Bijlage 4: Child Protection Policy Plan International ZEG JA TEGEN DE BESCHERMING VAN KINDEREN! WAAROM EEN KINDERBESCHERMINGSBELEID? Plan België streeft ernaar een wereld mee uit te bouwen waarin alle kinderen zich volledig kunnen ontplooien in de eigen gemeenschap, een wereld die ook de waardigheid en alle rechten van kinderen respecteert, conform het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK, 1989). Onze organisatie verbindt zich ertoe het recht van kinderen op bescherming tegen alle vormen van misbruik na te leven en te doen naleven (IVRK, art. 19). Met dit beleid wil Plan kinderen beschermen die betrokken zijn bij de werking van onze organisatie. Dit document: helpt onze teams, onze donateurs en onze partners hun verantwoordelijkheid te nemen inzake de bescherming van kinderen, door zich correct te gedragen en ongepast gedrag te melden; voorkomt dat mensen met verkeerde bedoelingen betrokken worden bij het werk van Plan; omvat strenge maatregelen jegens hen die zich schuldig maken aan kindermisbruik. BELANGRIJKE DEFINITIES Kind: elke persoon jonger dan 18 jaar (IVRK, art. 1). Kindermisbruik: elke vorm van lichamelijke of geestelijke mishandeling, seksueel misbruik of seksuele uitbuiting, verwaarlozing, commerciële of andere uitbuiting die gepleegd wordt ten aanzien van kinderen. Dit omvat elke opzettelijke of niet opzettelijke handeling of verzuim, van een individu of een organisatie of als resultaat van een bepaald proces, dat potentiële of reële schade aan het welzijn en de waardigheid van een kind tot gevolg hebben, of zijn kansen op een gezonde en veilige ontwikkeling tot volwassene in gevaar brengen. Bescherming van kinderen: de verantwoordelijkheid en de preventieve en reactieve maatregelen die Plan neemt om kinderen te beschermen tegen onrecht dat hun zou kunnen worden aangedaan als gevolg van hun betrokkenheid bij Plan, hun contacten met Plan medewerkers, de partners en de bezoekers van Plan en/of hun deelname aan de activiteiten van Plan. OP WIE HEEFT HET BELEID BETREKKING? Het beleid van Plan inzake de bescherming van kinderen is van toepassing op alle personeelsleden (van het internationaal hoofdkantoor, de nationale en regionale bureaus), alle partners (leden van de raad van bestuur en de algemene vergadering, vrijwilligers, Plan Ouders en donateurs, werknemers, adviseurs, leveranciers en vertegenwoordigers van partnerorganisaties en lokale overheden), alle bezoekers (journalisten, media, onderzoekers, personaliteiten enz.) die via Plan met kinderen in contact komen, en alle verantwoordelijken (personeelsleden met specifieke verantwoordelijkheden op het gebied van kinderbescherming). Allemaal moeten zij ons beleid ondertekenen en de voorwaarden ervan naleven. Het beleid omvat minimumrichtlijnen: als de nationale wetten of de richtlijnen van het plaatselijke Plan bureau strenger zijn dan dit intern beleid, dan hebben zij voorrang. 1
PRINCIPES Ons beleid inzake de bescherming van kinderen steunt op een reeks principes die deel uitmaken van het IVRK: 1. Alle kinderen hebben dezelfde rechten op bescherming tegen misbruik en uitbuiting (IVRK, art. 19); op leven, overleven en ontwikkeling (IVRK, art. 6); op het verwezenlijken van hun potentieel (IVRK, art. 27); en op het vrij uiten van hun mening, waaraan passend belang wordt gehecht in overeenstemming met de leeftijd en rijpheid van het kind (IVRK, art. 12 en 13). 2. Ongelijkheid en discriminatie moeten bestreden worden: elk kind moet met respect bejegend worden, ongeacht geslacht, nationale of etnische afkomst, religieuze of politieke overtuigingen, leeftijd, lichamelijke of mentale gezondheid, seksuele voorkeur of identiteit, gezins-, sociaal-economische of culturele achtergrond of eventuele justitiële problemen (IVRK, art. 2). 3. Iedereen is verantwoordelijk voor de zorg en de bescherming die aan kinderen moeten worden verstrekt (IVRK, art. 3). Ons beleid inzake de bescherming van kinderen steunt ook op het principe van de bijzondere verantwoordelijkheden die Plan draagt jegens de kinderen die betrokken zijn bij haar activiteiten. 1. Geen enkel kind mag nadeel ondervinden door zijn betrokkenheid bij Plan als Plan Kind, deelnemer aan een ontwikkelingsprogramma, een inzamelactie of advocacy-acties van Plan. 2. Deze bijzondere verantwoordelijkheden gelden voor alle individuen en organisaties die met Plan samenwerken. Iedereen die met Plan samenwerkt of betrokken is bij het werk van Plan moet dan ook de bepalingen van dit beleid kennen en naleven. VERANTWOORDELIJKHEDEN Iedereen die banden heeft met Plan en ermee samenwerkt moet waken over de bescherming van kinderen. De personen op wie dit beleid van toepassing is zijn gebonden aan volgende verantwoordelijkheden. De personeelsleden, partners, bezoekers en verantwoordelijken van Plan verbinden zich ertoe: 1. Nooit een kind te misbruiken en nooit een kind bloot te stellen aan mogelijk onrecht. 2. Te reageren bij een vermoeden van misbruik, conform dit beleid en de procedures van het lokale Plan-kantoor. 3. Melding te maken van elk misbruik van een kind en van elk inbreuk op kinderbescherming, conform het kinderbeschermingsbeleid en de procedures van het lokale Plan-kantoor. 4. In alle vertrouwelijkheid hun volledige medewerking te verlenen aan een eventueel onderzoek naar een probleem of naar aanleiding van een vermoeden van misbruik. 5. Bij te dragen tot het scheppen van een omgeving waar kinderen respect krijgen en aangemoedigd worden te praten over hun problemen en hun rechten. 6. De rechten, de integriteit en de waardigheid van kinderen altijd te eerbiedigen, het belang van het kind altijd voorrang te geven en kinderen nooit bloot te stellen aan mogelijk onrecht. Het fotograferen of filmen van kinderen of met/over hen praten moet altijd gebeuren in overeenstemming met de regels van Plan. 2
7. Nooit contactgegevens te vragen of te aanvaarden (vb. postadres, e-mail, telefoonnummer, sociale media, Skype, enz.) van een kind of een gezin dat betrokken is (of was) bij het werk van Plan, noch zijn eigen contactgegevens door te geven. Enkel voor personeel van Plan en haar partnerorganisaties is het toegelaten om voor professionele doeleinden en in overeenstemming met het lokale beleid van Plan, op voorwaarde van toestemming ven de ouders of voogd van het kind en met de vereiste hiërarchische controle. 8. De identificatiegegevens van Plan Kinderen of hun gezinnen nooit vrij te geven noch de vrijgave ervan te bevorderen, op wat voor wijze ook (vb. drukwerk, foto's, sociale media), behalve wanneer dit gebeurt conform het beleid en de procedures van Plan en/of met uitdrukkelijke toestemming van Plan. 9. Nooit zonder toezicht van een Plan personeelslid contact op te nemen (vb. via bezoek, e-mails, brieven, sociale media) met een kind of andere leden van het gezin dat betrokken is bij het werk van Plan. Personeelsleden van Plan verbinden zich er verder ook toe: 10. De gedragscode van Plan na te leven. 11. Ontmoetingen tussen Plan Ouders/pers/bezoekers en Plan Kinderen te organiseren op een veilige locatie gekozen door het lokale Plan-kantoor. Dat kan bij het Plan kind thuis zijn, als het gezin van het kind daarmee instemt en altijd in aanwezigheid van medewerkers van het lokale Plan-kantoor. 12. De contactgegevens van Plan Ouders niet door te geven aan voormalige Plan Kinderen. De leidinggevenden van Plan verbinden zich er verder ook toe: 13. Erop toe te zien dat de partners van Plan het kinderbeschermingsbeleid onderschrijven en naleven tijdens de hele duur van hun samenwerking met Plan. 14. Alle leidinggevenden van Plan moeten erop toezien dat elke Plan entiteit plaatselijke procedures hanteert die in overeenstemming zijn met het internationale kinderbeschermingsbeleid en de meldingsprocedures die de nodige antwoorden bieden om passend te reageren in geval van kindermisbruik. Plaatselijke procedures moeten opgesteld worden conform de lokale wetgeving, samen met de lokale Plan-verantwoordelijke inzake de kinderbescherming. Bovendien moet ervoor gezorgd worden dat dit beleid en de plaatselijke procedures beschikbaar zijn in de lokale talen en in een voor kinderen begrijpelijk formaat. 15. Erop toe te zien dat personeelsleden van Plan die een probleem gemeld hebben dat verband houdt met kinderbescherming of die van kindermisbruik beschuldigd worden met de nodige ondersteuning en bescherming omringd worden met als doel veiligheidsproblemen of represailles uit te sluiten. 3
PERSOONLIJK GEDRAG BUITEN DE WERKTIJD Plan heeft niet de bedoeling zijn werknemers, partners, bezoekers of verantwoordelijken waardesystemen op te leggen in hun privéleven. Toch zal gedrag of activiteiten die onverenigbaar geacht worden met ons intern beleid inzake de bescherming van kinderen beschouwd worden als een schending van dit beleid. TOEPASSING, OPVOLGING EN SANCTIES De eindverantwoordelijkheid voor de naleving van ons beleid inzake de bescherming van kinderen ligt bij de managers, de directeurs en de raad van bestuur van Plan International. Elk land heeft een aanspreekpunt op dit domein. Wij gaan geregeld na of de regels naar behoren nageleefd worden. Het op enig punt niet naleven van dit beleid of niet nakomen van deze verantwoordelijkheden kan de volgende sancties tot gevolg hebben: Voor personeelsleden of leidinggevenden van Plan: disciplinaire sancties die kunnen leiden tot ontslag. Voor partners of bezoekers van Plan: sancties die kunnen gaan tot het stopzetten van elke samenwerking, met inbegrip van contractuele en partnershipovereenkomsten met Plan. Indien van toepassing: juridische stappen of andere stappen die relevant geacht worden op basis van de omstandigheden. Wanneer er twijfel rijst over het gedrag van een personeelslid, partner, bezoeker of leidinggevende en/of bij schending van het kinderbeschermingsbeleid, wordt er afhankelijk van de feiten een onderzoek ingesteld : ofwel moet de persoon in kwestie voor de bevoegde autoriteiten verschijnen voor een strafrechtelijk onderzoek conform de geldende wetgeving in het land waar de feiten plaatsvonden; ofwel behandelt Plan de zaak volgens intern vastgelegde procedures. Dit kan uitdraaien op disciplinaire sancties voor de betrokken werknemer of leidinggevenden van Plan. Belangrijk : wanneer een vermoeden van kindermisbruik ter goeder trouw gemeld wordt, maar dat vermoeden onterecht blijkt, worden geen maatregelen genomen tegen de persoon die de melding maakte. Blijkt echter dat en moedwillig valse beschuldigingen werden geuit, dan zullen gepast sancties genomen worden. Het beleid inzake de bescherming van kinderen werd op 15 juni 2013 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Plan International. Als internationale norm dient dit beleid rechtstreeks te worden toegepast door Plan België. 4
5