Pastorale zorg bij rampen

Vergelijkbare documenten
Pastorale zorg bij rampen

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Geestelijke zorg Deelproces 24b

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

Gemeentelijk Draaiboek Geestelijke zorg. Deelproces 24b. Versie 24b/2007 Datum: 19 juni 2007

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

Partijen: Het Röpcke-Zweers ziekenhuis, hierna te noemen 'het ziekenhuis', vertegenwoordigd door mevr. P. Terwijn, lid Raad van Bestuur,

Operationele Regeling VRU

December Deelproces Verslaglegging en archivering

Operationele Regeling VRU

Overeenkomst betreffende de samenwerking tussen

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders

Functies en teams in de rampenbestrijding

VEILIGHEIDSPLAN (NAAM EVENEMENT INVULLEN)

Voorwoord. Algemene gegevens:

Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Overeenkomst Groene Hart Ziekenhuis - Veiligheidsregio Hollands Midden

Protocol Bedrijfsnoodplan en bedrijfshulpverlening

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Procedure Calamiteitentoezicht

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer

W a n d e l s p o r t v e r e n i g i n g C A L A M I T E I T E N P L A N

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

Convenant PSHi Protocol Drenthe

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1

Protocol opvang bij ernstige incidenten en calamiteiten

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Paginanummer Pagina 1 van 17

1. Voorzitter CT (per pand)

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD

BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005

Rampenprotocol Euregio Scheldemond

Draaiboek (naam camping)

Bedrijfshulpverlening: informatie voor werknemers

B & W-nota. Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem

Ontruimingsplan Emmauskerk Middelharnis

REGLEMENT VAN DE AUDITCOMMISSIE VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit

Paginanummer Pagina 1 van 13

Convenant Veiligheid in en om de school Veiligheid in en om de school

Regeling burgerparticipatie Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Crisis- en Calamiteiten organisatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

UITVOERINGSPLAN. December Intergemeentelijke bijstand Drenthe

Calamiteitenplan AV Pijnenburg Algemeen

Regeling melden (vermoeden van een) misstand of schending integriteit

AVG OVEREENKOMST GEGEVENSVERWERKING TUSSEN TWEE VERANTWOORDELIJKEN

Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek

1. Begrippen. 2. Doel van het Cameratoezicht

Risico s en veiligheid: communicatie en preparatie. 15 februari 2007 gemeenteraad

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Evaluatieverslag SIS-oefening als onderdeel van oefening Artefacto Veiligheidsregio IJsselland op 23 juni Samenvatting

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Calamiteitenplan jeugdhulp De Wolden. Waar veiligheid en zorg elkaar raken

Calamiteiten- en incidentenregeling

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Calamiteitenplan Watersportvereniging Van Merlenhaven

AGENDAPUNT NR: Concernstaf Bureau Gemeentesecretaris 24 november Pagina 1 van 12

R09 Klachtenreglement Jeugdwet indicaties

Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad BovenIJ Ziekenhuis

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden

Klachtenreglement Vitaalpunt. december PR P0040 Klachtenreglement Vitaalpunt versie

BHV-procedures bij incidenten

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

gelet op het bepaalde in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 23 van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland;

Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken

Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek

Brandweerman. 1. Doel. 2. Beschrijving. 3. Kerntaken en takengebied

Bedrijfshulpverleningsplan

Oosterhoutse Nieuwe Energie Coöperatie U.A.

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC

CONVENANT. De Gemeente Beuningen een groot belang hecht aan de doorkomst en deze voor langere duur gecontinueerd wil zien.

Privacy Policy BZ&PC. In dit document vindt u:

Afsprakenkader. Intergemeentelijke samenwerking Bevolkingszorg en Crisiscommunicatie bij rampen, crises en sociale calamiteiten

Toelichting RADAR. Pagina 1 van 8

Informatiefolder voor cliënten en hun vertegenwoordigers die bij Marente wonen met een Bopz toekenning (art.60)

Rampenplan en Rampenbestrijdingsplan

Ontruimingsplan van de Protestantse kerk

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Geestelijke Hulp bij Ongevallen en Rampen (GVOR)

Plan van aanpak Doorontwikkeling Crisismanagementorganisatie

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers.

ALARM PROCEDURE PROTESTANTSE GEMEENTE WIERINGERWERF / KREILEROORD DE SAMENSTROOM WIERINGERWERF. Terpstraat AD Tel:

CALAMITEITENPLAN LEKKODAGEN 2017

CVDR. Nr. CVDR612335_1

B6-3 Deelplan Registratie

Aan Regiegroep Aan Veiligheidsdirectie Goedkeuring Dagelijks bestuur Vaststelling Algemeen Bestuur

Ontruimingsplan Peuterspeelzaal Dribbel

Protocol werkafspraken Nationaal Comité en de Minister van Economische Zaken

Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad: [datum] Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Gemeentelijk Gymnasium Hilversum: [datum]

Transcriptie:

2

Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg pag. 9 8. Taken coördinator pastorale zorg pag. 10 9. Werkplan pag. 11 10. Pastorale zorg in ziekenhuizen pag. 12 11. Werkgroep pastorale zorg bij rampen pag. 13 12. Oefeningen pag. 14 13. Namen en telefoonnummers pag. 15 3

1. DOELSTELLING 1.1. Indien zich in de gemeente Gouda een ramp voordoet, vindt de bestrijding van de gevolgen plaats conform de regels, vastgelegd in het gemeentelijk Crisisplan. Daarbij kan het noodzakelijk zijn gecoördineerd pastorale zorg te verlenen aan de slachtoffers. 1.2. De Raad van Kerken Gouda en omstreken stelt zich onder meer tot taak om in geval van een ramp adequate pastorale zorg aan slachtoffers te coördineren, ongeacht hun gezindte of levensovertuiging. 4

2. REALIS ATIE 2.1. De pastorale zorg bij een ramp wordt verleend door professionele pastorale verzorgers van de kerken die zijn vertegenwoordigd in de Raad van Kerken, alsmede van andere kerken en geloofsgemeenschappen die zich daartoe bereid hebben verklaard. 2.2. Bij hun werkzaamheden kunnen de pastorale verzorgers e ijwilligers van de participerende kerken voor het verrichten van ondersteunende taken. De kerken verlenen elkaar wederzijds de nodige ondersteuning. 2.3. De Raad van Kerken stelt coördinatoren pastorale zorg aan, die in geval van een ramp gealarmeerd kunnen worden door of namens de gemeente Gouda. De coördinatoren roepen vervolgens de pastorale verzorgers op. 2.4. De Raad van Kerken richt een werkgroep pastorale zorg bij rampen op, samengesteld uit de coördinatoren pastorale zorg, aangevuld met één of meer leden/ pastoraal verzorgers. 2.5. De werkgroep pastorale zorg bij rampen zorgt voor een actueel adressenbestand van coördinatoren pastorale zorg en pastoraal verzorgers, voor onderlinge afstemming en contact met gemeenten en andere betrokken instanties. 2.6. Er wordt tenminste één rampenkoffer samengesteld waarin zich materialen bevinden die beschikbaar moeten zijn voor het verlenen van pastorale zorg bij een ramp. 5

3. BEGRIPPEN 3.1. Onder een ramp wordt in dit protocol begrepen een calamiteit, een zwaar ongeval of een crisis waar slachtoffers bij betrokken zijn. 3.2. Onder slachtoffers worden in dit protocol verstaan alle personen die direct of indirect door de ramp getroffen zijn, zoals gewonden, nabestaanden, verwanten, hulpverleners en veroorzakers. 3.3. Bij een ramp zijn de volgende locaties relevant voor dit protocol: 3.3.1. De locatie van de ramp. 3.3.2. Het gemeentelijke Actiecentrum. 3.3.3. De door de gemeente aangewezen locaties Publieke zorg. 3.3.4. De ziekenhuizen of behandelplaatsen waar slachtoffers behandeld worden. 3.4. Dit protocol is van toepassing op de eerste 48 uur cri sopvang. 3.5. Waar in dit protocol benamingen in de mannelijke vorm zijn vermeld, wordt daaronder ook de vrouwelijke vorm begrepen. 3.6. Onder Raad van Kerken wordt in dit protocol verstaan Raad van Kerken Gouda en omstreken. 6

4. VERANTWOORDELIJKHEID 4.1. Dit protocol treedt per incident in werking na een formele oproep van de gemeente Gouda, of van de gemandateerde bevelvoerder van de brandweer, de politie of de geneeskundige dienst. Deze oproep wordt gedaan door een van de medewerkers van het Actiecentrum aan één van de coördinatoren pastorale zorg van de lijst (hoofdstuk 13), onder vermelding van de aard van de ramp, de locatie waar en de persoon bij wie hij zich dient te melden. 4.2. De opgeroepen coördinator pastorale zorg begeeft zich naar de opgegeven locatie en roept, afhankelijk van een eerste inschatting van de behoefte, één of meerdere pastorale verzorgers op onder vermelding van de locatie waar en de persoon bij wie zij zich dienen te melden. 4.3. De opgeroepen pastorale verzorgers gaan zo spoedig mogelijk naar de opgegeven locatie en melden zich daar voor nadere instructies bij de coördinator pastorale zorg. 4.4. De coördinator pastorale zorg en de pastorale verzorgers zorgen zelf voor een geldend legitimatiebewijs om zich te legitimeren op de opgegeven locatie. 4.5. De coördinator pastorale zorg bepaalt in overleg met het hoofd van het Team Publieke Zorg van de gemeente de uiteindelijke behoefte aan pastorale verzorgers en roept deze op. 4.6. De coördinator pastorale zorg geeft een voorwaarschuwing aan de pastorale verzorgers die voor aanvulling of aflossing opgeroepen zullen worden en verzoekt hen zich beschikbaar te houden. 7

5. PAS TORALE VERZORGER 5.1. Het optreden bij een ramp heeft voor de pastorale verzorger absolute prioriteit. Dit betekent dat de pastoraal verzorger bij een ramp: 5.1.1. bereid is zo nodig bij dag en bij nacht te worden ingezet; 5.1.2. na alarmering zo spoedig mogelijk naar de opgegeven locatie gaat, doch uiterlijk binnen een uur na oproep op de aangegeven locatie aanwezig is; 5.1.3. gedurende de inzet niet beschikbaar is voor reguliere taken. 5.2. De pastorale verzorger die optreedt bij een ramp: 5.2.1. heeft een geldend legitimatiebewijs dat toegang geeft tot de aangegeven locatie. 5.2.2. is onder alle omstandigheden in staat op adequate wijze, professionele pastorale zorg te verlenen aan slachtoffers, ongeacht hun gezindte of levensovertuiging. 5.2.3. roept indien daartoe aanleiding is via de coördinator de hulp in van een pastorale verzorger van de eigen gezindte of levensovertuiging van het slachtoffer. 5.2.4. is als zodanig herkenbaar door het dragen van een veiligheidsvest met de opdruk Pastoraal Team. De coördinator pastorale zorg is verantwoordelijk voor de uitgifte van deze herkenningstekens. 5.2.5. laat zich tijdig, doch uiterlijk na 8 uur aflossen, teneinde overbelasting te voorkomen. De coördinator pastorale zorg is verantwoordelijk voor het tijdig oproepen van aflossing. 5.2.6. Zorgt bij aflossing voor overdracht 6. TAKEN P AS TORALE VERZORGER in acute en nazorgfase 6.1. Binnen het proces pastorale verzorging bij een ramp zi de volgende hoofdtaken te onderkennen: 6.1.1. Het bieden van pastorale zorg aan de slachtoffers, zowel in de acute fase als in de nazorgfase. 6.1.2. Het inventariseren van de behoefte aan pastorale zorg, zowel in de acute als in de nazorgfase. 6.1.3. Het zorgen voor afstemming tussen het proces pastorale zorg en het geneeskundige proces psychosociale zorg. 6.1.4. Het in overleg met de gemeente initiëren van dan wel aanwezig zijn bij herdenkingsdiensten. 6.1.5. Het overdragen van pastorale zorg aan de eigen pastor van het slachtoffer in de nazorgfase. 8

7. COÖRDINATOR P AS TORALE ZORG 7.1. De Raad van Kerken stelt tenminste vier á vijf personen aan die in acute fase bij toerbeurt de functie van coördinator pastorale zorg vervullen. Tenminste één van de coördinatoren is zelf pastoraal verzorger. 7.2. De coördinator pastorale zorg beschikt over leiderscapaciteiten en heeft kennis van de organisatie van de rampenbestrijding en de daarbij betrokken instanties. 7.3. De coördinatoren pastorale zorg regelen onderling dat altijd één van hen bereikbaar is om in geval van een ramp te worden gealarmeerd door of namens de gemeente Gouda. 7.4. De coördinator pastorale zorg fungeert bij een ramp als aanspreekpunt voor de gemeentelijke instanties. 7.5. De coördinator pastorale zorg staat in overleg met de gemeente zo nodig de pers te woord. Hij beperkt zich daarbij tot de rol van de kerken bij een ramp. 7.6. De coördinator pastorale zorg beheert de materialen die voor de pastorale zorg bij een ramp worden gebruikt en zorgt voor actualisering en aanvulling. 7.7. De dienstdoende coördinator pastorale zorg draagt een veiligheidsvest met de opdruk Pastoraal Team en is als zodanig herkenbaar. 7.8. De personen die bij toerbeurt in acute fase de functie van coördinator pastorale zorg vervullen, kunnen zich legitimeren bij de aangewezen locatie. 9

8. TAKEN COÖRDINATOR P AS TORALE ZORG 8.1. De coördinator pastorale zorg die optreedt bij een ramp: 8.1.1. meldt zich na alarmering in principe bij de door het hoofd van het gemeentelijk Actiecentrum opgegeven locatie Publieke zorg. 8.1.2. laat zich informeren over de aard van de ramp en over de namen van de bij de rampenbestrijding betrokken contactpersonen. 8.1.3. roept voldoende pastorale verzorgers op en geeft hen de nodige informatie. 8.1.4. zorgt dat de materialen met het opschrift Pastoraal Team worden gebruikt. Deze materialen worden in principe bewaard in de koffer. 8.1.5. bepaalt in overleg met het hoofd van het Team Publieke zorg van de gemeente Gouda hoeveel pastorale verzorgers nodig zijn en roept deze op. 8.1.6. geeft een voorwaarschuwing aan de pastorale verzorgers die nog opgeroepen zullen worden en verzoekt hen zich beschikbaar te houden voor aanvulling of aflossing. 8.1.7. bewaakt de werkdruk van de pastorale verzorgers en regelt tijdige aflossing. 8.1.8. zorgt dat hij zelf tijdig, doch uiterlijk na 8 uur, wordt afgelost door één van de andere coördinatoren. 10

9. WERKPLAN 9.1. Een incident in de gemeente Gouda zal in eerste instantie worden bestreden door de parate diensten, brandweer, politie en geneeskundige dienst. Zijn de gevolgen zodanig dat van een ramp gesproken kan worden, dan neemt de burgemeester het opperbevel over de rampenbestrijding op zich. De gevolgen worden dan bestreden conform de afspraken die zijn vastgelegd in het Crisisplan van de gemeente Gouda. 9.2. Conform dit Crisisplan kunnen als daaraan behoefte is - diverse gemeentelijke actiecentra en locaties Publieke zorg worden ingericht. In principe bevindt de hoofdlocatie van het Actiecentrum zich in het gemeentehuis van Gouda, tenzij deze locatie in het rampgebied ligt. In dat geval wordt een alternatieve locatie gekozen. Voor de locatie Publieke zorg zijn meerdere locaties mogelijk. De locatie zal afhangen van de locatie van de ramp, de grote/ ernst van de ramp en het aantal op te vangen burgers. 9.3. Als pastorale zorg gewenst is wordt, vanuit het Actiecentrum de coördinator pastorale zorg opgeroepen waarbij de aard van de ramp wordt aangegeven. Deze oproep kan ook in een eerder stadium worden gedaan door de dienstdoende leidinggevende van de brandweer, de politie of de geneeskundige dienst. 9.4. De opgeroepen coördinator pastorale zorg schat de eerste behoefte aan pastorale zorg in en roept aan de hand van de lijst als bedoeld in hoofdstuk 13 zo snel mogelijk één of meer pastorale verzorgers op. 9.5. De opgeroepen coördinator pastorale zorg begeeft zich vervolgens naar het Actiecentrum van de gemeente Gouda en bepaalt in overleg met het hoofd van dit Actiecentrum de definitieve behoefte aan pastorale zorg. 9.6. De opgeroepen pastorale verzorgers gaan naar de opgegeven locatie en melden zich daar bij de coördinator pastorale zorg die hen informeert over de aard van de ramp, de locatie waar zij worden verwacht en de naam van de contactpers an die locatie. Als de coördinator pastorale zorg (nog) niet aanwezig is, dan ontvangen zij die informatie van de teamleider Publieke zorg van de gemeente Gouda of van iemand namens hem. 9.7. Tevens ontvangen de opgeroepen pastorale verzorgers de veiligheidsvesten met het opschrift Pastoraal Team. 9.8. Aan de overige pastorale verzorgers van de lijst, bedoeld in hoofdstuk 13, wordt de ramp gemeld middels een telefooncirkel. Zij worden gevraagd zich beschikbaar te houden en hun (mobiele) telefoonlijn vrij te houden. 9.9. De coördinator pastorale zorg besteedt bijzondere aandacht aan de werkdruk van de dienstdoende pastorale verzorgers en zorgt ervoor dat zij tijdig, doch uiterlijk na 8 uur, worden afgelost. Hierna draagt ook de coördinator pastorale zorg zijn taak over aan zijn opvolger. 9.10. Teneinde de continuïteit te waarborgen kan het nodig zijn enige tijd in een overlappende bezetting op te treden, waarbij de taken geleidelijk worden overgedragen aan de opvolger. Dit geldt zowel voor de pastorale verzorgers als voor de coördinator pastorale zorg. 9.11. De pastorale verzorger draagt bij aflossing het veiligheidsvest over aan zijn opvolger. Als hij niet wordt afgelost levert de pastorale verzorger zijn veiligheidsvest in bij de coördinator pastorale zorg. 9.12. Na overdracht meldt de coördinator pastorale zorg zich af bij de teamleider Publieke zorg van de gemeente Gouda. 11

10. PAS TORALE ZORG IN ZIEKENHUIZEN 10.1. De pastorale zorg in de ziekenhuizen valt ook bij een ramp - onder de verantwoordelijkheid van de Dienst Geestelijke Verzorging van het betreffende ziekenhuis. 10.2. Indien binnen de ziekenhuizen in de regio behoefte bestaat aan extra ondersteuning van de pastorale zorg bij rampen dan kan hiervoor via de dienstdoende coördinator pastorale zorg een beroep worden gedaan op de pastorale verzorgers van de Raad van Kerken. 10.3. Deze pastorale verzorgers vallen dan onder de verantwoordelijkheid van het hoofd Geestelijke Verzorging dan wel de dienstdoende pastorale verzorger van het betreffende ziekenhuis. 12

11. WERKGROEP PAS TORALE ZORG BIJ RAMPEN 11.1. Vanuit de Raad van Kerken fungeert een werkgroep pastorale zorg bij rampen. De werkgroep bestaat uit de coördinatoren pastorale zorg en kan worden aangevuld met één of meer andere leden. 11.2. De werkgroep adviseert de Raad van Kerken gevraagd en ongevraagd op het terrein van pastorale zorg bij rampen en doet tenminste eenmaal per jaar verslag van haar werkzaamheden. 11.3. De werkgroep pastorale zorg onderhoudt het adressenbestand, draagt zorg voor de inhoud van de materialenkoffer, onderhoudt onderlinge contacten en maakt werkafspraken op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding met de vertegenwoordiger(s) van de gemeente Gouda en andere daarvoor in aanmerking komende instanties. 11.4. De werkgroep pastorale zorg vergadert wanneer nodig, doch minstens 1x per jaar. Indien de voorzitter van de Raad van Kerken geen lid is van de werkgroep, wordt deze uitgenodigd als agendalid voor de bijeenkomsten van de werkgroep, evenals de vertegenwoordiger van het Team Publieke zorg van de gemeente Gouda. 13

12. OEFENINGEN 12.1. De gemeente Gouda houdt regelmatig oefeningen in de diverse gradaties van crisisbeheersing en rampenbestrijding. 12.2. Bij een oefening waarbij met het gemeentelijk Team Publieke zorg geoefend wordt, kunnen ook de coördinatoren pastorale zorg en de pastorale verzorgers opgeroepen worden. 12.3. De werkgroep pastorale zorg bij rampen houdt de coördinatoren pastorale zorg en de pastorale verzorgers op de hoogte van veranderingen in de werkwijze en/of de organisatie van crisisbeheersing en rampenbestrijding in de gemeente Gouda. 12.4. De werkgroep pastorale zorg initieert in overleg met de gemeente Gouda informatiebijeenkomsten en oefeningen voor de pastorale verzorgers en de coördinatoren pastorale zorg die zich hebben opgegeven voor het verlenen van pastorale zorg bij een ramp in de gemeente Gouda. 14

13. NAMEN EN TELEFOONNUMMERS 13.1. De Raad van Kerken houdt een lijst bij met daarop de namen en telefoonnummers van de coördinatoren pastorale zorg en de pastorale verzorgers die zich hebben opgegeven voor het verlenen van pastorale zorg bij een ramp in de gemeente Gouda. 13.2. De werkgroep pastorale zorg bij rampen actualiseert deze lijst tenminste éénmaal per jaar. 13.3. Deze lijst wordt verstrekt aan de coördinatoren pastorale zorg en wordt alleen gebruikt voor het oproepen van pastorale verzorgers in geval van een ramp. 13.4. Aan de gemeente Gouda wordt een lijst met de namen en telefoonnummers van de coördinatoren pastorale zorg en een lijst met namen van de pastorale verzorgers verstrekt. 15