Hands On vmbo landbouwbreed Gemengde Leerweg Leerjaar 3 en 4 Algemene docenteninformatie
Het Ontwikkelcentrum heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Bent u desondanks van mening dat we u hebben benadeeld, dan kunt u contact met ons opnemen. Eerste druk, 2013. 2013 Ontwikkelcentrum, Ede, Nederland E-mail: info@ontwikkelcentrum.nl Internet: www.ontwikkelcentrum.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze opgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Ontwikkelcentrum.
Inhoudsopgave 1. Algemene informatie over Hands On...4 Inleiding...4 Doelgroep en eindtermen van Hands On...4 Samenstelling van Hands On...4 Overzicht van de modulen... 5 Onderdelen van een module...8 Onderwijskundige verantwoording...10 Referentieniveaus taal en rekenen... 11 Economie... 11 Maatschappelijke thema s in Hands On... 11 Planning van de module...12 Toetsing...12
1. Algemene informatie over Hands On Inleiding Hands On is het leermiddel van het Ontwikkelcentrum voor het Examenprogramma Landbouw-breed vmbo. In deze docentenhandleiding vindt u informatie over de achtergronden en het gebruik van Hands On. Het leermiddel is ontwikkeld voor de praktijkvakken in het vmbo-groen van de gemengde leerweg. Het leermiddel is modulair opgebouwd en bestaat uit zes modules. De aanleiding voor de ontwikkeling van Hands On is divers: de invoering van nieuwe examenprogramma's, de vraag naar een goede voorbereiding op het beroepsgerichte mbo met aandacht voor competenties, de eisen die het ministerie stelt aan taal en rekenen, de aandacht voor opbrengstgericht onderwijs en de roep om kwaliteitsverbetering voor de gemengde leerweg. Deze docentenhandleiding sluit aan bij Hands On voor de bovenbouw van de gemengde leerweg. De handleiding bestaat uit twee delen: een algemeen deel en een specifiek deel per module. In het algemene deel worden de achtergronden en de opzet van het leermiddel beschreven. Zo leest u uit welke onderdelen het leermiddel bestaat, welke modules er zijn, wat de globale inhoud van de modules is, hoe een module is opgebouwd en wat daarbij de didactische afwegingen zijn geweest. Het specifieke deel geeft per module praktische ondersteuning bij het gebruik van het lesmateriaal. U vindt hierin een verantwoording van de eindtermen die in de module aan de orde komen en informatie over het voorbereiden van de lessen en het begeleiden van leerlingen. Alle betrokkenen bij de ontwikkeling van Hands On wensen u veel succes en plezier met het werken met Hands On. Doelgroep en eindtermen van Hands On Hands On is bedoeld voor leerlingen die de gemengde leerweg in de bovenbouw van het vmbo volgen. Hands On bereidt de leerlingen voor op het doen van het CSPE en (praktische) schoolexamens. De modules dekken samen het Examenprogramma Landbouw-breed voor de praktijkvakken af (2012/2013). Deze eindtermen zijn te vinden in het Examenprogramma Landbouw-breed voor GL op www.examenblad.nl. Samenstelling van Hands On Hands On is een mixed media leermiddel dat zowel digitaal als op papier wordt uitgegeven. U kunt ervoor kiezen volledig digitaal, volledig op papier of met een mix van digitaal en papier te werken. Video s kunnen online bekeken worden en opdrachten zijn ook op papier beschikbaar, bijvoorbeeld om mee te nemen naar het praktijklokaal. De toetsen zijn alleen digitaal beschikbaar, zodat het toetsresultaat direct zichtbaar kan worden gemaakt. 4
Hands On bestaat uit zes modules die elk weer bestaan uit een aantal onderwerpen. In de papieren variant is van elke module een apart moduleboekje beschikbaar. Verderop in deze handleiding vindt u meer informatie over de inhoud van de modules. De digitale versie van Hands On is beschikbaar via het onderwijsportaal van Groenkennisnet. De zes modulen zijn flexibel inzetbaar: u kunt zelf bepalen welke module u wanneer wilt inzetten. Om alle eindtermen voldoende in uw onderwijsprogramma aan bod te laten komen, heeft u alle modules van Hands On nodig. De volgorde waarin u de onderwerpen van een module doorwerkt, kunt u zelf bepalen. Ditzelfde geldt voor de kennis- en oefenobjecten waaruit een onderwerp bestaat. U kunt echter ook de volgorde aanhouden waarin deze onderdelen in de module worden aangeboden. Dit is ons inziens een logische volgorde. De papieren versie van Hands On bestaat ook uit zes losse modules. De papieren module is grotendeels gelijk aan de digitale versie. Er zijn echter ook belangrijke verschillen: In de papieren versie is geen planningsoverzicht en begrippenlijst opgenomen. Deze kunt u printen vanuit de digitale variant van Hands On. De papieren versie bevat geen kennistoets. We hebben ervoor gekozen de kennistoetsen alleen digitaal aan te bieden. De meerwaarde hiervan is dat de leerlingen direct hun resultaat en feedback te zien krijgen. In de papieren versie kunt u geen video s bekijken of afbeeldingen vergroten. Wel zijn er per video meerdere afbeeldingen opgenomen. Voor de video s verwijzen we met QR-codes door naar de digitale versie van Hands On. De inhoud van de digitale en papieren versie is (op de toets na) gelijk. Zo bieden de digitale en de papieren editie van Hands On u alle mogelijkheden om zelf keuzes te maken. Keuzes die passen bij uw visie en de faciliteiten die u ter beschikking staan. Overzicht van de modulen Het leermiddel Hands On bestaat voor de gemengde leerweg uit zes modules. Deze spelen zich inhoudelijk af rond drie bedrijfstypen: retail (tuincentrum) dienstverlening (kinderboerderij) productie (aardappelverwerkend bedrijf) Er is gekozen voor bedrijven met een brede context (dus bijvoorbeeld een tuincentrum in plaats van een bloemist). GL-leerlingen Landbouw-breed moeten verbanden in de keten gaan begrijpen en samenhang gaan zien in bedrijfsprocessen. Ook moeten zij vaardigheden ontwikkelen die vak- of contextoverstijgend zijn. Door de leerstof te koppelen aan bedrijven met een brede context, geven we meer betekenis aan het leren en kunnen leerlingen zich oriënteren op hun mogelijk toekomstige werkomgeving. Onder elk bedrijf hangen twee modules. Alle modules bij elkaar dekken leerjaar 3 en 4 af van het Examenprogramma voor vmbo Landbouw-breed gemengde leerweg. 5
3 bedrijven en 6 modules Hieronder volgt per module een korte beschrijving van de inhoud. Diervriendelijk verzorgen en organiseren op een kinderboerderij. In deze module leert de leerling hoe hij dieren moet verzorgen. De dierverzorging wordt binnen de context van een kinderboerderij behandeld. Hij leert diersoorten en rassen herkennen en kan dieren indelen naar hun gebruiksdoel. Hij leert welke voersoorten er zijn en kan een rantsoen opstellen. Hij kan beoordelen of de juiste huisvesting aanwezig is, of het dier voldoende ruimte tot zijn beschikking heeft en of het dier gezond is. Aspecten als dierenwelzijn en ethiek komen aan bod. Waar relevant wordt er ingegaan op duurzaamheid en milieu. Naast het houden van dieren heeft een kinderboerderij ook een maatschappelijke functie. Er worden gasten ontvangen en educatieve activiteiten georganiseerd. Ook hierover krijgt de leerling kennis aangeboden en worden de benodigde vaardigheden en houdingen geoefend. Omgevingsgericht beheren en communiceren op een kinderboerderij. In deze module leert de leerling dat er in Nederland verschillende landschappen en biotopen zijn. Hij maakt kennis met manieren om deze landschappen te herkennen en de voorkomende dieren en planten te determineren. Ook leert de leerling over natuurbeschermingsorganisaties en hun verschillende doelstellingen. Met de kennis van het landschap, de Flora- en faunawet en voorkomende dieren en planten leert de leerling welke afwegingen gemaakt moeten worden bij het beheer van 6
een gebied. De leerling maakt een inventarisatie van voorkomend onderhoud, stelt een planning op en voert het onderhoud uit. Verder leert de leerling hoe je mensen voorlicht en bereikt, hoe je een klantgesprek voert en welke vormen van recreatie mensen aanspreken. Trendbewust inkopen en presenteren in een tuincentrum. De kernvragen van deze module zijn: Wat zijn trends? en Welke keuzes maak je om de inkoop af te stemmen bij de winkelformule?. De leerling leert hoe voorraadbeheer werkt en hoe je een begroting maakt. Ook leert de leerling hoe hij trendy artikelen prijst en fraai presenteert voor de verkoop. Om deze werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren, moet de leerling kunnen samenwerken. Belangrijk hierbij is dat hij zichzelf zowel verbaal als non-verbaal goed kan uitdrukken en zichzelf positief presenteert. Klantgericht adviseren en verkopen in een tuincentrum. In deze module leert de leerling hoe je de klant in een verkoopgesprek een goed advies geeft. Ook leert hij een passende offerte voor de klant te maken. Verder krijgt de leerling kennis aangeboden over diverse bemestingsvormen. Hij leert hoe hij deze productkennis vervolgens in het verkoopgesprek kan toepassen. De leerling leert dat hij ook een goed verkoopgesprek kan voeren als hij bepaalde kennis niet paraat heeft. Hij leert de juiste informatiebronnen aan te boren om de benodigde informatie te vergaren. Tot slot komt de leerling te weten hoe hij op basis van het advies een klantbestelling kan opnemen en deze kan verwerken. Het maken van een globale prijsberekening maakt onderdeel uit van de klantenbestelling. Verantwoord producten ontwikkelen en produceren in een aardappelverwerkend bedrijf. In deze module leert de leerling hoe hij een voedingsproduct op een hygiënische wijze moet produceren. Hij leert welke middelen en materialen je daarbij kan inzetten en hoe je er op een juiste wijze mee werkt. Daarnaast heeft de leerling kennis nodig van grondstoffen die hij in zijn product gaat gebruiken en de voedingsstoffen die deze bevatten. Ook gaat de module in op kwaliteit: de leerling leert welke kwaliteitseisen er zijn en waar hij op moet letten bij het leveren van een kwalitatief goed product. Om een (nieuw) product te ontwikkelen dat voldoet aan de behoeften en wensen van de consument, moet de leerling weten hoe hij marktonderzoek kan uitvoeren. Ook dat komt aan de orde in deze module. Belangrijk daarbij is dat de leerling doelgericht werkt door op adequate wijze informatie te verwerven en te verwerken. Ook schriftelijk rapporteren komt in de module aan de orde. In de module wordt steeds de slag gemaakt van productontwikkeling in het klein (het praktijklokaal op school) naar productontwikkeling in het groot (productieomgeving: een aardappelverwerkend bedrijf). Processen analyseren en verbeteren in een aardappelverwerkend bedrijf. De leerling krijgt in deze module een totaalbeeld van de productieketen en bedrijfskolom van aardappelproducten. Er wordt aandacht besteed aan de verschillende fasen van de productieketen en het productieproces, waarbij aardappelen en de aardappelfabriek steeds als voorbeeld functioneren. 7
Hierdoor legt de leerling de relatie tussen de productieketen, productieprocessen en productverwerkingsprocessen. In het productieproces spelen ook het milieu en duurzaamheid een belangrijke rol. De leerling leert hoe hij hier op een bewuste manier mee kan omgaan. Bij productie is ook kwaliteit en kwaliteitscontrole van belang. Ook die onderwerpen komen aan de orde in deze module. Onderdelen van een module Elke module kent dezelfde opbouw en bestaat uit dezelfde onderdelen (NB de papieren versie bevat niet de onderdelen Planning, Toets en Begrippenlijst). De onderdelen worden hierna kort toegelicht. Planning Doel van dit onderdeel is de leerling meer inzicht te geven in de module. De leerling wordt bij het maken van een planning gestimuleerd vooruit te kijken en inzicht te tonen in de tijd die hij denkt nodig te hebben. Met het maken van planningen wordt een eerste aanzet gegeven tot de competentie plannen en organiseren (LN/K/2/13). Omdat een GL-leerling in staat is voor een langere periode een planning te maken, krijgt hij een lege planning aangeboden. Dit onderdeel is niet in de papieren versie van Hands On opgenomen. U kunt echter gemakkelijk een afdruk van de planning maken en deze eventueel bewerken vanuit de digitale versie. Oriëntatie De oriëntatie geeft een korte toelichting op de inhoud van de module. Doel van de oriëntatie is de leerlingen te motiveren. In de oriëntatie wordt beschreven wat het belang is van de stof die de leerling gaat leren. Daarnaast bevat de oriëntatie een vraag of opdracht die de leerling stimuleert om na 8
te denken over de mate waarin hij de leerdoelen al beheerst. Onderwerpen Een onderwerp is een clustering van de onderdelen Kennis en Oefenen rondom eenzelfde onderwerp. In de onderwerpen wordt inhoudelijke kennis aangeboden en worden vaardigheden en houdingsaspecten geoefend. Kennis De onderdelen Kennis bieden vakinhoudelijke kennis aan en stellen, samen met Oefenen, de leerling in staat om de opdracht van Laten zien goed uit te voeren. De kennisonderdelen bereiden de leerling bovendien voor op de diagnostische kennistoets. Oefenen In Oefenen worden vaardigheden en attituden geoefend die de leerling moet beheersen om te kunnen slagen voor zijn examen. De onderdelen Oefenen stellen, samen met de onderdelen Kennis, de leerling in staat om de opdracht van Laten zien goed uit te voeren. Door de oefenopdrachten leren leerlingen hun kennis toe te passen in veilige praktijksituaties waar ruimte is voor het maken van fouten om van te leren. Toets In dit onderdeel wordt de theoretische kennis van leerlingen getoetst die in de objecten Kennis is aangeboden. De toets is diagnostisch van aard en bedoeld om leerlingen inzicht te geven in de mate waarin ze de kennis uit de module beheersen. De leerling krijgt direct na de toets feedback op zijn resultaten te zien. De toets bestaat uit twee delen: Vragen over de lesstof van de afzonderlijke onderdelen Kennis. Inzichtvragen over meerdere onderdelen Kennis. Laten zien Laten zien is de kern van de module. Het is een diagnostische praktijktoets waarin de leerlingen laten zien dat zij de kennis, vaardigheden en attituden die ze hebben opgedaan in de module integraal kunnen toepassen in een (nieuwe) realistische praktijksituatie. Er wordt in de praktijktoets een probleem of dilemma geïntroduceerd waarop leerlingen adequaat moeten reageren. Laten zien heeft tot doel de leerling inzicht te verschaffen in zijn eigen competentie. Daarnaast bereidt deze toets voor op het doen van Groen Proeve PvB s. Het is de bedoeling dat u de opdracht zo authentiek mogelijk brengt. Ook is het belangrijk dat u voldoende ruimte en tijd reserveert voor de uitvoering en beoordeling van de toets. Daarom vereist de opdracht in de toets een goede voorbereiding en organisatie door de docent. Leerlingen voeren de praktijktoets in principe individueel uit. Omdat deze toets extra organisatie 9
vergt, krijgt u bij elke module specifieke informatie over de opdracht in de toets en de benodigde voorbereiding en materialen. Reflectie Dit onderdeel is bedoeld om het inzicht van leerlingen in hun eigen (leer)gedrag te vergroten. Als leerlingen begrijpen waarom ze op een bepaalde manier gehandeld hebben, bevordert dit hun leren. De reflectie gaat over de gehele module. Het onderdeel bevat enkele vragen over wat de leerling heeft geleerd op het gebied van kennis, vaardigheden, attituden en competenties, zonder toetsend te zijn. Door deze vragen worden leerlingen zich bewust van hun eigen gedrag en wat ze wel en niet beheersen. Ze realiseren zich wat ze nog moeten leren of wat ze een volgende keer anders kunnen aanpakken. Een gesprek van de leerling met u als docent stimuleert het bewustwordingsproces van de leerling enorm. Begrippenlijst Per module is er een begrippenlijst beschikbaar. In elk onderdeel Kennis kunnen begrippen staan die met een definitie worden uitgelegd. Al deze definities zijn te vinden in de begrippenlijst. Leerlingen kunnen deze lijst gebruiken als naslag en hun vakjargon ermee uitbreiden. Dit draagt bij aan een gemeenschappelijke taal. Docenteninformatie Dit onderdeel biedt informatie voor de docent bij de module. De docenteninformatie valt uiteen in twee delen: Informatie, aanwijzingen en tips voor het doorlopen van de module. Hierin staan onder andere de eindtermen en leerdoelen die in deze module aan bod komen. Een overzicht van de docenteninformatie bij de afzonderlijke onderdelen van Kennis en Oefenen. De opdracht in Laten zien vereist extra voorbereiding van de docent. Daarvoor is in de docenteninformatie een aparte paragraaf opgenomen. Onderwijskundige verantwoording Hands On biedt lesstof waarin alle kennis, vaardigheden en attitudes aan de orde komen die nodig zijn om leerlingen een optimale voorbereiding te bieden op het (praktisch) examen GL Landbouw-breed. Hierdoor sluit Hands On goed aan op het competentiegericht onderwijs en het doen van Groen Proeve PvB s ( www.groenproeven.nl). 10
Het didactisch concept van Hands On is gebaseerd op de theorie van Miller die beroepsbekwaamheid in vier lagen opbouwt. De leermiddelen van Hands On komen op drie niveaus terug in de piramide van Miller. Op het niveau van weten wordt er kennis aangeboden in de vorm van Kennisonderdelen. Op het niveau van toepassen worden oefeningen aangeboden (onderdelen Oefenen) waarin de leerling vaardigheden oefent en kennis toepast die hij aangeboden heeft gekregen in de kennisobjecten. Daar waar houding/attitude een rol speelt, komt dit naar voren in Kennis en Oefenen. Ten slotte worden op het niveau van laten zien kennis, vaardigheden en attitude integraal getoetst in de praktijktoets Laten zien. Piramide van Miller Referentieniveaus taal en rekenen Hands On voor de gemengde leerweg is geschreven op het referentieniveau 3F. Daar waar taal en rekenen een rol spelen in de beroepspraktijk, zijn er opdrachten ontwikkeld waarin rekenen en/of taal geïntegreerd zijn. Leerlingen oefenen taal en rekenen op die manier in een betekenisvolle groene context. Er wordt geen aparte kennis aangeboden over taal of rekenen (bijvoorbeeld over het berekenen van een percentage of over grammaticaregels). De aanname wordt gedaan dat dit voldoende aan bod komt in lessen Nederlands en rekenen. In de docenteninformatie wordt een koppeling gemaakt tussen Rekengroen ( www.rekengroen.nl) en oefeningen waarin rekenen naar voren komt. Speciaal voor leerlingen met leesproblemen is er de mogelijkheid om tekst voor te laten lezen: de digitale variant van de module bevat een voorleesfunctie. Economie De eindtermen waarin economie verwerkt zit, zijn in Hands On geïntegreerd door een economiedocent. Zo komen er onder andere verschillende rechtsvormen aan bod. Ook leert de leerling hoe hij een globale prijsberekening en offerte moet maken en wat er komt kijken bij goed voorraadbeheer. Maatschappelijke thema s in Hands On In Hands On zijn verschillende maatschappelijke thema s verwerkt, zoals duurzaamheid, voedselverspilling, voedselveiligheid, dierenwelzijn en circulaire economie. Deze maatschappelijke thema s zijn altijd gerelateerd aan kennis en vaardigheden die worden gevraagd in de context en omgeving van het betreffende bedrijf. 11
Planning van de module Kunnen plannen is één van de competenties die GL-leerlingen onder de knie moeten krijgen. Daarom zit er in elke module een planningsformulier. De planningsformulieren zijn standaard leeg en moeten in z n geheel door de leerling worden ingevuld. Als docent maakt u uw eigen planning bij een module. U plant bijvoorbeeld het moment van toetsen of het gebruik van het praktijklokaal. Zorg ervoor dat u deze zaken vooraf bespreekt met de leerling, zodat hij zijn planningsformulier goed kan invullen. Toetsing Hands On kent twee diagnostische toetsen: een kennistoets over alle theorie die wordt aangeboden in de module en een competentiegerichte praktijktoets (Laten zien). Samen geven deze toetsen de leerlingen inzicht in de mate waarin ze kennis, vaardigheden en de benodigde houding beheersen. Er wordt expliciet van leerlingen gevraagd om het geleerde in een nieuwe situatie of met een ander type producten uit te voeren, zodat transfer bij leerlingen wordt bewerkstelligd. 12