Dit is de individuele leeslijn die op onze school wordt nagestreefd.

Vergelijkbare documenten
Uw kind heeft moeite met lezen Wat kunt u van De Noordkaap verwachten?

Kijk welke relatief sterke vaardigheden je compenserend in kan zetten.

ARRANGEMENTKAART SCHRIFTELIJKE TAAL SO- AFDELING

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak ie/ei-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Kijkletter ei

Leerlijn leren leren. Vakoverstijgend

In groep 3 is het leren lezen en het plezier in het lezen erg belangrijk. We gebruiken hiervoor de methode Veilig leren lezen.

LEREN LEZEN MET DE DAVIS LEERSTRATEGIE.

Inleiding. Drie taalvormen

SCHRIFTELIJKE TAAL Kerndoel 1: De leerlingen leren lezen voor dagelijks gebruik

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep

Doelen groep 1 augustus tot januari

1. LEZEN Inleiding: doel en structuur Gebaren lezen

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Jaargang 1, nieuwsbrief 3 8 november Voortgangsgesprekken. 5 dec Sinterklaas (info volgt nog) Plastic tas mee voor de werkjes

Arrangementkaart SO Schriftelijke taal en lezen 1

Tips spelend leren kern 2

Goed, vlot en begrijpend lezen blijft één van de belangrijkste doelen die een leerling gedurende zijn of haar schoolloopbaan moet bereiken.

Dyslexie protocol en stappenplan

klas gewerkt aan de hand van thema s. Die thema s is in allerlei activiteiten terug te zien.

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8

Protocol leesproblemen en dyslexie

Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas

lezen veilig leren Veilig leren lezen Thematip bij kern 5 Sprookjes: verhaaltjes maken Letterdoosopdrachten Schrijfopdrachten Variaties

ZML SO Leerlijn Schriftelijke taal

ZML SO Leerlijn Schriftelijke taal gebaseerd op de leerlijn van de CED-groep 2012

Meer doen met de rijtjesboeken

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Alfabetisering. ~de versnelde versie~

Informatieboekje (voor)lezen

Huiswerkbeleid op OBS de Zeester. augustus 2014

De kinderen gebruiken het woorddoeboek op twee manieren: om woorden te lezen (ze plakken het juiste plaatje naast het woord);

Hoofdstuk 15 - Spellingfouten voorkomen

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Handleiding voor de afname van de toets wiskunde BW 3.11 (einde derde leerjaar / begin vierde leerjaar)

Protocol doorstromen naar een volgende groep op De Wegwijzer / De Schoof

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Welkom op de Kogge. Ons onderwijs. Staat voor onderwijs dat meegroeit! Beste ouders/verzorgers, Informatieboekje kleuters groep 1/2

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

Informatie. Heterogene kleutergroep -de kinderen leren van elkaar -de kinderen helpen elkaar en oudsten kunnen dit voordoen.

OVERZICHT VAN DE LEERLIJNEN KIEZEN DELEN MAKEN

Huiswerkbeleid. Cluster Itter. Basisschool de Schakel Basisschool Sint Lambertus

Tafelplan Werkwijze voor het aanleren en automatiseren van de keertafels (en de deeltafels). in groep 4, 5 en 6.

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

ZML SO Leerlijn Schriftelijke taal: lezen.

Handleiding Zeist - oktober 2013

de klas met een belangrijke vraag.

Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

ARRANGEMENTKAART LEZEN SO- AFDELING

Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid

VRIJE KATHOLIEKE SCHOLEN VAN ZWEVEZELE

de Digitale Taalkist Wat is de Digitale Taalkist? Over de Digitale Taalkist

ZITTENBLIJVEN OVERGAAN

HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR

1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van

lezen de kinderen samen met u wat er in de brief staat en schrijven gezamenlijk een brief terug. Groep 1 Groep 2

Methodeanalyse. Leeslijn & Zo leer je kinderen lezen en spellen

Basisontwikkeling op de Sprenge

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma

Informatie avond groep 3

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen.

7. Uitwerking Leerlijn ICT Og Titus Brandsma

Huiswerkbeleid van CBS De Zaaier

Leer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Namen MTG CITO B,W,M OBSERVATIES DOELEN & ONDERWIJSBEHOEFTEN

Voorschotbenadering bij kleuters

lezen veilig leren Thematip bij kern 5 Verhalen en vertellingen Verhaaltjes maken Letterdoosopdrachten Schrijfopdrachten Variaties

Algemene informatie groep 1-2. Ontwikkeling van kleuters:

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

De wet op het Primair Onderwijs regelt onder meer dat leerlingen in acht aaneengesloten jaren het basisonderwijs moeten kunnen voltooien.

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Groep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken.

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Informatieavond schooljaar Cluster 1/2

Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning.

Informatieavond groep 1 en 2. Schooljaar september 2016

Ontwikkelingslijn: Interactie Ontwikkelingsveld 1: Basiscommunicatie en schriftelijke correctie Eigenaar: Inge Kiers

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave:

Groep 4. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4

kt! 2 Leren lezen en spellen, een aanpak periode in groep 3 en de hogere

Mrt/april09 Overgangscriteria/protocol OVERGANGSPROTOCOL

Informatieavond schooljaar Cluster 1/2

GROEP 4 Weeknummers: / /20

Implementatiebegeleiding Van jaarplanning tot lesplanner

Leesboekje de school

ESLC-toetssoftware Richtlijnen voor leerlingen

Protocol Dyslexie. Obs Valkenhorst Bremstraat GD Assen

Hoofdstuk 5 Condities voor de ontwikkeling van leesvaardigheid: kenmerken van het leesonderwijs

Uitwerking kerndoel 6 Nederlandse taal

Handleiding LOGO-digitaal.nl

My name is Tom is een methode Engels voor alle groepen van de basisschool.

Groepssamenstelling 18 leerlingen Leerkrachten Juf Marianne: maandag, dinsdag, woensdag, vrijdag. Juf Riekie: donderdag

E 036: Het tienminutengesprek 1

Kern 6: geit-pauw-duif-ei

Informatieboekje Groep

Transcriptie:

Leeslijn zelf leren lezen en schrijven Dit is de individuele leeslijn die op onze school wordt nagestreefd. Doelstelling: Deze lijn probeert tegemoet te komen aan de leesontwikkeling van het individuele kind. Zodat elke kind in eigen tempo, wanneer het er aan toe is aan het leesproces kan beginnen. Het kind leert lezen d.m.v. geschreven teksten, die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Hierdoor zijn de kinderen gemotiveerd en heeft het leren lezen grote kans van slagen. Dit leesproces wordt door de leerkracht gestimuleerd. Voor de individuele lijn heeft het kind een map nodig met daarin: -Woordkaart -Woordenboek -Groeidoosje -Tekstenboek In de klas moet aanwezig zijn: -Magnetische letterdoos -Letterdoos -Stempels groot -Stempels klein (linkprint) -Keuzekaart -Klankblad -Taalspelletjes -Letterkastje -Registratieboekje -Klassenstaat (letterdictee) -Taalactiviteitenlijst

Uitwerking Het leesproces is uitgewerkt in twee fasen: -fase I start zodra een kind in groep 1 komt. -fase II start voor een kind wanneer het ver gevorderd is in het leesproces en geen uitdaging meer heeft in klank of letter oefeningen. Fase I Elk kind krijgt aan het begin van zijn/haar schoolloopbaan een tekstenboek. Wanneer een kind een verhaal ervaring vertelt in de kring, kan dit bijv. aanleiding zijn om een tekst te gaan schrijven in het tekstenboek. De rol van de leraar is kinderen stimuleren hun ervaring vast te leggen in het tekstenboek. Eerst wordt er door het kind een tekening gemaakt. De tekst wordt erbij geschreven door de leraar. Er ontstaat een gesprek tussen kind-leraar waarbij vragen gesteld worden over de tekening. Het moet geen opsomming worden van wat er is getekend. De leraar moet daarbij zo dicht mogelijk bij de taal van het kind blijven, maar de zinnen moeten wel in A.B.N. worden geschreven, want het kind moet in aanraking komen met correct taalgebruik. Wanneer het kind aangeeft zelf woorden te kunnen schrijven, zet de leraar op deze plaats een -------- en stempelt het kind op deze plaats het woord. Als deze situatie zich steeds vaker voordoet en het kind dus steeds meer woorden kan stempelen, legt het kind de tekst op het magnetisch letterbord. Want het is een hele intensieve bezigheid om de woorden te stempelen (linkprint). De geschreven tekst wordt door de leraar in samenspraak met het kind vervolgens in de kring voorgelezen. Er kunnen bij de kinderen allerlei vragen ontstaan naar aanleiding van de tekst zoals: -Wat is judo? -Waarom vind je het zo leuk? -Wat is een gele slip? Medeleerlingen mogen reacties geven en vragen stellen, de schrijver beantwoord deze. Op deze manier wordt de tekst begrijpelijk, duidelijk en helder voor de kinderen. Kinderen bevinden zich daardoor in een rijke taalomgeving en worden daardoor geprikkeld. Door het voorlezen worden ook andere kinderen geprikkeld.

Het tekstenboek wordt meegenomen naar huis, op deze manier ontdekt het kind dat de tekst steeds hetzelfde blijft ook al wordt deze door juf, opa of papa voorgelezen. Op deze manier krijgt schrijven een functie, je kan gevoelens en gedachten vastleggen. Wanneer de leerling al regelmatig een tekst m.b.v. de leraar schrijft en belangstelling toont om zelf te verklanken/schrijven maakt de leerkracht een keuze uit de onderstaande taalactiviteiten: Deze activiteiten kunnen er o.a. er als volgt uit zien: De leraar kiest in overleg met het kind één letter uit een woord. Het kind leert in de tekst, telkens dezelfde letter te omcirkelen. De leraar kiest in overleg met het kind één woord uit de tekst. De leerling probeert in de tekst, hetzelfde woord te omcirkelen. De leraar kiest in overleg met het kind één woord uit de tekst. Het kind stempelt het woord na. De leraar kiest samen met het kind één woord uit de tekst en het kind typt deze na op de computer. De leraar kiest samen met het kind één woord uit de tekst en het kind legt deze na op het viltbord De kinderen kunnen keuzekaarten maken. De leraar houdt voor de oudste kinderen een taalactiviteitenlijst (bijlage 15) bij. Wanneer het kind een tekst heeft geschreven worden de verschillende leesvoorwaarden getoetst m.b.v. de taalactiviteitenlijst. Deze moeten de kinderen beheersen wanneer ze overgaan naar groep 3. Schrijven Op een bepaald moment geven kinderen aan zelf te willen schrijven, maar omdat veel kinderen motorisch nog niet toe zijn aan het schrijven is er voor gekozen de kinderen niet te laten schrijven. Een tweede reden is, dat er in groep 3 begonnen wordt met de schrijfmethode (lusletters).

Het kind legt zijn/haar tekst m.b.v. de magnetische letterdoos In de magnetische letterdoos komt een A4 papier op maat te liggen. De leerkracht schrijft de tekst op en wat het kind zelf kan leggen, legt het kind zelfstandig. Op den duur kan het kind zelfstandig een tekst leggen en hoeft de leraar nauwelijks meer te schrijven. De tekst wordt door de leerkracht gekopieerd (A4 papier + tekst) en het kind plakt deze in het tekstenboek naast de tekening. Fase II Deze fase start voor een kind wanneer het ver gevorderd is in het leesproces en geen uitdaging meer heeft in de klank/letter oefeningen. Deze fase start voor alle leerlingen in groep 3. Omdat niet elke kind leert lezen via de individuele leeslijn. De leerkracht zoekt, samen met het kind uit de tekst uit een voor het kind betekenisvol woord. Dit woord wordt in de tekst omcirkeld. Dan wordt de woordkaart stapsgewijs gevolgd. Dit woord wordt op de woordkaart geschreven, samen met het kind wordt een letter uit dit woord gekozen. Het kind doorloopt vervolgens de stappen welke op de woordkaart zijn aangegeven. Uitwerking woordkaart: Stempelen: Het woord wordt in het woordenboek 1x groot gestempeld en 5x klein (dit doet een beroep op de visuele vaardigheid) en het kind maakt een tekening bij dit woord ter ondersteuning. Groeidoosje: Het kind legt zijn/haar woordenboek bij het letterkastje. Het woord wordt vervolgens nagelegd uit het woordenboek de letters komen vervolgens in het groeidoosje. -6-

Klankblad: Het kind pakt een klankblad. Dit doet een beroep op de auditieve vaardigheid. Spelletjes: De leraar zoekt een taalspelletje uit voor het kind en legt deze klaar. Keuzekaart: Het kind pakt zelfstandig een keuzekaart en maakt deze. Op deze manier kom je tegemoet aan de verschillende leerstijlen van kinderen (spelletje/keuzekaart). De woordkaart hoeft niet geheel in deze volgorde afgewerkt te worden. Wij adviseren voor kinderen die structuur nodig zijn wel alle stappen te volgen. Zelfstandige kinderen kunnen de stappen afwisselen (leerkracht geeft dit aan). Wanneer de kinderen starten met een opdracht zetten ze achter deze opdracht een schuine streep, wanneer de opdracht af is komt er een kruis te staan. Wanneer het kind de opdracht af moet breken weet het voor een volgende keer waar het was gebleven en op deze manier weet de leerkracht hoelang er aan een tekst is gewerkt. Toetsing en registratie: -Wanneer de woordkaart vol is, legt het kind alle woorden van de woordkaart met de letters uit het groeidoosje. -De leraar controleert dit. -Vervolgens wordt er een klankdictee afgenomen. Dit ziet er als volgt uit: stap 1: Het kind leest de gelegde woorden op. Stap 2: De leraar benoemt een klank en het kind wijst deze aan. Stap 3:

De leraar registreert de letters, die het kind kent. In groep 3 wordt een aantal malen per jaar een letterdictee afgenomen. Toetsmoment 1: vlak na de zomervakantie Toetsmoment 2: vlak na de herfstvakantie Toetsmoment 3: begin januari Toetsmoment 4: vlak na de zomervakantie De leerkracht krijgt hiervoor een signaal van de IB er. Deze resultaten worden geregistreerd op de klassenstaat De resultaten worden besproken met de IB er en wanneer kinderen hierop uitvallen krijgen deze kinderen extra ondersteuning. De resultaten van de toets worden vervolgens bijgewerkt in het registratieboekje. Zo kan de leerkracht zien, wanneer er een woord uit de tekst moet worden gekozen, welke letters het kind nog moet leren. Niet elk kind leert langs deze individuele leeslijn lezen, daarom start naast de individuele leeslijn, de klassikale leeslijn. Alle leerlingen doen hier aan mee. Mocht de situatie zich voordoen dat een kind uit groep 2 al zelfstandig kan lezen dan hoeft deze maar beperkt deel te nemen aan de klassikale leeslijn. Zo doen we het Hieronder worden de fases in het kort weergegeven. Fase I Deze fase start zodra een kind in groep 1 komt. * Elk kind krijgt een tekstenboek aan het begin van zijn/haar schoolloopbaan *Eerst wordt afgewacht of het kind zelf met de vraag komt of het een tekst wil schrijven, zo niet dan wordt het kind geprikkeld en uitgedaagd. *Er wordt door het kind een tekening gemaakt. De tekst wordt erbij geschreven door de leerkracht.

*Wanneer een kind aangeeft, dat het zelf bepaalde woorden kent, stempelt het kind deze. *Als deze situatie zich steeds vaker voordoet, legt het kind de tekst op een magnetisch letterbord *Afhankelijk van waar het kind zich bevindt in zijn/haar leesontwikkeling, kan de leerkracht het kind stimuleren tot klank of letteroefeningen. Fase II Deze fase start voor een kind wanneer het ver gevorderd is in het leesproces en geen uitdaging meer heeft in de klank/letteroefeningen. *Het kind krijgt een map met daarin: - een woordkaart - een woordenboek. *Ook krijgt het een groeidoosje *De woordkaart wordt stapsgewijs gevolgd. *Wanneer de woordkaart vol is, wordt er een klankdictee afgenomen. *De resultaten worden in het registratieboekje en op de klassenstaat geregistreerd.