Dienstencentra & ouderenverenigingen Van samenspraak naar samenwerking! Doelstelling: Deze nota heeft als doel om het overleg en de samenwerking op gemeentelijk niveau tussen de lokale dienstencentra en de ouderenverenigingen constructief te ondersteunen. Momenteel kennen we op dit terrein een breed palet van betrokkenheid. Er zijn gemeentes waar de onderlinge samenwerking reeds lang bestaat en intens gebeurt met wederzijds respect. Omgekeerd zijn er lokale situaties waarbij geen enkele vorm van gestructureerd overleg bestaat. Op een aantal plaatsen bestaat er zelfs een uitgesproken gevoel van (vermeende) concurrentie. Met dit initiatief wensen de Vereniging van Vlaamse Dienstencentra enerzijds en de Vlaamse ouderenverenigingen anderzijds hun gemeenschappelijke visie weer te geven om tot op het lokale niveau te komen tot een door alle partners gedragen samenspraak, die makkelijker leidt tot een grotere onderlinge samenwerking. Algemene probleemstelling: De lokale dienstencentra (LDC) hebben decretaal een zeer ruime opdracht en taakomschrijving meegekregen. Sedert 14 juli 1998 wordt het lokaal dienstencentrum erkend als een thuiszorgvoorziening. Voordien was het een ouderenvoorziening (decreet Steyaert van 1985). Een gevolg hiervan is dat het LDC zich nu dient te richten tot heel de bevolking van hun wijk en niet langer uitsluitend tot ouderen. De uitbreiding tot andere (kwetsbare) groepen is alleszins een vooruitgang in het geheel van de opdracht van het LDC. Dit neemt niet weg dat de ouderen de grootste doelgroep blijven van het LDC. Naast het aanbieden van diensten in de thuiszorg moet het LDC ook voorzien in de ontmoetingsfunctie en in sociaal-culturele activiteiten. Op deze laatste terreinen zijn het verenigingsleven en vooral de ouderenverenigingen sterk actief. Indien hierover geen onderlinge afspraken gemaakt worden, ontstaan parallelle Nota VVDC&verenigingen 26-3-2008 1/5
netwerken waardoor een spanningsveld kan ontstaan tussen het LDC en de lokale verenigingen. Concretisering: Vanuit het oogpunt van de lokale dienstencentra De dienstencentra zijn wettelijk verplicht volgende activiteiten minimaal te organiseren 1 : 10 algemene informatieve activiteiten 75 groepsactiviteiten van recreatieve aard (turnen, koken, crea ) van 5 verschillende soorten 100 groepsactiviteiten van algemeen vormende aard over minstens 5 verschillende onderwerpen Het zijn vooral deze activiteiten die zich op het terrein van de socio-culturele (ouderen) organisaties bevinden. De decreetgever stelt evenwel expliciet dat deze activiteiten aangeboden worden met het oog op het versterken van het sociale netwerk en dit in overleg met de lokale socioculturele verenigingen die gelijksoortige activiteiten aanbieden. Bovendien moet het dienstencentrum terecht pluralistisch werken. Bovenstaande activiteiten worden gegeven in alle neutraliteit, met respect voor eenieders overtuiging. Een dienstencentrum is dan ook vrij toegankelijk en is niet verbonden met een bepaald lidmaatschap. Om hun doelgroep maximaal te bereiken en de drempel zo laag mogelijk te houden is de betaalbaarheid van de dienstverlening voor de meeste lokale dienstencentra van maximaal belang. Een dienstencentrum is minimaal 32 uur per week open, gespreid over alle werkdagen. Er is hiervoor een minimale vereiste naar professionele omkadering (0,5 VTE). Naast bovenstaande decretale verplichtingen is het essentieel voor de doelstelling en werking van het LDC om vrijwilligers in te zetten. 1 Daarnaast moeten de dienstencentra minimaal 5 thuiszorgtaken uitvoeren (warme maaltijden, personenalarm, mindermobielencentrale ), een individuele informatieve opdracht waarnemen Nota VVDC&verenigingen 3-10-2007 2/5
Vanuit het oogpunt van de ouderenverenigingen De socio-culturele verenigingen voor ouderen werken voornamelijk voor hun leden en zijn meestal gestoeld op een levensbeschouwelijke basis. Ouderenverenigingen draaien in hoofdzaak op de inzet van vrijwilligers. Zij programmeren en organiseren sociaal-culturele activiteiten voor de leden van de vereniging en voor andere geïnteresseerden. Zij bepalen vrij met wie ze hiervoor al dan niet wensen samen te werken. De activiteiten hebben als doel mensen samen te brengen die zich ook samen voor iets willen inzetten. Verenigingen zijn gericht op zingeving en emancipatie van de leden en de deelnemers, met het oog op hun persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing. De verenigingen vervullen via hun werking vier functies in de samenleving. Een gemeenschapsvormende functie, een culturele functie, een educatieve functie en een maatschappelijke activeringsfunctie. Dit betekent dat ze het sociaal weefsel versterken en vernieuwen, de participatie aan cultuur verhogen, educatieve programma s organiseren en begeleiden en maatschappelijk engagement en sociale actie bewerkstelligen. Op het lokale niveau zijn enkel de vrijwilligers (bestuursleden) hiervoor verantwoordelijk. Lokale ouderenverenigingen hebben eerder een sporadisch aanbod in plaats van een permanent. Financieel dragen de lokale vrijwilligers de volledige verantwoordelijkheid. Dit maakt het moeilijk om steeds betaalbare activiteiten aan te bieden voor alle leden en deelnemers. Om mensen te verenigen, mondig en invloedrijk te maken, de kwaliteit van het beleid te verbeteren, alsook de sociale samenhang te bevorderen, hebben lokale ouderenverenigingen nood aan een gemeentelijke overheid die de voorwaarden verschaft en kansen geeft aan deze actieve, georganiseerde burgers. Samenspraak in plaats van tegenspraak Elk vanuit hun eigenheid vervullen de lokale dienstencentra en de verenigingen hun rol in de lokale samenleving en werken ze in vele gevallen complementair. Interactie en samenwerking leidt tot het realiseren van gezamenlijke activiteiten en doelstellingen waardoor een maatschappelijke meerwaarde ontstaat. Samenspraak tussen dienstencentra en verenigingen is een basisvereiste voor participatie, kwaliteitsvollere beleidskeuzes en het ontwikkelen en aanbieden van diensten en programma s aan burgers en maatschappelijke groepen. Beide partijen benadrukken daartoe de wil tot het aangaan van wederzijdse formele en transparante relaties. Nota VVDC&verenigingen 26-3-2008 3/5
Suggesties voor een gedragen samenspraak en samenwerking Bij de opstart van een nieuw lokaal dienstencentrum worden de lokale verenigingen van bij de aanvang betrokken om mogelijke misverstanden te vermijden. Bij de opmaak van de planning van het lokaal dienstencentrum worden de verenigingen uitgenodigd om in gezamenlijk overleg mogelijke overlappingen te vermijden. Elke vereniging van de betrokken wijk/gemeente geeft een contactpersoon op die hiervoor uitgenodigd wordt. Activiteiten van een vereniging kunnen in samenwerking met het dienstencentrum georganiseerd worden, in zoverre deze activiteiten voor eenieder aan dezelfde voorwaarden toegankelijk zijn. Het dienstencentrum kan hiervoor haar infrastructuur gratis ter beschikking stellen. Ook ledenactiviteiten van verenigingen kunnen plaatsvinden in het dienstencentrum, eventueel tegen een vooraf vastgestelde huurprijs. Afspraken tussen de lokale ouderenverenigingen en de Lokale Dienstencentra worden verankerd in het lokaal Ouderenbeleidsplan, in het Lokaal Sociaal Beleidsplan en in het Cultuurbeleidsplan. Afrondend De Vereniging van Vlaamse Dienstencentra en de Vlaamse ouderenverenigingen zullen in hun interne en externe communicatie op een constructieve wijze de samenspraak en samenwerking tussen dienstencentra en ouderenorganisaties op het lokale niveau bevorderen. De lokale besturen (VVSG) en de provincies (VVP) spelen een bepalende rol in het realiseren van bovenstaande intenties. Ook van hen verwachten we een constructieve houding om deze visie kenbaar te maken en mede uit te voeren. Nota VVDC&verenigingen 3-10-2007 4/5
Deze visienota werd ontwikkeld door het bemiddelend optreden van het OOK vzw Vlaamse Ouderenraad in samenspraak met de Vereniging van Vlaamse Dienstencentra de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten de Vereniging van Vlaamse Provincies en de ouderenverenigingen met een ledenwerking op lokaal niveau: ABVV-senioren ACLVB-senioren CD&V-senioren De Grijze Panters FedOS GOSA Groen!Plus LBV Minderhedenforum NEOS OKRA, trefpunt 55+ Seniorencentrum Seniorenraad van de Landelijke Beweging S-Plus VVVG De tekst werd goedgekeurd op de Algemene vergadering van 26 maart 2008. Nota VVDC&verenigingen 26-3-2008 5/5