Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

Het is met veel emotie dat ik u welkom heet in de Belgische Senaat.

Leila Jordens-Cotran RIMO 2013

ALTERNATIEVEN 4. OBSTAKELS OP WEG NAAR VREDE 5. HOUDING VAN VS EN EUROPA 6. CONCLUSIE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat

Hoop op democratie in het Midden Oosten

Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid)

Marianne van Leeuwen Atlantische onderwijsconferentie 18 april 2013

Opstel Aardrijkskunde Conflicten in Syrie

De oprichting van de staat Israël heeft geleid tot het huidige conflict tussen de Israëli s en de Palestijnen.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Instructie: Landenspel light

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

In Palestina woonde toen kleine Joodse gemeenschappen naast Palestijnse-Arabische bevolking met een goede verstandhouding onderling.

Oorlog in Syrië en de internationale context

De zesdaagse oorlog (1967)

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Sectie België Israël. 4-6 februari 2018

Conflict Midden Oosten 12 augustus 2005

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Opdracht Maatschappijleer Integratie en immigratie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche geschiedenis van het Israëlisch-Palestijns conflict

Onafhankelijk. De waarheid over De grenzen van Israel

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Twee jaar na de start van de Arabische revoluties. Uitdagingen voor België en Vlaanderen

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CHRISTELIJKE PRESENTIE IN EGYPTE IS EEN Huub Lems

Tweede Kamer der Staten-Generaal

A8-0316/13

fiud / SfiP B v u / uur

1 Belangrijk in deze periode

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

Zittingsdocument B7-0485/2010 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0452/2010

Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

VRAAG & ANTWOORD OVER HET CONFLICT TUSSEN ISRAËL

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Praktische opdracht Geschiedenis Het Midden-Oost conflict

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0273/2007 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie

De Iraanse revolutie (1979) en zijn gevolgen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 25 juli 2017 Betreft Beantwoording vragen van het lid Karabulut over de cholera-uitbraak in Jemen

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Syrië. Een verleden, en een toekomst? Disclaimer: alle afbeeldingen zijn enkel gebruikt voor educatieve doeleinden en worden niet verder verspreid.

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Op de vlucht. 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden!

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

vaste commissie voor Buitenlandse Zaken

Hoe is het om te leven in de Gazastrook? (bron:

Werkstuk Geschiedenis Joden en Arabieren in Palestina

1/ De vastlegging van de grenzen van Israël en meerbepaald van de Palestijnse gebieden. 3/ Het recht op terugkeer van de vluchtelingen van 1948

Israël: uit het oog, uit het hart. Een onderzoek naar de houding van Nederland ten opzichte van Israel. N.a.v. 65 jaar staat Israel

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

Water en politiek in Palestina

Samenvatting Geschiedenis Israël (midden-oosten conflict)

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

Wie bestuurt de Europese Unie?

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

2.1 Omcirkel het juiste antwoord.

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

De vluchtelingencrisis: oplossingen en inzichten van kinderen

CRISIS UPDATE: KINDEREN VAN SYRIË

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Zittingsdocument B8-0022/2015 ONTWERPRESOLUTIE

Wie bestuurt de Europese Unie?

3 september Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders.

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

Samenvatting Geschiedenis Module 5

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat

Voorzitter, Een aanslag op de redactie van het satirische blad Charlie Hebdo en vervolgens op een Joodse supermarkt.

Ledenpanel Januari 2016

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen.

Buitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010.

Q&A Migratie. Wat doen Nederland en de EU om te voorkomen dat mensen op de vlucht slaan?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wie bestuurt de Europese Unie?

BRON 8. Passage uit de Schumanverklaring

De Islamitische Staat

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Bijlage VMBO-GL en TL

BELGIË IN DE VEILIGHEIDSRAAD

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board Niet opgesteld

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Waar een wil is, maar geen weg Het Midden-Oostenbeleid van de Europese Unie

vaste commissie voor Buitenlandse Zaken Procedurevergadering

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 468 Werkbezoek van een delegatie uit de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan het Midden-Oosten Nr. 1 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK Vastgesteld 13 oktober 1995 Een delegatie uit de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft van 3 12 september 1995 een werkbezoek gebracht aan het Midden-Oosten. De delegatie bestond uit de leden P. Bukman (CDA), voorzitter, Blaauw (VVD), Weisglas (VVD), Verspaget (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Woltjer (PvdA) en Van den Bos (D66). Het werkbezoek werd gebracht in het kader van het vredesproces. De delegatie bezocht achtereenvolgens Egypte, Israël, de autonome Palestijnse gebieden (Jericho en Gaza) en Jordanië. Het programma van het werkbezoek (zie bijlage) is in nauw overleg met de delegatie opgesteld door de Nederlandse ambassade te Caïro, de ambassade te Tel Aviv, de vertegenwoordiger te Jericho en de ambassade te Damascus. Het programma was zo evenwichtig mogelijk samengesteld. Gesprekken vonden in de verschillende landen plaats met vertegenwoordigers van de regeringen, parlementariërs van regerings- en oppositiepartijen, onafhankelijke «denk-tanks» al dan niet aan een universiteit verbonden, mensenrechtenorganisaties enz. zodat de delegatie zich een duidelijk beeld van de situatie kon vormen. De delegatie is de ambassadeurs en, de ambassadestaf in Caïro, Tel Aviv en Damascus, alsmede de vertegenwoordiger te Jericho bijzonder dankbaar voor de hulp en inzet bij de voorbereiding en uitvoering van het bezoek. Maandag 4 september 1995 CAÏRO In aanwezigheid van een aantal leden van de staf gaf de ambassadeur, de heer Dr. N. van Dam, een briefing aan de delegatie. Het democratiseringsproces in Egypte is gunstig voor het vredesproces, hoewel de Egyptische president Sadat destijds niet op democratische wijze ruggespraak heeft gevoerd met de Egyptische volksvertegenwoordiging. De economische liberalisering c.q. hervormingen worden in een (te) langzaam tempo doorgevoerd, dit uit vrees voor een negatieve reactie van een deel van de bevolking die op de rand van armoede leeft. De macro-economische vooruitzichten zijn goed, micro-economisch ziet de brede massa van de bevolking echter weinig verbeteringen. De voor een sociaal vangnet beschikbare fondsen worden tot nu toe niet volledig gebruikt. De klassentegenstellingen worden door de liberalisering S IZ 5K2957 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat s-gravenhage 1995 Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 1

versterkt. Er wordt wel geïnvesteerd, maar voor buitenlandse investeerders is het moeilijk een voet tussen de deur te krijgen. Op de vraag of regionale vrede ook zal leiden tot economische integratie in de regio, antwoordde de ambassadeur dat indien er op papier sprake is van vrede, voor de rest van de regio de problemen echter nog niet zijn opgelost. Er vindt wel veel samenwerking plaats tussen Egypte en Israël op het gebied van landbouw. Wat handel betreft ligt dat moeilijker, ook omdat de Israëlische produkten vaak te sophisticated zijn en derhalve te duur. Egypte speelt in de regio vaak een positieve en bemiddelende rol bij inter-arabische conflicten. Het heeft een voorbeeldfunctie in het vredesproces in het Midden-Oosten vervuld. Als interne vijand kan de bevolkingsgroei worden gezien van 3% per jaar. Het land heeft thans 60 milj. inwoners. Het onderwijs is niet slecht, maar het is moeilijk voor schoolverlaters een baan te vinden. ± 6 miljoen Kopten (10% van de bevolking) wonen door het land verspreid en worden geaccepteerd. Politieke partijen met een religieuze achtergrond zijn echter verboden. Er is in het algemeen sprake van een naar regionale maatstaven redelijke persvrijheid, hoewel de overheid zich weinig aantrekt van kritiek in de media. Corruptie is echter een delicaat onderwerp, evenals mogelijke ondermijning van het regiem. De National Democratic Party (NDP), de partij van President Hosni Mubarak, is de grootste partij en heeft 348 zetels in het parlement (458 zetels). De Muslim Brotherhood is verboden. Maglis Al-Sha ab (de Volksvergadering) De wetgevende macht berust bij een parlement met twee Kamers: de Maglis Al-Sha ab (de Volksvergadering) en de Maglis Al-Shura (de Consultatieve Raad). De Maglis Al-Sha ab heeft 458 leden, waarvan er 448 rechtstreeks worden verkozen. De overige 10 worden door de President benoemd. In het gesprek met de commissie voor buitenlandse zaken van de Maglis Al-Sha ab kwamen onder meer aan de orde het vredesproces in de volgende weken, de vraag of Westeuropese parlementen steun kunnen geven aan het vredesproces, alsmede de mogelijke negatieve invloed van fundamentalistische bewegingen op het proces. Zolang er nog geen sprake is van vrede tussen Israël en Syrië en Libanon is er weliswaar met Egypte vrede, maar niet in de regio. Het Egyptische beleid is nu gericht op samenwerking met Europa en de Arabische landen. Israël vormt geen bedreiging meer. Het Egyptische leger is gericht op zelfverdediging. Problemen vormen Iran (de extremisten), de Golan en Syrië. Wordt er vrede tussen Syrië en Israël gesloten dan zijn automatisch ook de problemen met Libanon opgelost. Het ontwikkelingsbeleid voor de regio hangt nauw samen met de ontwikkelingen in de bezette gebieden. Is er eenmaal sprake van vrede dan zal Israel ook de grenzen naar de omringende landen openen. Egypte geeft de voorkeur aan nauwe economische samenwerking met Europa boven de regio. Het ziet Europa als het ware als opvolger van Rusland. Tenslotte is Egypte een mediterraan land en ligt voor Europa heel strategisch. Politieke stabiliteit in de regio is heel belangrijk voor economische ontwikkeling. Wat de rol van de VS betreft, merkte de voorzitter op, dat de VS vrede in het Midden-Oosten willen. Hun invloed in Israël is groot, maar niet zo sterk in de omringende landen. Europa zou de regio economisch en politiek moeten steunen. Extremisten komen niet alleen in Egypte voor. Het beleid moet erop gericht zijn om steun van de meerderheid te krijgen en extremisme te bestrijden. Ook bij het vredesproces moet niet worden geaarzeld, extremisme zou daardoor meer mogelijkheden krijgen. Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 2

Maglis Al-Shura (Consultatieve Raad) De Voorzitter van de Maglis Al-Shura, Dr. Mostafa Kamal Helmi, gaf allereerst een uitleg over de werkzaamheden van de Shura. De Shura heeft 258 leden, waarvan 2/3 rechtstreeks wordt gekozen en 1/3 door de President van de Republiek wordt aangewezen. De helft van de verkozen leden moeten volgens de Constitutie arbeiders of boeren zijn. Vijf politieke partijen zijn vertegenwoordigd, 14 vrouwen hebben zitting in de Shura. De President kan alle wetsvoorstellen aan de Shura voorleggen, die dan advies uitbrengt aan de Al-Sha ab. Ook over vijfjarenplannen op sociaaleconomisch gebied, sociaal-economische programma s of -beleid adviseert de Raad. Leden worden voor 6 jaar gekozen, na 3 jaar wordt de helft van de assemblée vernieuwd. De Minister-President is ook lid van de Shura. Er is geen sprake van enige vorm van politieke censuur: iedere partij is vrij zijn mening te geven. Caïro is de bakermat van het vredesproces in het Midden-Oosten, zo bracht de Voorzitter in herinnering. De voorzitter van de commissie voor buitenlandse zaken, Dr. Mufid Shehab vervolgde dat Egypte sinds 77/ 78 alle vredesonderhandelingen steunt. Echte veiligheid zal niet alleen ontstaan tussen de Arabische landen en Israël door het sluiten van vredesverdragen, maar ook en vooral door het herstellen van de betrekkingen tussen de landen. Probleem wordt nog gevormd door Syrië en Libanon. Pas na vrede tussen die landen en Israël kan van normale relaties sprake zijn. Op economisch en technisch gebied zou Europa meer kunnen doen voor de Palestijnen. Wat de economische hervormingen in Egypte betreft verwees de voorzitter naar onenigheid met het IMF. Egypte gelooft niet in het doorvoeren van snelle hervormingen; daarom is het nodig het land geruime tijd steun te verlenen en de negatieve gevolgen voor de allerarmsten op te vangen. In 10 jaar tijd is de particuliere sector gegroeid van 10% naar 50% van het BNP. De Egyptische is ook min of meer stabiel ten opzichte van de $. Egypte is optimistisch over de voortgang van de vredesonderhandelingen. Belangrijke elementen voor het slagen van het proces zijn daarbij: starten met onderhandelingen met Syrië en Libanon, erkenning van het recht van de Palestijnen op zelfbestuur in alle bezette gebieden, niet alleen op de West-Bank, versnellen van het proces en het bestrijden van fanatieke elementen. Ten slotte bracht de voorzitter in herinnering dat Egypte het Non-proliferatieverdrag heeft ondertekend en Israël niet. Het Westen zou bij Israël dan ook op ondertekening moeten aandringen. Gesprek met ambassadeur Adnan Omran, assistent Secretaris-Generaal van de Arabische Liga De Arabische Liga heeft het vredesproces vanaf het begin, het vaststellen van de VN-Resoluties en de conferentie in Madrid, gesteund. De Arabische landen hadden gerekend op een belangrijke rol van Europa en de VN in het proces. Zeven jaar na Madrid is er nog steeds geen sprake van werkelijke terugtrekking van Israël uit de bezette gebieden. De heer Omran was van mening dat het proces moet worden versneld en dat Europa Israël, al was het maar economisch, onder druk moet zetten. Een grotere invloed van Europa op het proces is onontbeerlijk. Ook zou Europa in de Veiligheidsraad meer druk moeten uitoefenen. De Liga is geen voorstander van een Mediterrane partnership met de EU. Dat zou tekort doen aan de gemeenschappelijke belangen van alle Arabische landen. Ondanks het feit dat de doelstellingen nog niet precies geformuleerd zijn, lijkt het niet verstandig mee te werken aan het oprichten van een organisatie die de Arabische landen op de lange termijn verdeelt. Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 3

Tot slot merkte de heer Omran op dat extremistische verzetsbeweging in alle gremia wordt veroordeeld. Wel is er begrip voor het individu dat onder het VN Charter het recht op zijn land verdedigt en vecht voor het beëindigen van de bezetting van zijn land. dinsdag 5 september 1995 CAÏRO The Al-Ahram Centre for Political and Strategic Studies Het centrum is in 1968 opgericht als onafhankelijk, niet-gouvernementeel instituut, dat zijn studies richtte op het Arabisch-Israëlische conflict. Het adviseerde de regering in het conflict, de eerste jaren op militair terrein. De samenstelling van de staf is inmiddels veranderd en de werkzaamheden richten zich nu op algemene politieke en strategische studies en voorlichting van het publiek door middel van publicaties, research en symposia. De voorzitter van de Raad van Advies, de heer El Sayed Yassin, meende dat het Arabisch-Israëlische conflict binnen een jaar zal zijn opgelost. Daardoor zal het sociaal-economische concept van de regio veranderen. Hindernis vormt de oppositie aan beide kanten, hoewel onderzoeken naar de publieke opinie een zekere mate van stabiele positieve houding vertonen. Een groot probleem is de verhouding Syrië/ Israël. Israël heeft meer eisen dan ten tijde van het Camp David-akkoord, en ook Syrië heeft meer eisen dan Egypte toentertijd. Het is moeilijk voor Syrië naar Israël een gebaar te maken. Europa zou een bemiddelingsrol, en wel op het niveau van minister-president, moeten spelen, te meer daar de Amerikaanse invloed steeds verder afneemt. Egypte is zeer betrokken bij het vredesproces, maar is bevreesd dat het zijn strategische positie zal verliezen en dat zijn politieke invloed als leider zal verminderen. Wat de rol van Europa in het vredesproces betreft, is het belangrijk de twee kanten van de medaille te begrijpen. Voornaamste eis van de Palestijnen is het vertrek van de Israëli s uit alle bezette gebieden en zelfbestuur. In ruil daarvoor zullen de Arabieren de Israëlische eisen accepteren. Dan ontstaat bilaterale vrede en is de volgende stap veiligheid aan beide zijden. De normalisering van de verhoudingen zal ook de economische betrekkingen moeten inhouden. Een gemeenschappelijke regionale markt zou moeten ontstaan, maar Israël zal niet meewerken aan een vrij verkeer van personen. Wat de regionale economische betrekkingen betreft zijn er drie mogelijkheden: a. op bilaterale basis, b. alle landen in de regio tezamen met EU en c. mediterrane Arabische landen met de EU. Alle drie de mogelijkheden zouden onderzocht moeten worden. Belangrijk is echter politieke stabiliteit in de regio te creëren. Voorts is economische steun van de EU nodig. Zonder economische ontwikkelingen in Egypte zal er echter geen sprake kunnen zijn van werkelijke regionale economische integratie. Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Amr Moussa In het gesprek met de Minister van Buitenlandse Zaken kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: het vredesproces, Iran/Irak, de publieke opinie in Egypte en het fundamentalisme. De Minister van Buitenlandse Zaken beschouwde het vredesproces als een eenrichtingstraat waarin geen u-bocht mogelijk is. Het is van groot belang aan beide kanten het extremisme te beteugelen. De vredesvoorwaarden moeten fair zijn, het kan niet alleen een Israëlische vrede zijn die slechts aan de Israëlische wensen tegemoet komt. Egypte is een groot voorstander van het vredesproces en voorziet geen grote problemen voor het accepteren door Israël van een Palestijnse staat. Een nieuwe Israëlische regering zou Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 4

wel problemen kunnen opleveren voor de uiteindelijke ontruiming van de nederzettingen. De minister meende dat Saddam Hussein niet meer in staat is om een aanval op een buurland uit te voeren en dat er dus geen reden is in de omringende landen het leger te mobiliseren. De situatie in Irak en Iran is echter zeer onstabiel. Wat de toekomst van de regio en regionale economische samenwerking betreft, hoopte de minister dat de komende conferentie in Amman een succes zal worden. Zolang er geen vrede is zijn de grenzen echter gesloten. Het is belangrijk de bevolking ervan te overtuigen dat vrede belangrijk is en in hun eigen voordeel. De bevolking is echter bezorgd, ook over het feit dat Israel wellicht over nucleaire wapens beschikt en het Non-proliferatie Verdrag niet heeft getekend. Dat zou een nuclaire wedloop in de regio tot gevolg kunnen hebben. Ook Iran beschikt over nucleaire wapens, volgens de minister. Egypte heeft het fundamentalisme altijd afgekeurd. De radicale Muslim Brotherhood, die religie en politiek verbindt, is verboden. Het terrorisme is afgenomen. Voedsel voor het fundamentalisme vormen economische, politieke en regionale problemen. Een gevolg van het opbloeiende fundamentalisme is, zo meende de minister, dat Europa na het communisme de islam als vijand beschouwt en de Arabische identiteit onder vuur wordt genomen. Het fundamentalisme wordt vanuit verschillende landen financieel gesteund en wordt niet vanuit één land gestuurd. Het is ook niet islam eigen, vide voorts Ierland en Bosnië. Egypte ziet vrede in de regio en het bewaren van de Arabische identiteit als enige oplossing, waardoor ook de grenzen naar Europa en Turkije zich zullen openen. Het is ook voorstander van het houden van de Mediterrane conferentie. Jeruzalem kan niet 100% Israëlisch noch 100% Arabisch zijn, maar het moet wel één stad zijn. Een ingewikkelde oplossing zal moeten worden gevonden met verschillende administraties en raden, waarbij de Palestijnse vluchtelingen de meeste tegenstand zullen bieden. Tot besluit wees de minister erop dat de mensenrechtensituatie in Arabische landen niet met Europese ogen moet worden bekeken. woensdag 6 september 1995 JERUZALEM Briefing door Hr. Ms ambassadeur, de heer Drs. Ch. M. J. Kröner Met het oog op de tijd werd uitsluitend het programma in grote lijnen besproken. De Minister van Economie en Planning de heer Beilin, afkomstig uit de «nieuw links»-stroming in de Arbeiderspartij, is een vertegenwoordiger van de jongere generatie die van mening is dat de bezetting van de Palestijnse gebieden onterecht is en dat historische fouten moeten worden rechtgezet. Met Hirschfeld heeft hij het Oslo-Akkoord voorbereid. Hij wordt gezien als een partijvernieuwer/ maatschappelijke vernieuwer. Zijn ministersportefeuille is op zich klein, maar daardoor heeft hij meer mogelijkheden zich voor de partij in te zetten. Onder regionale planning vallen bijvoorbeeld ook de regiostructuur, de onderhandelingen met Egypte en Jordanie, en de Ammanconferentie. De Minister-President stond bekend als een hard-liner. Nu heeft hij zijn politieke carrière en optreden in dienst gesteld van het vinden van oplossingen in het kader van het vredesproces. Het vredesproces is onomkeerbaar, zo vervolgde de ambassadeur, ondanks de terroristische aanslagen die de publieke opinie op termijn niet wezenlijk beïnvloeden, wel onmiddellijk na een aanslag. De Likud is de partij van de tegen- Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 5

stemmers geworden. Daardoor zijn de verkiezingen van volgend jaar te meer onvoorspelbaar. De EU zou in het vredesproces wel een rol kunnen spelen, maar binnen de EU bestaat geen consensus over de manier waarop. De EU heeft met het wapenembargo tegen Syrië een kans gemist, misschien biedt de schuldensituatie een nieuwe kans. Dr. Hirschfeld De heer Hirschfeld, één van de onderhandelaars tijdens het Oslo-akkoord, verwachtte dat het interim-akkoord nu waarschijnlijk wel getekend zal worden. Aan het einde van het proces moet er één Palestijnse staat zijn, een akkoord over Jeruzalem, grenzen en onderlinge verhoudingen en betrekkingen tussen Israël en de Palestijnse staat zoals tussen Duitsland en Frankrijk. De Palestijnen lijken een brug te gaan vormen tussen Israël en de Arabische wereld. Ieder akkoord is moeilijk voor de Palestijnen, Israël zet altijd de lijnen uit. Israël zal voor 80% een vorm van controle behouden in de Westbank, de Palestijnen zullen enclaves hebben. Palestijnse verkiezingen zijn belangrijk. De heer Hirschfeld was optimistisch: 6 jaar geleden was 90% van de Israelische bevolking tegen een Palestijnse staat, nu gelooft meer dan de helft van de bevolking erin. Tot nu toe heeft de vrede beide zijden niet kunnen geven wat zij ervan verwachtten. Israël rekende op een eind aan terrorisme en op veiligheid. Het Palestijnse Handvest waarin wordt opgeroepen tot vernietiging van de staat van Israël is echter nog niet herroepen. De Palestijnen wensten een einde van de bezetting. De heer Hirschfeld verwachtte dat indien er nu verkiezingen in Israël gehouden zouden worden de rechter vleugel zou winnen, voornamelijk als reactie op het voortdurende terrorisme en door de behoefte aan veiligheid. Een overwinning van de Likud zou voor het verdere vredesproces een groot probleem vormen, het aantal nederzettingen zou groeien. De drie belangrijkste krachten in het vredesproces in het Midden-Oosten zijn op het ogenblik Jordanië, de Palestijnen en Israël. Zij werken ook nauw samen om gemeenschappelijke economische ontwikkelingen te stimuleren. Het Israëlische standpunt over de nederzettingen is het moeilijkst, de kolonisten zullen of Palestijnse controle moeten accepteren of verhuizen. Over een oplossing voor Jeruzalem was de heer Hirschfeld wel optimistisch, hoewel het politiek een kruitvat is. Het confisceren van land is volledig gestopt. Ook wat betreft de vluchtelingen was de heer Hirschfeld optimistisch, zij willen erkenning van hun politieke rechten, waarna zij het verleden zullen moeten vergeten en aan een nieuw leven beginnen. De Minister van Economie en Planning, Y. Beilin De minister had er vertrouwen in dat de problemen met Hebron opgelost kunnen worden, maar was bezorgd over wat er gaat gebeuren als bij de volgende verkiezingen de Likud wint. De Likud zegt nu het vredesproces niet te zullen voortzetten en niet met Arafat te zullen onderhandelen. Een tweede punt van zorg is Syrië. De regering is tevreden over de vrede met Jordanië, de publieke opinie is verdeeld. De vrede biedt ruimte voor economische betrekkingen. Bij besprekingen met Egypte komt veelvuldig het Non-proliferatieverdrag ter sprake. Egypte was het eerste land dat vrede sloot met Israël en wil die voortrekkersrol niet graag verliezen. In Israël neemt de economische groei toe en is de levensstandaard hoger geworden, maar veiligheid is het belangrijkste probleem. Na het ondertekenen van het interim-agreement in Washington zijn Palestijnse verkiezingen de volgende stap. Het vredesproces is onomkeerbaar, zei de Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 6

heer Beilin. De werkelijke problemen worden gevormd door Syrië. Het is mogelijk dat President Assad om militaire en politieke redenen zich gedwongen ziet om niet aan het vredesproces mee te doen. Wat de economische integratie betreft wees de minister erop dat het BNP van Israël groter is dan dat van alle Arabische buurlanden tezamen. Samenwerking op het gebied van infrastructuur is wel mogelijk, maar op handelsgebied ligt dat veel moeilijker. Meer dan 55% van de inkomsten in Israël komt uit de handel, in Egypte 5%. Israël is niet van plan op de Amman-conferentie een leidende rol te spelen en de buurlanden verder af te schrikken. Een ander dilemma is het inzetten van Palestijnse arbeiders (waardoor ze goed verdienen) of hen zichzelf laten ontwikkelen (waardoor ze bijna niets verdienen). Als voorbeeld noemde hij het salaris van een professor in Gaza: dat bedraagt $ 100 per maand, van een straatveger in Israëlische dienst $ 600. Achter de schermen wordt veel voor de Palestijnse vluchtelingen gedaan met buitenlandse informele hulp. De Arabieren bepleiten een grotere rol van de Europese landen in het vredesproces als tegenhanger van de Amerikaanse «onvoorwaardelijke» steun aan Israël. De EU speelt wel een rol op economisch gebied. De EU geeft ook Syrië op een aantal terreinen steun. Zij zou die steun als drukmiddel kunnen gebruiken om Syrië en Libanon aan de onderhandelingstafel te krijgen. In plaats van over een Palestijnse staat wordt thans gesproken van een Palestijnse «entity». De heer Beilin achtte de Golan hoogvlakte strategisch niet echt belangrijk gezien de huidige technieken. Minister-President Y. Rabin De Minister-President memoreerde allereerst de ontwikkelingen in het vredesproces. De grote verliezers van de Golf-oorlog zijn de PLO en Jordanië, die er werkgelegenheid en inkomen door hebben verloren. De vrede tussen Jordanië en Israël is ideaal, met Egypte wat minder. Egypte brengt steeds nieuwe onderwerpen op, die in het verleden geen enkel probleem opleverden. Grote problemen bestaan nog steeds tussen Israël en Syrië, wat inhoudt ook met Libanon, want Libanon doet niets zonder Syrië. Een ernstig probleem op de weg naar het tekenen van een permanent verdrag met de PLO vormt het terrorisme. De PLO is weliswaar gestopt met terroristische aanvallen, maar die worden nu uitgevoerd door de extremistische Hamas en de Islamic Jihad. De afgelopen maand werden 119 Israeliërs bij terroristische aanvallen gedood. 70% van de aanvallen vindt plaats door zelfmoordacties. Zij zijn niet gericht tegen nederzettingen, maar hebben een politiek doel: het omverwerpen van de regering. Jericho is een vluchthaven voor de terroristen geworden. Het BNP van Israël is groter dan dat van Jordanië, Egypte, Syrië ende Palestijnen tezamen. Israël exporteert voor $ 18 miljard per jaar, de economische groei bedraagt de laatste drie jaar 5 à 6% per jaar, de werkloosheid 6,2%. De heer Rabin vroeg Europa zijn regering een eerlijke kans te geven om het vredesproces te kunnen doorzetten. Zonder de PLO zal er geen sprake zijn van vrede met Jordanië en vrede in het Midden-Oosten en zal het Islamitische terrorisme zegevieren. Hij wees erop dat Egypte financieel ook profiteert van de vrede en al $ 35 miljard heeft ontvangen, veel meer dan Jordanië en de Palestijnen. De Mediterrane conferentie ( 27 28 november 1995 in Barcelona) over de besteding van economische hulp lijkt een Arabische zaak te worden en wordt thans voorbereid in Algerije. Het is van belang dat de Arabische landen de bevolking kunnnen laten zien dat vrede ook voorspoed brengt, daarom zou Europa bij het verlenen van steun diegenen die aan het vredesproces meewerken ook voorrang moeten geven. Ten slotte merkte de heer Rabin op dat het niet verstandig is om zich te Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 7

concentreren op een Palestijnse «entity». De staat Israël zal voor 80% Joods zijn, de overige inwoners moeten hun Arabische identiteit kunnen behouden en vreedzaam naast elkaar leven. Angst is daarbij een grote hindernis. De Westbank moet niet religieus worden geannexeerd als een deel van het «Heilige Land». Israël, Jordanië en de Palestijnen moeten vervolgens gezamenlijk de Palestijnse entiteit bepalen. Ran Cohen, voorzitter van de Meretz-fractie in de Knesset De Meretz, een coalitiepartij, heeft 12 leden in de Knesset en 4 ministers. De heer Cohen was vanaf het begin tegenstander van het stichten van nederzettingen en de bezetting van gebieden en gelooft in een oplossing van twee staten voor twee volken. Helaas is daar nog geen meerderheid voor. Beide kanten zijn nog niet zover dat zij elkaar volledig erkennen. Er wonen 2 1 2 miljoen Palestijnen in de bezette gebieden, die binnenkort vrije verkiezingen zullen hebben. Dat is nog maar een kleine stap naar het stichten van een Palestijnse staat, maar het proces gaat langzaam. Vervolgens ging hij in op het conflict tussen mensenrechten en terrorisme. Bepaalde kleine nederzettingen, bijvoorbeeld Netzarim, midden in de Gaza-strook waar 27 kolonistengezinnen wonen tussen duizenden Palestijnen, zouden gemakkelijk verhuisd kunnen worden evenals die in Hebron. Het Israëlische volk is ook toe aan een vredesakkoord, maar wordt daar door het terrorisme van weerhouden. Daar ligt een taak voor Arafat en voor Rabin. Het is voor het eerst dat de Palestijnse politie optreedt tegen Palestijns terrorisme; terroristische aanvallen vanuit de Gaza-strip zijn dankzij Arafat gestopt, nu moet de Westbank nog volgen. De leiders van de Hamas organiseren zich vanuit Syrië en vanuit de bezette gebieden. Arafat wil een Palestijnse staat stichten met Jeruzalem als hoofdstad, maar wordt daarin door het terrorisme van de Hamas en de Jihad gehinderd. Ook Syrië heeft vrede nodig. Het eist daarvoor van Israël volledige terugtrekking uit de Golan-hoogte. Zonder de Palestijnen staat Syrië echter zwakker. Het lijkt erop dat President Assad zijn militaire macht gebruikt om zijn politieke belangen te verdedigen. Sinds het Oslo-akkoord is het makkelijker voor de Israëlische bevolking om te zien waar de regering naar toe werkt: een vredesakkoord en een vreedzaam samenleven met de onmiddellijke buren de Palestijnen, Egypte, Jordanië, Libanon, Syrië en Saudi-Arabië. De grootste vijand is het fundamentalisme. De heer Cohen achtte het mogelijk dat de gematigde landen zich van het terrorisme bevrijden. Israël zal bereid zijn zich van de Golan hoogvlakte terug te trekken als de veiligheid voor de Israëliërs is verzekerd. De Golan biedt wel veiligheid, maar een vredesakkoord met Syrië biedt meer veiligheid. Een gedemilitariseerde zone, satellietbewaking, en economische betrekkingen (water, elektriciteit, toerisme) kunnen vrede bouwen. Tot nu toe kan Rabin Assad echter geen terugtrekking van de Golan hoogte beloven. donderdag 7 september 1995 TEL AVIV Moshe Dayan Center for Middle Eastern and African Studies Het centrum is ± 40 jaar geleden opgericht als politieke economische vereniging voor het Midden-Oosten. Het is nu onderdeel van de Tel Aviv universiteit, heeft 15 onderzoekers, richt zich op alle landen in het Midden-Oosten en heeft area specialisten op allerlei wetenschappelijke terreinen. Het is financieel niet van de regering afhankelijk. De delegatie Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 8

sprak met de directeur A. Susser, Dr. E. Rechess en Dr. Cremer onder meer over het vredesproces, de Palestijnen en de Israëlische Arabieren. Het vredesproces vindt op 3 verschillende niveaus plaats. Jordanië is het meest positief, het is een klein land met een dualistische gemeenschap dat tussen Irak en Israël ligt. Daardoor heeft Jordanië grote invloed op de onderhandelingen met de Palestijnen. Het is ook van binnenlands belang, want er wonen meer Palestijnen in Jordanië dan in Israël. Wat Syrië betreft gebeurt er niet veel. President Assad is van huis uit radicaal, heeft geen haast, en is niet bereid om dan ook maar een enkele prijs te betalen voor vrede. Ook de Israëlische regering heeft geen haast wat Syrië betreft, en geeft er wellicht de voorkeur aan te wachten tot na de verkiezingen. Ook hier werd opgemerkt dat het doel van de bomaanvallen niet is de Palestijnen te overtuigen, maar om de publieke opinie te beïnvloeden. De Jihad en de Hamas hebben echter hoogstens 3 à 4% aanhang, die na iedere bomanval slechts tijdelijk toeneemt. De Arabische minderheid bedraagt 1/5 van de bevolking. Na het tekenen van de vrede richt de aandacht zich nu op gelijkheid. Een probleem kan de politieke invloed van de groeiende Arabische bevolking vormen op de samenstelling van de regering. Het uitgangspunt is ten slotte een staat voor het Joodse Israëlische volk. Arabische Israëliërs hebben wel actief en passief kiesrecht. De financiële problemen zijn de minste, maar kunnen Arabieren als minderheid in een Joodse staat wonen? Het concept van de Hamas is tweeledig: niet alleen een theologische benadering waaraan tegemoet gekomen zou kunnen worden door het land te verdelen of door het verlenen van politieke zeggenschap, maar de missie van de Hamas is ook Israël van de kaart te doen verdwijnen. Jaffee Center for Strategic Studies Het centrum is een onafhankelijke «denktank» die ± 3 jaar geleden is opgericht met het oog op de veiligheidsproblemen van Israël. De relaties VS Midden-Oosten, Iran, Irak en het vredesproces staan hoog op de agenda. Medewerkers zijn grotendeels academici en oud-veiligheidsdienstleden. De delegatie sprak met Prof. Kam en Dr. Dori over het Syrische spoor en het Palestijnse spoor van het vredesproces. Er zijn twee scholen: 1. de Peres-visie, met als lange termijn doelstelling van het vredesproces om Israël economisch en cultureel te integreren in de regio, 2. de sceptische, Israël moet economisch en cultureel deel uitmaken van de regio afgezien van de vredesakkoorden. Goed beschouwd zijn de vooruitzichten voor economische integratie weinig hoopvol en de economische verschillen te groot. Ook de politieke en sociale structuren verschillen te veel. Prof. Kam was niet optimistisch over economische integratie in het Midden-Oosten. Obstakels vormen de houding van de Arabieren, de vrees van de Arabieren dat de Israëlische economie de Arabische markten zal beheersen. Het derde probleem wordt gevormd door de Arabische radicale beweging. Ook regionale aanpak van de watervoorziening is nog een Utopia. Wel wordt er gesproken over een betere infrastructuur en prijszetting. Mogelijkheden voor een geïntegreerde aanpak van het waterprobleem bestaan theoretisch wel, maar Syrië en Libanon verschijnen niet eens bij vergaderingen. Zalman Shoval (Likud) De heer Shoval, oud-ambassadeur van Israël in de VS en verantwoordelijk voor de buitenlandse betrekkingen van de Likud, beschreef de Likud als een centrum/centrum rechtse partij. De partij is niet langer een eenheid, centrum-rechts krijgt steeds meer stemmen. De kansen om de verkiezingen te winnen achtte hij 50%. Een overwinning zal grote invloed Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 9

op de politieke situatie hebben. Het akkoord met Jordanië, nog voor de vorige verkiezingen bereikt, is gebaseerd op wederzijdse strategische belangen. De facto was er al lang sprake van vrede met Jordanië, maar de Likud startte de onderhandelingen voor het Oslo-accoord. Volledige veiligheid van het land moet het eerste belang van de regering blijven. In de Gaza-strook is zorg voor de veiligheid nu aan Arafat overgedragen. Er zijn nog nooit zoveel terroristische aanvallen geweest als sinds vorig jaar. Of Arafat is niet in staat die tegen te gaan of hij is daartoe niet bereid. De Likud zal zeker het vredesproces voortzetten na een verkiezingsoverwinning en onderhandelen met een legaal verkozen vertegenwoordiging van de Palestijnen. Gaza en Jericho blijven dan ook autonoom. De benadering van een Likud-regering zal niet veranderen uitgezonderd de buitenlandse politiek en op militair terrein. De problemen met Syrië berusten geheel op veiligheidsaspecten, aldus de heer Shoval. Het regiem van President Assad is een minderheidsregiem. Israeliërs op de Golan betekent op de stoep van Damascus. Syrië is dan ook niet bereid tot een territoriaal compromis. JERUZALEM The Israeli Council on Foreign Relations De Raad houdt zich bezig met internationale zaken in het bijzonder van wereldwijd Joods belang en met Israël s buitenlands beleid. Hij is onafhankelijk van regering en universiteit en autonoom. vrijdag 8 september 1995 JERUZALEM Gesprek met Nederlandse commandant van UNDOF en Nederlandse militaire waarnemers Aanwezig waren waarnemers van UNDOF (United Nations Disengagement Force, UNTSO (United Nations Truce Supervision Organisation), de oudste VN-missie opgericht in 1948), OGL (Libanon), OGG-D (Syrië) en OGG-T (Israel). Gen.maj. Kosters en maj. Weijers legden uit op welke wijze de VN in het Midden-Oosten vertegenwoordigd is, wat de verschillende VN-organisaties proberen te bereiken en hoe ze georganiseerd zijn. Voorts wat de Nederlandse inbreng is bij de verschillende organisaties. Er zijn voor Israël geen religieuze bezwaren om de Golan hoogte terug te geven, wel is het wateraspect van groot belang: 30% van het water komt uit het meer van Tiberias. Syrië zou de toevoer kunnen afsluiten. Militair vormt Syrië geen bedreiging, Irak en Iran wel. Maj. Langenhuijsen merkte op dat het politieke mandaat aan UNIFIL onuitvoerbaar is. Mocht er sprake zijn van een MFO-II dan lijkt het zinvol voor Nederland daaraan deel te nemen op bataljon s niveau met voldoende bewapening (niet een logistieke). Israël geeft de voorkeur aan MFO s, Syrië aan een VN-controlemacht. Peace Now Peace now is een vredesbeweging die is opgericht ten tijde van de vredesonderhandelingen met Egypte. Zij steunt het Oslo-proces, maar bekritiseert de weigering van de Israëlische regering te spreken over een Palestijnse staat. Zij richt zich nu op de vrede met de Palestijnen. De beweging ziet als haar belangrijkste taak het beïnvloeden van het Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 10

Israëlische parlement, de publieke opinie en de Israëlische en Palestijnse jeugd. De organisatie wordt gefinancierd uit particulieren middelen. B tselem B tselem is een mensenrechtenorganisatie. De directeur constateerde de laatste jaren een verbetering wat de schending van mensenrechten betreft. Het aantal doden door Israëlische veiligheidsdiensten is afgenomen, het verwoesten van huizen waarin verdachte Palestijnen verblijven vindt nauwelijks meer plaats. Dat laatste is overigens niet in strijd met de (uit de Britse tijd stammende) wet, hoewel wel in strijd met internationale verdragen. In de bezette gebieden zijn niet de Israëlische wetten, doch militaire wetten van kracht. Zowel door de Israëlische regering als door het Palestijnse bestuur worden in het kader van het vredesproces mensenrechten geschonden: z.g.n. «physical moderate pressure» wordt door de veiligheidsdiensten regelmatig toegepast en niet altijd om het leven van burgers te redden. Twee wetsvoorstellen worden binnenkort ingediend: één tegen martelingen en één als kader voor de veiligheidsdiensten. Een ander probleem vormt de situatie van de arbeiders in de bezette gebieden die jarenlang sociale premies hebben betaald. Door het akkoord tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit komen deze premies nu niet ten goede aan de arbeiders, maar gaan zij naar de Palestijnse Autoriteit, die de gelden voor andere doeleinden kan gebruiken. Verder lijkt de Palestijnse politie op de Westbank van de Israelische politie de vrije hand gekregen te hebben en treedt bijvoorbeeld streng op tegen zgn. onzedelijk gedrag. EU-vertegenwoordiger, Dupla del Moral De EU-steun is op gericht op hulpverlening aan de Palestijnen op die gebieden die niet Israël s verantwoordelijkheid zijn. Voor de verbetering van infrastructuur is nu meer dan 70 miljoen ECU toegezegd, niet alleen voor de Gaza en Jericho maar ook voor de Westbank. In de eerste plaats gaat het om het opbouwen van een sociale en gezondheidsinfrastructuur, bijvoorbeeld watersanitatie, verwijderen van afval. Verder het helpen aantrekken van Westerse investeerders voor de Palestijnse gebieden. In de derde plaats worden de Palestijnen geholpen met het opzetten van een administratie. Er lopen 150 projecten. Het openen van een kantoor in Oost-Jeruzalem heeft geleid tot kleine moeilijkheden en pesterijen. Grotere problemen zijn er echter met de invoer van de hulpgoederen. De Israeliërs willen alleen humanitaire zendingen makkelijk doorlaten. Een groot aantal zendingen staat al maanden in de haven op inklaren te wachten, terwijl de projecten waarvoor zij bestemd zijn door Israël wel zijn goedgekeurd. De EU is niet bereid de industriële parken die buiten de Gaza-strook worden gebouwd als oplossing voor de werkloosheid in de Gaza, te subsidiëren. De heer Dupla del Moral constateerde dat ook niet veel Europese bedrijven ervoor belangstelling hebben. De export van Palestijnse goederen moet plaatsvinden via een Israëlische firma. De achterliggende gedachte is de goederen duurder te maken door veiligheidschecks verplicht te stellen en de export onder controle te houden. Zaterdag 9 september 1995 Burgemeester Hebron, Mustafa Abdel Nabi Natshe De burgemeester legde uit dat Hebron na Jericho de oudste stad van Israël is. De eerste nederzettingen in 68 werden in dun bevolkte streken buiten de stad gesticht. In 87 heeft Begin de kolonisten ook toegestaan zich in de stad te vestigen. Het Israëlische leger heeft de opdracht niet in Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 11

te grijpen als een kolonist een Arabier lastig valt, maar meteen in te grijpen als het omgekeerde zich voordoet. De markt is voor de Arabieren nu moeilijk te bereiken, Arabische winkels moeten sluiten, aldus de burgemeester. In het centrum wonen slechts ± 40 kolonistenfamilies, grotendeels Kach-lid, en 150 000 Palestijnen. In het overleg tussen Arafat en Rabin is nog geen oplossing gevonden voor Hebron. Met internationale hulp wordt de infrastructuur verbeterd, met Jordaans geld zijn 2 ziekenhuizen gebouwd, met Zweeds en Saudi s geld scholen. Een probleem is het watertekort. Een paar maanden tevoren heeft de stad toestemming gekregen om een waterput te slaan; pas na een tv-uitzending over het watertekort is de watertoelevering vergroot. Riolering- en afvalprojecten zijn nog niet van de grond gekomen. De Israëliërs heffen meer belasting dan dat er wordt geïnvesteerd. Briefing door UNRWA (United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East) De UNRWA is al 45 jaar actief voor de Palestijnse vluchtelingen in eerste instantie voor noodhulp, tegenwoordig op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, steun en sociale diensten. Een vluchteling is iemand die vóór 1948 al twee jaar in Israël woonde en door het stichten van de staat Israël zijn huis verloor. Het betrof toentertijd niet alleen Arabieren. In de Gaza-strip wonen ± 885 000 mensen, waaronder 674 271 Palestijnse vluchtelingen. Het grootste probleem vormt nu de werkloosheid, 60% van de bevolking is werkloos (1 persoon onderhoudt weer 10 familieleden). Na iedere terroristische aanslag gaan de grenzen met Israël dicht en wordt aan weer minder mensen toegestaan in Israël te werken. De bevolkingsgroei is 4,7%, een van de hoogste in de wereld. De gezondheidstoestand is slecht, de riolering komt uit in het grondwater en de zee. Bovendien wordt het grondwater te intensief gebruikt, waardoor de grond verzilt. Ziekenhuiszorg is slecht: 1 bed op 1000 mensen. De UNRWA heeft met milieudeskundigen schema s opgezet voor sanitatie, eerst in de kampen zelf maar nu ook er buiten. Ook is een inkomensgenerend fonds opgezet waaruit kleine bedrijfjes gefinancierd kunnen worden en geld voor uitbreiding kan worden geleend. Een ziekenhuis wordt gebouwd, family planning- en gezondheidscentrum opgezet. Dr. Nabil Shaath, Minister van Planning en Internationale Samenwerking De heer Shaath zei dat de Nederlands-Palestijnse betrekkingen mede een gevolg zijn van de speciale band van Nederland met Israël. Nederland is nu ook bereid de Palestijnen te helpen bij het vredesproces hun rechten te verwerkelijken en een Palestijnse Entiteit en Autoriteit op te bouwen. Gaza-haven is het kroonvoorbeeld van Nederlandse steun aan de Palestijnen. De plaats voor de haven is goedgekeurd, hopelijk gaat de bouw in oktober van start. De minister meende dat het politieke proces naar een nieuw model leidt van regionale economische samenwerking zoals de Benelux. De enige staat die onafhankelijk moet zijn alvorens over te gaan tot onderlinge afhankelijkheid is de Palestijnse Staat, een onafhankelijke Palestijnse Staat die verkiest afhankelijk te worden en te integreren. Vooralsnog is hij verplicht afhankelijk (en is alles daardoor duurder) van Israël. Israël gebruikt 80% van het beschikbare water. Er moet een betere verdeling van het water komen en ook een nuttiger gebruik. Landbouwprodukten die veel water verbruiken moeten worden vervangen. Particulier gebruik levert geen problemen, wel industrieel. De minister achtte handel met Israël het meest voor de hand liggend. Egypte en Jordanië zijn echter concurrerend wat de Palestijnse produkten betreft, textiel inbegrepen. Toerisme zou een nieuwe bron van inkomsten kunnen zijn, in samenwerking met Egypte, Israël en Jordanië. De vredesonderhan- Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 12

delingen vorderen op sommige punten. Verschillende oplossingen zijn mogelijk voor Hebron, maar de orthodoxe kolonisten weigeren Hebron te verlaten. Ongeveer 60% van de Palestijnse bevolking steunt het vredesproces, 15% is tegen (de extremisten), de rest aarzelt. VN speciale hulpcoördinator voor ontwikkeling van bezette gebieden, de heer T. R. Larsen De VN zijn verantwoordelijk voor 50% van de ontwikkelingsprojecten in de Gaza. UNDP en UNRWA waren tot voor kort de enige VN-vertegenwoordigers. Nu zijn er 25 verschillende VN-programma s in de bezette gebieden en is een coördinator aangesteld, zo legde de heer Larsen uit. Zijn taak is in de eerste plaats de 25 verschillende programma s en de verschillende VN-organisaties te coördineren. Een tweede taak is het tezamen met de Wereldbank coördineren van projecten van de Wereldbank, de VN en donorlanden en -organisaties in een Coordination Committee. Verder doet hij verslag aan het Secretariaat van de VN over de voortgang van de vredesonderhandelingen. Er is sprake van een conflict tussen de oude administratieve structuur van de PLO en die van de Palestijnse Autoriteit. Eigenlijk bestaan er nu twee structuren naast elkaar, wat de coördinatie bemoeilijkt. De economische ontwikkelingen gaan hard, maar zijn fragiel. Veel zal afhangen van de politieke beslissingen de komende weken. Ook het dagelijkse leven in de Gaza verandert snel, het fundamentalisme neemt af, de bevolking begint zich Palestijn te voelen. De heer Larsen meende dat voor een Palestijn trots en eer belangrijker zijn dan materiële zaken. Na ondertekening van het Interim-akkoord zal een belangrijke vergadering van de donoren plaatsvinden en zal een spoedplan worden opgesteld. De donoren zullen de Palestijnse Autoriteit met de bestaande projecten blijven steunen, nieuwe infrastructuur zal worden aangelegd, werkloosheid aangepakt, in het bijzonder via de ontwikkeling van de particuliere sector. Ook het juridische/administratieve systeem is een chaos die moet worden aangepakt. Yasser-Arafat De heer Arafat achtte de verbetering van het sociale leven in de Gaza-strook het meest opvallend. Het is nu veilig op straat, fanatieke Islamitische groeperingen zijn verdwenen. Hoewel de donoren hun toezeggingen niet zijn nagekomen, heeft het Palestijnse kleinbedrijf de Gaza-strook gered. De afsluiting van de Gazastrook kost de Palestijnen $ 10 milj. per dag. Al in juli 1994 zouden verkiezingen in de bezette gebieden plaatsvinden. Volgens het akkoord zouden de Israëliërs zich ook terugtrekken uit Palestijnse steden, dorpen en vluchtelingenkampen. Hebron is de grootste Palestijnse stad op de Westbank en vormt nu het grootste struikelblok. Een oplossing moet worden gevonden. Er wonen 150 000 Palestijnen en slechts 32 kolonistengezinnen. Kunnen die zich niet buiten de stad vestigen? Het akkoord kan toch niet afspringen op 32 Joodse gezinnen of een internationale of Israëlische patrouille? De heer Arafat stelde dat er zelfs banden bestaan tussen Palestijnse en Israëlische fanatieke groepen om het vredesakkoord te voorkomen. Hij had een oproep doen uitgaan voor internationale hulp om uit de impasse over Hebron te komen. Op een vraag over het wijzigen van de Palestijnse Charter, zei de heer Arafat dat de Palestijnen de twee statenoplossing hebben geaccepteerd. Na de Palestijnse verkiezingen zal ook het charter worden gewijzigd. Hij herinnerde er ten slotte aan dat Premier Rabin slechts met 1 oppositie heeft te maken, terwijl hijzelf de Palestijnse Hamas, Islamic Jihad, Arabieren in Syrië, Iran en Irak, alsmede christen-palestijnen moet zien te overtuigen. Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 13

zondag 10 september 1995 Gesprek in Orient House De heer Faisal Husseini, Dr. Riyad Malki (PFLP), Dr. Uhammad Jadallah (DFLP) en mw Ahlam Abbasi ontvingen de delegatie. Orient House wordt gebruikt door de Arab Studies Society als onderzoekscentrum, maar ook door Palestijnse politici van verschillende partijen als ontmoetingsplaats. De heer Husseini vroeg om steun van de internationale gemeenschap om nu al de discussie over Jeruzalem te openen. De toekomst van Jeruzalem ligt zowel aan de onderhandelingstafel als in de publieke opinie zeer gevoelig. Voor de Palestijnen is het niet alleen de politieke hoofdstad maar ook de religieuze, sociale en economische hoofdstad. Alle instituties zoals scholen en ziekenhuizen zijn in de hoofdstad gebouwd voor de gehele omgeving. Door de invoering van het pasjessysteem zijn die nu slechts voor de inwoners van Oost-Jeruzalem bereikbaar, evenals de heilige plaatsen. Israël wil de Palestijnen van Oost-Jeruzalem isoleren en Oost-Jeruzalem van de internationale gemeenschap. De gemeentelijke belastingen bijvoorbeeld zijn zonder enige reden voor de Palestijnen extreem hoog. Nederland zou financiële hulp moeten geven om de instituties die vóór Oslo al in Jeruzalem gevestigd waren te kunnen behouden. Het is namelijk niet mogelijk geld vanuit de bezette gebieden naar Jeruzalem over te maken. Ook morele internationale steun is nodig, evenals het monitoren van wat Israël in Jeruzalem doet. Zo is 34% van de grond in Oost-Jeruzalem door Israël geconfisceerd. Het openen van de grenzen in Jeruzalem zou al een goed begin zijn. Jeruzalem is de hoeksteen van het vredesproces, de steun van de internationale gemeenschap is dan ook van vitaal belang, niet alleen morele steun, maar ook bilaterale hulp en politieke druk op Israël. Palestijnse Mensenrechtenorganisaties Bij het gesprek waren aanwezig vertegenwoordigers van Al Haq, het Mandela Institute for Political Prisoners, Land and Water Establishment en het International Centre for Human Rights Enforcement. In de bezette gebieden is niet alleen sprake van schending van mensenrechten, maar ontbreken de eerste vereisten voor een menswaardig leven. In de huidige situatie wordt door de politiek over het lot van de Palestijnen beslist zonder enige vorm van medezeggenschap of rechtsbescherming. Door de EU worden weliswaar verkiezingen voorbereid, maar er zijn geen onafhankelijke Palestijnse media. Martelingen lijken door de regering te worden aangemoedigd. Gevangenen blijven verstoken van de nodige medische behandeling, condities in de gevangenissen verslechteren. Aan beide kanten maakt men zich nu schuldig aan martelingen. Het is belangrijk dat na tekening van het vredesakkoord de 6000 Palestijnse politieke gevangenen ook vrijgelaten worden. Na Oslo is er niets veranderd. Israël confisceert land ter uitvoering van het akkoord en om veiligheidsredenen, huizen worden afgebroken voor conservation zones, die vervolgens voor Israëlische burgers worden gebruikt. In de bezette gebieden is geen sprake van onafhankelijke rechtspraak. Niet duidelijk is voorts welke wetten van toepassing zijn de Britse, de Jordaanse of de militaire Israëlische. De Palestijnse verantwoordelijkheid is niet duidelijk nu de controle in de Gaza is overgedragen aan de Palestijnse politie. De Israëlische rechtbank heeft ook geen zeggenschap meer in Gaza en de Westbank. De internationale gemeenschap zou druk moeten uitoefenen op beide zijden om de mensenrechtensituatie te verbeteren. Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 14

maandag 11 september 1995 Briefing ambassadeur drs. R. H. Meys Jordanië is een constitutionele monarchie op weg naar democratie, waarbij de koning thans nog aanzienlijke macht en invloed heeft. Sinds de laatste verkiezingen in 1994 is het Islamic Action Front de grootste partij. De koning heeft steun van een 2/3 meerderheid in het Huis van Afgevaardigden (80 leden), de 30 leden van de Senaat worden door hem benoemd. De meerderheid van de bevolking is Palestijns. De koning is populair. Het land kent een redelijke mate van vrijheid van meningsuiting, alleen de koning mag niet worden bekritiseerd en een aantal gevoelige onderwerpen dient in de media met omzichtigheid te worden behandeld. De directe rol van Jordanië in het vredesproces is met de ondertekening van het vredesverdrag met Israel sterk verminderd. De meerderheid van de bevolking is nogal lauw over de vrede. Op een groot aantal terreinen wordt met Israël samengewerkt, of is die samenwerking in voorbereiding, bijvoorbeeld transport en handel. Jordanië heeft de Palestijnse vluchtelingen de mogelijkheid gegeven te integreren, de vluchtelingen hebben ook de Jordaanse nationaliteit kunnen aannemen. Er wordt gespeculeerd, met name in Israël, dat te zijner tijd, na de vestiging van een Palestijnse staat een confederatie met Jordanië zal ontstaan. Koning Hussein voelt als gevolg van zijn afstamming van de Profeet een bijzondere verantwoordelijkheid voor de Moslim heiligdommen in Jeruzalem. De relaties met Syrië zijn koel. Jordanië betrekt zijn olie uit Irak. Er bestaan nauwe banden tussen de Iraakse en de Jordaanse bevolking. Vandaar ook de speciale relatie tussen Jordanië en Irak, die niet gestopt is nu enkele familieleden van Saddam Hussein naar Amman zijn gevlucht. Na de Golfoorlog zijn de Arabische subsidies aan Jordanië gestopt en werden grote aantallen in de Golfstaten werkzame Jordaniërs en Palestijnen die landen uitgezet met als gevolg werkloosheid in Jordanië en een sterke vermindering van de geldovermakingen van deze gastarbeiders naar Jordanië. Er is nauwelijks industrie in Jordanië en de landbouwmogelijkheden zijn door een tekort aan water beperkt. Traditioneel was het land economisch afhankelijk van de omringende landen. Het parlement probeert nu, door een nieuwe investeringswet, buitenlandse investeringen aan te trekken. Jordanië wil de Amman-conferentie in oktober 1995 een zakelijker en minder politiek karakter geven dan Casablanca. Voorzien zijn de oprichting van een Midden-Oosten Bank, een regionale Kamer van Koophandel en een regionale «Tourist Board». Wat Syrië betreft, merkte de ambassadeur nog op dat er geen incidenten plaatsvinden aan de grens Syrië-Israel. De politieke controle in Syrië zelf is thans zo geperfectioneerd dat het aantal politieke arrestaties sterk is teruggelopen. Censuur is zeer wijd verbreid. Gesprek met Dr. Hani Mulki en Dr. Achmad Mango, adviseurs van de Kroonprins In het gesprek werd onder meer gesproken over Jordanië en de regio voor en na het vredesproces en de implementatie van het vredesproces. De heer Mango wees erop dat Damascus, Jeruzalem, Tel Aviv en Amman zich binnen een straal van 70 mijl bevinden en dat ieder land een begrotingstekort heeft. Verantwoordelijkheid nemen betekent dan ook de binnenlandse problemen aanpakken. Regionale veiligheid moet worden omgezet in een politieke en economische aanpak, bij voorbeeld door een waterakkoord en een energie-akkoord tussen Jordanië, Syrië, de Palestijnen en Israël. Er wonen nu 4 miljoen mensen in Jordanië, 6 jaar geleden 2,5 milj. De bevolkingsgroei is 2,7%. Familyplanning is niet door de islam verboden, Tweede Kamer, vergaderjaar 1995 1996, 24 468, nr. 1 15