SAMENWERKEN EN NETWERKEN

graficus jr. Themamodules met voorbereiding op de ecommerce Webshop SAMENWERKEN EN NETWERKEN

Inhoudsopgave Inleiding 1. Wat is samenwerken en met wie doe je dat? 2. Samenwerkingsvormen 3. De Branchevereniging 4. Samenwerking in een gebied 5. Netwerken hoe doe je dat? 6. De instanties 7. De valkuil 8. Ondernemingsplan

Inleiding Een Nederlands spreekwoord zegt Twee weten meer dan één en Samen sta je sterk. Als startend ondernemer denk je vaak het allemaal wel alleen te kunnen. Je hebt een idee en dat wil je uitwerken tot een goede zaak. Toen je in loondienst was keek een ander mee en je wilt nu vrijheid. Maar samenwerken is niet het opgeven van vrijheid, maar het benutten van kennis en vaardigheden van anderen. Ondernemers zouden juist met elkaar moeten samenwerken, want als je met meer bent ben je vaak sterker. Dan heb je de klant ook meer te bieden. We gaan graag met velen op een vrije dag naar een meubelboulevard. Daar kan je van de ene winkel naar de andere en kan je goed vergelijken. Ben je eenmaal in een winkelcentrum voor een cadeau, dan koop je vaak gelijk andere producten. De klant doet dan aan one-stopshopping. Concurrenten (ook wel concollega s genoemd) zoeken elkaar juist op. Klanten in Nederland gaan bewust naar een winkelcentrum of een concentratie van bedrijven. Slechts enkele winkels ( denk aan IKEA of bouwmarkten) zijn in staat alleen klanten te trekken. Je ziet daar wel dat andere bedrijven zich in de buurt van die grote zaken gaan vestigen om te profiteren van de klantenstroom. Zo staat de patatboer op een parkeerterrein bij een supermarkt of tegenover de bouwmarkt. Gezamenlijke activiteiten in een winkelgebied rondom feestdagen kan extra klanten trekken. Is er ergens een kerstmarkt of vieren ondernemers gezamenlijk het Chinese nieuwjaar, dan trekt dat meer klanten. Als er ergens veel mensen zijn dan trekt dat ook weer automatisch andere mensen aan. Mensen denken vaak; Er zal daar wel wat te beleven zijn, daar moet ik ook eens gaan kijken. Ondernemers hebben contact met andere bedrijven. Dat zijn soms collega s in de buurt die elkaar helpen bij diefstalpreventie in de straat of collega s die elkaar helpen bij andere problemen of vragen. Het opbouwen van een relatienetwerk kost enige tijd. De successen zijn niet direct merkbaar. In deze lesmodule besteden we aandacht aan samenwerken met collega-ondernemers en de mogelijkheden om een netwerk op te bouwen rond je bedrijf.

1. Wat is samenwerken en met wie doe je dat? Binnen je onderneming werk je samen met je werknemers. Je vormt met elkaar een team, oftewel een organisatie. Met zijn allen willen jullie een doel bereiken. Dat doel kan zijn klanten veel service en gezelligheid bieden. Het kan ook zijn de klantentrouw te vergroten. Maar in alle gevallen wil je uiteindelijk maar één ding: omzet maken en daarmee winst maken. Belangrijk bij samenwerken is dat iedereen hetzelfde doel wil bereiken. Maar even belangrijk is dat iedereen ook dat doel kent. Dus praat daar met je collega s over en geef aan wat je belangrijk vindt. Door gebruik te maken van elkaars kwaliteiten kan je elkaar versterken. Dat gebeurt in je zaak maar ook daar buiten. Buiten je zaak kan je in het bedrijventerrein of winkelcentrum met elkaar klanten trekken. Daar kan je gezamenlijk zorgen voor de veiligheid in het gebied. Door een alarmeringssysteem met een aantal collega s aan te laten leggen kun je elkaar helpen in tijd van nood. Klanten naar je winkelcentrum trekken is belangrijk. Maar klanten komen bijna nooit alleen voor jou. Het winkelcentrum moet aantrekkelijk zijn voor de klant. Door gezamenlijke acties, zoals een braderie of een etalagewedstrijd, kan je dit doel bereiken. Dit soort activiteiten worden meestal georganiseerd door een winkeliersvereniging. Uit onderzoek blijkt dat klanten negatiever denken over een winkelcentrum als het geen eenheid vormt. Een winkelcentrum waar een koopavond is, maar waar maar een klein deel van de winkels op die avond open is, is niet aantrekkelijk voor de klant. Belangrijk is gezamenlijk activiteiten organiseren en de eenheid uitstralen. Een winkeliersvereniging kost geld in de vorm van contributie. Men berekent de contributie vaak op basis van het vloeroppervlak van je winkel. De deelnemende winkeliers benoemen zelf een bestuur, die met hun leden allerlei activiteiten ontplooien. Het gaat niet alleen om het organiseren van activiteiten. De belangenbehartiging naar de gemeente is ook belangrijk. 2. Samenwerkingsvormen In de handel kennen we een aantal soorten samenwerkingsvormen. Er zijn twee hoofdvormen: de inkoopcombinatie en franchising. Bij de inkoopcombinatie koop je als groep ondernemers gezamenlijk in bij een of meer leveranciers. In deze vorm ben je zelfstandig in je zaak en profiteer je van het in grote aantallen inkopen van goederen. Dat gezamenlijk inkopen kan gebeuren via organisaties als Euretco of Intres. Maar ook in kleiner verband zie je speciaalzaken zich organiseren om in het buitenland goederen direct bij de fabrikant te kopen.

Bij franchising huur je de winkelformule van een andere ondernemer. Hij/zij heeft een geslaagde aanpak van een zaak gevonden en laat deze door jou uitvoeren, waarvoor je een vast bedrag en een deel van de omzet moet betalen. Zo is het mogelijk om franchiser van Albert Heijn, Gamma of Blokker te worden. Beide vormen zijn in de loop van de tijd naar elkaar toegegroeid. De inkoopcombinaties maken gezamenlijk ook winkelformules, hebben gezamenlijke reclamecampagnes, kredietverstrekking en andere zaken. Hierdoor lijken ze veel op een franchiseformule. 3. De Branchevereniging Een branchevereniging is een andere vorm van samenwerking. Hier werken ondernemers met dezelfde soort producten of diensten samen. Dit doen ze om samen naar de regering sterker te staan en hun belangen als groep goed te verdedigen. Ze hebben ook vaak mensen in dienst, die politici vaak benaderen om de voor- of nadelen van wetten aan te geven. Ze hopen zo betere wetten of belastingvoordelen voor hun club te krijgen. De Raad Nederlandse Detailhandel (Raad NDH), een Nederlandse federatie van brancheorganisaties is gevestigd in Den Haag. In de aangesloten brancheverenigingen en dus in de Raad NDH zijn ondernemingen verenigd van verschillende grootte. Via de brancheverenigingen zijn ruim 2500 detailhandelsondernemingen bij de raad NDH aangesloten. Hiervan zijn in het algemeen de kenmerken dat zij ten minste zes filialen hebben, werk verschaffen aan vijftig of meer werknemers en worden geleid vanuit een centraal hoofdkantoor. Daarnaast zijn ook lid detailhandelsondernemingen die door hun aard en omvang tot het lokale filiaal- en grootwinkelbedrijf worden gerekend. 4. Samenwerking in een gebied Een aantrekkelijk winkelgebied heeft een breed aanbod aan leveranciers (goede branchering) en organiseert allerlei activiteiten. Het biedt ook gezamenlijk service aan zodat de klant in één keer alles kan kopen. Dit alles maakt winkelcentra aantrekkelijk voor de klant. In Frankrijk zien we een ander verschijnsel waar winkels zoals Leclerc aan de rand van de stad zitten en een breed aanbod hebben van artikelen. Grote winkelcentra worden verhuurd en beheerd door het winkelcentrummanagement. Dat is een vertegenwoordiger van de eigenaar of eigenaren. Panden in grote winkelcentra zijn het eigendom van beleggers, zoals pensioenfondsen of banken. In eerste plaats probeert het winkelcentrummanagement de panden te verhuren en verzorgt het onderhoud van de panden en het winkelcentrum. Daarnaast zorgen zij voor de algemene veiligheid in het centrum, verzorgt de schoonmaak en organiseert in samenwerking met de winkeliersvereniging activiteiten.

5. Netwerken hoe doe je dat? Een netwerk is een groep mensen of bedrijven, die met elkaar communiceren. Netwerken tussen ondernemers hebben niet altijd het doel om meer omzet te behalen. Ondernemers netwerken ook om anderen te leren kennen. Heb je hulp nodig dan kan je door je netwerk vaak hulp krijgen. Een netwerk kan ook ontstaan, doordat bedrijven hetzelfde product aanbieden en elkaar helpen aan een product als een klant daarom vraagt. Stel dat ik in mijn fietsenzaak een bepaald type niet heb staan en mijn collega 10 kilometer verderop wel. Via een netwerk kan ik mijn klant heel snel helpen aan, het door hem gewenste model. De Business-club IJsselmonde is een voorbeeld van een netwerk, waar ondernemers uit een IJsselmonde vier tot zes keer per jaar elkaar ontmoeten en iets over hun vak vertellen.de Rotaryclub is ook een netwerk waar mensen lid van zijn. Deze club heeft tot doelzaken- en beroepsmoraal te verbeteren en ten dienste van de gemeenschap werkzaam te zijn. Het gaat hen ook om elkaar te kennen en gekend te worden. Deze netwerken vragen om een inspanning. Soms door het betalen van een contributie of door het regelmatig bijwonen en deelnemen aan bijeenkomsten. Het bezitten van visitekaartjes is belangrijk. Leg zelf een bestand aan met visitekaartjes, die je ontvangen hebt. Je weet nooit wanneer je iemands hulp nodig kunt hebben! TIP! Een startende ondernemer kan hulp krijgen van een ervaren ondernemer. Zo zijn er in Nederland ondernemers die starters adviseren als coach. Via de Kamer van Koophandel bij jou in de regio kun je informatie hierover krijgen. Ook het MKB-loket kan je helpen bij het zoeken naar een coach. 6. De instanties Voor samenwerking op een bedrijventerrein of binnen een winkelcentrum kan je terecht bij de eigenaar van het pand/terrein. De gemeente en de Kamer van Koophandel kunnen je ook wijzen op contactpersonen. Beveiligingsbedrijven bieden hun diensten aan om een gebied te beveiligen of te bewaken. Bij de ingang van een bedrijventerrein staan zij met hun naam en deelnemende partijen op een bord. Voor samenwerkingsvormen rondom je winkelformule kan je terecht bij de leverancier of de branche- of ondernemersvereniging. Intress, Euretco en Intergamma zijn grote inkoopcombinaties in Nederland. Ook winkelketens zoals Albert Heijn en Schuitema (C1000) en de drogisterijketen AS Watson (Trekpleister, Kruidvat en ICI Paris) kennen franchiseformules. De centrale plaats waar veel informatie bereikbaar is, is Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) in Den Haag (www.hbd.nl). Zij hebben een zogenaamd franchise- en filialenregister.

7. De valkuil Ik ben nu zelfstandig en doe t wel alleen Ondernemers zijn ook specialisten, die niet alles weten. De een is beter in de verkoop, een ander in de inkoop. Een ander is beter in het organiseren. Er zijn maar weinigen goed in alles wat met ondernemen te maken heeft. Het is dan ook beter om daar waar je tekort komt de kennis bij anderen te halen. Maak gebruik van samenwerkingsverbanden en leer van elkaar maar ook met elkaar. Doe dus niet alles alleen, maar maak daarin goede keuzes. Winkelgebieden organiseren activiteiten, maar ik doe daar niet aan mee Winkelgebieden trekken met activiteiten klanten aan. Een braderie of Sinterklaasviering trekt klanten voor alle winkels. Klanten komen voor die activiteit en lopen door het winkelgebied en kopen dan gelijk (one stop shopping) iets in het gebied. Dus iedereen profiteert daarvan mee. Als slechts enkele winkels in het gebied betalen voor die activiteit en andere zaken meeprofiteren geeft dat scheve gezichten. In de toekomst wordt er niets meer georganiseerd en verliest het gebied zijn aantrekkelijkheid voor de klant. De klanten denken: Als er niets te beleven valt blijf ik weg. 8. Ondernemingsplan Tijdens deze lessencyclus geven we je middelen om te komen tot een ondernemingsplan. Bij de Kamer van Koophandel, maar ook bij verschillende banken zijn voorbeelden van dergelijke plannen beschikbaar. Het gaat er hier om dat een aantal specifieke aspecten belicht worden. Samenwerkingsvormen _ Welke samenwerkingsvormen komen er voor in de branche van je keuze? Informeer bij fabrikanten of groothandelaren naar veel voorkomende samenwerkingsvormen; _ Waarom kies je juist voor deze vorm of juist niet voor een samenwerkingsvorm? Maak uit de verschillende mogelijkheden je keuze. Zet daarvoor de voor- en nadelen goed op een rij. Later lid worden van een club kan altijd, maar maak nu een goede keuze. Netwerken _ Welke netwerken ken je waar je lid van kan worden? Heb je bij de Kamer van Koophandel geïnformeerd naar bestaande netwerken? (Etnische groepen van ondernemers organiseren zich ook in Marokkaanse of Turkse ondernemersverenigingen, die vaak landelijk actief zijn); _ Waarom kies je wel of niet om aan dit soort netwerken mee te doen? Kiezen om niet deel te nemen is vaak net zo goed als wel er voor kiezen. De bank of je adviseur wil weten of je er mee bekend bent en of je er over hebt nagedacht.

- Promotie Maak een promotieplan. Welk marktaandeel wil je realiseren? Welke promotieactiviteiten ga je ondernemen? Welke reclamevorm(en) ga je gebruiken (themareclame en/of actiereclame?) Welke andere middelen ga je gebruiken bv. interne promotie, verpakkingsmateriaal enz.? Hoe hoog zijn de promotiekosten (op jaarbasis)? Op welke manier meet je de tevredenheid van de klanten? - Technische punten Welke vergunningen en diploma s zijn voor jou van toepassing? Door wie en hoe wordt je administratie gevoerd? Welke verzekeringen ga je afsluiten tegen bedrijfsrisico s? Met wat voor een organisaties/instanties heb je contact gehad over je plan? - Distributie Op welke wijze worden de producten geleverd? Hoe komen de producten en diensten bij de klant? - Personeel Hoeveel personeel wordt ingezet in het eerste jaar? Worden er opleidingseisen gesteld aan het personeel? Deel 3 bestaat uit de financiën Je moet een aantal begrotingen opstellen. Investeringen en financiering vormen een balans. De exploitatiebegroting geeft een overzicht van de omzet, kosten en winst. In een liquiditeitsbegroting geef je per maand of kwartaal een overzicht van de daadwerkelijke inkomsten en uitgaven. 5. Hulpmiddelen Er zijn heel wat hulpmiddelen om je te helpen bij het maken van een ondernemingsplan. Op de website van Etv (waar je ook alle lesbrieven kunt vinden) is een ondernemingsplan te vinden. Daarnaast bieden verschillende instanties hulp. De Kamer van Koophandel (www.kvk.nl) is er daar een van. Maar er is veel meer, zoals het softwareprogramma Easystart van de ING Bank dat je stap voor stap begeleidt bij de uitwerking van je ideeën. Bizzdisk is een interactief computerprogramma dat je helpt bij het opstellen en doorrekenen van het plan.

Kijk bijvoorbeeld ook eens bij de Rabobank. Een aanrader is ook beslist de advocaat van de duivel toets van ABN Amro. Deze toets laat je echt kritisch kijken naar je plannen. Er bestaan talrijke modelplannen die de startende ondernemer kan gebruiken bij het opstellen van het ondernemingsplan. Sommige zijn gratis, andere kosten geld. Enkele populaire modelplannen: Het schrijven van een businessplan in 30 minuten, B. Finch e.a., Ius Consilium bv ISBN: 9056411012 Een groot struikelblok voor veel starters is dat ellendige ondernemingsplan. In deze '30 minuten'-uitgave word je een heel eind op weg geholpen. Het Ondernemingsplan, van idee tot succesvolle onderneming, Diverse auteurs, Academic Service, ISBN: 9052611416. Niet het meest aansprekende boek, maar met veel praktische tips. Anders dan de titel doet vermoeden gaat het niet alleen over het ondernemingsplan, maar bespreekt deze praktijkgids alle stappen die voorafgaan aan de start van een onderneming. TIP! Test jezelf. Ben je wel geschikt voor het ondernemersschap? Je wilt de stap wagen? Maar ben je er al klaar voor? Er zijn tests beschikbaar op de volgende websites: - Ondernemers test van Kamer van Koophandel (www.kvk.nl) - Kansverkenning ABN Amro (www.abnamro.nl)