weinig beregend te worden waardoor er geen duidelijke uitspraken over het nut van irrigatie in droge perioden gedaan kan worden. In 2006 is er geïrrigeerd met behulp van T-tape druppelslang. Tijdens de teelt was het droger dan in 2005. Er is bij zaai een watergift toegediend van 11 mm. In de weken van 3 t/m 11 oktober en 16 t/m 20 oktober is er wekelijks 16,6 mm water gedruppeld. In de weken 16 t/m 22 november en 4 t/m 8 december is er 33,2 mm gegeven. Aanvullende teelttechnische gegevens van beide proeven zijn 1

opgenomen in tabel 1. Tabel 1. Teelttechnische informatie van teeltproeven in 2005 en 2006; Kouseband, Paramaribo. Proef 2005 Proef 2006 zaaidatum 1 augustus 2005 25 september 2006 opkomstdatum 8 augustus 2005 2 oktober 2006 Oogstperiode 26 september - 21 oktober 2005 23 november - 27 december 2006 Aantal oogsten 9 14 Aanleg van de proef Resultaten Eerst zijn de totale opbrengsten van beide proeven weergegeven. Daarna is de sorteerverhouding in beeld gebracht. Ook is er een opbrengstvergelijking gemaakt van de twee verschillende irrigatiesystemen die gebruikt zijn bij de proeven. Een kanttekening dient echter vooraf geplaatst te worden bij de interpretatie van de cijfers. Het proefveld was niet optimaal en hierdoor is het lastig om tussen behandelingen betrouwbare verschillen te kunnen aantonen. Opbrengsten In tabel 2 zijn de totale opbrengsten per behandeling en per sortering gemiddeld over de proeven weergegeven. Tabel 2. Totale opbrengst per behandeling en per sortering gemiddeld over de proeven 2005 en 2006. Behandeling Totale opbrengst Export kwaliteit Locale kwaliteit Afwijkend (t/ha) rel.%* (t/ha) rel.%* (t/ha) rel.%* (t/ha) Irrigatie 8,5 102 3,0 116 2,9 100 2,5 Bodem afdekking 9,4 114 3,3 128 3,3 112 2,7 Irrigatie+ Bodem 9,2 114 2,9 112 3,3 112 3,0 afdekking Onbehandeld 8,1 100 2,6 100 2,95 100 2,5 Gemiddeld 8,8 108 2,9 114 3,1 106 2,7 * rel.% = relatieve opbrengst, waarbij Onbehandeld = 100%. Gemiddeld over beide proeven is de totale opbrengst bij de behandeling Bodem afdekking en Irrigatie + Bodem afdekking 14% hoger dan Onbehandeld. De totale opbrengst van alleen Irrigatie blijkt weinig beter 2

dan Onbehandeld. Statistisch gezien zijn er geen betrouwbare verschillen tussen de behandelingen bij de totale opbrengst. Bij de exportkwaliteit blijken alle drie de behandelingen hoger te scoren dan de standaard Onbehandeld waarbij behandeling Bodem afdekking er uit springt met een 28% hogere opbrengst. Ook deze hogere opbrengst verschilt statistisch gezien niet van Onbehandeld. Sorteerverhouding Tabel 3 geeft de procentuele verdeling van de sorteringen weer over beide proeven. Tabel 3. Procentuele verdeling per sortering van de behandelingen gemiddeld over de proeven 2005 en 2006. Behandeling Exportkwaliteit Locale kwaliteit Afwijkend % % % Irrigatie 35 35 30 Bodem afdekking 35 35 30 Irrigatie + Bodem afdekking 31 35 33 Onbehandeld 31 37 32 Gemiddeld 33 36 31 Allereerst is opvallend dat gemiddeld hooguit 33% export kwaliteit is en dat 31% afwijkend is. Bij de exportkwaliteit scoren de behandelingen Irrigatie en Bodem afdekking hoger dan de standaard Onbehandeld. De combinatie van beide behandelingen geeft een verlaging van het exportaandeel. De verschillen zijn klein en statistisch gezien niet betrouwbaar. Invloed van oogstritme: Het oogstritme bij kouseband varieert in de praktijk tussen 2 dagen en 3-4 dagen, afhankelijk van exportvraag. In tabel 4 is de invloed van het oogstritme op de sorteerverhouding in beeld gebracht. Tabel 4. Invloed oogstritme op sorteringverhouding bij Kouseband gemiddeld van behandelingen over 2005 en 2006. % export % locaal % totaal marktbaar % afwijkend Oogstritme 2 dagen 36 31 77 33 Oogstritme 3-4 dagen 25 32 57 43 Gemiddeld over alle behandelingen is het verschil in marktbaar product 20%. De verschillen tussen de behandelingen waren niet groot maar die tussen de beide proefjaren waren wel aanzienlijk. De invloed van het oogstritme was in de proef van 2005 erg groot met gemiddeld over alle behandelingen 27% meer marktbaar product bij een oogstritme van 2 dagen vergeleken met een oogstritme van meer dan 2 dagen. In de proef 2006 bedroeg dat verschil 13%. Frequenter oogsten is ook positief voor het percentage exportkwaliteit. Vergelijking irrigatie systemen: Bij de twee kousebandproeven is er voor de irrigatie gebruikt gemaakt van twee verschillende irrigatiesystemen. In de eerste teeltproef betrof het een eenvoudig systeem met sproeiers op een ongeveer 30 cm verhoogde poot. In totaal waren er 6 sproeier tussen de twee rijen geplaatst van elk te besproeien veldje. Voor proef in 2006 is er gekozen voor dripirrigatie, met T-tape van 2,5 cm diameter. Langs elke rij van de irrigatieveldjes was er een slang geplaatst met gaten op 20 cm afstand. De opbrengsten van de proef in 2005 en 2006 zijn vergeleken per behandeling in tabel 5. 3

Tabel 5. Totale opbrengst (t/ha) per behandeling in de proeven 2005 en 2006. Behandeling Proef 2005 (Sproeiers) Proef 2006 (T-tape) Irrigatie 8,3 9,1 Bodem afdekking 9,5 9,7 Irrigatie + Bodem afdekking 9,7 9,2 Onbehandeld 8,5 8,5 Gemiddeld 9,0 9,1 Dripirrigatie gaf in 2006 een hogere opbrengst van 0,6 t/ha terwijl in 2005 de combinatie van Irrigatie + Bodem afdekking sproeiers een 1,2 t/ha meeropbrengst gaf. Qua opbrengst is er dus geen duidelijke uitspraak over de beide irrigatie systemen te doen, ook omdat in 2005 tijdens de proefperiode er duidelijk meer neerslag was vergeleken met 2006. Naast het gebruikte irrigatiesysteem kunnen andere factoren zoals vochttoestand van de grond bij bodem afdekking, de natuurlijke neerslag van invloed geweest zijn op de opbrengsten van beide behandelingen tussen de teelten. Algemene voordelen van dripirrigatie zijn wel de mindere verdamping door de meer gerichte plaatsing van het water bij de plant. Verder blijkt bodemafdekking te leiden tot een duidelijk betere opbrengst. In beide jaren werd een hogere totale opbrengst van ruim 1 t/ha vergeleken met onbehandeld aangetroffen. Globale kosten en de benodigde meeropbrengsten:t-tape irrigatie en Bodembedekking T-tape irrigatie: bij teelt op bedden van 3,5 m breed met 2 rijen is 5700 meter T-tape per ha nodig. De kosten van T-tape bij eenmalig gebruik zijn 0,10/m. De kosten zijn dan 570/ha. Om alleen deze kosten te kunnen dekken is het dus vereist om 570 kg meer product te kunnen oogsten uitgaande van een kiloprijs van 1 euro. Daarnaast is ook een investering nodig voor de extra randapparatuur (pomp, aanvoerslangen, waterton) die wel meerdere jaren gebruikt kunnen worden. Afhankelijk van de kwaliteit en duurzaamheid kost de randapparatuur 200-400 op jaarbasis. Daarnaast is ook meer arbeidsinzet nodig voor de aanleg. Samenvattend is minimaal een meeropbrengst van 1000 nodig waarvoor dan circa 1000 kg meer geoogst dient te worden uitgaande van een kg prijs van 1 euro. Irrigatie met T-tape. Bodembedekking: bij teelt op bedden van 3,5 m breed met 2 rijen wordt per rij een strook van 1,40 m. breed afgedekt. Dat is ca 8000 vierkante meter per ha. Bij gebruik van zwart (afbreekbaar) plastic folie (éénmalig gebruik) à 0,10 per vierkante meter zijn de meerkosten 800/ha. Ter kostencompensatie is minimaal een meeropbrengst van 800 kg vereist uitgaande van een kiloprijs van 1 euro. Deze meeropbrengst is in de proeven met bodembedekking bij de totale opbrengst ruimschoots gehaald en bij de opbrengst exportkwaliteit net niet. 4

Bodembedekking met zwart plastic. Algemene conclusie Door het beperkte aantal proeven in perioden met te weinig extreme weersituaties kan geen duidelijke uitspraak gedaan worden of de behandelingen gemiddeld over het jaar leiden tot een hogere en meer gelijkmatig exportaanbod bij het voorbeeldgewas kouseband. Wel zijn vanuit beide proeven de volgende conclusies te trekken: Opbrengsten: - De hogere totaal opbrengst en opbrengst van exportkwaliteit van alle behandelingen zijn statistisch gezien niet verschillend vergeleken met onbehandeld maar geven een richting aan dat de behandelingen positief kunnen zijn. - In deze beperkte beproeving lijkt bodembedekking eerder rendabel dan irrigatie. Percentage exportkwaliteit en Oogstfrequentie - Door het opvoeren van de oogstfrequentie in combinatie met goede koelmogelijkheden kan het percentage exportkwaliteit opgevoerd worden. Het Percentage exportkwaliteit is laag met 33%, gemiddeld over beide proeven Ook hier waren geen betrouwbare verschillen tussen de behandelingen. Om meer aanbod voor export te krijgen dient dit percentage hoger te worden. In beide proeven bleek dat door elke twee dagen te oogsten het percentage locaal marktbaar product en exportproduct verhoogd werd. Gemiddeld over beide proefjaren en alle behandelingen kan hierdoor in totaal 20% meer marktbaar product geplukt worden. De verschillen tussen de behandelingen zijn daarbij klein. Aanbevelingen: 1) Voor de behandelingen in deze continuteelt zijn vervolgproeven gewenst om voldoende de verschillen in diverse perioden van het jaar te kunnen vastleggen. 2) Om de positieve invloeden van getoetste teeltmaatregelen zichtbaar te kunnen meten is het aan te bevelen om te kiezen voor een gewas dat minder tolerant is voor droogte. 3) Door het opvoeren van de oogstfrequentie, eventueel in combinatie met goede koelmogelijkheden kan het percentage exportkwaliteit opgevoerd worden. Grace del Prado, MSc. (LVV ODLOAV Suriname) Ing. Kees van Wijk (Wageningen UR PPO-AGV Nederland) 5