Verslag G7 Bestuurlijk Overleg 26 februari 2015 Aanwezig: Regio Achterhoek Arnhem Food Valley Midden-IJssel/Oost-Veluwe Nijmegen Noord-Veluwe Rivierenland Aanwezig namens het G7 Ambtelijk Overleg Aanwezig voor agendapunt 4 Aanwezig namens Spectrum, procesmanagement Afgevaardigd Mw. L. van der Meijs (Doetinchem) Dhr. A. Peppelman (Bronckhorst) Dhr. M. Leisink (Arnhem) Dhr. A. Boone (Westervoort) Dhr. L. Meijer (Ede) =voorzitter= Dhr. C. Windhouwer (Nijkerk) Mw. T. van der Linden (Lochem) Dhr. P. Blokhuis (Apeldoorn) Dhr. B. Frings (Nijmegen) Dhr. R. Engels (Wijchen) Dhr. G. van Noort (Harderwijk) Dhr. G. van den Berg (Nunspeet) Dhr. W. Krooneman (Elburg) Dhr. F. Sidali (Culemborg) Dhr. V. van Neerbos (Neder-Betuwe) Mw. R. Otter (regio Midden-Ijssel / Oost-Veluwe) Mw. J. Smeding (regio Food Valley) Dhr. A. Snoeck Mw. J. Bos (verslag) Cursief gemarkeerde afgevaardigden waren verhinderd voor het overleg. 1
Verslag 1. Opening en mededelingen Dhr. Meijer heet iedereen van harte welkom en opent het overleg met de mededeling dat de regio Achterhoek niet vertegenwoordigd is vandaag vanwege de uitvaartdienst van burgemeester Henk Aalderink (Bronckhorst). Verder zijn enkele afvaardigden verhinderd wegens vakantie. We maken een introductieronde. 2. Bovenregionale samenwerking G7 Mw. J. Smeding (Food Valley) en mw. R. Otter (Midden-IJssel / Oost-Veluwe) zijn aanwezig als ambtelijke vertegenwoordigers vanuit de bovenregionale samenwerking G7. Zij geven een korte schets van de thema s die dit jaar geagendeerd zijn voor bovenregionale bespreking: 1) Bovenregionaal contractmanagement Het gaat om het beheren van de contracten die voor 2015 zijn afgesloten met de aanbieders van bovenregionale jeugdhulp. Onder meer van belang is het monitoren van de budgetgarantie. Er is een overleg ingericht met een afgevaardigd contractmanager per regio. Dit G7 Contractmanagement Overleg adviseert het G7 Ambtelijk Overleg en Bestuurlijk Overleg en voorziet waar nodig in sturingsvoorstellen. 2) Bovenregionale inkoop (2016) Dit punt komt uitgebreid aan de orde later op deze agenda. 3) Spoedeisende zorg en crisishulp Spoedeisende zorg (SEZ) gaat om het direct ter plekke zijn bij een crisissituatie en de situatie voor de cliënt stabiliseren. Crisishulp gaat om het bieden van tijdelijk verblijf inclusief het verlenen van de benodigde hulp. De praktijk vraagt om een sterke samenhang tussen SEZ en de achterliggende crisishulp. Dit is nu sectoraal georganiseerd; er zijn aparte voorzieningen voor jeugd- en opvoedhulp, Jeugd-LVB en Jeugd-GGZ. Een werkgroep met voor het onderwerp relevante instellingen heeft in december 2014 een advies aan de G7 opgeleverd over het intersectoraal organiseren van SEZ en crisishulp, waarbij een korte en lange termijn zijn onderscheiden. Een voorstel voor een vervolgopdracht aan deze werkgroep zal in dit overleg worden geagendeerd. 4) Gedwongen kader Het gaat om het bovenregionaal afstemmen van de verwerving van de dienstverlening van Jeugdbescherming Gelderland (JBG, voormalig Bureau Jeugdzorg Gelderland). Als gecertificeerde instelling (GI) neemt zij nu een andere positie in ten opzichte van andere GI s. Dhr. Leisink vindt dat de legitimatie om dit bovenregionaal te bespreken zit in de afhechting van de transitie, niet in het gegeven dat JBG een grote bovenregionale speler is, want daar zijn er meer van. Mw. Otter geeft aan dat bovenregionale afstemming de mogelijkheid geeft om als collectief en dus sterker dan per regio in gesprek te gaan met JBG. 2
5) Veilig Thuis Er zijn op schaal van de G7 drie Veilig Thuis regio s. Het idee is om bovenregionaal af te stemmen over de doorontwikkeling van Veilig Thuis. De vraag wordt besproken of hier op bestuurlijk niveau over moet worden afgestemd. Afgesproken wordt om dit punt vooral ambtelijk op te pakken, waar het raakt aan de andere bovenregionale thema s, zoals spoedeisende zorg en crisishulp. 3. Besluitvorming G7 De besluitvorming binnen de bovenregionale samenwerking op G7 niveau wordt vormgegeven door bestuurlijke afstemming tussen de regio s. Besluiten worden uiteindelijk genomen door de regio s (bij een samenwerkingsverband) of door de gemeenten. Heeft dit bestuurlijk overleg mandaat vanuit de eigen regio? Zo ja wat houdt dit mandaat in? Dhr. Meijer brengt de schriftelijke reactie van de regio Achterhoek in op dit punt: Vanuit de regio Achterhoek kunnen de 2 bestuurlijke vertegenwoordigers standpunten en meningen vanuit de 8 gemeenten in de Achterhoek naar voren brengen. Als er gevraagd wordt naar een besluit in het bestuurlijk G7 overleg wordt dit voorbereid door de 8 gemeenten in de regio Achterhoek. Meestal door het regionaal portefeuillehouderoverleg. Voor definitieve besluitvorming moet het voorgelegd worden aan de 8 colleges van B&W van de 8 Achterhoekse gemeenten. Dit standpunt wordt door de aanwezigen gedeeld. Dit bestuurlijk overleg kan niet namens de colleges besluiten. Dan zouden de 54 colleges in het werkgebied van de G7 gevraagd moeten worden om in te stemmen met mandatering; dat wordt niet haalbaar en bovendien ongewenst geacht. Dhr. Leisink stelt voor dat dit overleg kan optreden als ware het een bestuurlijke klankbordgroep, zodat vervolgens lokaal besluitvorming kan plaatsvinden. Met het voorbeeld van bovenregionale inkoop van jeugdhulp zou dit betekenen dat er een concept-collegevoorstel naar de 54 gemeenten gaat, waarin instemming wordt gevraagd om bovenregionale inkoop te organiseren door een bestuurlijke klankbordgroep met verder ambtelijke uitwerking. Eventuele escalatie, zoals bij de onderhandeling over bovenregionale inkoop,, kan ook op deze wijze worden opgepakt. Geconcludeerd wordt dat het bestuurlijk overleg zal optreden als bestuurlijke klankbordgroep waarin voorgestelde besluitvorming wordt afgestemd.. 4. Bovenregionaal verwerven jeugdhulp Ter inleiding presenteert Antoin Snoeck (inkoopadviseur / lid inkoopteam G7 2014) de bevindingen van de evaluatie van de bovenregionale verwerving op het niveau van G7 in 2014. De presentatie is bij dit verslag gevoegd. Op basis van de presentatie en een ronde bij de aanwezigen concludeert dhr. Meijer dat alle regio s de intentie hebben om opnieuw bovenregionaal jeugdhulp te verwerven. De wil om samen te werken staat buiten kijf - wel moeten de kaders nader worden bepaald. Zoals welke jeugdhulp bovenregionaal wordt verworven. Blijft dat hetzelfde, moet dat uitgebreider of afgeslankt? Op dit moment is bijv. Jeugd-GGZ in zijn geheel niet bovenregionaal verworven en onderzocht moet worden of dat zo moet blijven. Een ander punt is de looptijd; een meerjarige aanpak kan rust in de markt brengen en de mogelijkheden om zorg te innoveren versterken. 3
Dhr. Sidali ziet het liefst een cijfermatige evaluatie van de bovenregionale inkoop, voordat we besluiten weer op schaal van de G7 in te kopen. Mw. Otter geeft aan dat cijfers over aantallen cliënten en budgetverbruik in de loop van het tweede kwartaal bekend worden, maar nog niet geheel betrouwbaar zullen zijn. De beschikbare cijfers moeten echter complementair en ondersteunend zijn aan het collegevoorstel, dat de redenen beschrijft waarom we bovenregionaal inkopen en wat de te verwachten meerwaarde is. Verder formuleren de aanwezigen een aantal aandachtspunten: - We gaan nu uit van het aanbod van de markt en de cliëntencijfers die aanbieders leveren. We moeten meer grip krijgen op de vraag van cliënten. Hier moet onderzoek naar worden gedaan. - Aanbieders hebben nu het risico voor de garantie van een behandelplaats bij de gemeenten belegd. Die verantwoordelijkheid zou zoveel als mogelijk bij de aanbieder moeten liggen. - Volgen van de VNG-discussie wat landelijk dan wel bovenregionaal moet worden verworven, evenals kennisnemen van het landelijk convenant Jeugd-GGZ. Dhr. Meijer stelt op basis van bovenstaande uitwisseling vast dat ten behoeve van de kaders voor bovenregionale inkoop een beslisdocument ambtelijk moet worden voorbereid. Inclusief de redenen waarom we bovenregionaal inkopen. Dit document is de basis is voor een conceptcollegevoorstel. We besluiten om de beslispunten te bespreken in een extra bestuurlijk overleg dat wordt gepland begin april. Om een inkoopproces te creëren waarbij in rust afwegingen kunnen worden gemaakt en dat voldoende tijd geeft om alle regio s mee te nemen in het proces, is het belangrijk om vanaf 1 mei as. het inkoopproces aan te vangen. Zodat in het derde kwartaal kan worden (her)gecontracteerd. De voorbereiding van dit proces zal door het ambtelijk G7 overleg worden opgepakt. Dit geeft de regio s een maand (april) de tijd om het concept-collegevoorstel in een regionaal portefeuillehouderoverleg te bespreken en vervolgens ter besluitvorming voor te leggen aan de lokale colleges. De intentie die in dit overleg is uitgesproken om de samenwerking op de bovenregionale inkoop te continueren geeft groen licht voor de bovenregionaal contractmanagers om met de aanbieders informeel in gesprek te gaan om te komen tot innovatie van de jeugdhulp. 5. Regionale ontwikkelingen Dhr. Meijer signaleert dat een aantal GGZ-instellingen het voornemen hebben om voorzieningen voor logeeropvang te sluiten voor nieuwe cliënten. De huidige cliënten blijven wel in zorg. Hij vraagt of deze ontwikkeling ook in de andere regio s te zien is? Dit is niet het geval. Dhr. Krooneman geeft aan dat in zijn regio Noord-Veluwe verschillende crisisachtige cases spelen, waarbij de complexiteit van de problematiek het voor de professionals lastig maakt om door te pakken. Sommige processen blijken nog niet volledig duidelijk. Mw. Otter geeft aan dat in de regio Midden-IJssel / Oost-Veluwe wordt ingezet om de route naar gesloten plaatsing verder te verduidelijken. Onder meer n.a.v. de rechtelijke uitspraak dat een GI niet door het college gemandateerd kan worden om een kind naar een gesloten plaatsing toe te leiden, als dat geschiedt in het vrijwillige kader. Dhr. Meijer vraagt hoe de regio s omgaan met de inning van de eigen bijdrage. Dit staat in alle regio s op de agenda. Veelgehoord is de optie om op te schorten in afwachting van de landelijke discussie hierover dan wel in ieder geval ouderbijdrage te innen bij residentiële jeugdhulp met verblijf (en niet bijv. deeltijd residentieel, zoals dagbehandeling). 4
6. Rondvraag en afsluiting Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. Dhr. Meijer dankt eenieder voor zijn bijdrage en sluit het overleg. 5