De burgerlijke vordering inzake bestuurdersaansprakelijkheid, ingesteld voor de burgerlijke rechter 1333

Vergelijkbare documenten
De aansprakelijkheid van de vennootschapsbestuurders

AANSPRAKELIJKHEID. Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels. HR BUILDERS 2 mei 2011

Help, ik ben bestuurder

Aansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Auteur. Onderwerp. Datum

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid

AANSPRAKELIJKHEID VAN VENNOOTSCHAPS BESTUURDERS

Het nieuwe insolventierecht De bestuurdersaansprakelijkheid

Specifieke aansprakelijkheid van de bestuurder bij faillissement

Bestuurder zijn is niet vrijblijvend.

NEWSLETTER December 2012

Aansprakelijkheid en BTW in de vzw & de feitelijke vereniging

Blunderboek bestuur; de 10 grootste misverstanden. 8 mei Diamant Building (Brussel)

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Uitgave

Vertegenwoordiging. Dirk Van Gerven. 28 maart International Law Firm Amsterdam Brussels London Luxembourg New York Rotterdam

Juridisch statuut van studentenverenigingen

Masterproef De aansprakelijkheid van de bestuurder van een vennootschap voor een kennelijk grove fout

Instelling. Hof van Cassatie. Onderwerp

DE VEREFFENING VAN DE BVBA EN DE NV

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Wijk-werken Samen nadenken over een plan van aanpak. Module 3: juridische toelichting over het beëindigen van de activiteiten van de PWA-vzw

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ

Hof van Cassatie van België

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld

MET CONFLICTEN IN VENNOOTSCHAPPEN: REGELING VAN GESCHILLEN IS MEER DAN GESCHILLENREGELING

BACHELORSCRIPTIE: Het financieel plan als alibi?

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/XX Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten. Ontwerpadvies van 4 mei 2016

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/15 Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten. Advies van 7 september

15. Bestuursaansprakelijkheid A. Algemeen

Motieven van juridische aard

NIEUW WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN BESTUUR. Bestuur

Laat je bestuurdersaansprakelijkheid verzekeren!!

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VME EN DE SYNDICUS IN HET APPARTEMENTSRECHT.

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/15 Vergoedingen aan bestuurders en werkende vennoten. Advies van 7 september 2016

Auteur. Onderwerp. Datum

Masterproef De aansprakelijkheid van de lasthebber

Vakbekwaamheid en de lastgevingovereenkomst

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Hof van beroep te Antwerpen

Inhoudstafel. iii. Ten geleide... HOOFDSTUK 1. TOEPASSELIJKE WETGEVING OP VASTGOEDCONTRACTEN

DELEGATIE VAN BEVOEGDHEDEN DOOR DE RAAD VAN BESTUUR

Het juridische lot van de Commissaris. Mr. David Dronkers 26 november 2009

Juridisch Document ZORG

Publieke en non-profitsector, interne controle en deugdelijk bestuur: een efficiënter bestuur en meer betrouwbare financiële stromen

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dd. 16 december 2005

Prijsclausules op het Kruispunt van Twee Werven. Marijke Roelants

Sociaalrechtelijke aspecten van de corporate-governancewetgeving

526C. Vrijetetring van e;q3faitierea.1 an, 280, 2' Wetboek reoistratierechten, B.V. 8914/2006 INZAKE: Mevrouw H. A, wonende te 9070 Destelbergen,

Raad IAB verfijnt voorwaarden inzake bestuursmandaat accountant: De accountant als voorlopig bewindvoerder en bestuurder/zaakvoerder

Hof van Cassatie van België

Milieuhandhavingscollege

Hof van Cassatie van België

het commissarisverslag 2013 ERRATUM

Vergelijkende matrix vennootschapsvormen (Stibbe-rapport: Onderzoek naar de financieel-juridische aspecten van een Energie Conversie Park)

Inhoudstafel De algemene vergadering 3.

Auteur. Prof. Dr. Herman Braeckmans U. Antwerpen. Onderwerp. Dit is een uittreksel uit het boek: ISBN: Volume: 223 p Prijs: 49 EUR

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Auteur. Onderwerp. Uitgave

Aansprakelijkheid commissarissen

Hof van Cassatie van België

Auteur. Onderwerp. Datum

Bestuurdersaansprakelijkheid voor bestuurders van Duitse vennootschappen

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten

Bestuursmandaten en de functie van vaste vertegenwoordiger in commerciële vennootschappen: standpunt van het IAB

Knipperlichten. Vennootschapsrecht. 14 maart Bart Bellen Alexander Tolpe

Hof van beroep te Gent

De nieuwe wettelijke regeling voor de burgerlijke professionele aansprakelijkheid van de notaris

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Laat je bestuurdersaansprakelijkheid verzekeren!!

VOLMACHT. De ondergetekende, (volledige naam en adres van de aandeelhouder; voor een rechtspersoon, volledige benaming, zetel en ondernemingsnummer)

VOLMACHT GEWONE ALGEMENE VERGADERING D.D. 16 MEI 2014

Hof van Cassatie van België

ARBEIDSRECHTBANK TE HASSELT.

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht... Afdeling 1. Begrip due diligence...

trv INHOUDSTAFEL jaargang 2003 bijlage bij trv 2004/1 uitgeverij biblo afgiftekantoor antwerpen x trv 2004

Vaststellingen. Financieel Plan Entrepreneurship Startersseminaries Nut van het financieel plan

Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme

De recente uitbreiding van de aansprakelijkheid van bestuurders

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

Individuele controle- en onderzoeksbevoegdheid van vennoten

Hoofdstuk IV - Structuur en organisatie van een vzw

Instelling. Onderwerp. Datum

Hof van Cassatie van België

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Hof van Cassatie van België

HOOFDSTUK II. DE VOORAFGAANDE VERSLAGPLICHT

Aansprakelijkheid voor het niet-naleven van taken en verplichtingen

VERENIGINGEN EN VENNOOTSCHAPPEN

Hof van Cassatie van België

Welkom namens. Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken. Rob Beks

Help, ik ben aandeelhouder Actiemiddelen van de aandeelhouder ten aanzien van de vennootschap. Alain François

Transcriptie:

296 HOOFDSTUK VIII BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID door een bestuurder, tot een uitsluiting of verzachting van diens aansprakelijkheid leiden 1331 (infra, nrs. 541 e.v.). Bij de beoordeling van de bestuurdersaansprakelijkheid zelf dient de rechter zich echter wel terughoudend op te stellen wanneer de bestuurder in kwestie over een beleidsmarge beschikte. In die omstandigheden mag het gedrag van bestuurders of zaakvoerders enkel vanuit een ex ante-standpunt worden beoordeeld. Bovendien kan de rechter zijn eigen appreciatie niet in de plaats van het bestuur stellen; hij is geen beroepsinstantie van het bestuursorgaan. De rechter mag in dat geval enkel manifest ongerechtvaardigde gedragingen bestraffen, meer bepaald gedragingen die geen enkele redelijk en zorgvuldig handelende bestuurder zou hebben gesteld 1332. AFDELING 3 De burgerlijke vordering inzake bestuurdersaansprakelijkheid, ingesteld voor de burgerlijke rechter 1333 1. Algemeen 488. Luidens artikel 61 W.Venn. zijn de leden van de vennootschapsorganen in beginsel persoonlijk niet verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap. Met betrekking tot verenigingen zonder winstoogmerk is de situatie identiek. De vereniging is aansprakelijk voor de fouten die kunnen worden toegerekend aan haar aangestelden of aan de organen waardoor zij handelt, terwijl de bestuurders en de dagelijks bestuurders inzake de verbintenissen van de vereniging geen enkele persoonlijke verplichting aangaan (art. 14-15 V&S-Wet). 489. In tegenstelling tot de V&S-Wet, die op dat punt veel beperkter is 1334, voorziet het Wetboek van Vennootschappen evenwel als uitzondering op voornoemd principe in talrijke aansprakelijkheidsgronden op grond waarvan de vennootschap en/of derden wel degelijk een aansprakelijkheidsvordering kunnen instellen voor fouten die een bestuurder heeft begaan en waardoor zij schade hebben geleden. Omwille van hun mogelijke verwevenheid met het misdrijf misbruik van vennootschapsgoederen, wordt hieronder zonder volledigheid na te 1331 K. GEENS, M. WYCKAERT e.a., Overzicht van rechtspraak vennootschappen (1999-2010), TPR 2012, 291, nr. 230. 1332 Ibid., 290-291, nr. 229. 1333 Dit is inzake de bestuurdersaansprakelijkheid krachtens art. 574, 1 en 2 Ger.W. in de regel de rechtbank van koophandel (zie H. DE WULF en I. DE POORTER, De aansprakelijkheid van vennootschapsbestuurders en commissarissen in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.), Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Maklu, 2004, 203). 1334 Zie bv. art. 26septies V&S-Wet.

HOOFDSTUK VIII BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID 297 streven een overzicht gegeven van de volgende aansprakelijkheidsgronden m.b.t. naamloze vennootschappen 1335 : aansprakelijkheid wegens gewone bestuursfout (art. 527 W.Venn.); aansprakelijkheid wegens schending van het Wetboek van Vennootschappen of overtreding van de statuten (art. 528 W.Venn.); aansprakelijkheid in geval van een persoonlijk belangenconflict tussen een bestuurder en de vennootschap (art. 523 juncto 529 W.Venn.); aansprakelijkheid voor kennelijk grove fouten die tot het faillissement hebben bijgedragen (art. 530, 1 W.Venn.); buitencontractuele aansprakelijkheid (art. 1382-1383 BW). Deze verschillende aansprakelijkheidsgronden sluiten elkaar niet uit en kunnen samen bestaan 1336. Zoals gezegd, bestaat er in de rechtspraak en de rechtsleer geen eensgezindheid over de vraag of feitelijke bestuurders volgens dezelfde aansprakelijkheidsregels als de formeel benoemde bestuurders moeten worden beoordeeld (supra, nr. 143) 1337. Ten slotte kunnen ook de eventuele collegiale uitoefening van de bestuurderstaak en de delegatie van bestuurstaken op de beoordeling van de bestuurdersaansprakelijkheid in een concreet geval een invloed hebben (infra, nrs. 541 e.v.). 2. Aansprakelijkheid wegens gewone bestuursfouten (interne aansprakelijkheid t.a.v. de vennootschap) 1338 490. De aansprakelijkheid wegens gewone bestuursfouten is een contractuele aansprakelijkheid die een bestuurder, een lid van het directiecomité of een dagelijks bestuurder enkel ten opzichte van de vennootschap zelf kan oplopen. De bestuurders zijn, overeenkomstig het gemeen recht, verantwoordelijk voor de vervulling van de aan hen opgedragen taak en aansprakelijk voor de tekortkomingen in hun bestuur 1339. Men neemt aan dat de betreffende artikelen van het Wetboek van Vennootschappen stilzwijgend verwijzen naar de regels die van toepassing zijn op de aansprakelijkheid van een lasthebber ten aanzien van zijn lastgever (zie de art. 1991 e.v. BW). Deze beginselen gelden ook voor de bestuurders van verenigingen zonder winstoogmerk. Voor de beoordeling van de fout moet een onderscheid worden gemaakt tussen de inspannings- en de resultaatsverbintenissen van de bestuurder. 1335 De gronden van bestuurdersaansprakelijkheid m.b.t. de andere vennootschaps- en verenigingsvormen kunnen in voorkomend geval mutatis mutandis worden toegepast. 1336 Zie bv. Kh. Tongeren 13 januari 2005, RABG 2005, 1570, noot E. JANSSENS; zie ook M. VANDENBOGAERDE, Aansprakelijkheid van vennootschapsbestuurders, Antwerpen, Intersentia, 2009, 199-203, nrs. 242-248. 1337 Dit debat heeft meer bepaald betrekking op de art. 527-529 W.Venn. 1338 Zie ter zake H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 334-339; K. GEENS, M. WYCKAERT e.a., Overzicht van rechtspraak vennootschappen (1999-2010), TPR 2012, 294-298, nrs. 233-237; M. VANDENBOGAERDE, Aansprakelijkheid van vennootschapsbestuurders, Antwerpen, Intersentia, 2009, 49-81; H. DE WULF en I. DE POORTER, De aansprakelijkheid van vennootschapsbestuurders en commissarissen in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.), Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Maklu, 2004, 204-209. 1339 Zie art. 262 (BVBA), 380 (CVOA), 408, eerste lid (CVBA) en 527 (NV) W.Venn.

298 HOOFDSTUK VIII BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID 491. Wanneer in hoofde van de bestuurder een inspanningsverbintenis aan de orde is, wordt de gewone bestuursfout op grond van een zorgvuldigheidsnorm beoordeeld. Het gedrag van de bestuurder wordt meer bepaald in abstracto getoetst aan dat van een normale, voorzichtige en redelijke bestuurder die zich in dezelfde feitelijke omstandigheden bevindt. Het betreft een marginale toetsing. Hoewel het tweede lid van artikel 1992 BW in een minder strenge aansprakelijkheidsbeoordeling voorziet, indien de lasthebber niet voor zijn mandaat wordt vergoed, passen de rechtbanken deze regel zelden of niet toe op onbezoldigde bestuurders. Integendeel, de rechtspraak en de rechtsleer onderstrepen dat de bestuurdersaansprakelijkheid een professionele aansprakelijkheid is 1340. De gedragsnorm waaraan moet worden beantwoord, is derhalve te bepalen in functie van de professionele vaardigheden die van een normaal voorzichtig en redelijk bestuurder zijn te verwachten. Dit resulteert in een strengere gedragsnorm dan deze die gewoonlijk onder het gemeen recht wordt toegepast. Een bestuurder zal bijgevolg niet aan aansprakelijkheid kunnen ontsnappen door zich op het onbezoldigd karakter van zijn mandaat, of op zijn onwetendheid, onervarenheid, onbekwaamheid of passiviteit te beroepen (supra, nr. 487). De beoordeling van de handelingen van de bestuurder mag dan wel een toets aan het gedrag van een professioneel bestuurder inhouden, zulks betekent niet dat de rechter die de beoordeling uitvoert, zichzelf in de plaats van de bestuurder zou mogen stellen en als een soort van beroepsinstantie t.a.v. de bestuurder zou mogen optreden, wanneer de bestuurder in kwestie in het voorliggende geval over een beleidsmarge beschikte en op hem de inspanningsverbintenis rustte om in het belang van de vennootschap een beslissing te nemen. De rechtbanken moeten zich hierbij onthouden van een a posteriori-beoordeling van het gedrag van de bestuurder. De toetsing die de rechter hierbij mag doorvoeren is aldus marginaal omwille van de beleidsmarge. Op het ogenblik dat de bestuurder zijn handeling stelde, was deze handeling wellicht niet de enige mogelijke handeling en hield zij eventueel risico s in, maar daarom was zij nog niet foutief. Dit is evenmin zo wanneer nadien is gebleken dat het een voor de vennootschap nadelige handeling betrof. Ook de goede huisvader, gekend als een normaal voorzichtige en redelijke persoon, kan zich onder bepaalde omstandigheden vergissen. Deze vergissing maakt daarom nog geen fout uit 1341. Dit is bijvoorbeeld zo wanneer een zaak slecht afloopt nadat de bestuurder zich te goeder trouw en zonder enige lichtzinnigheid m.b.t. de solvabiliteit van een tegenpartij heeft vergist 1342. Belangrijk is dat de handeling in kwestie op het ogenblik dat zij door de 1340 H. DE WULF en I. DE POORTER, De aansprakelijkheid van vennootschapsbestuurders en commissarissen in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.), Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Maklu, 2004, 204-205. 1341 Kh. Tongeren 30 januari 2007, TBH 2007, 916; M. VANDENBOGAERDE, Aansprakelijkheid van vennootschapsbestuurders, Antwerpen, Intersentia, 2009, 68; S. DE GEYTER, Organisatieaansprakelijkheid. Bestuurdersaansprakelijkheid, corporate governance en risicomanagement, Antwerpen, Intersentia, 2012, 273-274, nr. 278. 1342 J. RONSE, Algemeen deel van het vennootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, 449.

HOOFDSTUK VIII BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID 299 bestuurder werd gesteld, redelijkerwijze verdedigbaar was. De zorgvuldigheidsnorm vereist aldus een toets aan het gedrag van een normaal voorzichtig en redelijk bestuurder, die is geplaatst in dezelfde feitelijke omstandigheden 1343 waarin de aangesproken bestuurder zich bevond toen hij de betwiste handeling heeft gesteld of heeft nagelaten te stellen. Wanneer beleidsvrijheid voorligt, is de bestuurder aldus enkel aansprakelijk voor kennelijk onredelijke beslissingen, dit zijn beslissingen die geen enkel redelijk persoon verdedigbaar acht. De bestuurders kunnen bewijzen dat ze redelijk en voorzichtig te werk zijn gegaan, door de gepaste procedures te volgen en te documenteren 1344. 492. Betreft de bestuursfout een schending van een resultaatsverbintenis, dan wordt de onrechtmatigheid ervan vermoed 1345. De belangrijkste resultaatsverbintenis bestaat in de verplichting om het opgenomen bestuursmandaat daadwerkelijk uit te oefenen. De bestuurder is ten aanzien van de vennootschap aansprakelijk voor het niet uitvoeren van zijn opdracht 1346. Dit principe steunt op de artikelen 1991-1992 BW. Zodra lasthebbers de hun opgedragen taak hebben aanvaard, kunnen zij op grond van dit artikel aansprakelijk worden gesteld voor hun overtredingen en tekortkomingen, ook voor de schade die zou kunnen ontstaan uit het niet uitvoeren van hun opdracht 1347. Volgens bepaalde betwiste rechtspraak kunnen inbreuken op de resultaatsverbintenissen worden verschoond, indien de bestuurders kunnen aantonen te hebben gehandeld zoals normaal voorzichtige bestuurders in dezelfde omstandigheden zouden hebben gehandeld 1348. De toetsing aan de algemene zorgvuldigheidsnorm is echter niet aan de orde in het geval van niet-naleving van resultaatsverbintenissen 1349. 493. In de rechtspraak werd reeds geoordeeld dat een bestuurder ten aanzien van de vennootschap niet aansprakelijk is, wanneer zijn handeling enkel een besluit van de algemene vergadering uitvoert, en de nietigheid van dit besluit niet was gevorderd 1350. De rechtsleer nuanceert dit door te stellen dat de bestuurder wel degelijk aansprakelijk is wanneer hij zich bij de besluitvorming schuldig maakt aan bedrog of wanneer hij zijn opdracht uitlokte en hem daarbij een verwijt kan worden gemaakt 1351, dan wel wanneer hij uitvoering zou verlenen 1343 Met inbegrip van de informatie waarover hij beschikte. 1344 Zie ter zake H. DE WULF en I. DE POORTER, De aansprakelijkheid van vennootschapsbestuurders en commissarissen in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.), Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Maklu, 2004, 205-207. 1345 K. GEENS, M. WYCKAERT e.a., Overzicht van rechtspraak vennootschappen (1999-2010), TPR 2012, 297, nr. 235. 1346 J. RONSE, Algemeen deel van het vennootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, 448-449. 1347 M. VANDENBOGAERDE, Aansprakelijkheid van vennootschapsbestuurders, Antwerpen, Intersentia, 2009, 71-72, nr. 72. 1348 Gent 29 maart 2001, TRV 2005, 45, noot J. VANANROYE. 1349 J. VANANROYE, noot onder Gent 29 maart 2001, TRV 2005, 46; K. GEENS, M. WYCKAERT e.a., Overzicht van rechtspraak vennootschappen (1999-2010), TPR 2012, 297, nr. 235. 1350 Kh. Antwerpen 26 maart 2004, TRV 2007, 199. 1351 K. GEENS, M. WYCKAERT e.a., Overzicht van rechtspraak vennootschappen (1999-2010), TPR 2012, 297, nr. 237.

300 HOOFDSTUK VIII BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID aan een besluit waarvan hij het klaarblijkelijk onwettelijk of antistatutair karakter kende of moest kennen 1352. Andere rechtspraak en rechtsleer zijn evenwel nog strenger en stellen dat de loutere uitvoering van een besluit van de algemene vergadering de aansprakelijkheid niet ipso facto uitsluit, aangezien bestuurders steeds collegiaal moeten beraadslagen waarbij zij de wettigheid van de beslissing, evenals de overeenstemming ervan met het vennootschapsbelang en het specialiteitsbeginsel moeten nagaan 1353. 494. Door de rechtspraak werden bijvoorbeeld als gewone bestuursfouten in aanmerking genomen: het foutief accepteren en gedeeltelijk betalen van een door de vennootschap niet verschuldigde wisselbrief; de beslissing om een verlieslatende activiteit verder te zetten; het ontwikkelen van handelsactiviteiten in een vennootschap die ondergekapitaliseerd is; de tekortkoming aan de toezichtplicht t.a.v. de afgevaardigde tot het dagelijks bestuur; de aangifte van het faillissement zonder machtiging en het informeren van klanten en leveranciers dat de vennootschap haar activiteiten beëindigde, enz. Ook de schending van het vennootschapsbelang werd reeds als een gewone bestuursfout gekwalificeerd 1354. 495. Gelet op het feit dat de aansprakelijkheid wegens gewone bestuursfouten een contractuele aansprakelijkheid inhoudt en in beginsel enkel op de verhouding tussen de vennootschap en de bestuurder betrekking heeft, blijft de vergoedbare schade in principe tot de contractuele schade beperkt. Uitsluitend de rechtstreekse en voorzienbare schade komt aldus voor vergoeding in aanmerking. Uitzonderlijk, in geval van een opzettelijke fout, is ook de onvoorzienbare schade vergoedbaar (zie art. 1149-1151 BW) 1355. 496. Het louter bewijs van de tekortkoming van een bestuurder en van schade is echter niet voldoende om die bestuurder aansprakelijk te stellen. Bijkomend moet het causaal verband tussen deze tekortkoming en de door de eiser geleden schade worden aangetoond 1356. 497. De aansprakelijkheid van bestuurders wegens gewone bestuursfouten is in beginsel individueel toerekenbaar. De gemeenschappelijke fout die gezamenlijk wordt begaan door verschillende bestuurders die wetens tot het ontstaan van het schadelijke feit bijdragen, rechtvaardigt echter een hoofdelijke (solidaire) aan- 1352 J. RONSE, Algemeen deel van het vennootschapsrecht, Leuven, Acco, 1975, 455-457; M. VANDENBOGAERDE, Aansprakelijkheid van vennootschapsbestuurders, Antwerpen, Intersentia, 72, nr. 73. 1353 Antwerpen 2 maart 2006, TRV 2007, 193; H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 338, nr. 610; M. VANDENBOGAERDE, Aansprakelijkheid van vennootschapsbestuurders, Antwerpen, Intersentia, 72, nr. 73. 1354 Zie bv. Kh. Luik 17 oktober 2003, TBH 2005, 429, noot, JDSC 2006, 106; zie ook K. GEENS, M. WYCKAERT e.a., Overzicht van rechtspraak vennootschappen (1999-2010), TPR 2012, 296, nr. 234; A. FRANÇOIS, De nieuwe regeling van belangenconflicten in de raad van bestuur: een (voorlopig) eindpunt? in K. BYTTE- BIER, R. FELTKAMP en A. FRANÇOIS (eds.), De gewijzigde Vennootschapswet 1995, Antwerpen, Kluwer, 1996, 163. 1355 Gent 25 juni 1999, TRV 2004, 60, noot D. VAN GERVEN. 1356 Kh. Kortrijk 19 februari 2003, JDSC 2004, 218 en TRV 2003, 417, noot J. VANANROYE.