Alleen het gesproken woord geldt Speech Toezicht en Handhaving Bestuurdersdiner lokale veiligheid, 29 oktober 2013 Dames en heren, Het afgelopen jaar heeft het belang van gemeentelijk toezicht en handhaving laten zien. Vele ontwikkelingen passeerden de revue, waarbij het modeluniform wellicht de meeste media aandacht opeiste, maar in mijn visie niet het allerbelangrijkste onderwerp is. Ik wil vanavond gebruiken om u mee te nemen door de ontwikkelingen en een beeld te schetsen van het toekomstperspectief. Dat zal ik doen als burgemeester en als lid van de commissie Bestuur en Veiligheid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Deze commissie adviseert de VNG over de te volgen koers op het gebied van openbare orde en veiligheid en heeft ook een duidelijke visie op de positie van de boa in het lokale veiligheidsbeleid. Eind 2012 is er mede op verzoek van deze commissie een visie boa openbare ruimte uitgebracht. Dat is niet zonder slag of stoot gegaan, kan ik u melden, want er zijn natuurlijk grote verschillen tussen b.v. een grote gemeente als Rotterdam of mijn kleine gemeente Graft- De Rijp.
Het is goed dat mijn collega Milo Schoenmaker later zal ingaan op zijn praktijkervaringen met de boa, zodat we ons een beeld kunnen scheppen van die verschillen en kunnen discussiëren over die verschillen. Laat ik beginnen met een feit: De burger wil een veilige en leefbare woonomgeving. Deze vraag zal altijd blijven bestaan en kan niet genegeerd worden. Waar aanvankelijk met name de politie overheerste op dit terrein, is er halverwege de jaren negentig een kentering ontstaan door een terugtrekkende beweging. De gemeentelijke boa kwam op. Zo n 20 jaar later, heeft handhaven in de openbare ruimte zich ontwikkeld tot een professioneel vakgebied. Handhaven is een vak geworden. Dit wordt wel eens als een bedreiging gezien; tegenwoordig wordt ook het modeluniform voor de boa gebruik als excuus dat er een gemeente politie aan het ontstaan is. Ik kan u gerust stellen. Een gemeentepolitie is meer dan een uniform. Ik noemde het al eerder, de boa openbare ruimte blijft zich ontwikkelen. Ik noem enkele van die ontwikkelingen van het afgelopen jaar: uitbreiding van bevoegdheden zoals de handhaving Drank- en Horecawet, de particuliere markt die in toenemende mate particuliere boa s te huur aanbiedt, gemeenten die steeds meer gezamenlijk handhavers uitwisselen.
De reden dus voor de VNG om die visie te ontwikkelen. Maar niet alleen de VNG voelde de noodzaak. Ook de Tweede Kamer deed aan de Minister van Veiligheid en Justitie het verzoek om voor de zomer 2013 een visie te sturen aan de Tweede Kamer. In deze visie presenteert de Minister van Veiligheid en Justitie zijn voornemens op het terrein van de boa. De boa openbare ruimte, over wat voor functionaris hebben we het dan eigenlijk? Hij is in feite het eerste aanspreekpunt voor de burger als het gaat om leefbaarheid en kleine ergernissen. Ik zeg wel eens, hij gaat over de hurkende hond, één van de grootste ergernissen van onze inwoners. Maar die definitie doet geen recht aan het brede takenpakket. Ook problemen op het gebied van zwerfvuil, jongerenoverlast en parkeerovertredingen behoren tot het werkterrein van de boa. Met de introductie van de domeinlijst in 2010 is de boa in de openbare ruimte op basis van domein I bevoegd voor handhaving op diverse terreinen die te maken hebben met de leefbaarheid in de buurt. Handhaven op zaken misdrijven zoals winkeldiefstal, is een brug te ver. Dit bleek ook uit de pilot winkelboa. Het karakter van de boa openbare ruimte moet bewaard blijven. Zijn takenpakket moet niet worden uitgebreid alleen omdat andere partijen in het veiligheidsdomein zaken niet meer op kunnen pakken. Ook is het nuttig om de verzoeken tot uitbreiding van het domein in samenhang te bekijken zodat het takenpakket consistent blijft. Om die reden
heeft de Minister van Veiligheid en Justitie dan ook besloten dat toekomstige uitbreidingen voor domein boa openbare ruimte worden getoetst aan het criterium leefbaarheid. Een aardige stap, omdat er thans onduidelijkheid en wellicht verkeerde verwachtingen vooral bij burgers kunnen bestaan over het takenpakket van de boa. Ik denk dat het goed is als wij dadelijk van gedachten wisselen over wat er precies onder het begrip leefbaarheid wordt verstaan. Milo Schoenmaker zal ons goed op weg helpen door dadelijk te vertellen waar hij zijn boa s voor inzet. De basis voor het inzetten van een boa openbare ruimte, is het integraal veiligheidsplan. De burgemeester is verantwoordelijk voor die integrale veiligheid en hij bedient zich bij op dit beleidsterrein van van openbaar ministerie en politie. Ik zeg dat met nadruk en wat scherp, omdat ik zelf een zeer grote rol toedicht aan de lokale driehoek en van mening ben dat de burgemeester daar zijn rol moet en kan pakken. Het is dan ook een stap in de goede richting dat de Minister heeft gesteld dat voortaan in de driehoek wordt gesproken over het uitbreiden van het aantal gemeentelijke boa s, want de prioriteiten binnen de handhaving en de inzet moeten immers regelmatig in de lokale driehoeken worden besproken. De minister toetst dus niet meer of uitbreiding noodzakelijk is. Deze ontwikkeling past binnen de verantwoordelijkheid die gemeenten nemen en hebben op het gebied van veiligheid. Ik
ben wel benieuwd naar hoe dat gaat in zo n driehoek en hoe u dit proces van het bespreken van gemeentelijke boa s voor u ziet. Ik zei het al, afstemming met partijen als politie en openbaar ministerie is belangrijk. Daarmee kom ik dan bijna vanzelf op het volgende punt. Namelijk de samenwerking met de politie. In feite staan politie en gemeenten voor een gezamenlijke opdracht, de leefbaarheid en veiligheid van de burger. Dit betekent dan ook dat ze niet naast elkaar of in plaats van elkaar werken maar juist mét elkaar. Om te komen tot geslaagde samenwerking, moeten er afspraken worden gemaakt over een aantal randvoorwaarden. Zoals de communicatie, informatiedeling, afstemmingsmomenten enzovoort. De nationale politie heeft van de Minister een opdracht gekregen om te komen met landelijke uitgangspunten, natuurlijk met ruimte voor lokaal maatwerk. Bedoeld om bijvoorbeeld duidelijkheid te scheppen over toegang tot C2000 op een eigen kanaal voor de gemeentelijke boa. Vanuit de VNG zijn wij hier nauw bij betrokken. In vele gemeenten zijn al ervaringen op gedaan in de samenwerking tussen boa s en politie. Zowel goede als slechte voorbeelden zijn er in het land. Laten we deze voorbeelden bespreken om te kijken wat nu goede randvoorwaarden zijn
voor geslaagde samenwerking en hoe we de samenwerking kunnen optimaliseren. Eerder zei ik het al. Handhaven is een vak geworden. De afgelopen jaren is een professionalisering rondom boa s in gang gezet. Zo is er sprake van permanente her- en bijscholing waarbij niet alleen aandacht is voor rechtskennis maar ook voor sociale vaardigheden, gespreks- en benaderingstechnieken. Binnen deze professionalisering past een eigen herkenbare identiteit voor een boa openbare ruimte. In de praktijk blijkt dat een burger niet altijd weet óf hij te maken heeft met een boa en wat de taken en bevoegdheden zijn, dit doet zich versterkt voor als hij zich in een andere gemeente dan de eigen woonplaats bevindt. Een herkenbaar uniform geeft de boa meer gezag omdat hij niet meer de discussie hoeft aan te gaan over zijn taken en bevoegdheden. Wij vanuit de VNG zijn bezig met de ontwikkeling van een modeluniform voor boa s in samenwerking met diverse gemeenten en de Beroepsvereniging voor boa s. Wij komen met een aantal richtlijnen waarmee gemeenten vervolgens zelf het uniform in samenwerking met marktpartijen tot aanschaf overgaan. U zult later dit jaar meer horen over het resultaat. De Minister heeft immers in zijn visie laten weten dat de deadline ligt op 1 januari 2014.
Vele ontwikkelingen heb ik u al genoemd. Ik hoop dat u nog niet verveeld bent want er is nog een ontwikkeling die ik u moet melden. Een ontwikkeling die voor beroering in de Tweede Kamer heeft gezorgd, namelijk het inhuren van boa s via beveiligings- of detacheringsbedrijven. Nu is het zo dat deze inhuurboa s, aangesteld als onbezoldigd ambtenaar, alleen mogen handhaven op APV feiten en parkeerfeiten. Per 1 januari 2014 zal het mogelijk worden om deze boa s in te zetten in heel domein I. Dit biedt kansen voor de Drank- en Horecawet, waar nu soms knelpunten staan in de capaciteit. Tegelijkertijd is inhuur een belangrijk middel om tijdelijke tekorten in de handhavingscapaciteit op te kunnen vangen. Wij noemen dit ook wel piek en ziek. Voorbeelden van gemeenten die in het zomerseizoen meer bezoekers krijgen, kennen wij allemaal. Dames en heren, dit is een hele lijst met allemaal ontwikkelingen. Maar het is goed dat er nu een duidelijke richting is waar we heen gaan zodat we het de juiste randvoorwaarden creëren waarbinnen de professionals, handhaver zelf, hun taak goed ten uitvoer kunnen brengen. Eén gedachte wil ik u, tot slot, niet onthouden en het heeft alles (zoals gewoonlijk) met geld te maken. Gemeenten hebben de afgelopen jaren taken op zich genomen omdat andere partijen (hoor, de politie) zich terugtrok uit het publieke domein. Daarvoor zijn en worden handhavers/boa s aangetrokken, die worden betaald door de gemeenten zelf. De zogeheten pv vergoeding, vergoedt (magertjes) de kosten die worden
gemaakt. Afschaffen daarvan brengt gemeenten in een onmogelijke positie. Ik nodig u van harte uit om zo dadelijk over het brede onderwerp verder te praten. Ik heb begrepen dat dit kan onder het genot van een kopje koffie en het dessert. Maar eerst geef ik nu graag het woord aan de burgemeester van Gouda, Milo Schoenmaker.