Concept Nota van reacties Van Basisschool de Triangel, Eerbeek In het algemeen is de kadernota een tot tevredenheid stemmend plan. Na de geschiedenis geschetst te hebben en de landelijke en provinciale aansturing behandeld te hebben, worden de prioriteiten voor de toekomst aangegeven. Sterke punten zijn: 1. Nog meer toewerken naar afstemming en coördinatie tussen de diverse sectoren. 2. Ondersteunen van eigen kracht van opvoeders. 3. Versterking ZAT-team. 4. De doorgaande lijn. Prioriteiten: 1. Alle organisaties, die met opvoedingsproblemen te maken hebben, in gelijke mate van informatie voorzien, zodat in overlegstructuren de beste en meest effectieve hulpverlening ingezet kan worden. 2. De landelijke trend volgen en opvoeders die structureel weigeren enigerlei mate van hulpverlening toe te laten of na een start onmiddellijk afhaken, te dwingen met hulpverlening in te stemmen. Tot slot stelt De Triangel enkele vragen over veiligheids maatregelen, onderwijszorgstructuur en brede school. Fijn zo n reactie waaruit blijkt dat ons streven en de ambities worden herkend en aanspreken. Bij het thema regie zullen wij benadrukken dat communicatie en informatievoorziening nodig zijn om effectief te kunnen samenwerken. Wij formuleren dat als een belangrijk aandachtspunt voor onze regie. Bij het thema onderwijs zullen wij afstemming onderwijs-zorg als prioriteit opnemen. Doorzettingsmacht hebben wij opgenomen als nader uit te werken onderwerp binnen het CJG en thema 4 ondersteuning. De vragen hebben wij in de tekst verduidelijkt en/of zullen later bij de ontwikkeling van het uitvoeringsprogramma terugkomen. Bijvoorbeeld zullen partners samen met ons inventariseren welke preventieve, repressieve en beschermende maatregelen in stand moeten worden gehouden of ontwikkeld. Het verbeterplan voor de zorgstructuur is in de bijlage opgenomen en een conceptprotocol voor de vernieuwde zorgstructuur wordt door de stuurgroep verspreid. Van het schoolbestuur Wilhelminaschool De constatering dat men het een goede start vindt voor het jeugdbeleid, nemen we voor kennisgeving aan. Van de directie Pancratiusschool Men constateert dat alle relevante stukken zijn opgenomen en spreekt uit dat men de ontwikkelingen blijft volgen. Deze reactie is ons inziens een goede start voor afstemming. Inbreng Bureau Jeugdzorg De prioriteiten liggen bij de versterking van de keten, (aansluiting van de provinciale jeugdzorg en de inzet van de gemeente voor de jeugd) Centrum van Jeugd en Gezin (zijn we al mee bezig) en de verbinding tussen onderwijs en zorg 6 november 2008 INT08.0057/HMa 1
Bureau Jeugdzorg ondersteunt de nota en vindt de ambitie die ervan uitgaat aansprekend. Men concludeert dat in verschillende overleggen een en ander verder uitgewerkt moeten worden. Dat lijkt eenvoudig, maar er moet nog veel worden geïnvesteerd constateert Bureau Jeugdzorg. Vooral communicatie is belangrijk om de koers gezamenlijk uit te dragen. Met deze reactie van een belangrijke partner kunnen we tevreden zijn. Er spreekt realiteit uit en wilskracht om samen met ons en anderen de uitvoering op te pakken! Naar aanleiding van deze reactie hebben we in paragraaf 6 de tekst over verdere uitwerking en investering in communicatie versterkt. Het centrum voor jeugd en gezin wordt ook door anderen meerdere keren als prioriteit genoemd. Evenals de versterking van de keten; soms in andere woorden, zoals 1 kind 1 plan en afspraken vastleggen op keten- en netwerkniveau. Dit zullen we als prioriteit verwerken onder thema 4 ondersteuning en kan later in het uitvoeringsprogramma uitgewerkt worden. De verbinding tussen onderwijs en zorg zullen we als prioriteit opnemen bij thema 5. Van de bovenschoolse directie Openbaar Onderwijs Men vraagt om meer samenhang en verbinding. Daarvoor bieden de ontwikkelingen in het nieuwe IHP (per wijk/kern een cluster van scholen, aangevuld met andere voorzieningen ( zoals kinderopvang, peuterspeelzaal, enz..) een uitgelezen kans. Dat biedt niet alleen meer mogelijkheden voor een doorgaande lijn van 0-12/13, maar biedt ook veel mogelijkheden om daar omheen de aansluiting naar de zorg (via het ZAT) te organiseren. Daar kan dan o.a. ook het CJG een plaats bij krijgen. Wij hebben dat in ons beleidsplan de ontwikkeling van educatieve centra genoemd. Verder wordt geconstateerd dat alle relevante thema s worden genoemd, maar vanwege de hoeveelheid moeten waarschijnlijk keuzes gemaakt worden. Bij het thema onderwijs zullen we opnemen dat prioriteit wordt gegeven aan verbinding onderwijs zorg. Daarbij kan de LEA ons inziens een goede rol spelen evenals de nieuwe overlegstructuur. Binnen thema 4 ondersteuning, krijgt de ontwikkeling CJG en de samenwerking binnen de keten prioriteit. Verdere uitwerking volgt in een veel concreter uitvoeringsprogramma, samen op te stellen met partners. Het gesprek over de ideeën als educatieve centra kan dan plaatsvinden. In het algemeen merken we op dat dit een kadernota betreft met globale beleidslijnen, maar onze ambities zijn hoog. We hebben partners gevraagd mee keuzes te maken prioriteiten te stellen. Daar kunnen we dan rekening mee houden in het uitvoeringsprogramma. Inbreng Politieteam Brummen-Eerbeek Prioriteiten 1. Preventief beleid op alcohol- en drugsgebruik. 2. Beleid op intomen van de daarmee samenhangende agressie (geweldszaken en vernielingen/vandalisme) onder de jeugd. De politie constateert alcohol- en drugsproblematiek onder de jeugd en vraagt meer aandacht voor preventief beleid. Verschillende suggesties worden gegeven voor de uitvoering. Aan de uitvoering van plan van aanpak alcoholmatiging in de stedendriehoek geven wij prioriteit (zie paragraaf 3.2 en paragraaf 6 thema 3). Beleid op agressie (geweldszaken, vernielingen/vandalisme) zal een integraal onderdeel zijn van het landelijke beleid. Integrale aanpak jeugdcriminaliteit is speerpunt van het kabinet. Belangrijk daarbij is een effectieve en sluitende aanpak in de hele keten. Dit is te bereiken door intensieve samenwerking tussen lokaal/regionaal bestuur, de politie, het openbaar ministerie en organisaties op het gebied van jeugd, onderwijs en veiligheid (zoals Halt). Voor de aanpak zijn meerdere activiteiten nodig die in samenhang effectief kunnen werken: een gemeentelijk meersporenbeleid (zie paragraaf 3.2 van de nota). Wij verwachten jeugdcriminaliteit terug op de regionale agenda rondom het veiligheidshuis. Onze ambitie is om daarin actief te participeren. 6 november 2008 INT08.0057/HMa 2
De meersporenaanpak bij overlast staat al op de lokale agenda van het overleg integrale veiligheid en jeugd. Daar zullen we het punt geweldszaken aan toevoegen. (verwerkt in paragraaf 6 onder thema 3) Het politieteam geeft verschillende suggesties die verder gaan dan het voorliggende kader. De suggesties betreffen voorstellen voor activiteiten en uitvoering rondom het thema veiligheid. Het thema veiligheid wordt uitgewerkt binnen de nieuwe overlegstructuur. De genoemde voorstellen zullen daar zeker aan de orde komen. Gezamenlijk in het overleg met andere partijen in het jeugdbeleid worden de besluiten genomen over het al dan niet opnemen van de activiteiten in het op te stellen uitvoeringsprogramma. Van stichting Peuterspeelzalen De stichting vraagt naar aanleiding van paragraaf 3.4 (tekst uit het bestuursakkoord) bij de implementatie van het IHP ook de samenwerking met het peuterspeelzaalwerk te zoeken. Meer aandacht wordt gevraagd voor signaleren en verwijzen bij kindermishandeling. De stichting pleit voor groepsverkleining binnen het peuterspeelzaalwerk Naar aanleiding van het verbeterplan voor de zorgstructuur adviseert de peuterspeelzaal criteria te ontwikkelen om beter te kunnen afwegen of de casus bij het ZAT kan worden ingebracht Bij het thema veiligheid wordt gevraagd naar de concrete activiteiten die we gaan ontwikkelen en een suggestie wordt gegeven voor een toneelvoorstelling in het kader van alcoholmatiging naar het voorbeeld van elders. We geven al uitvoering aan het verzoek tot samenwerking rondom het IHP. In dit stadium door de stichting te informeren over de voortgang van de ontwikkeling van het IHP en door hen te vragen naar hun mogelijkheden en ideeën over samenwerking. Verder houdt een en ander duidelijk verband met de harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Dit onderwerp is genoemd bij het thema onderwijs in hoofdstuk 6. Signalering van kindermishandeling zal zeker aandacht krijgen gezien de landelijk aanpak RAAK. Bij ontwikkeling van het uitvoeringsprogramma komen we daar in gesprek met partners op terug. Voor de gevraagde groepsverkleining is het op dit moment nog te vroeg. Wij willen daarover de landelijke ontwikkelingen en subsidiemogelijkheden afwachten. Het ontwikkelen van criteria op basis waarvan een casus bij het ZAT kan worden ingebracht is een uitvoeringszaak. Dit zullen we aan de stuurgroep voorleggen. Binnen de nieuwe overlegstructuur wordt het thema veiligheid uitgewerkt tot concrete activiteiten. Het voorstel voor een theatervoorstelling kan daar aan de orde komen. Gezamenlijk in het overleg met andere partijen in het jeugdbeleid worden de besluiten genomen over het al dan niet opnemen van de activiteiten in het op te stellen uitvoeringsprogramma. Van WSNS WSNS adviseert Passend onderwijs op te nemen. Het is een belangrijke ontwikkeling die op veel terreinen betrekking zal hebben binnen het jeugdbeleid en tussen nu en 2011 vorm moet krijgen. Voorbeelden zijn: Integraal indiceren en samenwerken met het CJG en de ZAT s zijn o.a. zaken die binnen Passend Onderwijs vallen. Deze aanbeveling hebben we overgenomen en verwerkt in paragraaf 3.2 lokale ontwikkelingen en bij paragraaf 6, thema 5 onderwijs. Reactie/Inbreng GGD 1. De GGD oppert voor de missie om niet alleen in een kreet maar ook in enkele zinnen samen te vatten wat we in Brummen voor de jeugd willen bereiken 2. Er bestaan verschillende termen voor de functies van afstemming en coördinatie. Van belang is om de komende periode te bezien wat die termen inhouden en wat ervoor is geregeld op verschillende niveaus. 3. In paragraaf 6 wordt het onderwerp gezondheid gemist bij thema s onderwijs en opvoeding. Lichamelijke en geestelijke gezondheid zijn een belangrijke randvoorwaarde om problemen op het gebied van studie, opvoeding en veiligheid te voorkomen. Bovendien is gezondheid een positieve doelstelling, iets wat bevorderd en vergroot moet worden. 4. Men is blij met de aandacht voor het sportbeleid. Daarbij wordt aandacht gevraagd voor een divers aanbod en het sociale aspect van het sporten. 6 november 2008 INT08.0057/HMa 3
Plezier in beweging en plezierige sociale contacten werken op verschillende thema's door: gezonde voeding, minder stress en meer ontspanning, minder depressieve gevoelens en grotere sociale weerbaarheid, en natuurlijk minder overgewicht (wat op langere termijn ziekten kan voorkomen). 5. Het advies wordt gegeven om onder het thema veiligheid nog meer een link te leggen met onderwijs en zorg (opvoedingsondersteuning). 6. De GGD adviseert een relatie te leggen tussen coördinatie van zorg bij toegankelijke multiproblemgezinnen en bemoeizorg van mijdende gezinnen. 7. De GGD informeert ons dat met E-movo 2007 een overzicht beschikbaar komt van alle aanbod, interventies die bekend zijn en op school ingezet kunnen worden voor gezondheidsbevordering. Suggesties 1, 2 en 5 zijn overgenomen (paragraaf 6). Gezondheid is niet apart opgenomen onder thema s onderwijs en opvoeding. JGZ past nl. uitstekend onder prestatieveld 2 van de WMO, preventieve opvoedingsondersteuning. Versterken van de eigen gezondheid past hier ook binnen. De relatie tussen sport en gezondheid wordt wel gelegd. In de nieuwe overlegstructuur kan het sociale aspect van sport ingebracht worden. Met de maatregel doorzettingsmacht is de relatie tussen coördinatie van zorg bij toegankelijke multiproblemgezinnen en bemoeizorg van mijdende gezinnen is al opgenomen. Binnen het uitvoeringsprogramma zal dit onderwerp terugkomen. De informatie is opgenomen Op blz 14 opgenomen. Inbreng SWB SWB complimenteert vanwege een goed leesbare notitie met logische opbouw en onderschrijft de prioriteiten. Regievoering is nodig voor een couleur locale op alle landelijke tot regionale initiatieven, om verwarring in de uitvoering te voorkomen. SWB vraagt om een verbinding te leggen met gemeentelijk armoedebeleid en lokaal beleid op huiselijk geweld. Top drie prioriteiten liggen volgens SWB bij Instandhouding basisvoorzieningen prestatieveld 2 WMO (uit te breiden met coördinatie brede school en E-hulp) Positie van kinderen binnen armoedebeleid en huiselijk geweld CJG als sluitend netwerk In paragraaf 6, onder thema omgeving en opgroeien is genoemd dat te ontwikkelen armoedebeleid een rol kan spelen bij het bereikbaar maken van voorzieningen. Daaraan zullen wij prioriteit geven. Verder zullen we opnemen bij paragraaf 3.2 dat een evaluatie heeft plaatsgevonden. Op de rol staat nu eerste een conferentie over armoede. Die levert suggesties voor beleid. Huiselijk geweld is al genoemd in paragraaf 6 onder veiligheid. Nieuw hebben we opgenomen bij dit thema: alcoholmatiging en meersporenbeleid op overlast en geweld krijgen prioriteit. Dit moet ruim gezien worden. Bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma kunnen concretere activiteiten worden benoemd. Maar gezien de consequenties voor jeugd binnen huiselijk geweld zullen wij in paragraaf 3.2 daarover eveneens een zinsnede opnemen. De voorzieningen van prestatieveld 2 van de WMO maken volgens het landelijke model deel uit van het CJG. Voor de ontwikkeling van het CJG zullen wij een Brummens projectteam in het leven roepen, binnen de nieuwe overlegstructuur. Welke veranderingen er in het lokale aanbod moeten komen zal werkende wijs blijken. De suggesties over brede school en E-hulp kunnen in die gesprekken worden overwogen. Wij zijn met u van mening dat het CJG veeleer een sluitend netwerk moet vormen dan een nieuw instituut. Maar een fysiek inlooppunt mag niet ontbreken. In de bijlage is een beknopte visie opgenomen, die nadere uitwerking behoeft. Daarover willen wij samen met onze partners van gedachten wisselen. Reactie op inbreng Verian Ook Verian geeft complimenten over een heldere opbouw. Men mist het echte Brummense deel. Welke keuzes maakt Brummen tov de landelijke, provinciale en regionale beleid / ontwikkelingen, op welke onderdelen wil de gemeente aansluiten en hoe wordt dat dan vertaald naar Brummen. Vooral paragraaf 5 blijft erg globaal. Nog mooier zou het zijn om een aantal termijnen toe te voegen. Wanneer wil Brummen wat ontwikkelen en bereiken. 6 november 2008 INT08.0057/HMa 4
Als eind zou je de nieuwe zorgstructuur kunnen noemen. Dit hebben we (de lokale stuurgroep) al vertaald naar Brummen. Speerpunten: 1. 1 kind 1 plan (samenwerking tussen organisaties) 2. ontwikkeling CJG 3. EKD en verwijsindex De vertaalslag naar het Brummense zal met partners nog verder worden gemaakt door samen het uitvoeringsprogramma op te stellen. Dan komen ook de termijnen/planning aan de orde. Dit is te vergelijken met de zorgstructuur (provinciaal model), die vertaald is naar de Brummense situatie door een lokale stuurgroep. Dus de betekenis die e.e.a. nog zal krijgen, moet de komende jaren duidelijk worden. Hoe gaan we de diverse opdrachten, ambities die er liggen concreet maken en een lokale kleur geven. Daar zal de gemeente regie op voeren via de nieuwe overlegstructuur. Deze vertaalslag willen we samen met onze partners maken. Het verbeterplan voor de nieuwe zorgstructuur zullen we in de bijlage opnemen. Het is nog te prematuur om het provinciale model-basisprotocol dat vertaald wordt naar de lokale situatie (en in concept klaar is) toe te voegen. De derde prioriteit EKD/Verwijsindex betreft wat ons activiteiten die binnen de werkwijze van het CJG gerealiseerd moeten worden en zullen als zo danig opgenomen worden in het uitvoeringsprogramma. In onze beknopte visie hebben wij opgenomen dat het CJG zo georganiseerd moet zijn dat voor 1 kind/gezin 1 plan van aanpak volstaat. Daar hebben we een goed begin mee gemaakt met de omvorming van het zorgnetwerk naar een ZAT, maar daar horen ook coördinatie van zorg en doorzettingsmacht bij. Dus wat ons betreft zijn speerpunt 1 en 2 onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat zullen wij expliciet opnemen in paragraaf 6 thema 4. Spectrum Het kader brengt goed in beeld op welke thema's en ontwikkelingen de gemeente wil aansluiten en wat daarin de ambities zijn. Het enige wat daarin een beetje mist is de aandacht voor het basisaanbod (dus de gewone wenselijke voorzieningen voor een goed ontwikkeling- en opgroeiklimaat zoals het gewone jeugd- en jongerenwerk). Bijna alle ambities zijn gericht op preventie van het een of andere (gezondheidsrisico's, drugs, overlast, voortijdig schoolverlaten, opgroei- en opvoedproblemen). Verder is Spectrum benieuwd naar de invulling; dat is een belangrijke uitdaging. Als prioriteit nemen we op: aandacht voor het basisaanbod, de voorzieningen voor een goed ontwikkeling- en opgroeiklimaat. De WMO-Adviesraad Naar mening van de raad is een goede poging gedaan om coördinatie vorm te geven. 1. Men geeft enkele suggesties om de voorstellen voor lokale ambities te verhelderen. 2. De WMO-Adviesraad stelt voor om in de missie de jeugd in de volgspot te plaatsen. 3. In paragraaf 6, bij het thema onderwijs acht de Adviesraad van belang dat scholen geïnformeerd worden over onder andere het lokale beleid en ondersteuningsmogelijkheden. 4. Gevraagd wordt om beleid zodat jeugd niet door armoede buiten spel komt te staan. 5. Gevraagd wordt naar drop-out beleid. 6. Men vraagt hoe de jongeren betrokken zijn bij de beleidsvorming. 7. Gevraagd wordt om beleid waardoor meer begrip ontstaat tussen grijs en groen. 8. De Raad vraagt om ook het vervolg op de kadernota te mogen ontvangen. 1. Enkele suggesties om onze voorstellen voor lokale ambities te verhelderen hebben we overgenomen. 2. De missie hebben wij aangepast. 3. Bij het thema onderwijs hebben wij de tekst aangevuld in de lijn van het voorstel dat scholen geïnformeerd worden over onder andere het lokale beleid en ondersteuningsmogelijkheden. 4. Bij de paragraaf over lokale ontwikkelingen hebben we gemeld dat er een conferentie armoedebeleid komt. Tevens is het als prioriteit opgenomen onder thema 2 omgeving en opgroeien. 5. Wij zullen de adviesraad informeren over het Schoolverlatersoffensief (SOS). 6 november 2008 INT08.0057/HMa 5
6. Gezien de ervaringen die daarmee landelijk zijn opgedaan, hebben wij de jongeren niet direct betrokken bij de beleidsvorming. Wel opgenomen zijn de onderzoeken onder hen gedaan. Ook bij de uitvoering wordt de jeugd betrokken. Dat is iets om te bezien bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma. Dit hebben we al verwoord in een ambitie. 7. Verschillende activiteiten zijn bekend die meer begrip tussen grijs en groen mogelijk kunnen maken, waaronder de genoemde maatschappelijke stages en buurtinterventies (meersporenbeleid). Bij het opstellen van de uitvoeringsprogramma s zal blijken wat de partners specifiek wenselijk vinden. 8. Bij gereedkomen zullen wij de Raad de uitvoeringsprogramma s, het vervolg op de kadernota sturen. Aandachtspunten voor uitvoeringsprogramma regie participatie regionale overleggen jeugd, onderwijs en veiligheid opgroeien maatschappelijke stages veiligheid RAAK Alcoholmatiging (P) Meersporenaanpak (P) Prokid, signaleren risicojeugd Shortlist hangjeugd Activiteiten huiselijk geweld Preventieve, repressieve en beschermende maatregelen Ondersteuning Doorzettingsmacht en bemoeizorg Onderwijs Gezondheidsbevordering op scholen Activiteiten voortkomend uit LEA en passend onderwijs Gemeentebreed doorontwikkelen van concept Brede school. 6 november 2008 INT08.0057/HMa 6